Terug
Gepubliceerd op 06/09/2022

2022_CBS_02311 - Omgevingsvergunning - het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande woning, oprichten bijgebouw en aanleg zwembad langs Laar 126 (202200274SS) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 05/09/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

vera celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; luc van laer; francois mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

francois mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

vera celis
2022_CBS_02311 - Omgevingsvergunning - het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande woning, oprichten bijgebouw en aanleg zwembad langs Laar 126 (202200274SS) - Vergunning 2022_CBS_02311 - Omgevingsvergunning - het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande woning, oprichten bijgebouw en aanleg zwembad langs Laar 126 (202200274SS) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 09/09/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022067164

Dossiernummer gemeente: 202200274

 

De gemeente Geel heeft op 27 mei 2022 een aanvraag ontvangen voor het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande woning, oprichten bijgebouw en aanleg zwembad. De aanvraag werd op 18 juli 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Elke Peeters wonende te Laar 126 te 2440 Geel en de heer Jef Van Doninck wonende te Laar 126 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Laar 126

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1349H

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg St.-Dimphnaplein goedgekeurd op 6 december 2000

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het ontwerp

De aanvraag handelt over het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande woning, regulariseren van een bijgebouw en de aanleg openlucht zwembad.

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 11/08/1986 een vergunning voor het oprichten van de woning.

De bestaande woning werd ingeplant en uitgevoerd conform de vergunning met een bouwbreedte van 14,75 meter en bouwdiepte van 17 meter. De bestaande voorgevelbouwlijn ligt op 10 meter achter de rooilijn.

Het betrokken perceel situeert zich in het BPA St.Dympnaplein strook C2 1SDit BPA  is van latere datum als de oorspronkelijke vergunning. In het BPA ligt de voorgevelbouwlijn op 7 meter achter de rooilijn en is de bouwstrook 17 meter diep. Met als gevolg dat de woning achteraan 1,95 meter buiten de bouwstrook valt en er een afwijkende bouwdiepte ontstaat.

De aangevraagde uitbreiding valt binnen de maximaal toegelaten bouwstrook en respecteert de voorgevelbouwlijn, op 7 meter achter de rooilijn wordt een fietsenstalling voorzien.

De voorgevel van de woning situeert zich op 9,60 meter achter de rooilijn.

Rechts vooraan wordt de woning uitgebreid met een praktijkruimte, tot op minimum 3 meter van de rechter perceelsgrens. Aan de rechterkant met een eetkamer en een keuken, tot op 3,05 meter van de linker perceelsgrens.

De dubbele, inpandige garage wordt gereduceerd en terug gebracht naar een enkele.

Na uitvoering der werken bedraagt de bouwbreedte 20,05 meter, de bouwdiepte 19,95 meter.

Het bestaande hellend dak met nokhoogte 8,07 meter wordt opgetrokken tot 10,93 meter, de uitbreidingen hebben een variabel nokhoogte met noklijn zowel dwars als evenwijdig op de wegas.

De uitbreiding aan de rechter kant wordt deels uitgevoerd met plat dak over één bouwlaag.

De verdieping wordt heringedeeld en uitgebreid met sanitair en slaapkamers.

De bestaande woning wordt afgewerkt met een witte gevelbepleistering, de uitbreiding is voorzien in handvorm gevelsteen met plint in blauwe hardsteen. Deels een gevelbekleding in hout natuurkleur en deels in hardboardmateriaal in grijze kleur. Buitenschrijnwerk ramen in grijs aluminium, deuren in hout natuurkleurig. Dakbedekking rood-bruine tegeldakpan en blauw gesmoorde golvende kleidakpan.

In de achtertuin staat een bijgebouw op 31,30 meter achter de achtergevelbouwlijn, op minimum 3 meter van de linker perceelsgrens. Het bijgebouw heeft een bouwbreedte van 5,55 meter en bouwdiepte van 8,40 meter, de oppervlakte bedraagt 40m². Uitgevoerd met hellend dak met kroonlijst 1,90/2,10 meter en nokhoogte 3,90/4,10 meter. Gevels in hout.

