Terug
Gepubliceerd op 06/09/2022

2022_CBS_02305 - Omgevingsvergunning - aanleggen van een influentbuffer en grindstrook en de uitbreiding van een klasse 1 inrichting langs Cipalstraat 1, 8, 12, 14 en 16 (202200393NV) - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 05/09/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

vera celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; luc van laer; francois mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

francois mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

vera celis
2022_CBS_02305 - Omgevingsvergunning - aanleggen van een influentbuffer en grindstrook en de uitbreiding van een klasse 1 inrichting langs Cipalstraat 1, 8, 12, 14 en 16 (202200393NV) - Advies 2022_CBS_02305 - Omgevingsvergunning - aanleggen van een influentbuffer en grindstrook en de uitbreiding van een klasse 1 inrichting langs Cipalstraat 1, 8, 12, 14 en 16 (202200393NV) - Advies

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 5/9/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022082080

Dossiernummer gemeente: 202200393Inrichtingsnummer: 20210205-0040

 

De deputatie heeft op 15 juli 2022 een aanvraag ontvangen voor aanleggen van een influentbuffer en grindstrook en de uitbreiding van een klasse 1 inrichting. De aanvraag werd op 10 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard. Op 10 augustus vraagt de deputatie aan de stad Geel om hun advies

 

Gegevens van de aanvrager

GENZYME FLANDERS BV gevestigd te Cipalstraat 8 te 2440 Geel


Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Cipalstraat 1, 8, 12, 14 en 16

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nrs. 44G en 51D

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut

In dit gebied mogen de werken en handelingen worden uitgevoerd die noodzakelijk zijn voor  de instandhouding en gezondmaking van het bestaande gebouwencomplex in functie van de  bestemming en gebruik als openbare gemeenschapsvoorziening. Uitbreiding of afbraak, zij het  gedeeltelijk, gevolgd door nieuwbouw is niet toegelaten.  Bij afbraak van het bestaande gebouwencomplex krijgen de gronden de bestemming van  natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat zoals aangegeven in artikel 13,  4.3.2. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de  toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen en worden de voorschriften van  toepassing die gelden voor deze bestemming.

parkgebied

De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Genzyme goedgekeurd op 27 september 2012gelegen in Buffer

 

Buffer R14

 

Park

 

Technologiezone

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 201800250/OMV_2018082418 voor omgevingsaanlegwerken sanofi goedgekeurd op 13/12/2018.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00388) voor regulariseren van wijzigingen aan de bouw van een buffertank, een membraanreactor, datacenter, voorzieningen voor randapparatuur en verharding rondom de voorzieningen - goedgekeurd op 06/02/2017.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00193) voor uitbreiden van het bestaand gebouw nr 8200 admin/qc met laboruimten en kantoren - goedgekeurd op 12/08/2016.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00058) voor bouwen van buffertank en aanpassing waterzuivering - goedgekeurd op 25/04/2016.
  • Milieuvergunning 2016/V1/01123 voor farmaceutisch bedrijf - goedgekeurd op 26/01/2017.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het uitbreiden van een bestaand influentbuffer, het verwijderen en aanleggen van een grindstrook en het verwijderen van de gevelbekleding.

 

Om wijzigingen in de productie beter op te kunnen vangen en om dus een stabieler influent (concentratie en debiet) naar de biologische waterzuivering te kunnen voeren, zou de influentbuffer moeten uitgebreid worden. Aanvoer van een stabieler influent zal de werking van de biologische waterzuivering verbeteren. Bijhorende werken zoals afbraak van bestaande gevelconstructie, afbraak van beperkte bestaande grindverharding, aanleg van beperkte nieuwe grindverharding en de plaatsing van zonnepanelen zullen uitgevoerd worden.

 

De bestaande gebouwen bestaan hoofdzakelijk uit kantoren, productieruimtes en magazijnen waarvan de gevels bekleed zijn met industriële gevelelementen. De bouwzone bestaat momenteel volledig uit bestaande constructies (bestaande buffers) waar tegenaan wordt gebouw een groenzone en een beperkte verharde zone (strook in siergrind).

 

Het desbetreffende perceel is gelegen binnen de site van Genzyme Flanders te Geel.

Het goed is gelegen in een zone bestemd voor hoogtechnologische bedrijvigheid volgens het PRUP Genzyme.

