Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2020125506
Dossiernummer gemeente: 202000450
De gemeente Geel heeft op 25/09/2020 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het bouwen van een meergezinswoning met tuinhuis en carport. De aanvraag werd op 23/11/2020 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Paul Boonen
Gooreind 45B te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Groenstraat 62B bus 1, Groenstraat 62B bus 2 te 2440 Geel
Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie E, perceel 314G
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling. De voorschriften van de geldende verkaveling zijn van toepassing.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de bestemming en de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
De inplanting van de meergezinswoning op 8 m uit de rooilijn kan worden toegestaan omwille van volgende redenen:
De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 29/09/1975.
Art. 4.4.3.1§1 en 4.4.1§2 van de codextrein stellen dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Wanneer men de voorschriften van een verkaveling niet wenst te volgen, geldt de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Als volgens de goede ruimtelijke ordening een inplanting op 8 m uit de rooilijn stedenbouwkundig aanvaardbaar is, kan hiervoor een omgevingsvergunning worden verleend mits toepassing van art. 4.3.1§1 VCRO. Er is hier geen bijstelling van verkaveling voor nodig.
Er moet gewoon een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangevraagd worden, zonder dat een afwijking gevraagd moet worden en zonder dat er eerst een bijstelling van de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden moet verleend worden.
Gelet op bovenstaande redenen, kan een inplanting op 8 m uit de rooilijn aanvaard worden.
Verordeningen
Aanvulling historiek
///
De aanvraag betreft het bouwen van een meergezinswoning met tuinhuis en carport
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag volgens de architect
De aanvraag betreft het bouwen van 2 appartementen, tuinhuis en carport. Het bovenste appartement is een duplex appartement.
De hoofdbouw wordt op 8m vanuit de rooilijn ingepland. In de verkavelingsvoorschriften staat 6m vanaf de rooilijn echter op het verkavelingsplan varieert de voortuinzone van 6 m tot 8,6m. De 8m is gebaseerd op de inplanting van de woningen (58, 60-60C en 62) die reeds aanwezig zijn in de straat.
De hoofdbouw wordt ingeplant 3m van de linker perceelgrens en tegen de rechter zodanig een halfopen bebouwing wordt gecreëerd. Het tuinhuis wordt tegen de rechterperceelgrens en 10m achter de achterste bouwlijn ingeplant. De carport is voorzien tegen de achterste perceelgrens.
Het ontwerp
Deze aanvraag gaat over de oprichting van een gekoppelde meergezinswoning tegen de rechter perceelsgrens. In de strook voor binnenplaatsen en tuinen wordt over de volledige breedte van het perceel een carport voorzien voor het stallen van 3 wagens. Een tuin- en fietsenberging wordt eveneens voorzien binnen deze strook.
De meergezinswoning heeft een gevelbreedte van 7 meter en een bouwdiepte van 17 meter op het gelijkvloers. De bouwdiepte is 13 meter op de eerste verdieping. De dakbasis bedraagt 9 meter.
De woning heeft een kroonlijsthoogte van 6,50 meter en een nokhoogte van 11 meter.
De meergezinswoning wordt opgericht in een lichtgrijze gevelsteen gecombineerd met een donkergrijze gevelsteen, aluminium grijs buitenschrijnwerk en voor de dakbedekking worden zwarte pannen voorzien.
Het gelijkvloerse appartement heeft een terras van 16 m². Het appartement op de eerste verdieping heeft een terras van 17 m².
Voor de oprichting van twee appartementen zijn er 3 parkeerplaatsen vereist, 6 fietsenstallingen en 4 m² afvalberging.
Achteraan op het perceel wordt tegen de linker-, rechter- en achterste perceelsgrens een carport voorzien voor het stallen van 3 wagens. In deze carport is eveneens plaats voor het stallen van 3 fietsen.
De carport heeft een oppervlakte van 44,77 m², een gevelhoogte van 2,75 meter en wordt voorzien van een plat dak.
De carport wordt opgericht in een houten draagstructuur met een gemetste muur in gevelsteen op de gemeenschappelijke perceelsgrenzen.
Op 27 meter uit de voorgevel wordt tegen de rechter perceelsgrens een tuinberging voorzien van 14,4 m². De tuinberging wordt opgericht met een gevelhoogte van 3 meter en voorzien van een plat dak. In de tuinberging is plaats voorzien voor het stallen van nog 3 fietsen
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 30/11/2020 t.e.m. 29/12/2020. Er werden 0 bezwaren ingediend.
Op 23/11/2020 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.
Op 23/11/2020 werd advies gevraagd aan brandweerzone kempen - hulpverleningszone 5 (geel) - preventie - administratie.
///
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Groenstraat).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 30/11/2020 tot 29/12/2020.
Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 15/12/2020 is volledig gunstig
Het advies van brandweerzone kempen - hulpverleningszone 5 (geel) - preventie - administratie afgeleverd op 27/11/2020 is volledig gunstig
Besluit
Gunstig met voorwaarden
Voorwaarden
De meergezinswoning kan ingeplant worden zoals voorzien op het goedgekeurde plan, dit is op 8 meter uit de rooilijn. Op de dakverdieping zijn enkel slaap- en sanitaire ruimtes toegelaten.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
De aanleg van een dakterras op het niveau van de verdieping is slechts toegelaten op voorwaarde dat op minimum 1,90 meter van de gemeenschappelijke perceelsgrens een terrasafsluiting wordt aangebracht die niet hoger is dan 1,20 meter. Deze terrasafsluiting moet bestaan uit hout, geschilderd metaal en/of veiligheidsglas.
De carport en de tuinberging kunnen ingeplant worden zoals voorzien op het goedgekeurde plan.
Alle blinde gevels van de carport en de tuinberging dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.
Er dienen steeds ten minste 3 parkeerplaatsen in functie van het project behouden te blijven, ook na overdracht van (een deel van) het project.
Nota wordt genomen van de aanwezigheid van 6 fietsenstalplaatsen.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, moet op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet opgevangen en afgevoerd worden door middel van straatkolken, afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door de brandweer in het advies met kenmerk BWDP/2020-0386/001/01/BCO dd. 26/11/2020.
Het perceel is gelegen in centraal gebied.
Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes worden geplaatst door stad Geel.
Putten (hemelwaterput, infiltratievoorziening, …) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 8900L bedragen met een maximum van 10.000L. De bouwheer voorziet een (groter) volume van 10.000L. Men dient de afvoeren van het dak van de woning, de garage en de tuinberging hier op aan te sluiten. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van een toilet. De bouwheer voorziet herbruik voor 3 toiletten, wasmachine en 5 buitenkranen. Enkel de buitenkranen staan vermeld op het plan. De andere aftappunten worden vermeld in het hemelwaterformulier. Het groter volume van de hemelwaterput wordt, gezien het herbruik, voldoende gemotiveerd. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2950L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 4,72 m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met volume van 3000L en oppervlakte van 4,72m².
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
De maximaal toegestane inritbreedte wordt gerespecteerd.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De meergezinswoning moet voldoen aan de EPB-eisen.
De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.
Lasten
///
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De meergezinswoning kan ingeplant worden zoals voorzien op het goedgekeurde plan, dit is op 8 meter uit de rooilijn. Op de dakverdieping zijn enkel slaap- en sanitaire ruimtes toegelaten.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
De aanleg van een dakterras op het niveau van de verdieping is slechts toegelaten op voorwaarde dat op minimum 1,90 meter van de gemeenschappelijke perceelsgrens een terrasafsluiting wordt aangebracht die niet hoger is dan 1,20 meter. Deze terrasafsluiting moet bestaan uit hout, geschilderd metaal en/of veiligheidsglas.
De carport en de tuinberging kunnen ingeplant worden zoals voorzien op het goedgekeurde plan.
Alle blinde gevels van de carport en de tuinberging dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.
Er dienen steeds ten minste 3 parkeerplaatsen in functie van het project behouden te blijven, ook na overdracht van (een deel van) het project.
Nota wordt genomen van de aanwezigheid van 6 fietsenstalplaatsen.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Het hemelwater dat op een verharding terechtkomt, moet op natuurlijke wijze doorheen of naast die verharding op het eigen terrein in de bodem infiltreren. Het mag niet opgevangen en afgevoerd worden door middel van straatkolken, afvoergoten of vergelijkbare voorzieningen.
Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door de brandweer in het advies met kenmerk BWDP/2020-0386/001/01/BCO dd. 26/11/2020.
Het perceel is gelegen in centraal gebied.
Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm. De afvoerbuis voor het regenwater mag worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA, de afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes worden geplaatst door stad Geel.
Putten (hemelwaterput, infiltratievoorziening, …) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. Het volume van de hemelwaterput moet minimum 8900L bedragen met een maximum van 10.000L. De bouwheer voorziet een (groter) volume van 10.000L. Men dient de afvoeren van het dak van de woning, de garage en de tuinberging hier op aan te sluiten. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van een toilet. De bouwheer voorziet herbruik voor 3 toiletten, wasmachine en 5 buitenkranen. Enkel de buitenkranen staan vermeld op het plan. De andere aftappunten worden vermeld in het hemelwaterformulier. Het groter volume van de hemelwaterput wordt, gezien het herbruik, voldoende gemotiveerd. De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2950L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 4,72 m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met volume van 3000L en oppervlakte van 4,72m².
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname en bij belangrijke wijzigingen van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
De maximaal toegestane inritbreedte wordt gerespecteerd.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De meergezinswoning moet voldoen aan de EPB-eisen.
De eventuele plaatsing van een mazouttank dient te beantwoorden aan de installatievoorwaarden, opgelegd in de Vlaremwetgeving zoals beschreven in bijlage bij de bouwvergunning.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.