Uiterste beslissingsdatum: 23.11.2021*
* Na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend geweigerd.
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021134782
Dossiernummer gemeente: 202100519
De gemeente Geel heeft op 30 augustus 2021 een aanvraag ontvangen voor het slopen van een bestaande woning en aanhorigheden en het herbouwen van een vrijstaande eengezinswoning met bijgebouw (stalgebouw). De aanvraag werd op 24 september 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Lore Seyen wonende te Molderbeemdendijk 15 te 2440 Geel en de heer Tom Verherstraeten wonende te Molderbeemdendijk 15 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Borgeleien 40
Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie C nrs. 208K en 208G
Verslag
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen deels in woongebied met landelijk karakter en deels in agrarisch gebied.
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen binnen de omschrijving van ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan of binnen een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de geldende gewestplanbestemming.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag situeert zicht volledig binnen het woongebied met landelijk karakter. Het oprichten van een eengezinswoning met woningbijgebouw is in overeenstemming met de van toepassing zijnde gewestplanbestemming.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing voor deze aanvraag.
Verordeningen
• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
2. Historiek
• Weigering verkavelingsvergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen dd. 01.04.1975.
• Aktename melding klasse 3 door het college van burgemeester en schepenen dd. 08.03.2004 voor de exploitatie van een propaangastank.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag omvat het slopen van een bestaande woning en aanhorigheden en het bouwen van een nieuwe woning met bijgebouw (stalgebouw).
Op het perceel bevindt zich eveneens nog een oud bijgebouw dat opgetrokken is in betonplaten en afgewerkt met een asbestcementen dak. De bouwheer geeft aan dat dit gebouw op termijn ook gesloopt zal worden.
De woning
De bestaande woning met aanhorigheden die gesloopt wordt heeft een oppervlakte van 196 m².
De woning die herbouwd wordt is een vrijstaande woning. De woning wordt ingeplant op 3m van de linkse perceelsgrens. De woning heeft een totale gevelbreedte van 27,48m. Hiervan vormt 21m het hoofdvolume met enkele uitbouwen aan de rechterzijde die als tuinberging, fietsenberging en overdekte autostaanplaats ingericht worden. De bouwhoogte van het gebouw is gedifferentieerd. Het linkse volume heeft een kroonlijst van 4,8m en een nokhoogte van 7,81m. Het rechtervolume heeft een kroonlijsthoogte van 3,29 waarbij het leefgedeelte afgewerkt wordt met een zadeldak met kroonlijst 6,31m en de uitbouwen afgewerkt worden met plat dak.
De woning wordt opgetrokken in wit gekaleide gevelsteen. Het dak wordt afgewerkt in rood-bruine pannen. Het buitenschrijnwerk is in PVC en heeft een zwarte kleur.
Aansluitend op de woning wordt een terras voorzien.
Het stalgebouw
Het stalgebouw wordt ingeplant op 3m uit de linkerperceelsgrens en 10m achter de achtergevelbouwlijn. Het gebouw heeft een oppervlakte van 71,68m². Rond het stalgebouw wordt een verharding aangelegd in waterdoorlatende materialen.
Het stalgebouw heeft een kroonlijsthoogte van 3,06m en een nokhoogte van 4,85. Het stalgebouw voorziet ruimte voor 2 paarden, een hooiopslag en een zadelkamer.
Perceelsinrichting
De toegang tot het perceel wordt genomen vanuit zowel Borgeleien als Schurendel. De aanvrager gebruikt hiervoor de bestaande perceelstoegangen.
Zowel naar de woning als naar het bijgebouw en de overdekte autostaanplaats worden verhardingen aangelegd. Deze worden uitgevoerd in waterdoorlatende verharding.
Vooraan de woning wordt een Wadi voorzien. Deze doet dienst als overloop vanuit de hemelwaterput en fungeert als infiltratiebekken.
De overige delen van het perceel worden als tuin ingericht.
Beschrijving omgeving
De aanvraag is gelegen op het kruispunt tussen Borgeleien en Schurendel. De woning is gelegen in het landelijk woonlint Borgeleien. Het perceel bevindt zich ten noordwesten van de dorpskern van Geel aan de noordzijde van het kanaal Bocholt-Herentals. De omgeving van de aanvraag kenmerkt zich door eengezinswoningen, agrarische activiteit en waardevolle natuur (reservaat De Mosselgoren) ten zuiden van het projectgebied.
De woningen in de onmiddellijke omgeving zijn allen vrijstaande woningen met een sterk verschillende verschijningsvorm. Naar materialisatie toe is gevelbaksteen dominant in de straat. In de straat bevinden zich nog enkele gebouwen die herinneren aan de typische kempische bouwstijl met woning een aangelegen stalgebouw. De meeste van de aanwezige woningen vertalen de verschillende bouwperiodes waarin ze opgericht zijn met een sterk gediversifieerd voorkomen.
4. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
5. Adviezen
Op 29 oktober 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken. Dit advies is voorwaardelijk gunstig.
6. Project-MER
Niet van toepassing voor deze aanvraag
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Legaliteitstoets
Planologische toets
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen deels in woongebied met landelijk karakter en deels in agrarisch gebied.
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een van kracht zijnde BPA of RUP.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
De vergunningsplichtige werken bevinden zich allen binnen de gewestplanbestemming woongebied met landelijk karakter. De aanvraag omvat een nieuw te bouwen woning met woningbijgebouw en de sloop van de bestaande gebouwen. Deze functies zijn in overeenstemming met de gewestplanbestemming.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen de gemeentewegen Borgeleien/Schurendel.
Art. 4.3.5.§ 1. VCRO
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
De aanvraag voldoet aan de bepalingen uit de geldende verordeningen.
De aanvraag doorstaat de legaliteitstoets.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Het perceel paalt aan mogelijks overstroming gevoelig gebied. Het is belangrijk om bij de aanvraag de nodige voorzorgen in te bouwen.
Daarnaast dien de infiltratiemogelijk van het perceel maximaal gehouden te worden.
De aanvraag voorziet in een ruime hemelwaterput en infiltratiebekken (wadi). De verharding rond de woning moet beperkt blijven tot de strikt noodzakelijk verhardingen.
De aanvraag voorziet in een hergebruik voor toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan voor drinkwater paarden, wassen paarden, sproeien tuin en weiland. Er worden geen concrete cijfers met betrekking tot het hergebruik beschikbaar gesteld in het dossier.
Op basis van gemiddelde gegevens voor hergebruik en de toevoerende dakoppervlakte is het aangewezen om een volume te voorzien van 20.000L. Het groter volume van 110.464L zoals voorzien op het funderingsplan, heeft eigenlijk geen meerwaarde.
Voor de goede werking van een hemelwaterput moet deze put af en toe volledig leegstaan. Dit zorgt ervoor dat de put gereinigd kan worden. Periodieke leegstand verhoogt ook de kwaliteit van het hemelwater in de put.
Daarnaast moet een hemelwaterput af en toe overlopen om zo microfilm en oppervlakkige vervuiling af te voeren.
De grootte van de put staat deze goede werking in de weg.
De wadi zal ook weinig waterdragend zijn, gezien de verwacht overloop van de hemelwaterput nihil gaat zijn.
Het grote volume buffercapaciteit geeft in deze omgeving met mogelijke overstromingsgevoeligheid zeker een waarde. Echter zou vertraagde afvoer en infiltratie de waterhuishouding gunstig beïnvloeden.
Natuurtoets
De woning bevindt zich op ruime afstand van Ven-gebied, habitatgebied of vogelrichtlijngebied (> 420m). Rekening houdende met de aard van de aanvraag tot eengezinswoning kan met grote zekerheid gesteld worden dat er geen negatieve impact zal uitgaan naar de huidige of toekomstige natuurwaarden van SBZ in de onmiddellijke omgeving van de aanvraag.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Schaal-ruimtegebruik-dichtheid
De aanvraag betreft een nieuwe woning met woningbijgebouw dat als stalgebouw ingericht wordt voor het houden van paarden.
