Uiterste beslissingsdatum voor dit dossier: 20/09/2020*
*laattijdige adviezen worden geacht gunstig te zijn
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: industriegebieden
Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvestingng van het bewakingspersoneel omvatten.
Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de ander industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen (enkel van toepassing op zonevreemde woningen) goedgekeurd op 29/01/2009
bestemming: overdruk zonevreemde woningen II
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Aanvulling historiek
///
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag betreft het verbouwen van een farmaceutisch bedrijf (decommissioning Plant 1-2, uitbreiden contractorpark v2)
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen, exploitatie van een ingedeelde inrichting
De wijziging in de rubrieken die voorwerp uitmaken van deze aanvraag omvatten:
Rubrieknummer | Omschrijving | Klasse |
7.2 | Inrichting voor de productie van farmaceutische basisproducten met een chemisch of biologisch procedé: 11.473 ton/jaar (VERMINDERING: -1.655 ton/jaar) | 1 |
7.11.4 | Inrichting voor de productie van farmaceutische basisproducten met een chemisch of biologisch procedé: 11.473 ton/jaar (VERMINDERING: -1.655 ton/jaar) | 1 |
17.4 | Opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen :2.457 liter (VERMINDERING: -32 liter) | 3 |
39.4.1 | Warmtewisselaats met een totale inhoud van 2.784 liter (VERMINDERING: -456 liter) | 3 |
15.1.2° | Stalplaatsen voor bedrijfsvoertuigen: 103 (VERMINDERING: -1) | 2 |
16.3.1° | Koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van 9.916,56 ton CO2-equivalent (VERMINDERING: 53,15 ton CO2-eq) | 1 |
16.3.2°b) | Koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 7.698,95 kW (VERMEERDING: +61,5 kW) | 2 |
17.2.2 | De aanwezigheid van volgende Seveso-stoffen: met naam genoemde stoffen: aardolieproducten (204,12 ton), acetyleen (0,149 ton), broom (2,34 ton), chloorwaterstof (1,9 ton), methanol (160 ton), methylacrylaat (2 ton), zeer licht ontvlambare vloeibare gassen (inclusief LPG) en aardgas (1,7405 ton), piperidine (2,6 ton), waterstof (0,0462 ton), watervrije ammoniak (4,746 ton) en zuurstof (0,252 ton). Niet met naam genoemde stoffen: H1 (179,8 ton), H2 (2.384,426 ton), H3 (2.6 ton), P1a (7,2 ton HOBt), P2 (0,105 ton), P5a (2,8 ton), P5c (3.934,163 ton), P7 (66 ton), P8 (664,8 ton), E1 (2.650,913 ton), E2 (1.386,06 ton), O1 (359 ton), O2 (359 ton)) en O3 (309 ton). (VERMINDERING: Broom -22.31 ton) | 1 |
17.3.4.3° | Opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen: 1.903,372 ton (VERMINDERING: -19,66 ton) | 1 |
17.3.5.3 | Opslag van giftige vloeistoffen en vaste stoffen: 1.817,79 ton (VERMINDERING: -19,66 ton) | 1 |
17.3.8.3 | Opslag van voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen: 2.884,598 ton (VERMINDERING: -19,66 ton) | 1 |
STEDENBOUWKUNDIGE HANDELINGEN
De aanvraag heeft betrekking op:
Decommissioning (ontmanteling) Plant 1-2:
1.Slopen van niet vrijstaande gebouwen of constructies
2.Gevel-, dakwerken, zonder volume of oppervlaktewijziging
3.Bouwen van constructies – vluchttrappen
4.Bouwen van constructies – afdak palet opslag
5.Technische werken: nieuwbouw sprinklerlokaal
6.Technische werken: nieuwbouw ondersteuning leidingbrug
7.Technische werken : slopen leidingbruggen
8.Verhardingen : aanleg
9.Verhardingen: slopen of verwijderen
1. Het betreft de gedeeltelijke sloop van de gebouwen 030, 070, 073, 074.
De sloop van gebouw 30 is inclusief de vloerplaat en funderingen.
Bij gebouw 70, 73, 74 zullen de vloerplaat en funderingen behouden blijven en dienst doen als buitenverharding.
Het sloopopvolgingsplan wordt als addendum toegevoegd aan de bouwaanvraag.
Huidig gebouw 30 bestaat hoofdzakelijk uit 2 bouwlagen (dakrandhoogte 7,36 m) en gedeeltelijk uit 3 bouwlagen (dakrand hoogte 12,16 m / 15,52 m).
