Terug
Gepubliceerd op 12/05/2021

2021_CBS_01363 - Omgevingsvergunning - het kappen van zes bomen langs Papenhoeven z/n, kadastraal gekend 4de afdeling sectie E nr. 814 (202100140 HAS , NV) - Weigering

College van Burgemeester en Schepenen
ma 10/05/2021 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Marleen Verboven; Bart Julliams; Ben Van Looveren; Marlon Pareijn; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_01363 - Omgevingsvergunning - het kappen van zes bomen langs Papenhoeven z/n, kadastraal gekend 4de afdeling sectie E nr. 814 (202100140 HAS , NV) - Weigering 2021_CBS_01363 - Omgevingsvergunning - het kappen van zes bomen langs Papenhoeven z/n, kadastraal gekend 4de afdeling sectie E nr. 814 (202100140 HAS , NV) - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 10/5/2021

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021039209

Dossiernummer gemeente: 202100140

 

De gemeente Geel heeft op 03/03/2021 een aanvraag Aanvraag omgevingsproject ontvangen voor het vellen van bomen. De aanvraag werd op 17/03/2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Rudy Holtappels 

Kleine Puttingbaan 6 te 2560 Nijlen

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Papenhoeven 0 te 2440 Geel

Kadastrale ligging: Afdeling 13374, sectie E, perceel 814_

 

Verslag

 

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 

bestemming: agrarische gebieden

 

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

 

De aanvraag is niet gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing.

 

Verordeningen

  • Hemelwaterputten (gewestelijk)
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - parkeervoorzieningen
  • Toegankelijkheid (gewestelijk)
  • Weekendverblijven (gewestelijk)
  • Wegen voor voetgangersverkeer (gewestelijk)

 

  1. Historiek

Aanvulling historiek

///

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het vellen van bomen

Type handelingen: stedenbouwkundige handelingen

 

De aanvraag betreft het vellen van 6 bomen.

 

Langs de oostelijke en zuidelijke zijde van het perceel bevindt zich een houtkant. De zuiderburen van dit perceel verzoeken om veiligheidsredenen een zestal bomen te verwijderen die zich nabij de perceelsgrens bevinden en een potentieel gevaar vormen voor hun woning en garage.

 

  1. Openbaar onderzoek

de aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 17/03/2021 werd advies gevraagd aan geel - wonen en leefomgeving.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

 

Planologische toets

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 m en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken.

Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend.

Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Mer-screening

///

Natuurtoets

///

Erfgoed-/archeologietoets

///

Mobiliteit

///

Toegankelijkheidstoets

///

Decreet grond- en pandenbeleid

///

Scheidingsmuren

///

Milieuaspecten

///

 

Goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is niet inpasbaar in de omgeving en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er werd geen openbaar onderzoek gehouden

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van volgende adviezen:

Het advies van geel - wonen en leefomgeving afgeleverd op 26/04/2021 is  ongunstig

Opmerkingen adviezen:

Uit de argumentatie blijkt dat de naburige eigenaars vrezen dat hun eigendom kan beschadigd worden door de aanwezigheid van de bomen. 

Art. 14 van 21 OKTOBER 1997. - Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu zegt het volgende: 1 § 1. Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die manueel, met mechanische middelen of [pesticiden] en met vaste of mobiele geluidsbronnen ingrijpt op of in de onmiddellijke omgeving van natuurlijke en deels natuurlijke habitats of ecosystemen, op waterrijke gebieden, op natuurlijke en halfnatuurlijke vegetaties, op wilde inheemse fauna of flora of trekkende wilde diersoorten of hun respectieve habitats of leefgebieden, of op kleine landschapselementen, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat deze habitats, ecosystemen, waterrijke gebieden, vegetaties, fauna, flora of kleine landschapselementen daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. Op basis van het aangeleverde fotomateriaal, de boomgrootte/leeftijd kan niet worden geconcludeerd dat er sprake is van een potentieel risico. Het risico op een ongeval kan tot een strikt minimum herleid worden, mits de nodige zorg. Het is aan de eigenaar om zorg te dragen voor deze waardevolle bomen. Deze zorg omvat o.a. het beschermen van de bomen, door minstens de boomstammen uit te rasteren, zodat de paarden noch de stam, noch de stamvoet, kunnen beschadigen. Het zorg dragen voor de bomen impliceert eveneens een periodiek nazicht, dat best gebeurt door iemand die hiervoor opgeleid en gekwalificeerd is. Bij gebeurlijke ongevallen kan de aanvrager verwijzen naar deze controles en op die manier aantonen dat hij heeft zorg gedragen voor de bomen. Het verwijderen van dood hout uit de kruin behoort eveneens tot het reguliere onderhoud. Deze zorg volstaat om vermijdbare schade ook effectief te vermijden. Als uit een gedocumenteerd verslag van een gekwalificeerd vakman mocht blijken dat er een reëel gevaar is, kan een aanvraag anders beoordeeld worden.

