Terug
Gepubliceerd op 03/06/2021

2021_CBS_01606 - Omgevingsvergunning (202100192 krv) voor het oprichten van een clublokaal gelegen Eendenstraat 2A. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 31/05/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marleen Verboven; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Ben Van Looveren

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_01606 - Omgevingsvergunning (202100192 krv) voor het oprichten van een clublokaal gelegen Eendenstraat 2A. - Vergunning 2021_CBS_01606 - Omgevingsvergunning (202100192 krv) voor het oprichten van een clublokaal gelegen Eendenstraat 2A. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/06/2021





1. Stedenbouwkundige basisgegevens


Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: gebieden voor dagrecreatie

De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accomodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccomodatie.


Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. Het terrein dient gesitueerd binnen de grenzen van het masterplan De Leunen.


Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.


Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.


Verordeningen

* Hemelwaterputten (gewestelijk)

* gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening

* gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen

* gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen

* Toegankelijkheid (gewestelijk)

* Weekendverblijven (gewestelijk)

* Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)


2. Historiek

* Aanvraag omgevingsproject: 201900009, de heraanleg van voetbalvelden, LRV-piste & verharding in sportpark De Leunen - 

Aanvulling historiek

///


3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het oprichten van een clublokaal voor de ruitersport

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen


De aanvraag volgens de architect

De aanvraag omvat het bouwen van een clublokaal voor de ruitersport.

Beschrijving van de inhoud van de aanvraag: de aanvraag omvat het bouwen van een clublokaal.

- Afmeting van het gebouw: het clublokaal heeft een breedte van 20m en een diepte van 10m. Het dak helt in de achtergevel en linker zijgevel over zodanig er een luifel gecreëert  wordt. In de achtergevel helt het dak 2m over, in de linker zijgevel 5m. In de voorgevel wordt de luifel afgeschermd van de straatzijde door een houten muur. Het dak heeft een helling van 5°, en helt af van achtergevel naar voorgevel. Dit maakt dat in de voorgevel er een kroonlijsthoogte is van 3m en in de achtergevel een kroonlijsthoogte van 4m.

- Inplanting van het gebouw: Op het terrein bevindt zich een bestaande rijpiste voor paarden. Het gebouw is ten opzichte van deze piste op 5m voor deze piste geplaatst, en op 6m van de rechste zijde van de rijpiste.

- Ontsluiting: Het gebouw is gelegen langs 1 uitgeruste gemeenteweg. Er is 1 oprit voorzien en een aparte afrit.

 

Parkeren, fietsen en berging: Het terrein is voorzien van 8 parkeerplaatsen voor bezoekers. Daarnaast is er een 'weide' voorzien voor het parkeren van paarden vans. In het recreatiedomein 'De Leunen' is er ook parking voorzien, zowel voor auto’s als fietsers.

- Nutsleidingen en rioleringen: Het clublokaal krijgt een eigen aansluiting.

- Brandveiligheid: Er wordt rekening gehouden met de van kracht zijnde regelgeving omtrent brandveiligheid.

Hiertoe wordt voldaan aan de basisnormen, waarbij het gebouw onder categorie 1 ‘lage gebouwen’ valt.

- Reliëf van het terrein: het bestaande terreinniveau wordt behouden.

- Architectuur en materialen: Het clublokaal wordt opgetrokken met een rode gevelsteen. Dit wordt gecombineerd met licht grijs buitenschrijnwerk, een houten gevelbekleding en een sobere dakbedekking.

- Mobiliteitsimpact: Het project is gelegen in een bestaand sportdomein 'De Leunen', waarbij al rekening werd gehouden met de mobiliteitsimpact. Bovendien worden er ook voldoende parkeermogelijkheden voorzien op eigen terrein. De zichtbaarheid om de openbare weg op te rijden of te verlaten is voldoende groot.

- Archeologie: niet van toepassing. De ingreep is minder dan 1000m2.

- Energieprestatiewetgeving: de afmetingen van het clublokaal zijn zo goed mogelijk afgestemd op een toepassing van de EPB wetgeving. Technische installaties zijn niet vergunningsplichtig en bijgevolg niet aangeduid op de plannen

Het clublokaal integreert binnen de sportsite 'De Leunen'.

  

Het ontwerp

Dit ontwerp stelt de oprichting voor van een clublokaal voor ruiterclub LRV Geel - Larum.

Het perceel maakt deel uit van de sportsite De Leunen gelegen binnen het masterplan opgemaakt voor dit gebied. Het gebouw wordt ingeplant op 5 meter van de bestaande en vergunde rijpiste.

