Terug
Gepubliceerd op 23/11/2021

2021_CBS_03144 - Natuurbeheerplan bermen N19g Noord-Zuidlaan Kasterlee-Geel - Adviseren

College van Burgemeester en Schepenen
ma 22/11/2021 - 13:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_03144 - Natuurbeheerplan bermen N19g Noord-Zuidlaan Kasterlee-Geel - Adviseren 2021_CBS_03144 - Natuurbeheerplan bermen N19g Noord-Zuidlaan Kasterlee-Geel - Adviseren

Motivering

Argumentatie

De adviesvraag van het ANB omvat het 'Natuurbeheerplan bermen N19g Noord-Zuidlaan Kasterlee-Geel' inclusief het 'Ontwerp toegankelijkheidsregeling voor het bos of natuurgebied bermen N19g Noord-Zuidlaan Kasterlee-Geel'.

Het toegankelijkheidsreglement heeft enkel betrekking op de wegenisinfrastructuur gelegen op het grondgebied van Kasterlee. Dit reglement heeft enkel betrekking op de toegankelijkheid voor fietsers, wandelaars en ruiters. De impact van deze toegankelijkheidsregeling op Geels grondgebied wordt als verwaarloosbaar ingeschat. In die zin is het advies van de gemeente Kasterlee m.b.t. de toegankelijkheidsregeling van doorslaggevend belang. 

Het natuurbeheerplan betreft zowel het grondgebied van Geel als dit van Kasterlee. Met betrekking tot het beheerrapport worden een aantal zaken onderzocht. Zo wordt nagekeken of de vooropgestelde maatregelen tegemoetkomen aan de vooropgestelde doelstellingen. 

Daarnaast wordt nagegaan of

  1. het voorgestelde beheer kadert in de beheervisie van stad Geel
  2. de voorgestelde maatregelen en uitvoering voldoen aan de voorwaarden die stad Geel hanteert in haar beheer en bestekteksten

De voorwaarden zoals bepaald in het advies van stad Geel dienen in bovenstaande context gezien te worden. 

Aanleiding en context

  1. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) wenst de opmaak van een natuurbeheerplan voor de bermen van de gewestweg N19g te Geel-Kasterlee. Het beheerplan draagt enerzijds bij aan de opwaardering van aanwezige verbindingen tussen natuurgebieden in de omgeving en houdt anderzijds rekening met een duurzaam, kosteneffectief beheer. Uiteraard staat de verkeersfunctie hier steeds voorop.

Conform de richtlijnen zoals geformuleerd in het voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de natuurbeheerplannen en de erkenning van de natuurreservaten worden verschillende fasen doorlopen bij de beheerplanning en -evaluatie. Voor elk van deze fasen dient een afzonderlijk rapport uitgewerkt te worden. Het natuurbeheerplan bevat dan ook volgende onderdelen:

Deel 1: Verkenning. Hierin wordt een algemene beschrijving en een globaal kader voor de ecologische, de sociale en de economische functie weergegeven.

Deel 2: Inventaris. Hierin wordt een meer gedetailleerde beschrijving van de bestaande toestand weergegeven.

Deel 3: Doelstellingen. Hierin worden de beheerdoelstellingen weergegeven.

Deel 4: Beheermaatregelen. Hierin worden beheermaatregelen die genomen zullen worden om de beheerdoelstellingen te realiseren weergegeven.

Deel 5: Opvolging. Hierin wordt de wijze waarop de realisatie van de beheerdoelstellingen zal worden opgevolgd en geëvalueerd weergegeven.



Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen geeft een gunstig advies, onder voorwaarden voor wat betreft het 'Natuurbeheerplan bermen N19g Noord-Zuidlaan Kasterlee-Geel'.  

Voorwaarden:

