Terug
Gepubliceerd op 09/12/2021

2021_CBS_03286 - Omgevingsvergunning - (202100496) verbouwen van een woning te Rauwelkoven 115 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 06/12/2021 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Luc Van Laer

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_03286 - Omgevingsvergunning - (202100496) verbouwen van een woning te Rauwelkoven 115 - Vergunning 2021_CBS_03286 - Omgevingsvergunning - (202100496) verbouwen van een woning te Rauwelkoven 115 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 22/12/2021


 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021129773

Dossiernummer gemeente: 202100496

 

De gemeente Geel heeft op 19 augustus 2021 een aanvraag ontvangen voor verbouwen woning. De aanvraag werd op 8 september 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Mevrouw Jorien Mens, wonende te Rauwelkoven 115 te 2440 Geel en de heer Tom Van Laer, wonende te Rauwelkoven 115 te 2440 Geel. 

 

Gegevens van de ligging

Administratieve ligging: Rauwelkoven 115

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie E nr. 712P

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II. 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling. 

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

Het RUP zonevreemde woningen is niet van toepassing. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan Herentals-Mol.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is gedeeltelijk in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (02011) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 14/12/1959.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Huidige aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning, het regulariseren van een bestaand bijgebouw, het afbreken van een bijgebouw in de tuin en het plaatsen van een tijdelijke woonunit.

De huidige uitbouw achter de woning zal worden verwijderd. Er zal een nieuwe uitbouw naar achteren en rechts van de woning geplaatst worden. De woning zal na de verbouwing een bouwdiepte hebben van 14,33 meter. De bouwbreedte zal 13,49 meter bedragen. De nokhoogte zal nog steeds 10,66 meter bedragen. De uitbouw wordt echter afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,60 meter. Er wordt voldoende afstand van de laterale perceelsgrenzen gehouden.

Achter de woning staat een bijgebouw dat geregulariseerd wordt. Dit bijgebouw heeft een bouwbreedte van 6,08 meter. De bouwdiepte bedraagt 12,09 meter. De hoogte bedraagt 2,90 meter. Het geheel is afgewerkt met een plat dak. Het bijgebouw staat ingepland op 1 meter van de linkse perceelsgrens.

Naast het te regulariseren bijgebouw wordt er een tijdelijke woonunit opgericht. Deze wordt ingepland op 2 meter afstand van het bijgebouw. De achtergevels lopen in elkaars verlengde. De woonunit heeft een bouwdiepte van 10,50 meter en een breedte van 4 meter.

Het perceel is 23a32 groot. De onmiddellijke omgeving is gekenmerkt door residentiële lintbebouwing met achterliggende agrarische gebieden. De aanwezige woningen verschillen in bouwstijl en volume.


  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 18 september 2021 t.e.m. 17 oktober 2021. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 8 september 2021 werd er advies gevraagd aan het Departement Landbouw en Visserij. Op 15 september antwoordde het Departement Landbouw en Visserij dat ze geen adviesbevoegdheid hebben in dit dossier.

 

Op 26 oktober 2021 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbare Werken’, als volgt geformuleerd:

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – huishoudelijk afvalwater – hemelwater)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, wel een gracht/ingebuisde gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …), dient voorbehandeld te worden.

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te hergebruiken. Men moet zelf een huisaansluitputje DWA plaatsen op eigen terrein nabij de rooilijn. Dit huisaansluitputje dient van kunststof te zijn, roodbruin met diameter 315mm. 

Als men geen bestaande aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbare werken en verkeer via het contactcentrum Grondgebonden zaken. In dit geval wordt er door Aquafin in opdracht van stad Geel een nieuwe aansluiting gemaakt met huisaansluitputje DWA. Voor deze nieuwe aansluiting dient de aanvrager een retributie te betalen en hij dient een VLARIO-keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L, waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Er is reeds een bestaande septische put met een volume van 3000L aanwezig.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

Men dient te voldoen aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De hemelwaterput, die men volgens plan zal plaatsen, moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding. 
  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet hergebruik voor de toiletten en buitenkranen. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De verplichte infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing/aanleg en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • Het volume dient minimum 4676,35L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,48m² te bedragen. 