 

Conclusie

Ongunstig omwille van volgende redenen:

 

Het ongunstig advies van de groenambtenaar dd 26/4/2021 wordt gevolgd:

Uit de argumentatie blijkt dat de naburige eigenaars vrezen dat hun eigendom kan beschadigd worden door de aanwezigheid van de bomen. 

Art. 14 van 21 OKTOBER 1997. - Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu zegt het volgende: 1 § 1. Iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die manueel, met mechanische middelen of [pesticiden] en met vaste of mobiele geluidsbronnen ingrijpt op of in de onmiddellijke omgeving van natuurlijke en deels natuurlijke habitats of ecosystemen, op waterrijke gebieden, op natuurlijke en halfnatuurlijke vegetaties, op wilde inheemse fauna of flora of trekkende wilde diersoorten of hun respectieve habitats of leefgebieden, of op kleine landschapselementen, en die weet of redelijkerwijze kan vermoeden dat deze habitats, ecosystemen, waterrijke gebieden, vegetaties, fauna, flora of kleine landschapselementen daardoor kunnen worden vernietigd of ernstig geschaad, is verplicht om alle maatregelen te nemen die redelijkerwijze van hem kunnen worden gevergd om de vernietiging of de schade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. Op basis van het aangeleverde fotomateriaal, de boomgrootte/leeftijd kan niet worden geconcludeerd dat er sprake is van een potentieel risico. Het risico op een ongeval kan tot een strikt minimum herleid worden, mits de nodige zorg. Het is aan de eigenaar om zorg te dragen voor deze waardevolle bomen. Deze zorg omvat o.a. het beschermen van de bomen, door minstens de boomstammen uit te rasteren, zodat de paarden noch de stam, noch de stamvoet kunnen beschadigen. Het zorg dragen voor de bomen impliceert eveneens een periodiek nazicht, dat best gebeurt door iemand die hiervoor opgeleid en gekwalificeerd is. Bij gebeurlijke ongevallen kan de aanvrager verwijzen naar deze controles en op die manier aantonen dat hij heeft zorg gedragen voor de bomen. Het verwijderen van dood hout uit de kruin behoort eveneens tot het reguliere onderhoud. Deze zorg volstaat om vermijdbare schade ook effectief te vermijden. Als uit een gedocumenteerd verslag van een gekwalificeerd vakman mocht blijken dat er een reëel gevaar is, kan een aanvraag anders beoordeeld worden.

 

Lasten

///

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren omwille van volgende redenen:

Het in dit besluit geformuleerd ongunstig advies van de groenambtenaar dd 26/4/2021 wordt integraal gevolgd. Uit de argumentatie van de aanvrager blijkt immers dat de naburige eigenaars vrezen dat hun eigendom kan beschadigd worden door de aanwezigheid van de bomen. Dit volstaat echter niet om het verwijderen van de bomen te verantwoorden. Het natuurdecreet en de hierin vervatte algemene voorzorgplicht vereisen dat de eigenaar van de bomen alle mogelijke maatregelen neemt om natuurschade te voorkomen, te beperken of indien dit niet mogelijk is, te herstellen. Het is daarom aan de eigenaar om de nodige zorgen te bieden aan de bomen, zoals voorgesteld door de groenambtenaar, zodat een ongeval en schade kan vermeden worden. Als uit een gedocumenteerd verslag van een gekwalificeerd vakman mocht blijken dat er een reëel gevaar is ingevolge de toestand van de bomen en eventuele schade onmogelijk kan vermeden worden, kan een aanvraag tot het vellen van de bomen mogelijk anders beoordeeld worden.