Uiterste beslissingsdatum: 12.01.2022*
Na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend geweigerd.*
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021045037
Dossiernummer gemeente: 202100522Inrichtingsnummer: 20210830-0008
De gemeente Geel heeft op 1 september 2021 een aanvraag ontvangen voor het afbreken en herbouwen van een bergplaats, plaatsen van een zwembad en plaatsen van erfafscheiding met bijhorende hemelwaterput en buffervolume. De aanvraag werd op 29 september 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
De heer Filip Wuyts en mevrouw Kaatje Nevelsteen, wonende te Rauwelkoven 148 te 2440 Geel.
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Rauwelkoven 148
Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie E nr. 633N
Verslag
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021045037
Dossiernummer gemeente: 202100522Inrichtingsnummer: 20210830-0008
De gemeente Geel heeft op 1 september 2021 een aanvraag ontvangen voor het afbreken en herbouwen van een bergplaats, plaatsen van een zwembad en plaatsen van erfafscheiding met bijhorende hemelwaterput en buffervolume. De aanvraag werd op 29 september 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
De heer Filip Wuyts, wonende te Rauwelkoven 148 te 2440 Geel en mevrouw Kaatje Nevelsteen, wonende te Rauwelkoven 148 te 2440 Geel.
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Rauwelkoven 148
Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie E nr. 633N
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover dat deze zaken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling 1773 (034/1480).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften voor wat betreft het materiaalgebruik voor het bijgebouw en de draadafsluiting. In het kader van deze afwijking werd een openbaar onderzoek gehouden.
Verordeningen
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag
De aanvraag omvat het slopen van een bestaande bergplaats van 12m² en het oprichten van een nieuwe bergplaats van 22,75m², een zwembad van 42m² met beperkte verharding. Tevens wordt bij het nieuwe bijgebouw een hemelwaterput met infiltratievoorziening aangelegd.
Het bijgebouw wordt 3.5m op 6.5m. Het gebouw wordt ingeplant op 3m uit de achterste perceelsgrens en 1,50m uit de linkse perceelsgrens. Het gebouw wordt opgericht in een houten gevelafwerking. Dit materiaalgebruik wijkt af van de verkavelingsvoorschriften. Het schrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium met antracietkleur. Het bijgebouw zal 2.75m hoog worden uitgevoerd. Het gebouw wordt afgewerkt met een plat dak. Het gebouw wordt ingericht als bergplaats en zal tevens de technische ruimte vormen voor het zwembad.
Het zwembad wordt aangelegd op 1.30m van de rechterperceelsgrens.
Aan de achterzijde en rechterzijde van het perceel wordt een draadafsluiting geplaatst met een hoogte van 2,30m.
Daarnaast wordt een bronbemaling aangevraagd in functie van het plaatsen van het zwembad. De bronbemaling kan als volgt omschreven worden:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid | Klasse |
53.2.2°a) | Bronbemaling voor het plaatsen van een zwembad met een max. totaal debiet van 2672 m³ gedurende een periode van max. 50 dagen. (Nieuw) | 2672 m³/jaar | 3 |
De omgeving
De aanvraag is gelegen langsheen het woonlint Rauwelkoven in het gehucht Geel-Larum. De omgeving van de aanvraag kenmerkt zich door eengezinswoningen en beperkte agrarische activiteiten. Aansluitend op de woonlinten bevindt zich een aaneengesloten landbouwgebied. Dit landbouwgebied kenmerkt zich door aaneengesloten akkers en weilanden met beperkte kleine landschapselementen zoals houtkanten en bomenrijen.
Het landschap wordt in het zuiden begrenst door de spoorlijn Hasselt-Antwerpen, waarlangs recent de fietsostrade werd aangelegd.
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 oktober 2021 t.e.m. 3 november 2021. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.
Niet van toepassing voor de aanvraag.
Opportuniteitstoets
Planologische toets
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied met landelijk karakter.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover dat deze zaken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling 1773 (034/1480).
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de gewestplanbestemming landelijk woongebied.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
De aanvraag wijkt af van de verkavelingsvoorschriften voor wat betreft het materiaalgebruik voor het bijgebouw en de draadafsluiting. Deze afwijkingen zijn beperkte afwijkingen. Art. 4.4.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt dat na een openbaar onderzoek, beperkte afwijkingen worden toegestaan op stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften met betrekking tot perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen. De gewenste afwijkingen vallen onder de bepalingen van dit artikel. Over de aanvraag werd dan ook een openbaar onderzoek gehouden. Tevens werd een akkoordverklaring van de aanpalende eigenaars aan de aanvraag toegevoegd. Er werden geen bezwaarschriften ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Verordeningen
De aanvraag is in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften uit de geldende verordeningen.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg Rauwelkoven.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing:
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
De aanvraag doorstaat de legaliteitstoets.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening. De aanvraag voorziet in een hemelwaterput van 5000L en een infiltratieput van 1000L en 1,35m². Er wordt hergebruik voorzien van hemelater. De aanvraag is niet gelegen binnen recent overstroomd gebied noch binnen overstromingsgevoelig gebied.
Er kan bijgevolg van uit gegaan worden dat impact hierdoor beperkt wordt en de watertoets doorstaan wordt.
Natuurtoets
De aanvraag is gelegen op ca. 830m van het habitatgebied “Valleigebied van de Klein Nete met brongebieden, moerassen en heide”.
De aanvraag is gelegen op ca. 1960m van het VEN-gebied “Het Geels Gebroekt”.
Het dichtstbijzijnde vogelrichtlijn gebied “De zegge” is gelegen op ca. 2160m van het perceel van de aanvraag.
De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare gewestplanbestemming is bosgebied en bevindt zich op ca. 2000m van het perceel van de aanvraag.