Men voorziet een infiltratiegracht met een volume van 4693L en een oppervlakte van 12,36m².  Vanuit de infiltratiegracht wordt geen noodoverloop naar de openbare gracht aangelegd. Dit is een gunstig concept.

Advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte van 6m te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Er is reeds een verharde toegang op openbaar domein van 5m dewelke men lijkt te behouden. 

Als men aanpassingen aan het openbaar domein wil laten uitvoeren, dan dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen de zoneringen 'woongebieden met landelijk karakter' en de 'agrarische gebieden'. Huidige aanvraag voldoet gedeeltelijk aan deze voorschriften. De verbouwing situeert zich binnen het 'woongebied' met landelijk karakter en voldoet aan deze voorschriften. Zowel het te regulariseren bijgebouw als de te plaatsen woonunit liggen gedeeltelijk in beide zoneringen en voldoen niet aan de voorschriften van de 'agrarische gebieden'.

Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de aanvraag gelegen is langs een voldoende uitgeruste openbare weg.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Mer-screening

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

Natuurtoets

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

Erfgoed-/archeologietoets

Niet van toepassing.

Mobiliteit

Huidige aanvraag heeft geen noemenswaardige impact op de lokale mobiliteit.

Toegankelijkheid

Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek, waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.

Decreet grond- en pandenbeleid

Niet van toepassing.

Scheidingsmuren

De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Huidige aanvraag omvat het verbouwen van een eengezinswoning, het regulariseren van een bestaand bijgebouw, het afbreken van een bijgebouw in de tuin en het plaatsen van een tijdelijke woonunit.

De huidige uitbouw achter de woning zal worden verwijderd. Er zal een nieuwe uitbouw naar achteren en rechts van de woning geplaatst worden. De woning zal na de verbouwing een bouwdiepte hebben van 14,33 meter. De bouwbreedte zal 13,49 meter bedragen. De nokhoogte zal nog steeds 10,66 meter bedragen. De uitbouw wordt echter afgewerkt met een plat dak met een hoogte van 3,60 meter. Er wordt voldoende afstand van de laterale perceelsgrenzen gehouden.

Achter de woning staat een bijgebouw dat geregulariseerd wordt. Dit bijgebouw heeft een bouwbreedte van 6,08 meter. De bouwdiepte bedraagt 12,09 meter. De hoogte bedraagt 2,90 meter. Het geheel is afgewerkt met een plat dak. Het bijgebouw staat ingepland op 1 meter van de linkse perceelsgrens.

Naast het te regulariseren bijgebouw wordt er een tijdelijke woonunit opgericht. Deze wordt ingepland op 2 meter afstand van het bijgebouw. De achtergevels lopen in elkaars verlengde. De woonunit heeft een bouwdiepte van 10,50 meter en een breedte van 4 meter.

Het perceel is 23a32 groot. De onmiddellijke omgeving is gekenmerkt door residentiële lintbebouwing met achterliggende agrarische gebieden. De aanwezige woningen verschillen in bouwstijl en volume.

Het perceel is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen binnen de zoneringen 'woongebieden met landelijk karakter' en de 'agrarische gebieden'. Huidige aanvraag voldoet gedeeltelijk aan deze voorschriften. De verbouwing situeert zich binnen het 'woongebied' met landelijk karakter en voldoet aan deze voorschriften. Zowel het te regulariseren bijgebouw als de te plaatsen woonunit liggen gedeeltelijk in beide zoneringen en voldoen niet aan de voorschriften van de 'agrarische gebieden'.

Inzake de regularisatie kan er, mede gelet op het antwoord van het Departement Landbouw en Visserij, afgeweken worden op de voorschriften van het gewestplan.

Inzake de woonunit is het niet opportuun om bewoning in tweede orde op hetzelfde perceel toe te staan. De aanvraag specifieert geen afgebakende periode voor het plaatsen van deze constructie. Het risico dat de bebouwing na de werken nog blijft staan, is reëel.

Bijgevolg is de plaatsing van een tijdelijke woonunit niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

Het verbouwen van de woning en het regulariseren van het bestaande bijgebouw, zijn beide wel inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 18 september 2021 tot en met 17 oktober 2021. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeelt deze als volgt:

  • Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 26 oktober 2021 is voorwaardelijk gunstig.