Gebouw 070 bestaat uit verschillende modules verbonden door stalen platformen. 070 heeft een dakrandhoogte tot 12m50 en wordt gesloopt inclusief de stalen constructies en platformen, gebouw 073 heeft een dakrandhoogte van 5,15 m, gebouw 074 een hoogte van 5,70 m.
De te slopen gebouwen bestaan hoofdzakelijk uit betonnen gevelbekleding.
2. Gevel-, dakwerken, zonder volume of oppervlaktewijziging.
Door de sloop van gebouwen 30, 70, 73 en 74 zullen bestaande binnenwanden van gebouwen 028, 030 en 072 in contact komen met de buitenomgeving. Deze vrijgekomen gevels zullen na de sloopwerken afgewerkt worden met geïsoleerde witte (RAL9010) gevelpanelen met een dikte van 15 cm. Er zullen panelen met verschillende profileringen voorzien worden en horizontale of verticale plaatsing zodanig dat het uitzicht van de nieuwe gevelbekleding in overeenstemming is met de bestaande. Grote gevelopeningen worden eerst dichtgemaakt d.m.v. een betonnen invulwand, kleinere openingen van o.a. verwijderde deuren worden eerst opgevuld met metselwerk om de geïsoleerde gevelpanelen aan te bevestigen. De nieuwe gevels zullen voorzien worden van een nieuwe dakrand en op het dak van gebouw 028 wordt een leuning gemonteerd. Enkele van de bestaande deuren zullen gerecupereerd worden in de nieuwe gevelafwerking. De bestaande betonnen gevelpanelen in de oostelijke gevel op het gelijkvloers, ter hoogte van het te slopen gebouw 070 worden opnieuw geschilderd in RAL 9010. Gebouw 028 zal een nieuwe dakrandhoogte hebben van 12,55 m, en de bovenkant van de leuning zit ongeveer op 13,30 m. Op gebouw 072 staat nog een technische ruimte met een dakrandhoogte van 14,80 m.
3. Bouwen van constructies - vluchttrappen.
Aan de nieuw vrijgekomen noordelijke gevel van het gebouw worden twee stalen buitentrappen voorzien. Eén ter hoogte van gebouw 028, de andere ter hoogte van gebouw 072. Deze trappen worden voorzien om een veilige vluchtroute bij brand te garanderen. De trap aan gebouw 028 vereenvoudigd eveneens de toegang tot de installaties op verdieping. De stalen trappen hebben een hoogte van +/- 5,5 m.
4. Bouwen van constructies – afdak palet opslag.
Ter hoogte van gebouw 028 wordt ook een nieuwe staalconstructie als overkapping voorzien. Deze zal dienst doen voor de opslag van paletten. De overkapping heeft een hoogte van 3 m en een oppervlakte van +/-20 m².
5. Technische werken : nieuwbouw – sprinklerlokaal
Aan de noordelijke gevel wordt een lokaal voorzien voor de sprinkler installatie. Met volgende dimensies 5,50 m x 4,80 m x 5,50 m H, is het sprinklergebouw niet groter dan 40 m2. Het gebouw heeft niet als doel om toegankelijk te zijn voor mensen. Het lokaal zal afgewerkt worden met nieuwe vlakke witte sandwichpanelen (RAL 9010). Deze zullen horizontaal geplaatst worden en hebben een dikte van 150 mm met rotswolisolatie.
6. Technische werken : nieuwbouw – ondersteuning leidingbrug
Door de sloop van gebouw 070 moet de bestaande leidingenbrug ondersteund worden. Er wordt een stalen ondersteunende constructie voorzien onder de leidingenbrug van +/- 11 m hoog. Deze kolommen staan +/- 2 m uit elkaar.
7. Technische werken : slopen – sloop leidingbruggen
Er zullen verschillende bestaande luchtleidingbruggen gedeeltelijk gesloopt worden. Aangezien de leidingen buiten dienst zijn.
8. Verhardingen : aanleg
Gebouw 030 wordt gesloopt inclusief betonnen vloerplaat. Na de sloop wordt deze zone hoofdzakelijk aangelegd met gras en grenzend aan de resterende bebouwing wordt een nieuw onderhoudspad aangelegd, in gelijkaardige waterdoorlatende klinkers als de bestaande verharding op het terrein.
