Volgens Artikel 99 § 1 van het Omgevingsvergunningsdecreet :
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Op 2 september 2019 verleende het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunning aan de heer Eddy Sannen, Laar 139 voor het slopen van een gekoppelde ééngezinswoning gelegen Pallo 32, sectie H nr. 217 L3.
Deze omgevingsvergunning met kenmerk OMV_2019081395 is 2 jaar geldig.
De heer Sannen wenst deze omgevingsvergunning met 1 maand te verlengen en motiveert zijn standpunt als volgt:
“In de zitting van 02/09/2019 werd de vergunning tot afbraak van bovengenoemd pand
verleend. Het is mijn bedoeling om de woning af te breken, na afbraak de grond gedurende 5 a 7 jaar onbebouwd te laten om aansluitend een nieuwe woning te bouwen.
Ik ben niet aanstonds na vergunning met de afbraak gestart gezien de onduidelijkheid op dat
moment omtrent de BTW regeling van 60Zo bij afbraak/heropbouw. Indien ik in aanmerking had gekomen voor deze regeling, dân had ik een nieuwe vergunning ingediend voor
afbraak/heropbouw.
Toen het duidelijk werd in welke richting de BTW regeling ging en ik niet in aanmerking zou
komen voor de 6% regeling, was het moment aangebroken om de afbraak op te starten. Op dat moment woedde corona in alle hevigheid. Aangezien ik risicopatiënt ben, was ik zeer
voorzichtig de voorbije periode en schuwde elk contact.
Vier weken geleden heb ik mijn eerste prik gekregen en ben ik aansluitend gestart met het
contacteren van aannemers. Enkele waren niet geïnteresseerd, enkele zagen pas naar jaareind toe de mogelijkheid om te starten. Uiteindelijk heb ik één aannemer gevonden die op 1 september 2021 de afbraak kan starten, wat juist buiten de vooropgestelde einddatum van de vergunning valt.”
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de omgevingsvergunning OMV_2019081395 voor het slopen van een gekoppelde ééngezinswoning gelegen te Geel, Pallo 32, afd. 1 sectie H nr. 217 L3 met 2 jaar te verlengen cfr artikel 99 §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet.