Door de voorwaarde van het geven van persoonsnamen voor nieuwe straatnamen te veranderen van '50 jaar overleden ', naar 'overleden', verbreden we de mogelijkheid tot het geven van persoonsnamen aan nieuwe straten.
Decreet van 28 januari 1977 tot de bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen
In de jaren 1970 besliste het schepencollege om geen persoonsnamen meer te gebruiken bij het geven van nieuwe straatnamen. Sinds enkele jaren heeft het schepencollege het geven van persoonsnamen aan nieuwe straten terug toegestaan, onder voorwaarde dat het om een persoon gaat die 50 jaar overleden is en van historisch belang is voor de gemeente. Aangezien het nu een nieuwe trend is om meer vrouwennamen te geven aan nieuwe straten, zouden we deze voorwaarde willen aanpassen naar 'personen die overleden zijn', volgens het decreet van 28 januari 1977 tot de bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen, waar de voorwaarde dat de persoon 50 jaar overleden moet zijn, niet in is opgenomen.
Uiteraard behouden we wel de rest van de huidge procedure tot het geven van straatnamen, wat betekent dat de archivaris die advies geeft voor de nieuwe straatnaam
- eerst nakijkt of er toponiemen/oude plaatsnamen bestaan op de locatie van de nieuwe straat die kunnen gebruikt worden. Indien er een oude plaatsnaam is, heeft deze de voorkeur.
- indien er geen oude plaatsnamen bestaan, kiest de archivaris een naam die relevant is voor de plaatselijke geschiedenis. Dit kan ook een persoonsnaam zijn, in dat geval kiezen we voor een persoon die overleden is en die vanuit historisch-wetenschappelijk oogpunt relevant geweest is voor de geschiedenis van Geel.
Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met het veranderen van de voorwaarde tot het geven van persoonsnamen aan nieuwe straten van 'overleden na 50 jaar' naar 'overleden personen' die historisch-wetenschappelijk relevant zijn voor de geschiedenis van Geel, met behoud van de rest van de bestaande procedure tot het geven van nieuwe straatnamen.