9. Verhardingen : slopen of verwijderen
Om gebouw 030 te kunnen slopen is er een grote kans dat de aangrenzende bestaande klinkerverharding beschadigd wordt. Daarom wordt voorzien dat bepaalde zones van de bestaande klinkerverharding heraangelegd worden in gelijkaardige waterdoorlatende klinkerverharding als de bestaande aanleg.
De nieuwe overdekte constructies en verharding hebben een beperkte oppervlakte. Het hemelwater infiltreert op natuurlijke wijze naast de overdekte constructie en naast of door de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem. Er worden geen buffer- of infiltratievoorzieningen of een hemelwaterputten geplaatst
Er is geen archeologienota van toepassing. Het perceel is groter dan 3.000 m² , de bodemingreep is groter dan 1.000 m2 maar kleiner dan 5.000 m² . De bodemingreep van dit project zit rond de 2.050 m².
Uitbreiding contractorpark:
1. Plaatsen van container 025
2. Plaatsen van containers zone 3
3. Plaatsen van containers zone 4
4. Plaatsen van containers 602
5. Slopen van constructie 009
6. Verwijderen van containers 601
7. Aanleg verharding
8. Verwijderen verharding
9. Terreinaanlegwerken - Infiltratiegracht
1. Plaatsen van containers 025.
Langs gebouw 025 wordt een uitbreiding in mobiele kantoorunits geplaatst. Het zijn twee rijen containers van twee bouwlagen hoog. Hiertussen komt een constructie van roostervloeren, stalen trappen en borstweringen. De onderlinge afstand tussen de twee rijen units bedraagt steeds minstens 6,00 m. De totale lengte waarvoor de vergunning wordt aangevraagd is met een groene streeplijn op de plannen aangeduid en bedraagt 28,03 m. Dit omdat de maatvoering van de units per fabrikant / leverancier kan verschillen. Deze contour komt overeen met de contouren van gebouw 025. De kroonlijsthoogte bedraagt 6,05 m. De gebruikte materialen sluiten aan bij de bestaande containers, er worden witte kleuren gebruikt. De units kunnen in functie van het gebruik (vb. vergaderruimte) samengevoegd worden binnen de aangevraagde zone.
2. Plaatsen van containers zone 3.
In voorgaande bouwaanvragen werden reeds aanvragen gedaan voor zone 1, 2, 3 en 4. Zone 1 en 2 werd uitgevoerd, zone 3 en 4 niet. Op het inplantingsplan van de vergunde toestand is te zien wat reeds voor deze zones werd aangevraagd. Voor zone 3 wordt nu de plaatsing van een aantal containers aangevraagd, in groepen van telkens maximum 100 m² . De vergunning wordt gevraagd voor de hele zone waar er nieuwe verharding komt, en niet binnen de cirkel van de windmolen valt. Dit is met een groene stippellijn aangeduid. Op het grondplan is een mogelijke opstelling van de containers getekend. De schikking van de containers kan afhankelijk van de noden anders opgesteld worden, hierbij zal telkens rekening gehouden worden met groepen van maximaal 100 m² i.f.v. brandveiligheid. De kroonlijsthoogte van deze gebouwen bedraagt 3 m. De gebouwen zullen gebruikt worden als kantoorruimte, materiaalopslag en kleedruimte.
3. Plaatsen van containers zone 4.
De aanvraag van de kantoorunits in zone 4 is analoog aan die van zone 3. De containers worden in groepen van maximum 100 m² geplaatst en kunnen binnen de aangevraagde zone anders opgesteld worden. De kroonlijst heeft een hoogte van 3 m. De gebouwen zullen net als zone 3 gebruikt worden als kantoorruimte, materiaalopslag en kleedruimte.
4. Verplaatsen van containers 602.
De containers 602 worden verplaatst en er wordt nog een extra container tegen geplaatst. De kroonlijsthoogte is 3m. De totale lengte van de containers is 15 m, met een breedte van 9 m. Dit gebouw zal dienen als postgebouw, voor het ontvangen van de post met een kleine kantoorruimte.
5. Slopen van constructie 009.
De fietsenstalling 009 wordt afgebroken, omdat deze binnen de cirkel van de windmolen valt. De constructie heeft een breedte van 11,13 m, lengte van 22,19 m en een kroonlijsthoogte van 3 m. De constructie bestaat uit een stalen frame, heeft een houten gevelbekleding en een doorschijnend golfplatendak.
