Terug
Gepubliceerd op 14/12/2021

2021_CBS_03363 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning (SA 2477), gelegen Bruul, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 756 F - Attest

College van Burgemeester en Schepenen
ma 13/12/2021 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_03363 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning (SA 2477), gelegen Bruul, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 756 F - Attest 2021_CBS_03363 - Stedenbouwkundig attest - Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning (SA 2477), gelegen Bruul, kadastraal afdeling 1, sectie I, nummer 756 F - Attest

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 13/12/2021 (zie commentaar)

 

Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar

De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.

 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen

 Historiek:

dossiernummer: 1173 – Verkavelingsvergunningen 

Datum aanvraag: 11/02/1976

Beslissing: Vergunning (vervallen voor lot 9)

Onderwerp: Aanvraag voor een nieuwe verkaveling (wonen of industrie)

 

Bepaling welk plan van toepassing is

De aanvraag is volgens het Koninklijk Besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in woongebieden. 

In deze gebieden gelden de stedenbouwkundige voorschriften van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.


Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.

Het perceel is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoeringsplan.

Het perceel is gelegen in verkaveling nr 1173 (lot 9), goedgekeurd op 18/04/1977, voor lot 9 is de verkaveling echter vervallen.

 

Verordeningen

  • Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013). 
  • Gemeentelijke basisverordening (goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering dd. 24/05/2012)
  • Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake parkeren en stallen van auto’s en fietsen – gedeeltelijke herziening 2018 (van kracht sinds 23 augustus 2018)

 

Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag

Omschrijving

De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning.

 

Toetsing aan de decretale beoordelingselementen

Uitgeruste weg toestand: De weg is voldoende uitgerust, gelet op de plaatselijke toestand, de weg is verhard en nutsleidingen zijn aanwezig. 


Toetsing aan de voorschriften en regelgeving

Het ontwerp is in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Conclusie:

Gunstig voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning onder volgende voorwaarden:

  • De bouwstrook voor het hoofdgebouw is gelegen op 12 m uit de as van de weg, op 3 m van de linker- en rechterperceelsgrens met een diepte van 17 m.
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m indien er gebouwd wordt met een schuin dak en 7 m indien er gebouwd wordt met een plat dak.
  • Achter de zone voor het hoofdgebouw dient een 10 m diepe strook te worden voorzien als tuin.
  • Daarachter komt de strook voor bijgebouwen te liggen. De maximum oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 75 m².
  • Alle verhardingen, met uitzondering van een eventueel terras, dienen tot een minimum te worden beperkt en dienen waterdoorlatend te zijn. Het hemelwater dat op het terras valt, dient eveneens af te wateren en te infiltreren op het eigen terrein.
  • De totale toegang tot het perceel vanaf de weg dient beperkt te blijven tot een breedte van 6 m.
  • De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

- met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;

- de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;

- de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening; 

- de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen; 

- de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;

- de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;

- het water uit de hemelwaterput dient te worden hergebruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

  • De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
  • De afvoer van de afval- en regenwaters dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.
  • Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
  • De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
  • De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden opgenomen in de verordeningen van stad Geel (basis verordening en parkeerverordening)

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een grondige toetsing gebeuren aan de goede ruimtelijke ordening en kan de vergunningverlenende overheid bijkomende voorwaarden of wijzigingen aan het concept opleggen op basis van de concrete plannen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


  • De bouwstrook voor het hoofdgebouw is gelegen op 12 m uit de as van de weg, op 3 m van de linker- en rechterperceelsgrens met een diepte van 17 m.
  • De maximum kroonlijsthoogte bedraagt 6,5 m indien er gebouwd wordt met een schuin dak en 7 m indien er gebouwd wordt met een plat dak.
  • Achter de zone voor het hoofdgebouw dient een 10 m diepe strook te worden voorzien als tuin.
  • Daarachter komt de strook voor bijgebouwen te liggen. De maximum oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt 75 m².
  • Alle verhardingen, met uitzondering van een eventueel terras, dienen tot een minimum te worden beperkt en dienen waterdoorlatend te zijn. Het hemelwater dat op het terras valt, dient eveneens af te wateren en te infiltreren op het eigen terrein.
  • De totale toegang tot het perceel vanaf de weg dient beperkt te blijven tot een breedte van 6 m.
  • De plaatsing van een hemelwaterput bij elke woning is verplicht overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering dd. 05/07/2013 inzake hemelwaterputten. Die hemelwaterput dient aan volgende eisen te voldoen:

- met een inhoud overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering van 5/07/2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater die met een pomp wordt uitgerust;

- de volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren;

- de overloop van de hemelwaterput dient aangesloten op een infiltratievoorziening; 

- de hemelwaterput en infiltratievoorziening dienen geplaatst te zijn alvorens het gebouw in gebruik wordt genomen; 

- de hemelwaterput dient bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, voorzien te worden op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn;

- de hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, die toegevoegd wordt in bijlage bij de stedenbouwkundige vergunning;

- het water uit de hemelwaterput dient te worden hergebruikt voor tenminste 2 verschillende aftappunten bv. buitenkraan, wasmachine, spoeling wc…

  • De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
  • De afvoer van de afval- en regenwaters dient via een gescheiden stelsel te gebeuren.
  • De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.
  • Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
  • De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
  • De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.
  • Er dient voldaan te worden aan de voorwaarden opgenomen in de verordeningen van stad Geel (basis verordening en parkeerverordening)

Bij de aanvraag tot omgevingsvergunning zal een grondige toetsing gebeuren aan de goede ruimtelijke ordening en kan de vergunningverlenende overheid bijkomende voorwaarden of wijzigingen aan het concept opleggen op basis van de concrete plannen.