De woning heeft een BVO van ca. 292m² en een volume van 1362m³. Het betreft dus een ruime woning die gebouwd zal worden. Rekening houdende met het bouwperceel, is de constructie aanvaardbaar. De strook voor hoofdgebouwen is voor dit perceel ruim, rekening houdende met de perceelsbreedte. Het nieuwe gebouw overschrijdt de draagkracht van het perceel niet.
De afmetingen van de stal zijn in overeenstemming met de functie die het zal krijgen. De oppervlakte van het bijgebouw blijft onder 75m², wat aanvaardbaar is als woningbijgebouw. Het reeds bestaande gebouw op het achterliggende perceel zal verwijderd worden. Zo blijft het aandeel aan bijgebouwen aanvaardbaar.
De aangebrachte verhardingen voor terras en toegangspaden blijven beperkt tot de strikt noodzakelijke toegangen en de functies die de gebouwen krijgen. De paden wateren allen af op eigen terrein en worden daarenboven in (semi) doorlatende materialen aangelegd.
Door de perceelstoegang langsheen Schurendel oostwaarts te verplaatsen kan nog een deel van de verharding verdwijnen. Dit is zowel gunstig voor de bouwheer die minder moet verharden, evenals voor het beperken van de impact van verlies aan infiltratiecapacteit. Het perceel is gelegen aansluitend op overstromingsgevoelig gebied; Het beperken van de hoeveelheid aan verharding heeft dus een gunstig effect op de waterhuishouding in de omgeving. De overwelving langs Schurendel moet aangebracht worden ofwel ter hoogte van de carport ofwel recht op de toegang van het stalgebouw. De voorziene verharding vanaf de bestaande overwelving mag niet uitgevoerd worden.
De bestaande overwelving aan Schurendel zal verwijderd worden zodra een nieuwe overwelving wordt aangebracht.
Visueel vormelijk
De bouwstijl verwijst naar de typisch bouwstijl waarbij de woning en het stalvolume verbonden zijn. Het woongedeelte heeft hierbij een grotere bouwhoogte. Deze bouwstijl is gezien de ligging van het perceel op de grens tussen wonen en agrarisch gebied inpasbaar in de omgeving en refereert naar een kempische agrarische bouwstijl.
Mobiliteit
De aanvraag omvat het afbreken van een bestaande woning en de vervangbouw door een nieuwe woning. De functie van het goed wijzigt niet en blijft residentieel wonen. Er is bijgevolg geen significante toename van de verkeersbewegingen. Het perceel wordt ontsloten via de gemeenteweg Borgeleien en Schurendel.
De leveringen van bouwmaterialen en aan en af rijden van aannemers, kunnen tijdelijk een verhoogde mobiliteit veroorzaken. Dis is echter inherent aan het bouwproces en beperkt in de tijd.
Hinderaspecten
De woning valt binnen het woonlint Schurendel. Het betreft een particuliere woning. Er is geen hinder te verwachten die uitgaat van het voorwerp van de aanvraag. Rekening houdende met de geplande werkzaamheden kan er tijdens de sloop van het gebouw en het oprichten van de nieuwe woning tijdelijk hinder ontstaan door de werkzaamheden zelf, de aanvoer van bouwmaterialen en de leveringen van bouwmateriaal. De politiecodex die van toepassing is op het grondgebied van stad Geel verbiedt de rust te verstoren door het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen tussen 22u en 7u en op zon- en feestdagen. Hierdoor wordt de potentiële hinder voor de omwonenden sterk ingeperkt.
Bodemreliëf
De aanvraag voorziet in een verhoging van het maaiveld tot een hoogte van 35cm boven straatniveau. Dit betekent een verhoging van ca. 6 cm tov het huidige maaiveld. Deze verhoging wordt over het volledige perceel doorgetrokken.
Voor dit dossier betekent dit een beperkte ophoging ten opzichte van de huidige situatie. De nieuwe vloerpeil zal 6 cm stijgen. Rekening houdende met het de percelen in de omgeving en de aanwezigheid van overstromingsgevoeliggebied is de gevraagde verhoging van maaiveld te verantwoorden. Deze verhoging mag zich enkel manifesteren ter hoogte van de zone voor hoofdgebouw. Achter deze zone moet de verhoging zich geleidijk uitniveleren tot op het oorspronkelijke niveau van het maaiveld.