Het advies van de stadsdienst ‘Openbare Werken’ kan gevolgd worden.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Huidige aanvraag wordt gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig en gedeeltelijk ongunstig geadviseerd.

Het plaatsen van een woonunit wordt ongunstig geadviseerd.

Het verbouwen van een woning en het regulariseren van een bijgebouw wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd.

 

Voorwaarden:

  • Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal en is niet van het ionische type. 

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

  • Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – huishoudelijk afvalwater – hemelwater):

Aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, wel een gracht/ingebuisde gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …), dient voorbehandeld te worden.

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te hergebruiken. Men moet zelf een huisaansluitputje DWA plaatsen op eigen terrein nabij de rooilijn. Dit huisaansluitputje dient van kunststof te zijn, roodbruin met diameter 315mm. 

Als men geen bestaande aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbare werken en verkeer via het contactcentrum Grondgebonden zaken. In dit geval wordt er door Aquafin in opdracht van stad Geel een nieuwe aansluiting gemaakt met huisaansluitputje DWA. Voor deze nieuwe aansluiting dient de aanvrager een retributie te betalen en hij dient een VLARIO-keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Er is reeds een bestaande septische put met een volume van 3000L aanwezig.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

Men dient te voldoen aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De hemelwaterput, die men volgens plan zal plaatsen, moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding. 
  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet hergebruik voor de toiletten en buitenkranen. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De verplichte infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing/aanleg en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • Het volume dient minimum 4676,35L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,48m² te bedragen. 

Men voorziet een infiltratiegracht met een volume van 4693L en een oppervlakte van 12,36m².  Vanuit de infiltratiegracht wordt geen noodoverloop naar de openbare gracht aangelegd. Dit is een gunstig concept.

Voorwaarden advies toegang tot het perceel:

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte van 6m te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Er is reeds een verharde toegang op openbaar domein van 5m dewelke men lijkt te behouden. 

Als men aanpassingen aan het openbaar domein wil laten uitvoeren, dan dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Lasten

Niet van toepassing

 



Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist het verbouwen van een woning en het regulariseren van een bijgebouw goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

Voorwaarden:

  • Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type. 

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

  • Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – huishoudelijk afvalwater – hemelwater):

Aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, wel een gracht/ingebuisde gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …), dient voorbehandeld te worden.

Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te hergebruiken. Men moet zelf een huisaansluitputje DWA plaatsen op eigen terrein nabij de rooilijn. Dit huisaansluitputje dient van kunststof te zijn, roodbruin met diameter 315mm. 

Als men geen bestaande aansluiting terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbare werken en verkeer via het contactcentrum Grondgebonden zaken. In dit geval wordt er door Aquafin in opdracht van stad Geel een nieuwe aansluiting gemaakt met huisaansluitputje DWA. Voor deze nieuwe aansluiting dient de aanvrager een retributie te betalen en hij dient een VLARIO-keuring van de privéwaterafvoer te laten uitvoeren.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L, waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Er is reeds een bestaande septische put met een volume van 3000L aanwezig.

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning, wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

Men dient te voldoen aan de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

De hemelwaterput, die men volgens plan zal plaatsen, moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding. 
  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van hergebruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet hergebruik voor de toiletten en buitenkranen. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De verplichte infiltratievoorziening  moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing/aanleg en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • Het volume dient minimum 4676,35L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,48m² te bedragen. 

Men voorziet een infiltratiegracht met een volume van 4693L en een oppervlakte van 12,36m². Vanuit de infiltratiegracht wordt geen noodoverloop naar de openbare gracht aangelegd. Dit is een gunstig concept.

Voorwaarden advies toegang tot het perceel:

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte van 6m te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). Er is reeds een verharde toegang op openbaar domein van 5m dewelke men lijkt te behouden. 

Als men aanpassingen aan het openbaar domein wil laten uitvoeren, dan dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Artikel 3

Het college van burgemeester en schepenen beslist het plaatsen van een tijdelijke woonunit te weigeren omwille van de volgende redenen: 

Het is niet opportuun om bewoning in tweede orde op hetzelfde perceel toe te staan. De aanvraag specifieert geen afgebakende periode voor het plaatsen van deze constructie. Het risico dat de bebouwing na de werken nog blijft staan, is reëel.

Bijgevolg is de plaatsing van een tijdelijke woonunit niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.