Terug
Gepubliceerd op 20/07/2021

2021_CBS_02070 - Omgevingsvergunning (202100272 krv) voor het oprichten van een woning gelegen Mon Van Genechtenstraat 6. - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 19/07/2021 - 13:00 1.14
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams; Ben Van Looveren; Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2021_CBS_02070 - Omgevingsvergunning (202100272 krv) voor het oprichten van een woning gelegen Mon Van Genechtenstraat 6. - Vergunning 2021_CBS_02070 - Omgevingsvergunning (202100272 krv) voor het oprichten van een woning gelegen Mon Van Genechtenstraat 6. - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 24/07/2021

 

 

 

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021068367

Dossiernummer gemeente: 202100272

 

De gemeente Geel heeft op 26 april 2021 een aanvraag ontvangen voor het oprichten van een gekoppelde woning. De aanvraag werd op 25 mei 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Patrick Delbaen wonende te Rijn 25/Q te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Mon Van Genechtenstraat 6

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 2273B

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling dossier 2088 – lot 2

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in de behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling 2088 – lot 2. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van deze verkaveling.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Verkavelingsvergunning (2088) voor 43 loten voor ééngezinswoningen - goedgekeurd op 15/10/2015.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag volgens de architect

De aanvraag betreft de oprichting van een ééngezinswoning.

Het perceel maakt deel uit van een recent vergunde verkaveling.

De aanvraag voldoet aan de voorwaarden van de verkaveling.

Er wordt geen afbreuk gedaan aan de woonkwaliteit van de aanpalenden.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan.

De aanvraag is qua karakter verenigbaar met de onmiddellijke omgeving en brengt de goede ruimtelijke ordening niet in het gedrang.

 

De ééngezinswoning wordt ingeplant in de daarvoor voorziene bouwzone.

De bouwdiepte van de woning bedraagt 12,00 meter. De breedte bedraagt 7,50 meter.

Tegen de rechterzijgevel wordt er een garage voorzien met een diepte van 6,00 meter en een breedte van 3,00 meter.

De woning met garage heeft een totale oppervlakte van 108,00m²

Verder omvat de voorliggende aanvraag het aanleggen van een terras achteraan de woning met een oppervlakte van 20,85m² en een inrit in waterdoorlatende klinkers met een oppervlakte van 25,57m².

 

De ééngezinswoning wordt voorzien in een lichte beige gevelsteen in combinatie met een donkergrijze gevelsteen. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in donker aluminium.

De woning wordt voorzien van een schuin dak met donkere leien als dakbedekking.

De kroonlijsthoogte bedraagt 6,50 meter en de totale hoogte bedraagt 10,75 meter ten opzichte van de berm.

 

 

 

Het ontwerp

Deze aanvraag stelt de oprichting voor van een gekoppelde woning tegen de linker perceelsgrens met een garage in de rechter bouwvrije zijtuinstrook, zoals voorgeschreven in het kavelpaspoort.

 

De woning heeft een gevelbreedte van 7,5 meter en een bouwdiepte van 12 meter op het gelijkvloers en op de verdieping. De kroonlijsthoogte is 6,5 meter, de nokhoogte bedraagt 10,75 meter. De woning wordt opgericht in een beige gevelsteen, donkere aluminium ramen en deuren en voor de dakbedekking worden donkere leien voorzien.

Het terras ter hoogte van de achtergevel wordt verhard over een oppervlakte van 20,85 m². De oprit naar de garage wordt verhard in waterdoorlatende klinkers over een oppervlakte van 25,57 m².

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 31 mei 2021 werd advies gevraagd aan de dienst Openbare Werken. Op 18 juni 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Mon Van Genechtenstraat).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en cafÉ, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat. § 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente. § 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiËle waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen. § 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing : 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Scheidingsmuren

De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 18 juni 2021 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

Stedenbouwkundig Advies

Gunstig met voorwaarden

 

De woning met garage dient ingeplant zoals voorgesteld op de goedgekeurde plannen. Nota wordt genomen van een 2de parkeerplaats in de rechter bouwvrije zijtuinstrook.

 

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.

 

 

Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.

 

De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.

 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

 

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De huisaansluitputjes zijn al aanwezig op het perceel.

 

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

 

We adviseren om voor het afvalwater een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) te voorzien tot buiten de woning. Men voorziet dan best ook een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

 

Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.

 

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

 

De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.

 

Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet dit volume.

 

Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.

 

De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 1 toilet en een buitenkraan.

 

De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

 

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

 

Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 1200L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,92m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 1800L en een oppervlakte van 4,8m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare RWA-leiding. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

 

De bouwheer dient zich te houden aan de voorziene toegang aan de rechterkant van het perceel. De toegangsbreedte wordt voorzien op 3m.

 

De aanpassing van het openbaar domein (verharding van de berm met grasdallen) dient men aan te vragen. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

De kosten voor de aanleg in grasdallen is reeds betaald door de projectontwikkelaar.

 

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 26 cm boven de as van de weg.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
 

De woning met garage dient ingeplant zoals voorgesteld op de goedgekeurde plannen. Nota wordt genomen van een 2de parkeerplaats in de rechter bouwvrije zijtuinstrook.


De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.



Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. 


De bouwheer dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn. 


De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.


De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. De huisaansluitputjes zijn al aanwezig op het perceel.


Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.


We adviseren om voor het afvalwater een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) te voorzien tot buiten de woning. Men voorziet dan best ook een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.


Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.


De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:


De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.


Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. De bouwheer voorziet dit volume.


Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.


De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. De bouwheer voorziet herbruik voor 1 toilet en een buitenkraan.


De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.


De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:


Het volume van de infiltratievoorziening dient minimum 1200L te bedragen en  de infiltratieoppervlakte minimum 1,92m². De bouwheer voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 1800L en een oppervlakte van 4,8m². Men voorziet een noodoverloop naar de openbare RWA-leiding. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.


Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.


De bouwheer dient zich te houden aan de voorziene toegang aan de rechterkant van het perceel. De toegangsbreedte wordt voorzien op 3m. 


De aanpassing van het openbaar domein (verharding van de berm met grasdallen) dient men aan te vragen. Dit kan online via www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein.

De kosten voor de aanleg in grasdallen is reeds betaald door de projectontwikkelaar.



Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.


Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.


Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.


De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 26 cm boven de as van de weg.