Ten noorden en oosten sluit de site aan op parkgebied. Tussen het parkgebied en de site bevindt zich in het oosten tevens nog een fietspad. Aan de zuidzijde grenst het perceel aan de westelijke ring (R14). In het westen sluit de het perceel aan op een zone van hoogtechnologische bedrijvigheid.

 

De sloopwerken bestaat uit 2 volgende stedenbouwkundige handelingen:

-          Verwijderen grindstrook:
Het betreft het lokaal verwijderen van een grindstrook + boordsteen ter plaatse van de zone waar de uitbreiding van de influentbuffer voorzien is. De bestaande grindstrook meet 12,4m lang en 0,8m breed en heeft zo een totale oppervlakte van 9,92m².

-          Af te breken gevelbekleding:
Het betreft het lokaal wegnemen van de bestaande gevelbekleding ter hoogte van de bestaande influentbuffer. De gevelbekleding bestaat uit stalen modulair gevelsysteem (RAL 9006). Aan de zuidgevel wordt de gevelbekleding over een hoogte van 3m (aan de bovenzijde) en de volledige breedte van influentbuffer weggenomen. Op die manier wordt een oppervlakte van 35,32m² vrijgemaakt voor de plaatsing van zonnepanelen in de nieuwe toestand (zie handeling Influentbuffer). Aan de westgevel worden de panelen over de volledige hoogte = 10,5m en breedte = 12,28m weggenomen in functie van de bouwwerken van de aangrenzende nieuwe influentbuffer (zie handeling Influentbuffer). Er wordt aan deze gevel een totaal van 128,89m² verwijderd. Alle afgebroken gevelpanelen worden maximaal gerecupereerd voor de gevelbekleding van de nieuwe influentbuffer.

 

De nieuwe geplande werken omvatten volgende stedenbouwkundige handelingen:

-          Aanleg nieuwe grindstrook:
Er zal een nieuwe grindstrook voorzien worden met gelijkaardige dimensies als de bestaande grindstrook, grenzend aan de zuid- en westgevel van de influentbuffer. De nieuwe grindstrook heeft een lengte van respectievelijk 11,8m en 12,30m ter hoogte van de zuid- en westgevel en heeft overal een breedte van 0,8m. De nieuwe grindstrook heeft een totale oppervlakte van 19,28m.

-          Nieuwe Influentbuffer:
De nieuwe influentbuffer sluit ter hoogte van het westen over de volledige gevel van de bestaande influentbuffer aan. De buffer bestaat uit een betonnen kuip gevormd door een nieuwe betonnen vloerplaat (d = 0,70m), 3 nieuwe betonwanden van elks 0,50cm dik aan de noord, zuid en westgevel en 1 bestaande betonwand aan de oostgevel. De vloerplaat zet aan op 1m onder maaiveld. De betonwanden worden voorzien tot op een hoogte van 8,5m welke gelijk is aan het niveau van de afgewerkte dakconstructie. Het dak bestaat uit kunststofpanelen die in helling aflopen naar een centrale opvang voor het hemelwater. Deze loopt op zijn beurt bovengronds af via een nieuwe HW-buis dat aansluit op een bestaande HW-buis (zie noord- en westgevel en hemelwater ondersteunende nota). Ter hoogte van de zuid- en westgevel worden nieuwe en gerecupereerde gevelpanelen (modulair gevelsysteem zoals de bestaande gevelafwerking van de influentbuffer voorzien in RAL 9006) geplaatst tot op een hoogte van respectievelijk 7,5m en 10,5. Aan de zuidgevel worden er boven gevelpanelen zonnepanelen voorzien over de volledige breedte van de bestaande en nieuwe influentbuffer. Aan de noordgevel blijft de betonnen wand in het zicht. Ter hoogte van deze gevel wordt ook een uitbreiding voorzien van het loopplatform op de bestaande loopplatform van de bestaande influentbuffer. Deze verzorgt op zijn beurt een verbinding met de betonnen loopbrug die centraal over het dak van de nieuwe influentbuffer loopt.