De aanvraag doorstaat de opportuniteitstoets mits het opleggen van voorwaarden. Bijgevolg kan gesteld worden dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening zoals bepaald in artikel 4.3.1. van de V.C.R.O.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:
• Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 29 oktober 2021 is voorwaardelijk gunstig.
Inhoud van het advies:
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.
Er is reeds een bestaande aansluiting aanwezig dewelke men dient te herbruiken. Bij de sloop dient men de aansluiting op te zoeken, tijdelijk te dichten om nadien opnieuw te gebruiken. Voor de locatie verwijzen we naar het document “202011029_Advies_Riolering_Locatie_Huisaansluiting”.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Als er nog geen huisaansluitputje aanwezig is, dient men dit zelf te plaatsen op het eigen perceel nabij de rooilijn. Dit huisaansluitputje dient van kunststof te zijn (DWA: roodbruin met diameter 315mm).
De afvoerbuis voor het regenwater moet rechtstreeks worden aangesloten op de gracht in de nabijheid van het huisaansluitputje DWA, als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
Er werd in functie van het hemelwater kort advies gevraagd bij Aquafin.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
• Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000L bedragen.
o Gezien het voorgestelde hergebruik (toiletspoeling, wasmachine, buitenkraan voor drinkwater paarden, wassen paarden, sproeien tuin en weiland) en gekeken naar de toevoerende dakoppervlakte is het aangewezen om een volume te voorzien van 20.000L.
o Het groter volume van 110.464L zoals voorzien op het funderingsplan, heeft eigenlijk geen meerwaarde. Dit kan afgeleid worden uit de onderstaande tabel. Deze tabel geeft de dekkingsgraad weer. Bv. Als men een volume plaatst van 20m³ en men herbruikt 500l/dag dan zal het herbruik voor 93% gedekt zijn.
o De meest optimale dimensionering hangt af van het effectieve herbruik maar er zijn geen cijfers beschikbaar in het dossier.
Herbruik per dag | ||||
HW-put (m³) | 100 l/dag | 200l/dag | 500l/dag | 1000l/dag |
10 | 100% | 100% | 85% | 55% |
20 | 100% | 100% | 93% | 59% |
110 | 100% | 100% | 100% | 60% |
• Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw (stal) hier op aan te sluiten.
• De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor toiletten, wasmachine en buitenkraan (drinkwater voor paarden, wassen van paarden, sproeien tuin en weiland).
• De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• Het volume dient minimum 7595,75L te bedragen.
• De infiltratieoppervlakte dient minimum 12,15m² te bedragen.
Men voorziet een volume van 8796L en een oppervlakte van 13,65m² wat voldoet.
Men kiest voor een bovengronds systeem, type wadi, als infiltratievoorziening wat zeker aan te raden is. Men legt best een ondiepe en meer uitgestrekte wadi aan, aangezien het perceel grenst aan mogelijks overstromingsgevoelig gebied en deels gelegen is in niet-infiltratiegevoelig gebied. Als er wordt gekeken naar de bodemkaart (bodemtypes) op geopunt dan is er sprake van antropogene gronden (kunstmatig) en Zdg (natte zandbodem met drainageklasse d) wat duidt op hoge grondwaterstanden in de winter en in de zomer een goede waterhuishouding.
In dit opzicht is het goed dat men een groot hergebruik van het hemelwater en een ruime hemelwaterput voorstelt. Op deze manier is er minder overloop naar de infiltratievoorziening.
Men voorziet vanuit de wadi een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel, wat wordt toegestaan.
Verplichte VLARIO-keuring
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies toegang tot het perceel
Men mag langs beide zijden van het perceel een toegang voorzien:
• De bestaande toegang langs Borgeleien moet men behouden.
• De bestaande toegang langs Schurendel lijkt geen officiële overwelving te zijn zoals bij de andere toegang. Deze dient aangepast te worden naar een nieuwe officiële overwelving. Deze overwelving mag maximum 5m breed zijn (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Asbestparagraaf
Het bestaande gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bvb. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:
• hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
• asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen
Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.
De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:
• Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
• bevochtigen of fixeren van het materiaal
• de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
• de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
• de materialen niet breken
• de materialen opslaan in gesloten verpakking
• bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.