De bestaande oprit in kasseien wordt uitgebroken en vervangen door twee opritten van elk 3 meter in een waterdoorlatende verharding. In de zijtuinstrook is voorzien dat er 2 parkeerplaatsen aangelegd en 1 parkeerplaats in de voortuinstrook. Het percentage verharding in de voortuin bedraagt ca. 30%. Het bestaande terras in blauwe hardsteen blijft behouden en uitgebreid met 9,45m², de totale oppervlakte van het terras bedraagt 57,15m² en staat in verhouding met de perceelsoppervlakte van 1975m².

In de strook voor binnenplaatsen en tuinen wordt een zwembad in openlucht aangelegd van 10 x 4 meter met daarrond een boordsteen.

Er worden geen bomen gerooid nog terreinophogingen uitgevoerd.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 27 juli 2022 werd het advies ontvangen van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

Beste,

 

Gelieve in bijlage ons advies te willen vinden.

 

Met vriendelijke groeten

Brandweer zone Kempen - Dienst Preventie

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

Op 24 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel en een aparte RWA-leiding aanwezig op openbaar domein.

Men dient de bestaande aansluiting met huisaansluitputjes te herbruiken:

  • Het RWA-huisaansluitputje bevindt zich op ongeveer 10m vanaf de linkerperceelsgrens gemeten (links van de bestaande zwarte brievenbus).
  • Het DWA-huisaansluitputje bevindt zich aan de rechterzijde van het perceel, ongeveer op 6m50 van de rechterperceelsgrens.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is.

Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is:

  • niet van toepassing op het bijgebouw. De horizontale dakoppervlakte is kleiner dan 40m². Het hemelwater kan ter plaatse infiltreren.
  • van toepassing op de verbouwing van de woning. Men is niet verplicht om bij deze verbouwing een hemelwaterput te plaatsen. Men is wel verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen.
  • van toepassing op het zwembad. Een zwembad moet beschouwd worden als een verharding. Volgens het inplantingsplan is het zwembad groter dan 40m² en valt het onder de verordening. Als er een overloop wordt voorzien, moet dit worden aangesloten op het RWA-tracé, de filter op het DWA-tracé. Als het om een gecombineerd systeem gaat, dan dient men de overloop aan te sluiten op het DWA-tracé.

Hemelwaterput

Men plaatst toch een hemelwaterput in functie van herbruik wat een zeer gunstig principe is.

De hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet een volume van 10.000L.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor 1 toilet en 1 buitenkraan. Gezien de grootte van de hemelwaterput en gezien de grootte van de afwaterende oppervlakte, is het aangewezen om ook de andere toiletten van de woning mee aan te sluiten op de pomp. Op deze manier wordt er meer ingezet op het herbruik.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

Infiltratievoorziening

Dimensionering

  • De verhardingen die in waterdoorlatend materiaal worden uitgevoerd en de niet-waterdoorlatende verhardingen die kunnen afwateren naar groenzone moeten niet mee gerekend worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening.
  • Als men een hemelwaterput plaatst, mag men 60m² in mindering brengen.
  • De oppervlakte van een zwembad/zwemvijver met verharde wanden moet in rekening gebracht worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening als de oppervlakte groter is dan 40m² en aangesloten wordt op de openbare riolering.

Voorwaarden

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Dimensionering infiltratievoorziening zonder aansluiting van zwembad:
    • Het volume dient minimum 4412L te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,0592m² te bedragen.
  • Dimensionering infiltratievoorziening met aansluiting van zwembad
    • Het volume dient minimum 5593,25L te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 8,9492m² te bedragen.

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 4810L en een oppervlakte van 8,34m² wat in het eerste geval (zonder zwembad) voldoet, maar niet in het tweede geval (met zwembad).

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.

Advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren. Per perceel mogen er 2 toegangen voorzien worden die tezamen de maximale breedte van 6m niet overschrijden.

Op het inplantingsplan wenst men 2 toegangen van elk 3m de voorzien, wat kan worden toegestaan.