De beperkte omvang van de werken en de grote afstand tot de kwetsbare gebieden maken dat er geen onvermijdbare en onherstelbare schade zal ontstaan op de huidige en toekomstige natuurwaarden in de SBZ gebieden. De natuurtoets wordt doorstaan.
Opportuniteitstoets
Artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) bepaalt dat een aanvraag tot omgevingsvergunning moet worden geweigerd als de aanvraag onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening.
De aspecten ter beoordeling van de goede ruimtelijke ordening staan omschreven in art 4.3.1§2 VCRO. De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt gemaakt via de opportuniteitstoets.
Functionele inpasbaarheid
Het oprichten van een nieuw bijgebouw en de aanleg van een zwembad bij een residentiële woning wijzigen het gebruik van het hoofdgebouw en hoofdfunctie niet. De gewenste constructies sluiten aan bij de functie van het hoofdgebouw en ondersteunen dit. Binnen het woonweefsel waarbinnen het perceel zich bevindt past de aanvraag zich functioneel in.
Mobiliteit
Het voorwerp van de aanvraag heeft geen impact op de mobiliteit van de omgeving. Het zwembad ondersteunt de bestaande residentiële woonfunctie van het gebouw. Er zal geen toename van mobiliteit veroorzaakt worden door uitvoering van de aanvraag. Enkel tijdens de bouwwerken kan een verhoogde mobiliteit ontstaan door aanvoer bouwmateriaal en door de betrokken aannemers. Door de beperkte schaal van de aanvraag zal dit geen impact hebben op de omgeving.
Schaal-ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het bijgebouw heeft een oppervlakte van 22.75m² en een hoogte van 7,5m. Het zwembad heeft een oppervlakte van 42m². De verharding rond het zwembad zal aansluiten op het bestaande terras en blijft beperkt in oppervlakte. Een groot deel van het terrein blijft onverhard en als levend groene tuin fungeren. De oppervlakte van de constructies is in verhouding tot het perceel en overschrijdt de draagkracht van het perceel niet.
Visueel-vormelijk – materiaalgebruik
De verharding rond het zwembad zal uitgevoerd worden in hetzelfde materiaal al het terras.
Het bijgebouw wordt uitgevoerd in een houten gevelbekleding met antraciet schrijnwerk. Dit zijn gangbare materialen voor residentiële gebouwen. Het uitvoeren van de houten gevelbekleding is in strijd met de verkavelingsvoorschriften. Toch is een dergelijk materiaalgebruik duurzaam en esthetisch waardevol. Hout geeft een zachtere uitstraling dan een stenen gebouw en kan als materiaal zeker aanvaard worden.
Voor de erfafsluiting wordt gekozen voor een zwarte gesloten draadafsluiting. Deze wordt 2.30m hoog. Rekening houdende met de perceelsbreedte is deze hoogte aanvaardbaar en zal de afsluiting niet voor een beklemming van het perceel of het aanpalende perceel zorgen.
Hinderaspecten
Enkel tijdens de bouwwerken kan beperkt hinder ontstaan door verhoogde mobiliteit voor de aanvoer van bouwmaterialen en de constructiewerken zelf. De politiecodex legt op dat het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van aard zijn de rust van inwoners te verstoren verboden zijn tussen 22u en 7u. Dit beperkt de hinder tot een aanvaardbaar niveau voor de omwonenden die eventueel kan ontstaan tijdens de constructiewerken.
Bodemreliëf
De werken hebben direct impact op het bodemreliëf. Zowel voor het graven van het zwembad als voor de fundering van het bijgebouw zal de bodem geroerd worden. Deze ingrepen zijn echter lokaal en beperkt in de tijd. Het niveau van het maaiveld zal niet wijzigen op perceelsniveau.
Milieuaspecten
Water
Voor de bouw van zwembad bij een eengezinswoning wordt een bemaling aangevraagd. Bij de aanvraag werd een bemalingsnota toegevoegd. Hieruit blijkt dat gedurende 50 dagen het grondwaterpeil wordt verlaagd tot 2,2 m-mv. Volgens de bemalingsnota zal er 2672 m³ worden opgepompt per jaar en 87 m³ per dag. Gezien het kleine debiet zijn de zettingsrisico’s verwaarloosbaar.
Volgens de ladder van Lansink zal het opgepompte grondwater geloosd worden in de gracht aan de voorkant van het perceel.
Bij de lozing van het effluent in het grachtensysteem zal er een ijzer- en zandvangfilter moeten voorzien worden waarvan de werking door de exploitant verzekerd wordt.
Conform Vlarem II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
Bodem
Binnen de invloedstraal van 105 m ligt er noch een speciale beschermingszone noch een gekende verontreiniging.
Biodiversiteit
Er ligt geen speciale beschermingszone binnen de invloedstraal van de bemaling en er worden dus geen kwetsbare habitatten beïnvloed door de bemaling.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 oktober 2021 tot en met 3 november 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.
Bespreking adviezen
Er werd geen advies gevraagd.
Conclusie
De gemeentelijke omgevingsambtenaar geeft voorwaardelijk gunstig advies over de aanvraag tot omgevingsvergunning van Kaatje Nevelsteen en Filip Wuyts voor het afbreken en herbouwen van een bergplaats, plaatsen van een zwembad en plaatsen van erfafscheiding met bijhorende hemelwaterput en buffervolume, gelegen te Rauwelkoven 148, kadastrale ligging: afdeling 4 sectie E nr. 633N en het plaatsen en exploiteren van een bronbemaling mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
Sectorale voorwaarden
Bijzondere voorwaarden
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgmeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Algemene voorwaarden
Sectorale voorwaarden
Bijzondere voorwaarden
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM zijn van toepassing.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in titel II van het VLAREM. Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Lasten
Niet van toepassing