Voor de ouderbijdragen die aan ouders kunnen gevraagd worden, zijn er in de regelgeving voor de initiatieven voor buitenschoolse kinderopvang minima en/of maxima vastgelegd. Door de indexering verhogen deze bedragen vanaf 1 januari 2020 met 1,45%.
Hierdoor worden de tarieven voor de buitenschoolse kinderopvang Bengelbende vanaf 1/1/2020:
Voor- en naschools en op woensdagnamiddag: € 0,94 (voorheen € 0,93) per begonnen half uur.
Vakantiedagen:
Opvang minder dan 3 uur: € 4,93 (voorheen € 4,86)
Opvang tussen 3 en 6 uur: € 7,44 (voorheen € 7,33)
Opvang 6 uur en langer: € 12,99 (voorheen € 12,80)
In raadsvergadering van 26/06/2019 werd het tariefreglement buitenschoolse kinderopvang aangepast.
Art. 8 van het reglement bepaalt dat de bijdragen elk jaar worden verhoogd met de procentuele stijging van de index van de consumptieprijzen tussen 1 oktober van het vorige kalenderjaar en 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar, zodra de gecumuleerde stijging in een verhoging van minstens € 0,12 op het minimale basisbedrag voor een ganse dag resulteert.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het hiernavermelde gewijzigde tariefreglement voor het initiatief voor buitenschoolse kinderopvang Bengelbende goed:
Tariefreglement buitenschoolse kinderopvang.
Artikel 1. De ouders betalen voor de opvang een financiële bijdrage, die gekoppeld is aan de verblijfsduur van het kind in het initiatief voor buitenschoolse opvang;
Artikel 2. Bij voor- en naschoolse opvang bedraagt de ouderbijdrage minstens € 0,94 per begonnen halfuur;
Artikel 3. Op schoolvrije dagen en vakantiedagen geldt een bijdrage van € 12,99 voor een verblijf van een volledige dag (vanaf 6 uur), van € 7,44 voor een verblijf van een halve dag (van 3 tot 6 uur) en van € 4,93 voor een verblijf van minder dan drie uur;
Artikel 4. Op woensdagnamiddag geldt het tarief van € 0,94 per begonnen halfuur;
Artikel 5. Als de financiële situatie van de ouder(s) daartoe aanleiding geeft, kan een sociaal tarief gehanteerd worden.
§ 1 Gezinnen die in aanmerking komen voor de verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds, krijgen een vermindering van 50 % van de door de Raad, volgens in de artikels 2, 3 en 4 vastgelegde ouderbijdrage. Op eenvoudige voorlegging van het attest 'verhoogde tegemoetkoming' bij de coördinator van de Bengelbende, zal deze het sociaal tarief toepassen.
§2 Gezinnen die in aanmerking komen voor aanvullende financiële steun bij het OCMW, komen in aanmerking voor een vermindering van 80 % van de door de Raad, volgens in de artikels 2, 3 en 4 vastgelegde ouderbijdrage. De maatschappelijk werker van het sociaal huis maakt hiervoor een dossier op. Aanvraag wordt voorgelegd op het bijzonder comité voor de sociale dienst.
§3 In zeer uitzonderlijke gevallen, als een gezin niet in aanmerking komt voor bovenstaande categorieën in § 1 en § 2, én als de situatie van het gezin daartoe aanleiding geeft, kunnen er toch redenen zijn om een sociaal tarief toe te kennen ten bedrage van een vermindering van 50%, 80% van de door de Raad, volgens in de artikels 2, 3 en 4 vastgelegde ouderbijdrage of een gratis tarief . In dat geval wordt een gemotiveerde aanvraag ingediend door de maatschappelijk werker van de sociale dienst, op voordracht van de coördinator van de Bengelbende. Aanvraag wordt voorgelegd op het bijzonder comité van de sociale dienst.
§4 Het toegekend sociaal tarief wordt door de Raad of het bijzonder comité voor de sociale dienst jaarlijks geëvalueerd en, indien noodzakelijk bevestigd.
Artikel 6. Bij opvang van meer kinderen uit hetzelfde gezin in het initiatief op een zelfde dag wordt 25% korting verleend op de totale ouderbijdrage. Deze vermindering is cumuleerbaar met het sociaal tarief.
Artikel 7. De vermelde kostprijs is de vergoeding van de werkingskosten. Wanneer een warme maaltijd wordt verstrekt, moet een supplementaire bijdrage per kind worden betaald.
Artikel 8. De hierboven vermelde bedragen worden elk jaar op 1 januari verhoogd met de procentuele stijging van de index van de consumptieprijzen tussen 1 oktober van het vorige kalenderjaar en 1 oktober van het daaraan voorafgaande kalenderjaar, zodra de gecumuleerde stijging in een verhoging van minstens € 0,12 op het minimale basisbedrag voor een ganse dag resulteert.
Artikel 9. Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020.