Terug
Gepubliceerd op 02/06/2021

2021_CBS_01515 - Omgevingsvergunning (202100147 krv) voor het oprichten van een woning gelegen St.-Lambertusstraat 7. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
di 25/05/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Ben Van Looveren; Marlon Pareijn; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Marleen Verboven; Tom Corstjens; Inne Verellen, Dienst wonen en leefomgeving; Tinne Vandeven, beleidsadiseur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_01515 - Omgevingsvergunning (202100147 krv) voor het oprichten van een woning gelegen St.-Lambertusstraat 7. - Vergunning 2021_CBS_01515 - Omgevingsvergunning (202100147 krv) voor het oprichten van een woning gelegen St.-Lambertusstraat 7. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/07/2021


1. Stedenbouwkundige basisgegevens


Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: woongebieden

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.


De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan


Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling. De voorschriften van de geldende verkaveling zijn van toepassing.


Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.


Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.


Verordeningen

• Hemelwaterputten (gewestelijk)

• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen

• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen

• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening

• Toegankelijkheid (gewestelijk)

• Weekendverblijven (gewestelijk)

• Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)


2. Historiek

• Verkavelingsvergunning reguliere procedure: 2088 (0), 43 loten voor ééngezinswoningen - De vergunning werd onder voorwaarden verleend

Aanvulling historiek

///


3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande woning met carport

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen


De aanvraag volgens de architect

De aanvraag betreft het bouwen van een open eengezinswoning aan Lot 33 Manheuvels St.-Lambertusstraat 2440 Geel.

Het voorgestelde project bevindt zich in een woongebied. De stedenbouwkundige voorschriften Verkaveling ‘Manheuvels’ worden gerespecteerd. Het bouwen van een open eengezinswoning werd besproken met de dienst ruimtelijke ordening Geel op d.d.

26.11.2010. De volledige woning inclusief carport wordt opgetrokken binnen de bouwbare zone. Op de inrit wordt een afwijking aangevraagd. De inplanting van de oprit werd reeds besproken met de dienst grondgebonden zaken (Dhr. Henderickx)

Het betreft een open eengezinswoning onder plat dak met twee bouwlagen en kelder. Bouwdiepte gelijkvloers en verdieping is 11.85 m. De dakrandhoogte t.o.v. het nulpunt gelijkvloers is 6.30 m, (hoogte ten opzichte gemiddelde niveau maaiveld is 6.40 m). De

woning is 7.40 m breed op de voorbouwlijn (13.65 m/3 = min. 4.55 m). De zongerichte tuin wordt ingericht als leeftuin. Aan de inrit wordt de streekeigen beukenhaag plaatselijk verlaagd i.f.v. de verkeersveiligheid.

Het betreft gevelarchitectuur van gevelvlakken uit gevelsteen, buitenschrijnwerk en hout.

De verhardingen worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen of kunnen afwateren op eigen terrein en maken geen deel uit van de verordening.

De woning wordt opgetrokken in een bruin genuanceerde gevelsteen, buitenschrijnwerk in zwart aluminium en gevelvlakken in hout plaatmateriaal.

 

Het ontwerp

Het ontwerp stelt de oprichting voor van een vrijstaande ééngezinswoning met een carport.

Per lot is er één vaste inrit voorzien zoals ingetekend op de verkavelingspaspoorten. In dit ontwerp wordt de carport niet voorzien in de achtertuin zoals ingetekend in het kavelpaspoort maar wordt er een inrit voorzien in de voortuin aansluitend met de rechter buur.

Voor de wijziging van de inplanting van de carport dient een afwijking van de verkavelingsvoorschriften te worden bekomen.

De woning wordt ingeplant binnen de bouwstrook zoals voorzien op het kavelpaspoort. De carport bevindt zich eveneens binnen dezelfde bouwstrook. Er wordt ruimte voorzien voor het parkeren van 2 wagens.

De woning heeft een gevelbreedte van 13,65 meter en een totale bouwdiepte van 11,85 meter. De woning wordt voorzien van een plat dak met een gevelhoogte van 6,40 meter.