 

 

Milieu

De exploitant, Genzyme Flanders bv is een biotechnologisch bedrijf met als kadastrale ligging 3e afdeling, sectie K, perceel 0051/00D000 en 3e afdeling, sectie K, perceel 0044/00G000  Het bedrijf focust zich op het ontwikkelen en produceren van zogenaamde weesgeneesmiddelen. Dit zijn producten voor de behandeling van zeldzame aandoeningen. Genzyme Flanders bv wenst met voorliggende aanvraag een tijdelijke vergunning te krijgen voor de uitbreiding van de influentbuffer. Hiervoor zal een tijdelijke bemaling, alsook de lozing van dit bemalingswater noodzakelijk zijn. De exploitant wenst een vergunning met een termijn van 6 maanden te verkrijgen.

De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Het lozen van huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (LP 1 en LP Cipal). LP1: 6,7m³/u, 54m³/dag en 18.000m³/jaar en LP Cipal: 8.010m³/jaar (Ongewijzigd)

26010 m³/jaar

3

3.4.2°

Toevoeging van de tijdelijke lozing van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar via lozingspunt BEM (Verandering)

33 m³/uur

2

3.6.3.3°

Toevoeging van een tijdelijke waterzuiveringsinstallatie voor het zuiveren van het bemalingswater en lozen via lozingspunt BEM met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar (Verandering)

68 m³/uur

1

6.4.1°

de opslag van 300 liter oliën (Ongewijzigd)

300 liter

3

6.5.1°

één verdeelslang op de dieseltank (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

7.11.4°

Fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton gestabiliseerde oplossing per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

12.1.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW (Ongewijzigd)

6900 kW

2

12.2.2°

8 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 2x 3.500 kVA, 1x 3.150 kVA,

2x 2.500 kVA, 2x 2.000 kVA, 1x 1.250 kVA (totaal 20.400 kVA) (Ongewijzigd)

20400 kVA

2

12.3.1°

vast opgestelde batterijen van in totaal 605.000 VAh (Ongewijzigd)

605000 VAh

3

12.3.2°

diverse accumulatoren met een totaal geïnstalleerd vermogen van 40 kW (Ongewijzigd)

40 kW

3

13.1.

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

16.3.2°b)

diverse koelinstallaties en compressoren met een totaal ge'installeerd vermogen van

9.912,9 kW (Ongewijzigd)

9912,9 kW

2

17.1.2.1.3°

de opslag van 17.840 liter diverse gassen in verplaatsbare recipiënten (Ongewijzigd)

17840 liter

1

17.1.2.2.3°

de opslag van 60.000 liter gevaarlijke gassen in vaste reservoirs (Ongewijzigd)

60000 liter

1

17.3.2.1.1.1°b)

de opslag van 16,15 ton brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

16,15 ton

3

17.3.2.1.2.1°

de opslag van 1,47 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 3) (Ongewijzigd)

1,47 ton

3

17.3.2.2.2°a)

de opslag van 12,825 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 1 en 2) (Ongewijzigd)

12,825 ton

2

17.3.2.3.2°a)

de opslag van 13,84 ton overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

13,84 ton

2

17.3.3.1°a)

de opslag van 2,3 ton oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

2,3 ton

3

17.3.4.3°

de opslag van 197,4352 ton bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

197,4352 ton

1

17.3.5.1°a)

de opslag van 390 kg giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

390 kg

3

17.3.6.3°

de opslag van 137,61 ton schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

137,61 ton

1

17.3.7.2°a)

de opslag van 20,67 ton op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste

stoffen (Ongewijzigd)

20,67 ton

2

17.3.8.2°

de opslag van 46,47 ton voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

46,47 ton

2

17.4.

de opslag van 5 m³ of ton gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

5

3

24.3.

3 labo's (Ongewijzigd)

3 labo's

2

29.5.2.1°a)

diverse toestellen voor het behandelen van metalen met een totaal vermogen van 60 kW (Ongewijzigd)

60 kW

3

31.1.2°b)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW

en een nominaal thermisch ingangsvermogen van in

totaal 3.063 kW +

een bluswaterpomp met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 90 kW (totaal

nominaal thermisch ingangsvermogen van 3.153 kW) (Ongewijzigd)

3153 kW

2

39.1.1°

1 stoomgenerator met een inhoud van 75 liter (Ongewijzigd)

75 liter

3

39.1.2°

7 stoomgeneratoren met een inhoud van 3x 4.700 liter, 1x 3.880 liter, 1x 2.000 liter en 2x

600 liter (Ongewijzigd)

