Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020023694
Dossiernummer gemeente: 202000131
Inrichtingsnummer: 20200228-0006
De gemeente Geel heeft op 16/03/2020 een aanvraag omgevingsproject ontvangen voor Het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken langs Groenhuis. De aanvraag werd op 21/04/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Aquafin
Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar²
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Groenhuis te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie F, perceel 709_, 710_, 711A, 711D, 712_, 713G, 713H, 713P, 713R, 713S, 713T, 713V, 713W, 714A, 715F, 715G, 715H, 715K, 716D, 719_Afdeling 13376, sectie G, perceel 473Y2, 476D, 476F, 476G, 476K, 476L, 478E, 479G, 481C, 481F, 481G, 483A3, 483B3, 483Y, 484V, 484Y, 891H, 900A, 900B, 906G, 908A, 908B, 908C
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woonuitbreidingsgebieden
De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.
bestemming: woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
De aanvraag betreft Het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken langs Groenhuis
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van een ingedeelde inrichting
Rubrieknummer | Omschrijving | Klasse | |||||||||||
53.2.2°b)2° | bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van [...] niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen:
| 2 | |||||||||||
3.4.2° |
van meer dan 2 m³/h tot en met 100 m³/h | 2 |
De aanvraag betreft het uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken en de bouw van een pompstation.
Volgende werken worden uitgevoerd in Groenhuis:
De beschikbare rooilijnbreedte in Groenhuis laat het niet toe om wegenis, voetpad en fietspad te voorzien. Daarom worden de grachten gedempt en is een beperkte onteigening van privé-eigendommen nodig.
Volgende werken worden uitgevoerd in Klein-Veldekensstraat:
Voor het uitvoeren van de werken is een bemaling noodzakelijk.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het woongebied.
De aanvraag is in strijd met de bestemmingsvoorschriften van het woonuitbreidingsgebied. Hiervoor wordt een afwijking gevraagd.
Conform art. 4.4.7 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften. De Vlaamse Regering heeft bepaald welke handelingen algemeen belang onder dit toepassingsgebied vallen. Het herprofileren van de gracht en het rooien van de boom vallen onder paragraaf 1, punt 3 van dit uitvoeringsbesluit tot aanwijzing van de handelingen van algemeen belang. De werken kunnen beschouwd worden als handelingen van algemeen belang met een beperkt ruimtelijke impact.
Zowel Groenhuis als Klein-Veldekensstraat zijn opgenomen als buurtweg nr. 139. De werken omvatten een heraanleg van de weg volgens het bestaande tracé mits eenaanpassing van het typedwarsprofiel door toevoeging van een fietspad in combinatie met rioleringswerken.
De bestaande gemeenteweg wordt verbreed. De procedure tot wijziging van de rooilijn zal samen doorlopen worden met de vergunningsprocedure.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 27/04/2020 t.e.m. 26/05/2020. Er werden 0 bezwaren ingediend.
Op 21/04/2020 werd advies gevraagd aan geel - groenambtenaar..
Op 21/04/2020 werd advies gevraagd aan vlaamse milieumaatschappij
///
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel de overheid geen besluit tot vaststelling van de uitgaven voor de voorziening heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor. De woonuitbreidingsgebieden zijn reservezones van het woongebied en een instrument tot het voeren van een grondbeleid.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Groenhuis).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van d
e weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
///
Milieuaspecten
///
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 27/04/2020 tot 26/05/2020.
Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van geel – groenambtenaar afgeleverd op 20/04/2020 is volledig gunstig
Het advies van vlaamse milieumaatschappij - advies vergunning afvalwater en lucht afgeleverd op 03/06/2020 is volledig gunstig
Besluit
De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd volgens de vergunde plannen.
Zoals bepaald in artikel 12§2 van het decreet gemeentewegen heeft de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2020 het gemeentelijk rooilijnplan ‘Groenhuis’ definitief vastgesteld.
Zoals bepaald in artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning heeft de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2020 zijn goedkeuring gehecht aan de zaak der wegen.
De voorwaarden uit het advies van VMM moeten gevolgd worden:
De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig voor de lozing van max. 75 m³/uur, 1.800 m³/dag en 40.000 m³/jaar (R. 3.4.2) in de Zeggeloop gedurende 2 jaar mits voldaan wordt aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden:
In afwijking van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II moet geen meetgoot of evenwaardige debietsmeting geplaatst worden, maar moet het debiet van het opgepompte water gemeten en geregistreerd worden.
Het advies van de groenambtenaar van stad Geel moet gevolgd worden:
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april-30 juni). Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dienen ter compensatie 2 inheemse, standplaatsgeschikte bomen aangeplant met een stamomtrek van 18/20. Deze aanplant dient gerealiseerd te worden in de onmiddellijke omgeving van het project tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. Indien de aanplanting niet aanslaat, dient deze vervangen te worden tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot aanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De werken dienen uitgevoerd volgens de vergunde plannen.
Zoals bepaald in artikel 12§2 van het decreet gemeentewegen heeft de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2020 het gemeentelijk rooilijnplan ‘Groenhuis’ definitief vastgesteld.
Zoals bepaald in artikel 31 van het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning heeft de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2020 zijn goedkeuring gehecht aan de zaak der wegen.
De voorwaarden uit het advies van VMM moeten gevolgd worden:
De Vlaamse Milieumaatschappij adviseert gunstig voor de lozing van max. 75 m³/uur, 1.800 m³/dag en 40.000 m³/jaar (R. 3.4.2) in de Zeggeloop gedurende 2 jaar mits voldaan wordt aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere voorwaarden:
In afwijking van artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II moet geen meetgoot of evenwaardige debietsmeting geplaatst worden, maar moet het debiet van het opgepompte water gemeten en geregistreerd worden.
Het advies van de groenambtenaar van stad Geel moet gevolgd worden:
Bij het vellen dient de uitvoerder de nodige veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Voor meer info, zie https://www.ecopedia.be/artikel/veilig-werken-met-de-motorzaag-0. De bomen mogen enkel geveld worden buiten het broedseizoen (dat loopt van 1 april-30 juni). Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) dienen ter compensatie 2 inheemse, standplaatsgeschikte bomen aangeplant te worden met een stamomtrek van 18/20. Deze aanplant dient gerealiseerd te worden in de onmiddellijke omgeving van het project tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag. Indien de aanplanting niet aanslaat, dient deze vervangen te worden tijdens het eerstvolgende groeiseizoen. De verplichting tot aanplant bij niet aanslaan komt niet te vervallen. De aanvrager dient al het nodige te doen om de compenserende aanplanting te beschermen tegen vraat.