Terug
Gepubliceerd op 13/07/2021

2021_CBS_02023 - Omgevingsvergunning (202100243 krv) voor het oprichten van een vrijstaande woning gelegen Amerikalaan 21 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 12/07/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Kirsten  Thijs, wnd alg directeur

Afwezig

Bart Julliams; Ben Van Looveren; Francois Mylle, Algemeen Directeur; Ine Winters, beleidsadviseur personeel

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_02023 - Omgevingsvergunning (202100243 krv) voor het oprichten van een vrijstaande woning gelegen Amerikalaan 21 - Vergunning 2021_CBS_02023 - Omgevingsvergunning (202100243 krv) voor het oprichten van een vrijstaande woning gelegen Amerikalaan 21 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 13/07/2021 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021067187

Dossiernummer gemeente: 202100243

 

De gemeente Geel heeft op 15 april 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een vrijstaande woning. De aanvraag werd op 24 mei 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Gregory Grevesse wonende te Helleblok 20 te 2440 Geel en Hanne Berden wonende te Helleblok 20 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Amerikalaan 21

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 955V20

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woonpark

de woonparken zijn gebieden waarin de gemiddelde woningdichtheid gering is en de groene ruimten een verhoudingsgewijs grote oppervlakte beslaan;

woonparkgebied is bedoeld als een woongebied van louter residentiële aard en bijgevolg gericht op het rustig verblijven in een homogeen voor het wonen bestemd woongebied in het groen. 

 

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de architect

De nieuwe woning wordt opgetrokken overeenkomstig de verkavelingsvoorschriften.

Met betrekking tot de voorgevelbouwlijn werd vooraf contact opgenomen met de dienst RO van de stad Geel. De bouwvoorschriften vermelden een voorgevelbouwlijn op 10m t.a.v. de rooilijn. Kwestie inpassing in het straatbeeld werd deze afgestemd op de buur links. De voorgevelbouwlijn is nu voorzien op 6m t.a.v. de rooilijn.

 

De nieuw te bouwen woning zal worden opgetrokken in streekeigen hedendaagse duurzame materialen (genuanceerde rode gevelsteen / lichtgrijze pvc buitenschrijnwerken / houten buitenschrijnwerken / hellend dak) en zal in harmonie zijn met de betreffende omgeving.

 

 

Het ontwerp

Het ontwerp stelt de oprichting voor van een vrijstaande woning met een inpandige garage.

 

De woning wordt ingeplant op 6 meter uit de rooilijn. Het perceel is gelegen in een vervallen verkaveling. De bouwlijn van de links aanpalende woning wordt aangehouden.

 

De woning heeft een gevelbreedte van 17,20 meter. De totale bouwdiepte van de woonst met garage is 16,70 meter. Het woongedeelte zelf heeft een diepte van 9,10.

De kroonlijsthoogte is 4,60 meter en de nokhoogte bedraagt 8,70 meter.

De woning wordt opgericht in een rood genuanceerde gevelsteen, lichtgrijs PVC buitenschrijnwerk en voor de dakbedekking worden herfstkleurige pannen voorzien.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 26 mei 2021 werd advies gevraagd aan de dienst Openbare Werken. Op 18 juni 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Amerikalaan).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en cafÉ, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat. § 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente. § 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiËle waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen. § 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing : 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 18 juni 2021 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig met voorwaarden

 

De woning dient ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan.

 

Het niet bebouwbare gedeelte van het perceel moet aangelegd worden met hoogstammig groen, het bestaande moet bewaard worden.

Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden, e.d.

(omzendbrief dd. 8/7/2018 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25/01/2002.)

 

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

 

 

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een nieuw gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

 

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op de RWA-buis in de oprit als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Dit huisaansluitputje is aanwezig op het perceel.

 

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

 

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

 

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

 

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

 

Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000L.

 

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

 

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 3 toiletten en 2 buitenkranen.

 

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

 

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

 

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2892,5L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 4,6276m². De bouwheer zal een infiltratievoorziening voorzien met deze minimale dimensionering. Men voorziet een noodoverloop naar de gracht . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel

 

 

De toegang tot het perceel (met overwelving van de gracht) werd reeds aangelegd bij de recente weg- en rioleringswerken. Men dient deze te gebruiken.

 

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan  bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De woning dient ingeplant zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan.


Het niet bebouwbare gedeelte van het perceel moet aangelegd worden met hoogstammig groen, het bestaande moet bewaard worden.

Het groen moet aangebracht worden langs alle zijden van het perceel, min de nodige toegangen. Slechts 10% van de perceelsoppervlakte mag ingenomen worden voor het aanleggen van grasperken, speelruimten, tennisvelden, e.d.

(omzendbrief dd. 8/7/2018 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25/01/2002.)


De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.




Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een nieuw gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. 


De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 


De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.


De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op de RWA-buis in de oprit als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Dit huisaansluitputje is aanwezig op het perceel.


Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.


Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.


Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.


De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:


De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.


Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10.000L.


Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.


De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 3 toiletten en 2 buitenkranen.


De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.


De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:


Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2892,5L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 4,6276m². De bouwheer zal een infiltratievoorziening voorzien met deze minimale dimensionering. Men voorziet een noodoverloop naar de gracht . Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.


Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.




De toegang tot het perceel (met overwelving van de gracht) werd reeds aangelegd bij de recente weg- en rioleringswerken. Men dient deze te gebruiken.



Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning dient te voldoen aan de EPB-eisen.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.


Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.


De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.