6. Verwijderen van containers 601.
Deze containers vallen momenteel ook binnen de cirkel van de windmolen. Ze worden verplaatst naar zone 4. De lengte bedraagt 18 m, de breedte 9 m en de kroonlijsthoogte is 3 m. De gevelmaterialen zijn wit.
7. Aanleg van verharding.
De uitbreiding van gebouw 025, zone 3 en 4 krijgen nieuwe betonnen grasdallen ingevuld met grind. Tussen zone 3 en 4 wordt wegenis in de vorm van rode klinkers voorzien.
Voor zone 1 en 2 werden dezelfde materialen gebruik. De wegenis rond zone 3 werd reeds bij de bouwaanvraag van mei 2017 aangevraagd. Tussen de uitbreiding van 602 en de wegenis worden betonplaten aangelegd.
8. Verwijderen van verharding.
Om de nieuwe verhardingen aan te leggen, dient er verharding afgebroken te worden. Voor de uitbreiding 025 worden er klinkers, betonplaten en betonverharding met een oppervlakte van 398 m² afgebroken.
Voor zone 3 en 4 is het grootste deel van de afbraak reeds aangevraagd met de aanvraag van mei 2017. Bijkomend worden er klinkers met een oppervlakte van 216,54 m² verwijderd.
9 Terreinaanlegwerken – infiltratiegracht.
Doordat de wegenis wordt uitgebreid ter hoogte van zone 3 en 4, dient de infiltratiegracht waar de wegenis naar afwatert te worden vergroot. Er wordt een verbinding tussen de twee infiltratiegrachten voorzien en op het einde van de gracht wordt deze met 21 m verlengd.
De gekozen materialen en kleuren sluiten aan bij de bestaande materialen op de site. Het plaatmateriaal en het schrijnwerk van de containers hebben een witte kleur. De verharding zal eveneens aansluiten bij de omgeving. De rode wegenis sluit aan bij de bestaande wegverharding, de betonnen grasdallen zijn reeds bij andere zones gebruikt en ook de betonplaten zijn reeds aanwezig op het terrein.
Het hemelwater dat op de daken van de containers op uitbreiding 025 valt, wordt aangesloten op een bestaande regenwaterstreng, die gezuiverd en hergebruikt zal worden. Het regenwater dat op de grasdallen en de containers van zone 3 en 4 valt, zal infiltreren in de bodem.
De nieuwe wegenis van deze zones watert af naar de infiltratiegracht, die verlengd wordt met 21 m om de capaciteit te vergroten.
De betonplaten van uitbreiding 604 zullen afwateren naar het omliggend groen zodat het hemelwater op natuurlijke wijze in de bodem zal infiltreren. Het hemelwater dat op het dak van uitbreiding 604 valt, zal ook in het omliggend groen infiltreren.
Er is geen archeologienota van toepassing. Het perceel is groter dan 3.000 m2 , de bodemingreep is groter dan 1.000 m2 maar kleiner dan 5.000 m2.
Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd
Adviezen
Op 01/09/2020 werd advies gevraagd aan infrabel - infrabel antwerpen, limburg, vlaams brabant.
Op 10/09/2020 werd advies gevraagd aan agentschap wegen en verkeer - awv - district geel.
Op 17/09/2020 werd advies gevraagd aan vlaamse milieumaatschappij - advies vergunning afvalwater en lucht.
Op 18/09/2020 werd advies gevraagd aan departement omgeving - milieu advies.
Op 21/09/2020 werd advies gevraagd aan brandweerzone kempen - hulpverleningszone 5 (geel) - preventie - administratie.