21180 liter

2

39.1.3°

6 stoomgeneratoren met een inhoud van 2x 10.900 liter, 2x 6.000 liter en 2x 5.450 liter (Ongewijzigd)

44700 liter

2

39.2.1°

8 autoclaven met een individuele inhoud van 6x 1.800 liter, 1x 1.000 liter en 1x 500 liter (Ongewijzigd)

12300 liter

3

39.4.1°

22 warmtewisselaars met een individuele inhoud van 1x 1.000 liter, 1x 500 liter, 6x 270 liter,

1x 200 liter, 1x 180 liter, 1x 170 liter, 1x 125 liter, 1x 110 liter, 1x 109 liter, 1x 100 liter, 1x

98 liter, 1x 61 liter, 1x 50 liter, 4x 25 liter (Ongewijzigd)

4423 liter

3

43.1.3°

13 stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 27,106 MW (Ongewijzigd)

27,106 MW

1

51.1.1°

9 bioreactoren voor de productie van monoklonale antilichamen (Ongewijzigd)

1 inrichting

3

51.2.1°

pathogene organismen - inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 2 (Ongewijzigd)

1 inrichting

1

53.2.2°a)

Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 4.089 m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 2,30 m-mv. (Nieuw)

4089 m³/jaar

3

 

Zie bijlage C1 Voorwerp van de aanvraag

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 18 augustus 2022 werd het advies ontvangen van VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

Zie bijlage

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

Op 18 augustus 2022 werd het advies ontvangen van VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ

Er worden geen rubrieken aangevraagd waarvoor de dienst van VMM bevoegd voor grondwater advies verleent (aangeduid met een W in de indelingslijst). Mogelijks heeft u de verkeerde instantie aangeschreven en was uw aanvraag bedoeld voor de dienst van VMM bevoegd voor de Watertoets.

 

Advies: volledig geen advies

Er werd advies gevraagd aan Interkommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

De kadastrale percelen met ligging 3e afdeling sectie K met perceelnummers  0044/00G000 en 0051/00D000 bevinden zich niet in overstromingsgevoelig gebied, niet in een signaalgebied en niet in een afgebakende oeverzone of afgebakend overstromingsgebied.

 

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Natuurtoets

Het projectgebied bevindt zich op ca. 620 m van VEN-gebied en habitatrichtlijngebied en op ca. 5,8 km van vogelrichtlijngebied.

In de bemalingsnota wordt de invloedsstraal berekend, deze bedraagt ca. 190 meter tot aan een verlaging van 0,05 cm. De grondwaterspiegel in VEN-gebied en habitatrichtlijngebied zal dus niet dalen. Op basis van de ecotoopkwetsbaarheidskaart lijkt de invloedsstraal niet te overlappen met een voor verdroging kwetsbaar gebied.

Milieuaspecten

Water

Bedrijfsafvalwater

De exploitant vraagt de tijdelijke lozing aan van bedrijfsafvalwater, het betreft het bemalingswater afkomstig van de aangevraagde bemaling. In de omgeving van het project zijn in het verleden enkele decretale bodemonderzoeken uitgevoerd. Deze werden geanalyseerd en aan de hand van deze gegevens werd een inschatting gemaakt van de grondwaterkwaliteit. Aan de hand van deze inschatting wordt een frequente monitoring van het effluent van de bemaling noodzakelijk geacht. Er wordt geopteerd om minstens bij opstart en na één week bemalen het effluent van de bemaling te bemonsteren voor analyse op arseen, cadmium, nikkel en koper en PFAS.

De exploitant wenst tevens enkele bijzondere lozingsnormen aan te vragen:

Parameter

Voorgestelde lozingsnorm

Aantal keer indelingscriterium (IC)

Eenheid

Arseen

20

4 x IC

µg/l

Cadmium

5

6,25 x IC

Nikkel

40

1,33 x IC

Koper

100

2 x IC

PFAS

100

/

ng/l

 

De exploitant vraagt de lozing van het bemalingswater aan met (rubriek 3.6.3.3°) en zonder (rubriek 3.4.2°) waterzuiveringsinstallatie. De eventuele noodzaak voor het plaatsen van een waterzuiveringsinstallatie zal blijken uit staalnames.