Normaal gezien moeten er geen aanpassingen van het openbaar domein te gebeuren. Voor eventuele aanpassingen dient men een aanvraag te doen. Men mag de aanpassingen niet zelf uitvoeren. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 

Niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toegankelijkheid

“Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.”

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag voorziet het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande eengezinswoning gelegen aan de Laar, een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:

 

1. Functionele inpasbaarheid

2. Mobiliteitsimpact

3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

4. Visueel-vormelijke elementen

5. Cultuurhistorische aspecten

6. Bodemreliëf

7. Hinderaspecten

8. Conclusie

 

1. Functionele inpasbaarheid

De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming woongebied. De aangevraagde werken zijn toegelaten binnen woongebied en stroken met de bestemming volgend uit het  geldende bijzonder plan van aanleg, waardoor de aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.

2. Mobiliteitsimpact

De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit.

Op het eigen terrein worden 3 parkeerplaatsen plus een inpandige garage voorzien, de bestemming van eengezinswoning blijft met als complementaire, ondergeschikte functie een medisch expertise kantoor. De oppervlakte bedraagt 40,05m², patiënten komen enkel op afspraak

 

3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet het verbouwen en uitbreiden van een bestaande vrijstaande woning. Gezien de BPA voorschriften de goede ruimtelijke ordening weerspiegelen, strookt de aanvraag qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid met de goede ruimtelijke ordening.

De aanvraag is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.  

 

4. Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voorziet het gebruik van duurzame en kwalitatieve materialen. Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

5. Cultuurhistorische elementen

Niet van toepassing.

 De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.

 

6. Bodemreliëf

De aanvraag voorziet geen reliëfwijziging, het bestaande maaiveld behouden.

 

7. Hinderaspecten

Er wordt geen bijkomende hinder voorzien.

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

8.  Conclusie

Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig  verenigbaar met de omgeving.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 27 juli 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 24 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

  

De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd en ingeplant overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

De bestemming is eengezinswoning met complementaire, ondergeschikte nevenfunctie (medische expertise) die kleiner is dan 100m².

“Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.”

 

Gevolg dient gegeven aan het advies van de stedelijke brandweer d.d. 25/07/2022 ref BWDP/2022-0192/001/01/BCO.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

De bestaande vloerpas van de woning blijft behouden.

 

Men dient de bestaande aansluiting met huisaansluitputjes te herbruiken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening.

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is:

  • van toepassing op de verbouwing van de woning. Men is niet verplicht om bij deze verbouwing een hemelwaterput te plaatsen. Men is wel verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen.
  • van toepassing op het zwembad. Een zwembad moet beschouwd worden als een verharding. Volgens het inplantingsplan is het zwembad groter dan 40m² en valt het onder de verordening. Als er een overloop wordt voorzien, moet dit worden aangesloten op het RWA-tracé, de filter op het DWA-tracé. Als het om een gecombineerd systeem gaat, dan dient men de overloop aan te sluiten op het DWA-tracé.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De oppervlakte van een zwembad/zwemvijver met verharde wanden moet in rekening gebracht worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening als de oppervlakte groter is dan 40m² en aangesloten wordt op de openbare riolering.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Dimensionering infiltratievoorziening zonder aansluiting van zwembad:
    • Het volume dient minimum 4412L te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,0592m² te bedragen.
  • Dimensionering infiltratievoorziening met aansluiting van zwembad
    • Het volume dient minimum 5593,25L te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 8,9492m² te bedragen.

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

In het beleidsplan Ruimte van stad Geel wordt hard ingezet op klimaatadaptiviteit:

Onder invloed van een veranderend klimaat zullen we in Vlaanderen steeds vaker te maken krijgen met warmere zomers, daling van de grondwatertafel, hevige stortbuien, veranderingen in vegetatietypes, verlies aan biodiversiteit, groeiende kans op (tropische ziektes) enz. Er dient dus te worden ingezet op een meer klimaatbestendige inrichting.