Project-MER
///
Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Planologische toets
Industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk : bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop (artikel 7 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen);
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
Wat betreft de publieke toegankelijkheid van gebouwen op de bedrijfsterreinen van Janssen Pharmaceutica NV (JPH) opteert JPH voor een beleid op site niveau. Dit is vastgelegd in het masterplan Toegankelijkheid (zie in bijlage). Zowel voor interne medewerkers als externe medewerkers of bezoekers voldoet een aantal gebouwen op elke site aan de eisen overeenkomstig het Vlaams besluit inzake toegankelijkheid*; deze publiek toegankelijke gebouwen zijn voorzien van de nodige faciliteiten, zoals parkeergelegenheid, toegang tot deze gebouwen, kantoor- en vergaderruimte en aangepast sanitair (groen). Diverse andere gebouwen worden uitgesloten van de eisen inzake toegankelijkheid. Deze gebouwen zijn enkel toegankelijk met behulp van een badgelezer en dus beperkt toegankelijk voor een selectie van werknemers. Deze toegang wordt zorgvuldig toegekend in functie van het profiel van de werknemer. Ze worden met een kleurcode aangeduid op het masterplan, met name:
• technische gebouwen (grijs)
• productiegebouwen (blauw)
• kritische R&D gebouwen (rood)
• magazijnen (geel)
• alternatieven (oranje)
Bezoekers met beperkingen worden ontvangen in de voldoende aanwezige publiek toegankelijke gebouwen. Eigen werknemers die tijdelijk minder mobiel zijn, zullen op basis van aangepast werk een alternatieve werkplaats toegewezen krijgen. Bij permanente beperkte mobiliteit wordt situatie per situatie beoordeeld en wordt een geschikte werkplaats voorzien.
Het masterplan Toegankelijkheid wordt op regelmatige basis geëvalueerd in functie van gewijzigde bestemmingen van gebouwen en in functie van de profielen van de werknemers. Het project zal in het masterplan kleurcode 'grijs' krijgen.
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
///
Milieuaspecten
De vergunning van Janssen Pharmaceutica NV omvat op dit ogenblik opslag van broom in gebouw 074 (19,66 ton), in gebouw 112 (2,34 ton) en 4,99 ton broom in proces in de doseertank bij gebouw 073. De totale hoeveelheid broom aanwezig op de site bedraagt 24,65 ton zoals bepaald in OMVP-2019-0091.
In de rubriek 17.2.2 aangaande Seveso producten is 24,65 ton broom (19,66 ton + 4,99 ton) vergund. De opslag van broom in flessen (2,34 ton) is opgenomen in de desbetreffende opslagrubrieken (17.3.4.3, 17.3.5.3 en 17.3.8.3) aangezien dit vergunningstechnisch gezien opslag betreft (middels het waterinhoudsvermogen van de betreffende recipiënten), en niet zozeer over de aanwezigheid van het product.
In voorliggend project verdwijnt de opslag en dosering van broom in gebouw 074 en 073 door de afbraak van de productieplants I en II. Hierdoor wordt broom enkel nog opgeslagen in gebouw 112 en wordt deze 2,34 ton broom opslag als dusdanig opgenomen in de Seveso-inventaris.
De exploitant wenst te verduidelijken dat in de veiligheidsnota VN2001 bijgevoegd bij deze aanvraag foutief 26,99 ton i.p.v. 24,65 ton als vergunde totale hoeveelheid broom aanwezig op de site wordt aangegeven. Aangezien dit louter een administratieve fout betreft voor de vergunde toestand, blijven de besluiten en conclusies genomen in veiligheidsnota VN2001 van toepassing.
Verder voorziet voorliggende aanvraag in de plaatsing van kantoorcontainers aan gebouw 025 en de uitbreiding van het contractorpark. De enige indelingsplichtige activiteit voor deze containers betreft het plaatsen van enkele airconditioningsinstallaties.
De verandering voor exploitaties, die vergunningsplichtig is, is de uitbreiding van de airco's. Gezien de beperkte uitbreiding met 61,5 kW in vergelijking met de huidige vergunde 7.637,45 kW blijven de voorwaarden die voor deze aanvraag van toepassing zijn nog steeds van toepassing.
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van infrabel - infrabel antwerpen, limburg, vlaams brabant afgeleverd op 01/09/2020 is geen_bezwaar
Het advies van agentschap wegen en verkeer - awv - district geel afgeleverd op 10/09/2020 is volledig gunstig
Het advies van vlaamse milieumaatschappij - advies vergunning afvalwater en lucht afgeleverd op 17/09/2020 is geen_advies
Het advies van departement omgeving - milieu advies afgeleverd op 18/09/2020 is volledig gunstig
Het advies van brandweerzone kempen - hulpverleningszone 5 (geel) - preventie - administratie afgeleverd op 21/09/2020 is volledig gunstig
Opmerkingen adviezen:
///
Besluit
Gunstig onder volgende voorwaarden:
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
Nota wordt genomen van het sloopopvolgingsplan.
Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be) .
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de omgevingsambtenaar en maakt het zich eigen.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag gunstig te adviseren, onder voorwaarden.
Voorwaarden
De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de bouwplannen.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
Nota wordt genomen van het sloopopvolgingsplan.
Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be) .