Op basis van de uitgevoerde desktopstudie wordt een frequente monitoring van het effluent van de bemaling noodzakelijk geacht. Er wordt geopteerd om minstens bij opstart en na één week bemalen het effluent van de bemaling te bemonsteren voor analyse op: zware metalen (arseen, nikkel, koper en cadmium) en PFAS (WAC versie juni 2022). Afhankelijk van de analyseresultaten kan de frequentie van de staalname worden aangepast in uitvoering.

        Bij lozing op oppervlaktewater dienen de concentraties in het bemalingswater te voldoen aan de vergunde lozingsnormen/ geldende toetsingsnormen;

        Bij infiltratie dienen de concentraties in het bemalingswater te voldoen aan de geldende milieukwaliteitsnormen van het grondwater.

Grondwater

De exploitant vraagt een vergunning voor rubriek 53.2.2°a). Er werd een bemalingsnota opgemaakt door Sweco Belgium. De studie beschrijft de benodigde bemaling. Er wordt gerekend met een bemalingstijd van 45 dagen met 5 dagen voorbemaling. Een desktopstudie, bijgevoegd als bijlage R3Bbis, onderzoekt de verontreinigingen in de omgeving. De bemalingsnota lijkt te voldoen aan de bepalingen van de code van goede praktijk van VMM (cfr. publicatie ‘Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2021’ - VMM).

Het totaal te bemalen volume bedraagt 4.089 m³. Via de bronbemaling wordt grondwater onttrokken uit de watervoerende lagen met HCOV-code 0250, Mioceen Aquifersysteem. Het gewenste ontwateringsniveau bedraagt 2,3 m-mv (19,60 mTAW).

In de bemalingsnota werd beargumenteerd dat er geen nieuwe zettingen zullen optreden aangezien het grondwater in het verleden al dieper gestaan heeft dan het bemalingspeil.

In de bemalingsnota wordt aangegeven dat er een aantal bodemonderzoeken hebben plaatsgevonden binnen het invloedsgebied van de bemalingen. Binnen de invloedstraal van de bemaling liggen twee OVAM-dossiers. Voor de verontreinigingen van beide dossiers (OVAM-dossier 15666 en 31775) werd de worst-case verplaatsing berekend. In bijlage R3Bbis wordt geconcludeerd dat er zich geen gekende grondwaterverontreinigingscontour bevindt binnen de invloedstraal van de bemaling en bijgevolg er geen sprake kan zijn van een mogelijk verspreidingsrisico.

Het bemalingswater zal gedeeltelijk via een infiltratievijver op perceel 1216F geïnfiltreerd worden en gedeeltelijk via de RWA geloosd worden in De Laarbeek. Bij lozing op oppervlaktewater dienen de concentraties in het bemalingswater te voldoen aan de vergunde lozingsnormen/ geldende toetsingsnormen. Bij infiltratie dienen de concentraties in het bemalingswater te voldoen aan de geldende milieukwaliteitsnormen van het grondwater.

De exploitant dient de nodige maatregelen te nemen om de hinder en risico’s ten gevolge van de exploitatie van de bronbemaling voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken, onder meer m.b.t. de lozing van het opgepompte grondwater in RWA. De exploitant dient hiertoe een zandvang te voorzien.

Het water zal gedeeltelijk geïnfiltreerd en gedeeltelijk in oppervlaktewater geloosd worden.

Lucht

De exploitatie van de bemalingspompen lijkt geen onaanvaardbare impact op de luchtkwaliteit met zich mee te brengen.

Geluid

Gelet op de locatie van de exploitatie lijken de bemalingspompen geen onaanvaardbare geluidshinder te veroorzaken.

Mobiliteit

De exploitatie van de bemalingspompen zal nauwelijks extra transport met zich meebrengen en lijkt dus in overeenstemming met de lokale verkeerssituatie.

Bodem

In de bemalingsnota wordt aangegeven dat er een aantal bodemonderzoeken hebben plaatsgevonden binnen het invloedsgebied van de bemalingen. Binnen de invloedstraal van de bemaling liggen twee OVAM-dossiers. Voor de verontreinigingen van beide dossiers (OVAM-dossier 15666 en 31775) werd de worst-case verplaatsing berekend. In bijlage R3Bbis wordt geconcludeerd dat er zich geen gekende grondwaterverontreinigingscontour bevindt binnen de invloedstraal van de bemaling en bijgevolg er geen sprake kan zijn van een mogelijk verspreidingsrisico.