Eén van de maatregelen waarop wordt ingezet is de beperking van de oppervlakte verharding zowel op het openbaar als op het privéterrein.

Omwille van deze reden dienen alle verhardingen , behoudens het terras uitgevoerd worden in waterdoorlatend materiaal zowel in fundering als in toplaag.

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren, onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving. Per perceel mogen er 2 toegangen voorzien worden die tezamen de maximale breedte van 6m niet overschrijden.

 

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. Men mag deze zelf niet uitvoeren. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Er worden geen bomen gerooid, noch terreinophogingen uitgevoerd. De eigenaar van het hoger gelegen erf mag niets doen waardoor de erfdienstbaarheid van een lager gelegen erf verzwaard wordt door wateroverlast.

 

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.

De werken dienen uitgevoerd en ingeplant overeenkomstig het goedgekeurde dossier.

De bestemming is eengezinswoning met complementaire, ondergeschikte nevenfunctie (medische expertise) die kleiner is dan 100m².

“Het project moet volledig conform de Vlaamse stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid worden gerealiseerd. Deze kan u nalezen op www.toegankelijkgebouw.be.”

 

Gevolg dient gegeven aan het advies van de stedelijke brandweer d.d. 25/07/2022 ref BWDP/2022-0192/001/01/BCO.

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
 Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.

 

De bestaande vloerpas van de woning blijft behouden.

 

Men dient de bestaande aansluiting met huisaansluitputjes te herbruiken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het bestaande huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. 

De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het bestaande huisaansluitputje DWA. 

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is:

  • van toepassing op de verbouwing van de woning. Men is niet verplicht om bij deze verbouwing een hemelwaterput te plaatsen. Men is wel verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen. 
  • van toepassing op het zwembad. Een zwembad moet beschouwd worden als een verharding. Volgens het inplantingsplan is het zwembad groter dan 40m² en valt het onder de verordening. Als er een overloop wordt voorzien, moet dit worden aangesloten op het RWA-tracé, de filter op het DWA-tracé. Als het om een gecombineerd systeem gaat, dan dient men de overloop aan te sluiten op het DWA-tracé. 

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. 
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De oppervlakte van een zwembad/zwemvijver met verharde wanden moet in rekening gebracht worden bij de dimensionering van de infiltratievoorziening als de oppervlakte groter is dan 40m² en aangesloten wordt op de openbare riolering.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand. 
  • Dimensionering infiltratievoorziening zonder aansluiting van zwembad:
    1. Het volume dient minimum 4412L te bedragen. 
    2. De infiltratieoppervlakte dient minimum 7,0592m² te bedragen. 
  • Dimensionering infiltratievoorziening met aansluiting van zwembad
    1. Het volume dient minimum 5593,25L te bedragen. 
    2. De infiltratieoppervlakte dient minimum 8,9492m² te bedragen. 

 

Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.

 

Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.

In het beleidsplan Ruimte van stad Geel wordt hard ingezet op klimaatadaptiviteit:

Onder invloed van een veranderend klimaat zullen we in Vlaanderen steeds vaker te maken krijgen met warmere zomers, daling van de grondwatertafel, hevige stortbuien, veranderingen in vegetatietypes, verlies aan biodiversiteit, groeiende kans op (tropische ziektes) enz. Er dient dus te worden ingezet op een meer klimaatbestendige inrichting.

Eén van de maatregelen waarop wordt ingezet is de beperking van de oppervlakte verharding zowel op het openbaar als op het privéterrein.

Omwille van deze reden dienen alle verhardingen , behoudens het terras uitgevoerd worden in waterdoorlatend materiaal zowel in fundering als in toplaag.

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren, onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving. Per perceel mogen er 2 toegangen voorzien worden die tezamen de maximale breedte van 6m niet overschrijden.

 

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. Men mag deze zelf niet uitvoeren. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Er worden geen bomen gerooid, noch terreinophogingen uitgevoerd. De eigenaar van het hoger gelegen erf mag niets doen waardoor de erfdienstbaarheid van een lager gelegen erf verzwaard wordt door wateroverlast.