  • Maatregelen om diersoorten (gewervelden en ongewervelden) te ontzien bij maaiwerken dienen beschreven en opgelegd in de bestekteksten. 
  • Machines die dienen ingezet voor het maaibeheer dienen beschreven te worden in het beheerplan om te komen tot het gewenste eindbeeld. 
  • Een omschrijving van de wijze waarop jonge zaailingen van Amerikaanse vogelkers elke 3 tot 5 jaar dient verwijderd te worden, moet worden toegevoegd. Dit is essentieel om te komen tot een effectieve bestrijding van de soort. 
  • De zones waar Japanse Duizendknoop voorkomt dienen gerapporteerd aan het stadsbestuur van Geel om te komen tot een grondgebied dekkend overzicht van de locaties waar deze exoot voorkomt. (contact: grondgebondenzaken@geel.be)
  • De zones waar Japanse Duizendknoop voorkomt dienen op een meer duurzame wijze gemarkeerd op het terrein. Naast de duurzaamheid dient ook aandacht besteed aan het dier- en milieuvriendelijke karakter van de markering. Een jaarlijkse opvolging van de situatie en desgevallend aanpassing van de markering is noodzakelijk. 
  • Voor de nabehandeling van Japanse Duizendknoop dienen concrete maatregelen beschreven te worden. Dit gebeurt het best in samenspraak met het stadsbestuur van Geel. 
  • Om te komen tot een geïntegreerde aanpak van nieuwe invasieve exoten soorten dient het voorkomen ervan gemeld bij het stadsbestuur van Geel (contact: grondgebondenzaken@geel.be). Ook de aanpak van nieuwe soorten wordt bij voorkeur vooraf besproken met het stadsbestuur van Geel. 
  • Voor de bestaande wadi’s dient een vaste toegang voor ruiming bepaald en gemarkeerd op het terrein. Het gebruik van rijplaten en een rupskraan voor de ruiming dient te worden opgenomen in het beheerplan en in de bestekken. Deze maatregel is noodzakelijk om beschadiging van de oevers alsook bodemcompactering te vermijden of indien technisch niet mogelijk, te beperken tot 1 specifieke zone. 
  • Om de inbreng van nieuwe exoten in de wadi’s te vermijden dient te worden opgenomen dat de machines voor aanvang van de werken dienen gecontroleerd op reinheid door de opdracht gevende overheid. Indien niet voldaan is aan deze randvoorwaarden, dienen de werken te worden opgeschort. 
  • De fasering van het wadibeheer dient verder tekstueel en grafisch te worden uitgewerkt. De huidige beschrijving laat teveel marge voor interpretatie waardoor de aanwezige natuurwaarden te zeer geschaad (kunnen) worden. 
  • Om een goede werking van de grachten te garanderen is het best om bij het inrichtingsbeheer (met een periodiciteit van 6 jaar) het woord ‘eventueel’ weg te laten bij de beschrijving ‘eventueel ruimen van de grachten’. 
  • Bij het beheer van de houtkanten dient rekening gehouden met de omzendbrief LNW/98/01 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. 
  • De richtlijn over het dichten van gaten die ontstaan bij het afsterven van het houtgewas na elke kapbeurt, dient te worden opgenomen. 
  • Houtkanten van ten minste 50 meter lang, zet men per kapbeurt voor ten hoogste 1/4 van de lengte af of men spreidt de kapbeurt over 4 opeenvolgende jaren. Zie o.a. beheereenheid 41 waar deze regel niet gevolgd wordt. 
  • Voor de bomenrijen dient een eindbeeld te worden vastgelegd. De omschrijving ‘enig snoeiwerk’ laat teveel marge voor interpretatie en dus onoordeelkundige snoei. Het technisch vademecum bomen dient opgenomen als leidraad voor het beheer van bomenrijen. 
  • Gelet op het feit dat de verkeerscirculatie als primaire functie naar voor geschoven wordt, is een jaarlijkse i.p.v. 2- jaarlijkse controle van het wildraster aangewezen. 
  • Om maaischade aan de amfibieschermen  te voorkomen, is een fysieke markering op het terrein aangewezen. 
  • Om bijkomende geleiding van de onderdoorgangen te voorzien en overgroeiing ervan te vermijden, wordt sterk aanbevolen om te streven naar een combinatie van optie 1 en 4, m.n. plaatsing van een amfibiescherm gecombineerd met de aanplant van een houtkant. Door soorten te kiezen met een overkoepelende groeivorm (bijv. hazelaar), wordt de lichtinval beperkt waardoor de groei van grassoorten en of ruigtekruiden enigszins beperkt blijft. 
  • Bij het houtkantenbeheer dient aangegeven welke soorten in aanmerking komen als ‘overstaander’ en welke soorten als ‘vulhout’ beschouwd worden (wijker/blijver principe). Ook dienen de criteria om in aanmerking te komen als overstaander te worden vastgelegd. Overstaanders dienen gemarkeerd met een blauwe stip op een moment dat deze nog duidelijk zichtbaar is in het jaar dat een ingreep gepland staat.  

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen geeft een gunstig advies voor wat betreft het 'Ontwerp toegankelijkheidsregeling voor het bos of natuurgebied bermen N19g Noord-Zuidlaan Kasterlee-Geel, gelegen op het grondgebied van de gemeente Kasterlee en Stad Geel.'