De woning wordt opgericht in een bruin genuanceerde gevelsteen en antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk.

Rondom het ganse perceel wordt een beukenhaag aangeplant.

 


4. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 09/04/2021 t.e.m. 08/05/2021. Er werden 0 bezwaren ingediend.




5. Adviezen


6. Project-MER

///


7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen


Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (St.-Lambertusstraat).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.


§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.


Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.


§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.


Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.


§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///


Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden door aanplakking op de gewone aanplakplaatsen, van 09/04/2021 tot 08/05/2021.

Resultaat: er werden 0 bezwaren ingediend.



Besluit

Gunstig met voorwaarden


Voorwaarden

De woning met carport dient ingeplant en opgericht overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

Op de kavel dienen minimum 2 wagens onafhankelijk van elkaar te kunnen parkeren.

Omwille van de geringe verkeersintensiteiten in het doodlopende straatje kan de inrit verlegd worden zoals voorgesteld op het goedgekeurde inplantingsplan.

Er wordt uitdrukkelijk gewezen om de haagstructuur laag te houden zodat ten allen tijde een goed zicht behouden blijft op de rijbaan.

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. De zone rondom het hoofdgebouw dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. 

Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes zijn reeds aanwezig op het perceel en moeten gebruikt worden.

Putten (hemelwaterput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Dit is een gunstig concept. We adviseren een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10000L.

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor toiletten (staat niet op het funderingsplan, wel in het formulier van de hemelwaterverordening) en een buitenkraan.

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2150L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 3,44m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 2500L en een infiltratieoppervlakte van 3,44m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan. 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Men heeft een afwijking gevraagd op de voorziene inrit volgens het kavelpaspoort van de verkaveling waarin het perceel ligt. Men wenst de toegang op een andere plaats (cfr Inplantingsplan). Deze afwijking wordt toegestaan. 

De bouwheer staat in voor de kosten die gepaard gaan bij de aanpassing van het openbaar domein met uitzondering van de grasdals. Deze zijn reeds betaald door de ontwikkelaar van de verkaveling. 

De aanpassingen van het openbaar domein moeten worden aangevraagd bij stad Geel. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. 

Voor de nieuwe toegang tot het perceel voorziet men 3m. Men kan later geen bijkomende inrit meer aanvragen.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Het peil van de woning ligt 0,30 meter boven de kruin van de weg



Lasten

///


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De woning met carport dient ingeplant en opgericht overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan.

Op de kavel dienen minimum 2 wagens onafhankelijk van elkaar te kunnen parkeren.

Omwille van de geringe verkeersintensiteiten in het doodlopende straatje kan de inrit verlegd worden zoals voorgesteld op het goedgekeurde inplantingsplan.

Er wordt uitdrukkelijk gewezen om de haagstructuur laag te houden zodat ten allen tijde een goed zicht behouden blijft op de rijbaan.

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. De zone rondom het hoofdgebouw dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. 

Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Deze huisaansluitputjes zijn reeds aanwezig op het perceel en moeten gebruikt worden.

Putten (hemelwaterput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning. Dit is een gunstig concept. We adviseren een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet een volume van 10000L.

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor toiletten (staat niet op het funderingsplan, wel in het formulier van de hemelwaterverordening) en een buitenkraan.

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 2150L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 3,44m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 2500L en een infiltratieoppervlakte van 3,44m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare riolering. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan. 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Men heeft een afwijking gevraagd op de voorziene inrit volgens het kavelpaspoort van de verkaveling waarin het perceel ligt. Men wenst de toegang op een andere plaats (cfr Inplantingsplan). Deze afwijking wordt toegestaan. 

De bouwheer staat in voor de kosten die gepaard gaan bij de aanpassing van het openbaar domein met uitzondering van de grasdals. Deze zijn reeds betaald door de ontwikkelaar van de verkaveling. 

De aanpassingen van het openbaar domein moeten worden aangevraagd bij stad Geel. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein. 

Voor de nieuwe toegang tot het perceel voorziet men 3m. Men kan later geen bijkomende inrit meer aanvragen.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Het peil van de woning ligt 0,30 meter boven de kruin van de weg