Gevraagde afwijking

De exploitant vraagt bijzondere lozingsnormen aan (zie hoger), een afwijking artikel 4.2.5.1.1. met betrekking tot de verplichting tot het plaatsen van een controle-inrichting en een afwijking op artikel 5.53.6.1.1. van Vlarem II met betrekking tot het te infiltreren bemalingswater.

Met betrekking tot de bijzondere lozingsnormen lijkt het aangewezen het advies van VMM, afdeling afvalwater te volgen.

De afwijking op artikel 4.2.5.1.1. met betrekking tot de verplichting op het plaatsen van een controleinrichting lijkt toegestaan te kunnen worden aangezien het niet nuttig lijkt om een meetgoot of evenwaardig alternatief te voorzien voor de lozing van het bemalingswater.

Met betrekking tot de afwijking op artikel 5.53.6.1.1, §3 dat stelt dat het bemalingswater dat terug in de grond wordt ingebracht, geen behandeling mag hebben ondergaan, lijkt van deze bepaling afgeweken te kunnen worden. In het verslag aan de Vlaamse Regering horende bij het ‘besluit van 3 mei 2019 van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake leefmilieu en landbouw’ staat immers volgende te lezen:

“Art. 176. Bemalingswater moet maximaal terug in de grond gebracht worden (artikel 5.53.6.1.1 van titel II van VLAREM). Soms is hiervoor behandeling van het bemalingswater noodzakelijk. Bemalingswater bevat bijvoorbeeld op sommige locaties te hoge ijzergehaltes die bij retour verstopping van de infiltratieputten veroorzaken. In dergelijk geval is retour wel haalbaar na het ontijzeren van het grondwater. Om behandeling mogelijk te maken, wordt de vereiste dat het grondwater onbehandeld moet zijn, uit de omschrijving in de indelingslijst gehaald. Er is namelijk geen mogelijkheid om af te wijken van de indelingslijst. De vereiste wordt opgenomen in een sectorale bepaling en hierop wordt een afwijkingsmogelijkheid voorzien. Op deze wijze kan behandeling in gemotiveerde gevallen toch toegestaan worden.”

De beschreven situatie lijkt van toepassing op voorliggende situatie.

Conclusie milieutechnische beoordeling

Op basis van de uitgevoerde desktopstudie wordt een frequente monitoring van het effluent van de bemaling noodzakelijk geacht. Er wordt geopteerd om minstens bij opstart en na één week bemalen het effluent van de bemaling te bemonsteren voor analyse op: zware metalen (arseen, nikkel, koper en cadmium) en PFAS (WAC versie juni 2022). Afhankelijk van de analyseresultaten kan de frequentie van de staalname worden aangepast in uitvoering.

Bij lozing op oppervlaktewater dienen de concentraties in het bemalingswater te voldoen aan de vergunde lozingsnormen/ geldende toetsingsnormen. Bij infiltratie dienen de concentraties in het bemalingswater te voldoen aan de geldende milieukwaliteitsnormen van het grondwater.

De exploitant dient de nodige maatregelen te nemen om de hinder en risico’s ten gevolge van de exploitatie van de bronbemaling voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken, onder meer m.b.t. de lozing van het opgepompte grondwater in RWA. De exploitant dient hiertoe een zandvang- en ijzerfilter te voorzien.

 

De omgevingsambtenaar volgt  het advies van de intercommunale ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen.

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om bij eventuele vergunningverlening in de mate van het mogelijke rekening te houden met onderstaande bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden.

De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden kunnen voorwaardelijk gunstig geadviseerd worden:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Het lozen van huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (LP 1 en LP Cipal). LP1: 6,7m³/u, 54m³/dag en 18.000m³/jaar en LP Cipal: 8.010m³/jaar (Ongewijzigd)

26010 m³/jaar

3

3.4.2°

Toevoeging van de tijdelijke lozing van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar via lozingspunt BEM (Verandering)

33 m³/uur

2

3.6.3.3°

Toevoeging van een tijdelijke waterzuiveringsinstallatie voor het zuiveren van het bemalingswater en lozen via lozingspunt BEM met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar (Verandering)

68 m³/uur

1

6.4.1°

de opslag van 300 liter oliën (Ongewijzigd)

300 liter

3

6.5.1°

één verdeelslang op de dieseltank (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

7.11.4°

Fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton gestabiliseerde oplossing per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

12.1.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW (Ongewijzigd)

6900 kW

2

12.2.2°

8 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 2x 3.500 kVA, 1x 3.150 kVA,

2x 2.500 kVA, 2x 2.000 kVA, 1x 1.250 kVA (totaal 20.400 kVA) (Ongewijzigd)

20400 kVA

2

12.3.1°

vast opgestelde batterijen van in totaal 605.000 VAh (Ongewijzigd)

605000 VAh

3

12.3.2°

diverse accumulatoren met een totaal geïnstalleerd vermogen van 40 kW (Ongewijzigd)

40 kW

3

13.1.