Behandeling van afval
De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.
Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.
Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.
Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.
Conclusie
Gunstig advies wordt verleend aan de vraag tot omgevingsvergunning van Lore Seyen en Tom Verherstraeten voor het slopen van een bestaande woning met aanhorigheden en het herbouwen van een vrijstaande eengezinswoning met woningbijgebouw (stalgebouw) gelegen Borgeleien 40 mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
• De werken worden uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde plan.
• Het maaiveld mag verhoogd worden tot een niveau van 35cm boven het straatniveau. Deze verhoging mag gehandhaafd worden tot en met de strook voor hoofdgebouwen. Na deze zone moet het maaiveld zich geleidelijk herstellen tot het oorspronkelijke maaiveld.
• Het bestaande bijgebouw dat gelegen is in agrarisch gebied moet gesloopt worden binnen de 2 jaar na ingebruikname van de nieuwe woning. Na de sloop van het gebouw moet de bouwheer dit melden aan stad Geel via handhaving@geel.be.
• Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
• De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
• De bestaande toegang langs Schurendel dient aangepast te worden naar een nieuwe officiële overwelving. Deze overwelving mag maximum 5m breed zijn (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur). In functie van het beperken van de verharding wordt de overwelving meer oostelijk aangelegd zodat ofwel recht kan aangesloten worden op de toegangspad tot het stalgebouw ofwel rechtstreeks toegang wordt genomen tot de overdekte autostaanplaatsen. De verharding vanuit de bestaande perceelstoegang valt zo buiten de strikt noodzakelijke toegangen en mag niet worden aangelegd.
• Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
• De slopingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van het goedgekeurde plan. Bovendien moeten de nodige maatregelen genomen worden om de verkeersveiligheid optimaal te verzekeren. Vooraleer de werken worden aangevat dient het attest van Fluvius m.b.t. de wegname van de nutsleidingen te worden doorgemaild aan grondgebondenzaken@geel.be met vermelding van dossiernummer. De nodige veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen.
• Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van asbestparagraaf, hoger in dit document opgevolgd te worden.
• Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
•
Riolering
• De reeds bestaande riool aansluiting dient te worden herbruikt. Bij de sloop dient men de aansluiting op te zoeken, tijdelijk te dichten om nadien opnieuw te gebruiken. Voor de locatie verwijzen we naar het document 202011029_Advies_Riolering_Locatie_Huisaansluiting”.
• Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
• De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
• De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Als er nog geen huisaansluitputje aanwezig is, dient men dit zelf te plaatsen op het eigen perceel nabij de rooilijn. Dit huisaansluitputje dient van kunststof te zijn (DWA: roodbruin met diameter 315mm).
• De afvoerbuis voor het regenwater moet rechtstreeks worden aangesloten op de gracht in de nabijheid van het huisaansluitputje DWA, als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.
• Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding. De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• de hemelwaterput moet in overeenstemming zijn met de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
• Het volume van de hemelwaterput moet minimum 10.000L bedragen.
• Het volledige dak van de woning en stalgebouw moet op de hemelwaterput aangesloten worden.
• De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
• * De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
• De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• Het volume dient minimum 7595,75L te bedragen.
• De infiltratieoppervlakte dient minimum 12,15m² te bedragen.
• Qua type infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de ligging van het perceel; nabij mogelijks overstromingsgevoelig gebied en deels gelegen in niet-infiltratiegevoelig gebied.
• Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
• De bestaande toegang langs Borgeleien moet men behouden.
• De bestaande toegang langs Schurendel dient aangepast te worden naar een nieuwe officiële overwelving. Deze overwelving mag maximum 5m breed zijn (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).
• Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
• De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. Als er nog geen huisaansluitputje DWA aanwezig is, dient men dit zelf te plaatsen op het eigen perceel nabij de rooilijn. Dit huisaansluitputje dient van kunststof te zijn (roodbruin met diameter 315mm).
• De afvoerbuis voor het regenwater moet rechtstreeks worden aangesloten op de gracht in de nabijheid van het huisaansluitputje DWA, als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.
• Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aanbij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgmeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Riolering
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding. De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen: