De aanvraag werd ingediend op 17/09/2021.
Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 02/11/2021 een gunstig advies onder voorwaarden.
De gewestelijk omgevingsambtenaar verleende op 18/11/2021 een vergunning onder voorwaarden:
- De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen:
- De verhardingen moeten uitgevoerd in waterdoorlatende materialen.
- De gevels van het gebouw dienen uitgevoerd in RAL 6010 (grasgroen) of RAL 6002 (loofgroen).
- Aan de rechterzijde en achterzijde van de unit moet een groenzone met streekeigen planten aangelegd worden.
- Met uitzondering van de nutsleidingen en de noodzakelijke beschermende overkappingen, dient de zone links en achter de unit grotendeels vrij te zijn van alle bodemvreemde materialen op het einde van de werken en voor oplevering van de werken. Onder bodemvreemde materialen wordt begrepen: producten die cement bevatten, steenachtige materialen, kunststofproducten. Deze lijst is niet limitatief en ontslaat de aannemer niet van de plicht om andere bodemvreemde materialen te verwijderen uit de werfzone die het gevolg zijn van de werken. Indien tijdens de voorbereidende werken reeds bodemvreemde materialen aangetroffen worden, dient de werfleider de werken op te schorten en het stadsbestuur (openbarewerkenenverkeer@geel.be) hiervan onmiddellijk in kennis te stellen opdat de nodige vaststellingen kunnen gebeuren.
- De okerkleurige zone zal na afloop van de werken gecontroleerd worden op bodemverdichting m.b.v. een penetrometer. De indringingsweerstand mag maximaal 1.5 MPa bedragen. Om bodemverdichting te vermijden, dient betreding met zware machines en voertuigen vermeden te worden. Indien niet vanop een stabiele ondergrond (straat, parking) kan gewerkt worden, dienen rijplaten geplaatst om de druk op de bodem te spreiden.
- Als ondanks de genomen maatregelen de bodem toch verdicht blijkt, dient de aannemer de bodem los te werken. Hierbij is behoud van de bodemstructuur essentieel. De bodem mag dus noch gekeerd, noch vergraven worden. De bodem dient losgewerkt tot op een diepte van min. 60cm. Hiervoor dient het principe van ploffen of luchtinjectie (cfr. principe van drainjet) gebruikt te worden, uitgevoerd door een firma die over de nodige referenties beschikt. Deze referenties dienen te worden voorgelegd op vraag van het stadsbestuur.
- De maximum veilige werkhoogte bedraagt 8,85 meter t.o.v. het referentieniveau =TAW 23.84 de bovenkant van de betonvoet van pyloon 131 (zie de aanduiding op het lengteprofiel in bijlage).
- De bovenvermelde maximum veilige werkhoogte mag men niet overschrijden binnen een strook van 8,75 meter langs weerszijden vanuit de buitenste geleider van de hoogspanningslijn.
- Indien er tijdens de werken gebruik gemaakt wordt van een werfkraan (inclusief giek), betonpomp, hoogwerker of andere hijstoestellen, dan dienen deze zodanig opgesteld en gebruikt te worden dat de veiligheidszones te allen tijde worden gerespecteerd.
- Mocht ten gevolge de door u uit te voeren veiligheidsanalyses en studie betreffende mogelijke alternatieve werkmethoden toch de noodzaak tot buitendienstname blijken, vragen wij u om zo spoedig mogelijk met Elia te overleggen. Elia zal deze vraag analyseren in functie van de situatie van het hoogspanningsnet op de gevraagde tijdstippen, zonder echter een buitendienstname te garanderen. In het geval er een tijdelijke buitendienstname mogelijk is, dient met een minimum aanvraagtermijn van 12 weken rekening gehouden te worden. De criticiteit van de lijn kan ook als gevolg hebben dat de aanvraagtermijn nog veel langer moet zijn of dat er geen buitendienstname mogelijk is.