Het clublokaal heeft een gevelbreedte van 20 meter en een diepte van 10 meter. Langs de linkergevel wordt er een luifel voorzien over een diepte van 5 meter. De luifel ter hoogte van de achtergevel heeft een diepte van 2 meter. Het gebouw heeft een voorgevelhoogte van 3,10 meter en de achtergevel heeft een hoogte van 4,10 meter.

Het clublokaal wordt opgericht in een rode gevelsteen, PVC buitenschrijnwerk in een lichte kleur en voor de dakbedekking worden donkergrijze sandwichpanelen voorzien. De luifel links in het verlengde van de voorgevel wordt afgewerkt met een houten gevelbekleding.

Op het terrein worden 8 parkeerplaatsen voorzien voor personenwagens en de weide vóór het clublokaal kan gebruikt worden voor het stallen van vrachtwagens en paardenvans.


4. Openbaar onderzoek

de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.


5. Adviezen

Op 26/04/2021 werd advies gevraagd aan brandweerzone kempen - hulpverleningszone 5 (geel) - preventie - administratie.


6. Project-MER

///


7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen


Planologische toets

De recreatiegebieden zijn bestemd voor het aanbrengen van recreatieve en toeristische accommodatie, al dan niet met inbegrip van de verblijfsaccommodatie. In deze gebieden kunnen de handelingen en werken aan beperkingen worden onderworpen ten einde het recreatief karakter van de gebieden te bewaren.

De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Eendenstraat).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.


§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.


Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.


§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.


Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.


§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///


Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden



Besluit

Gunstig met voorwaarden


Voorwaarden

Het clublokaal kan ingeplant en opgericht worden overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

De parkeerplaatsen voor de personenwagens dienen minimum 2,5 m x 5,5 m te zijn.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door de stedelijke brandweerdiensten in het advies met kenmerk BWDP/2021-0157/001/01/BCO dd. 27/04/2021.

 

Het perceel is gelegen in centraal gebied. 

Er is gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De huisaansluitputjes zijn al geplaatst en de aansluiting op het openbare rioleringsstelsel is voorzien.

Putten (hemelwaterput, septische put) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) wat een gunstig concept is. Men voorziet een septische put voor het fecale water. Dit is geen verplichting maar is wel aangewezen gezien het aantal toiletten en het gebruik ervan. Men voorziet een dubbele toezichtsput waar de noodoverloop van de septische put en het grijs afvalwater samenkomen, dit om geurhinder te vermijden.

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het volume van de hemelwaterput moet minimum 50L/m² horizontaal dakoppervlakte bedragen met een maximum van 10.000L. De bouwheer voorziet een volume van 10.000L wat voldoet aan de GSV.

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor de toiletten en voor het onderhoud van het gebouw.

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 6000L te bedragen en de infiltratieoppervlakte minimum 9,6 m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met volume van 6105L en oppervlakte van 14m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan. We adviseren het plaatsen van een terugslagklep omdat er wordt aangesloten op een gemengd systeem.

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Voor de toegang tot het perceel voorziet men een in-en uitrit. Dit wordt toegestaan. Voor de aanpassing van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

 

Het gebouw dient te voldoen aan de EPB-eisen.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 


Lasten

///

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

Het clublokaal kan ingeplant en opgericht worden overeenkomstig de aanduidingen van  het goedgekeurde plan.


De parkeerplaatsen voor de personenwagens dienen minimum 2,5 m x 5,5 m te zijn.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.


Gevolg dient gegeven aan de voorwaarden gesteld door de stedelijke brandweerdiensten in het advies met kenmerk BWDP/2021-0157/001/01/BCO dd. 27/04/2021.




Het perceel is gelegen in centraal gebied. 

Er is gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 


De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max 160 mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De huisaansluitputjes zijn al geplaatst en de aansluiting op het openbare rioleringsstelsel is voorzien.


Putten (hemelwaterput, septische put) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) wat een gunstig concept is. Men voorziet een septische put voor het fecale water. Dit is geen verplichting maar is wel aangewezen gezien het aantal toiletten en het gebruik ervan. Men voorziet een dubbele toezichtsput waar de noodoverloop van de septische put en het grijs afvalwater samenkomen, dit om geurhinder te vermijden.


Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.


De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het  volume van de hemelwaterput moet minimum 50L/m² horizontaal dakoppervlakte bedragen met een maximum van 10.000L.  De bouwheer voorziet een volume van 10.000L wat voldoet aan de GSV.

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er  moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor de toiletten en voor het onderhoud van het gebouw.


De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 6000L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 9,6 m².  De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met volume van 6105L en oppervlakte van 14m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan. We adviseren het plaatsen van een terugslagklep omdat er wordt aangesloten op een gemengd systeem. 


Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.


Voor de toegang tot het perceel voorziet men een in-en uitrit. Dit wordt toegestaan. Voor de aanpassing van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.




Het gebouw dient te voldoen aan de EPB-eisen.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.


Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.