Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020010210
Dossiernummer gemeente: 202000327
De gemeente Geel heeft op 14/07/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor Vellen van 3 aangetaste naaldbomen. De aanvraag werd op 18/08/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Harry Kirik
Reivennen 4 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Reivennen 4 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13372, sectie A, perceel 955C28
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: agrarische gebieden
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen (enkel van toepassing op zonevreemde woningen) goedgekeurd op 29/01/2009
bestemming: overdruk zonevreemde woningen II
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Aanvulling historiek
///
De aanvraag betreft Vellen van 3 aangetaste naaldbomen
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
Het ontwerp
De aanvraag handelt over het rooien van drie naaldbomen die aangetast zijn door insecten (de letterzetter).
Twee van die bomen staan op 2,40 meter van de zijdelingse perceelsgrens en één op 0,80 meter.
De bomen zijn zodanig aangetast dat rooien verantwoord is. Ter compensatie wordt een nieuwe bosrand aangeplant.
Bijkomend wordt een weiland dat paalt aan de eigendom van de aanvrager in de toekomst aangeplant via de bosgroep.
de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Er werd geen advies gevraagd.
///
Planologische toets
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
///
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Opmerkingen adviezen:
///
Besluit
Gunstig onder voorwaarden.
Voorwaarden
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
Ter compensatie wordt een bosrand aangeplant met minimaal drie streekeigen hoogstammige bomen.
<De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag.
<De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van de aanvraag.
<Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
<De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (1 april – 15 juni).;
Vanuit het oogpunt van de zorgplicht wordt gevraagd om ter compensatie van de gekapte bomen over te gaan tot een heraanplant met standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse planten. Een overzicht met geschikte planten is terug te vinden op de website http://www.plantvanhier.be/
De aanplant dient uitgevoerd tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat volgt op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag in de periode tussen 1/11 en 1/03).
Plantafstand tot de perceelsgrens bedraagt minstens 0,5m voor hagen en 2m voor een aanplanting met hoogstambomen.
<Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
<De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
Ter compensatie wordt een bosrand aangeplant met minimaal drie streekeigen hoogstammige bomen.
<De werken dienen aangevat te worden binnen de 2 jaar na goedkeuring van de aanvraag.
<De werken dienen beëindigd te zijn binnen de 5 jaar te rekenen vanaf de goedkeuring van de aanvraag.
<Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Meer info, zie: https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0;
<De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (1 april – 15 juni).;
Vanuit het oogpunt van de zorgplicht wordt gevraagd om ter compensatie van de gekapte bomen over te gaan tot een heraanplant met standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse planten. Een overzicht met geschikte planten is terug te vinden op de website http://www.plantvanhier.be/
De aanplant dient uitgevoerd tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat volgt op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag in de periode tussen 1/11 en 1/03).
Plantafstand tot de perceelsgrens bedraagt minstens 0,5m voor hagen en 2m voor een aanplanting met hoogstambomen.
<Indien de aanplanting niet aanslaat dient deze vervangen tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot heraanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen;
<De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat;