Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021048848
Dossiernummer gemeente: 202100182
De gemeente Geel heeft op 18 maart 2021 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen van een woning. De aanvraag werd op 30 maart 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Benjamin Wouters wonende te Gerststraat 17 te 2440 Geel en Veerle De Houwer wonende te Gerststraat 17 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Gerststraat 17
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 153M5
Verslag
De aanvraag betreft het slopen van bijgebouwen en het verbouwen van een eengezinswoning.
De woning betreft een halfopen bebouwing. Het hoofdvolume van de woning wordt behouden. De nokhoogte en de kroonlijsthoogte blijft op hetzelfde niveau, wat zich binnen het toelaatbare bouwvolume bevindt. De minderwaardige bijgebouwen op het perceel worden gesloopt. Achter de woning wordt een nieuw volume toegevoegd (keuken). De oppervlakte van het nieuwe deel is kleiner dan 40m². Het dak van het nieuwe volume is plat. De volledige uitbreiding (wanden, vloeren en dak) wordt voorzien van nieuwe isolatie en een nieuwe bekleding in hout en een dakrand in aluminium. Buitenschrijnwerk wordt voorzien in aluminium in een antraciet kleur.
Het bestaande dak van de achterbouw is 4,18m hoog. Het dak van de uitbreiding heeft een totale bouwhoogte van 3m62.
De bestaande muur op de perceelsgrens wordt verlaagd tot op 3m24.
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978
bestemming: woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Aanvulling historiek
///
De aanvraag betreft het verbouwen van een woning
Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het slopen van bijgebouwen en het verbouwen van een eengezinswoning.
De woning betreft een halfopen bebouwing. Het hoofdvolume van de woning wordt behouden. De nokhoogte en de kroonlijsthoogte blijft op hetzelfde niveau, wat zich binnen het toelaatbare bouwvolume bevindt. De minderwaardige bijgebouwen op het perceel worden gesloopt. Achter de woning wordt een nieuw volume toegevoegd (keuken). De oppervlakte van het nieuwe deel is kleiner dan 40m². Het dak van het nieuwe volume is plat. De volledige uitbreiding (wanden, vloeren en dak) wordt voorzien van nieuwe isolatie en een nieuwe bekleding in hout en een dakrand in aluminium. Buitenschrijnwerk wordt voorzien in aluminium in een antraciet kleur.
Het bestaande dak van de achterbouw is 4,18m hoog. Het dak van de uitbreiding heeft een totale bouwhoogte van 3m62.
De bestaande muur op de perceelsgrens wordt verlaagd tot op 3m24.
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werden 0 opmerkingen ingediend.
Op 30/03/2021 werd advies gevraagd aan geel - openbare werken en verkeer.
///
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.
Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.
Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
///
Natuurtoets
///
Erfgoed-/archeologietoets
///
Mobiliteit
///
Toegankelijkheidstoets
///
Decreet grond- en pandenbeleid
///
Scheidingsmuren
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
Milieuaspecten
///
Goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Resultaat: er werden 0 opmerkingen ingediend.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:
Het advies van geel - openbare werken en verkeer afgeleverd op 21/04/2021 is volledig gunstig
Opmerkingen adviezen:
///
Conclusie
Gunstig onder volgende voorwaarden:
De uitbreiding van de woning dient ingeplant en opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De slopingswerken dienen met de grootste voorzichtigheid te gebeuren, vooral ter hoogte van de aanpalende woning. Alle gevels en dakranden die na de sloping vrijkomen moeten waterdicht worden afgewerkt.
Bij de afbraak van de bestaande half-openbebouwing (bouwjaar 1938) worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
Het perceel is gelegen in centraal gebied.
Er ligt in de straat een gescheiden stelsel (gemengd RWA/DWA en aparte RWA).
De bouwheer dient de bestaande aansluiting te herbruiken.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. Er is een gescheiden stelsel aanwezig volgens de plannen.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.
Indien de afvoerbuizen nog niet voorzien zijn van huisaansluitputjes/controleputjes RWA en DWA ter hoogte van de rooilijn dan advieseren we om deze putjes te plaatsen.
Wat het afvalwater betreft, heeft men de bedoeling om de bestaande afvoeren van keuken en berging te hergebruiken. Er wijzigt dus niets aan de afvalwaterafvoer. De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is niet van toepassing. Men is dus niet verplicht om een hemelwaterput en infiltratievoorziening te plaatsen. Er is al een hemelwaterput van 5000 liter aanwezig waarop men de afvoer van het dak van het nieuwe gedeelte ook bij aansluit. Volgens de architect zou er ook herbruik zijn van het hemelwater wat een gunstig concept is. |
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.
De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
Het bestaande peil dient behouden.
Lasten
///
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De uitbreiding van de woning dient ingeplant en opgericht zoals aangeduid op de bouwplannen.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De slopingswerken dienen met de grootste voorzichtigheid te gebeuren, vooral ter hoogte van de aanpalende woning. Alle gevels en dakranden die na de sloping vrijkomen moeten waterdicht worden afgewerkt.
Bij de afbraak van de bestaande half-openbebouwing (bouwjaar 1938) worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.
De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
Het perceel is gelegen in centraal gebied.
Er ligt in de straat een gescheiden stelsel (gemengd RWA/DWA en aparte RWA).
De bouwheer dient de bestaande aansluiting te herbruiken.
De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. Er is een gescheiden stelsel aanwezig volgens de plannen.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160 mm.
Indien de afvoerbuizen nog niet voorzien zijn van huisaansluitputjes/controleputjes RWA en DWA ter hoogte van de rooilijn dan advieseren we om deze putjes te plaatsen.
Wat het afvalwater betreft, heeft men de bedoeling om de bestaande afvoeren van keuken en berging te hergebruiken. Er wijzigt dus niets aan de afvalwaterafvoer. De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is niet van toepassing. Men is dus niet verplicht om een hemelwaterput en infiltratievoorziening te plaatsen. Er is al een hemelwaterput van 5000 liter aanwezig waarop men de afvoer van het dak van het nieuwe gedeelte ook bij aansluit. Volgens de architect zou er ook herbruik zijn van het hemelwater wat een gunstig concept is. |
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Gevolg dient gegeven aan art. 681 van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.
De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
Het bestaande peil dient behouden.
Lasten
///