Terug
Gepubliceerd op 14/12/2021

2021_CBS_03359 - Omgevingsvergunning - het rooien van hoogstammige bomen langs Ossemeer 51A (202100596SS) - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 13/12/2021 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_03359 - Omgevingsvergunning - het rooien van hoogstammige bomen langs Ossemeer 51A (202100596SS) - Weigering 2021_CBS_03359 - Omgevingsvergunning - het rooien van hoogstammige bomen langs Ossemeer 51A (202100596SS) - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021158096

Dossiernummer gemeente: 202100596

 

De gemeente Geel heeft op 8 oktober 2021 een aanvraag ontvangen voor het rooien van hoogstammige bomen. De aanvraag werd op 15 oktober 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Danny Molenberghs wonende te Ossemeer 51/A te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Ossemeer 51A

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie F nr. 335H

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (10601) voor nieuwbouw woonhuis - goedgekeurd op 30/11/1992.
  • Verkavelingsvergunning (0486) voor nieuwe verkaveling - goedgekeurd op 23/12/1968.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het rooien van bomen.

 

De aanvrager wenst deze te rooien owv valgevaar.  De bomen zijn oud en vertonen vele dode takken in de kroon.

 

Na het rooien worden laagstammige fuitbomen aangeplant.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 6 december 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

In de aanvraag wordt gesproken over in totaal 3 bomen, die zeer oud zijn en veel dikke takken verliezen. Omdat de bomen zich langs een gracht bevinden vreest de aanvrager dat de bomen kunnen omvallen en schade berokkenen. Op het aanpalende perceel bevindt zich een garage met zonnepanelen.       

Dood hout is bij bomen van enige leeftijd een heel normaal gegeven. Dit kan verholpen worden door een periodiek nazicht door een erkend boomverzorger, waarbij het dood hout verwijdert wordt. Dit nazicht wordt best ingepland met een 4-jaarlijkse frequentie. Het kappen van bomen om deze reden is niet aangewezen. Ook het feit dat bomen langs een gracht groeien betekent niet dat ze automatisch een groter risico vormen voor windworp. Standplaatsgeschikte bomen, die opgegroeid zijn langs een gracht, vallen immers niet zomaar om. Zij hebben zich aangepast aan deze omstandigheden, zorgen voor stevigheid van het grachttalud en voorkomen de groei van ruigtekruiden door schaduwwerking op de grachttaluds en in de bedding.

De aanvraag bevat geen elementen die wijzen op een verhoogd risico o.w.v. gezondheidsredenen of een verminderde vitaliteit van de bomen. Bij twijfel omtrent de gezondheidstoestand en de vitaliteit van de bomen, is het best om een erkend boomverzorger (European Tree Worker) om advies te vragen. Dit kan gebeuren nog voordat deze het dood hout uit de boom verwijdert. Een dergelijk advies wordt opgemaakt aan de hand van een ‘visual tree assessment’. Da’s een visuele beoordeling van de boom o.b.v. een heleboel factoren (boomsoort, levensfase, groeiomstandigheden, wortelzone, stam, kroon, ziekte beelden, gebreken,…). Op foto 3 is een boom te zien waarbij het wortelgestel mogelijk aangetast is door de bouw van een constructie op het naburige perceel. Dit vormt een aandachtspunt bij een controle. Indien uit de VTA blijkt dat er wel degelijk argumenten zijn die de vrees voor o.a. windworp staven, dan kan een nieuwe aanvraag ingediend worden.

 

Advies: volledig ongunstig

 

  1. Project-MER

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 6 december 2021 is ongunstig.

 

Conclusie

 

Ongunstig omwille van volgende redenen:

 

Ongunstig advies openbare werken en verkeer (groenambtenaar):

In de aanvraag wordt gesproken over in totaal 3 bomen, die zeer oud zijn en veel dikke takken verliezen. Omdat de bomen zich langs een gracht bevinden vreest de aanvrager dat de bomen kunnen omvallen en schade berokkenen. Op het aanpalende perceel bevindt zich een garage met zonnepanelen.

Dood hout is bij bomen van enige leeftijd een heel normaal gegeven. Dit kan verholpen worden door een periodiek nazicht door een erkend boomverzorger, waarbij het dood hout verwijderd wordt. Dit nazicht wordt best ingepland met een 4-jaarlijkse frequentie. Het kappen van bomen om deze reden is niet aangewezen. Ook het feit dat bomen langs een gracht groeien betekent niet dat ze automatisch een groter risico vormen voor windworp. Standplaatsgeschikte bomen, die opgegroeid zijn langs een gracht, vallen immers niet zomaar om. Zij hebben zich aangepast aan deze omstandigheden, zorgen voor stevigheid van het grachttalud en voorkomen de groei van ruigtekruiden door schaduwwerking op de grachttaluds en in de bedding.

De aanvraag bevat geen elementen die wijzen op een verhoogd risico o.w.v. gezondheidsredenen of een verminderde vitaliteit van de bomen. Bij twijfel omtrent de gezondheidstoestand en de vitaliteit van de bomen, is het best om een erkend boomverzorger (European Tree Worker) om advies te vragen. Dit kan gebeuren nog voordat deze het dood hout uit de boom verwijdert. Een dergelijk advies wordt opgemaakt aan de hand van een ‘visual tree assessment’. Da’s een visuele beoordeling van de boom o.b.v. een heleboel factoren (boomsoort, levensfase, groeiomstandigheden, wortelzone, stam, kroon, ziekte beelden, gebreken,…). Op foto 3 is een boom te zien waarbij het wortelgestel mogelijk aangetast is door de bouw van een constructie op het naburige perceel. Dit vormt een aandachtspunt bij een controle. Indien uit de VTA blijkt dat er wel degelijk argumenten zijn die de vrees voor o.a. windworp staven, dan kan een nieuwe aanvraag ingediend worden.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren omwille van volgende redenen:

 

Ongunstig advies openbare werken en verkeer (groenambtenaar):

In de aanvraag wordt gesproken over in totaal 3 bomen, die zeer oud zijn en veel dikke takken verliezen. Omdat de bomen zich langs een gracht bevinden vreest de aanvrager dat de bomen kunnen omvallen en schade berokkenen. Op het aanpalende perceel bevindt zich een garage met zonnepanelen.

Dood hout is bij bomen van enige leeftijd een heel normaal gegeven. Dit kan verholpen worden door een periodiek nazicht door een erkend boomverzorger, waarbij het dood hout verwijderd wordt. Dit nazicht wordt best ingepland met een 4-jaarlijkse frequentie. Het kappen van bomen om deze reden is niet aangewezen. Ook het feit dat bomen langs een gracht groeien betekent niet dat ze automatisch een groter risico vormen voor windworp. Standplaatsgeschikte bomen, die opgegroeid zijn langs een gracht, vallen immers niet zomaar om. Zij hebben zich aangepast aan deze omstandigheden, zorgen voor stevigheid van het grachttalud en voorkomen de groei van ruigtekruiden door schaduwwerking op de grachttaluds en in de bedding.

De aanvraag bevat geen elementen die wijzen op een verhoogd risico o.w.v. gezondheidsredenen of een verminderde vitaliteit van de bomen. Bij twijfel omtrent de gezondheidstoestand en de vitaliteit van de bomen, is het best om een erkend boomverzorger (European Tree Worker) om advies te vragen. Dit kan gebeuren nog voordat deze het dood hout uit de boom verwijdert. Een dergelijk advies wordt opgemaakt aan de hand van een ‘visual tree assessment’. Da’s een visuele beoordeling van de boom o.b.v. een heleboel factoren (boomsoort, levensfase, groeiomstandigheden, wortelzone, stam, kroon, ziekte beelden, gebreken,…). Op foto 3 is een boom te zien waarbij het wortelgestel mogelijk aangetast is door de bouw van een constructie op het naburige perceel. Dit vormt een aandachtspunt bij een controle. Indien uit de VTA blijkt dat er wel degelijk argumenten zijn die de vrees voor o.a. windworp staven, dan kan een nieuwe aanvraag ingediend worden.