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

16.3.2°b)

diverse koelinstallaties en compressoren met een totaal ge'installeerd vermogen van

9.912,9 kW (Ongewijzigd)

9912,9 kW

2

17.1.2.1.3°

de opslag van 17.840 liter diverse gassen in verplaatsbare recipiënten (Ongewijzigd)

17840 liter

1

17.1.2.2.3°

de opslag van 60.000 liter gevaarlijke gassen in vaste reservoirs (Ongewijzigd)

60000 liter

1

17.3.2.1.1.1°b)

de opslag van 16,15 ton brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

16,15 ton

3

17.3.2.1.2.1°

de opslag van 1,47 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 3) (Ongewijzigd)

1,47 ton

3

17.3.2.2.2°a)

de opslag van 12,825 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 1 en 2) (Ongewijzigd)

12,825 ton

2

17.3.2.3.2°a)

de opslag van 13,84 ton overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

13,84 ton

2

17.3.3.1°a)

de opslag van 2,3 ton oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

2,3 ton

3

17.3.4.3°

de opslag van 197,4352 ton bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

197,4352 ton

1

17.3.5.1°a)

de opslag van 390 kg giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

390 kg

3

17.3.6.3°

de opslag van 137,61 ton schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

137,61 ton

1

17.3.7.2°a)

de opslag van 20,67 ton op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste

stoffen (Ongewijzigd)

20,67 ton

2

17.3.8.2°

de opslag van 46,47 ton voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

46,47 ton

2

17.4.

de opslag van 5 m³ of ton gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

5

3

24.3.

3 labo's (Ongewijzigd)

3 labo's

2

29.5.2.1°a)

diverse toestellen voor het behandelen van metalen met een totaal vermogen van 60 kW (Ongewijzigd)

60 kW

3

31.1.2°b)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW

en een nominaal thermisch ingangsvermogen van in

totaal 3.063 kW +

een bluswaterpomp met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 90 kW (totaal

nominaal thermisch ingangsvermogen van 3.153 kW) (Ongewijzigd)

3153 kW

2

39.1.1°

1 stoomgenerator met een inhoud van 75 liter (Ongewijzigd)

75 liter

3

39.1.2°

7 stoomgeneratoren met een inhoud van 3x 4.700 liter, 1x 3.880 liter, 1x 2.000 liter en 2x

600 liter (Ongewijzigd)

21180 liter

2

39.1.3°

6 stoomgeneratoren met een inhoud van 2x 10.900 liter, 2x 6.000 liter en 2x 5.450 liter (Ongewijzigd)

44700 liter

2

39.2.1°

8 autoclaven met een individuele inhoud van 6x 1.800 liter, 1x 1.000 liter en 1x 500 liter (Ongewijzigd)

12300 liter

3

39.4.1°

22 warmtewisselaars met een individuele inhoud van 1x 1.000 liter, 1x 500 liter, 6x 270 liter,

1x 200 liter, 1x 180 liter, 1x 170 liter, 1x 125 liter, 1x 110 liter, 1x 109 liter, 1x 100 liter, 1x

98 liter, 1x 61 liter, 1x 50 liter, 4x 25 liter (Ongewijzigd)

4423 liter

3

43.1.3°

13 stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 27,106 MW (Ongewijzigd)

27,106 MW

1

51.1.1°

9 bioreactoren voor de productie van monoklonale antilichamen (Ongewijzigd)

1 inrichting

3

51.2.1°

pathogene organismen - inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 2 (Ongewijzigd)

1 inrichting

1

53.2.2°a)

Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 4.089 m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 2,30 m-mv. (Nieuw)

4089 m³/jaar

3

 

op voorwaarde dat:

  • de exploitant het bemalingswater bemonstert en laat analyseren, minstens bij opstart en na één week bemalen. Volgende parameters dienen hierbij te worden geanalyseerd: zware metalen (arseen, nikkel, koper en cadmium) en PFAS (WAC versie juni 2022). Indien de analyseresultaten dit vereisen dient vaker geanalyseerd te worden.
  • de exploitant de nodige maatregelen neemt om de hinder en risico’s ten gevolge van de exploitatie van de bronbemaling voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken, onder meer m.b.t. de lozing van het opgepompte grondwater in de RWA. De exploitant dient hiertoe een zandvang- en ijzerfilter te voorzien.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ, afgeleverd op 18 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  • de VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ verleende geen advies.

 

Conclusie

 

De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden kunnen voorwaardelijk gunstig geadviseerd worden:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Het lozen van huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (LP 1 en LP Cipal). LP1: 6,7m³/u, 54m³/dag en 18.000m³/jaar en LP Cipal: 8.010m³/jaar (Ongewijzigd)

26010 m³/jaar

3

3.4.2°

Toevoeging van de tijdelijke lozing van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar via lozingspunt BEM (Verandering)

33 m³/uur

2

3.6.3.3°

Toevoeging van een tijdelijke waterzuiveringsinstallatie voor het zuiveren van het bemalingswater en lozen via lozingspunt BEM met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar (Verandering)

68 m³/uur

1

6.4.1°

de opslag van 300 liter oliën (Ongewijzigd)

300 liter

3

6.5.1°

één verdeelslang op de dieseltank (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

7.11.4°

Fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton gestabiliseerde oplossing per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

12.1.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW (Ongewijzigd)

6900 kW

2

12.2.2°

8 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 2x 3.500 kVA, 1x 3.150 kVA,

2x 2.500 kVA, 2x 2.000 kVA, 1x 1.250 kVA (totaal 20.400 kVA) (Ongewijzigd)

20400 kVA

2

12.3.1°

vast opgestelde batterijen van in totaal 605.000 VAh (Ongewijzigd)

605000 VAh

3

12.3.2°

diverse accumulatoren met een totaal geïnstalleerd vermogen van 40 kW (Ongewijzigd)

40 kW

3

13.1.

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

16.3.2°b)

diverse koelinstallaties en compressoren met een totaal ge'installeerd vermogen van

9.912,9 kW (Ongewijzigd)

9912,9 kW

2

17.1.2.1.3°

de opslag van 17.840 liter diverse gassen in verplaatsbare recipiënten (Ongewijzigd)

17840 liter

1

17.1.2.2.3°

de opslag van 60.000 liter gevaarlijke gassen in vaste reservoirs (Ongewijzigd)

60000 liter

1

17.3.2.1.1.1°b)

de opslag van 16,15 ton brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

16,15 ton

3

17.3.2.1.2.1°

de opslag van 1,47 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 3) (Ongewijzigd)

1,47 ton

3

17.3.2.2.2°a)

de opslag van 12,825 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 1 en 2) (Ongewijzigd)

12,825 ton

2

17.3.2.3.2°a)

de opslag van 13,84 ton overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

13,84 ton

2

17.3.3.1°a)

de opslag van 2,3 ton oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

2,3 ton

3

17.3.4.3°

de opslag van 197,4352 ton bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

197,4352 ton

1

17.3.5.1°a)

de opslag van 390 kg giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

390 kg

3

17.3.6.3°

de opslag van 137,61 ton schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

137,61 ton

1

17.3.7.2°a)

de opslag van 20,67 ton op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste

stoffen (Ongewijzigd)

20,67 ton

2

17.3.8.2°

de opslag van 46,47 ton voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

46,47 ton

2

17.4.

de opslag van 5 m³ of ton gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

5

3

24.3.

3 labo's (Ongewijzigd)

3 labo's

2

29.5.2.1°a)

diverse toestellen voor het behandelen van metalen met een totaal vermogen van 60 kW (Ongewijzigd)

60 kW

3

31.1.2°b)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW

en een nominaal thermisch ingangsvermogen van in

totaal 3.063 kW +

een bluswaterpomp met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 90 kW (totaal

nominaal thermisch ingangsvermogen van 3.153 kW) (Ongewijzigd)

3153 kW

2

39.1.1°

1 stoomgenerator met een inhoud van 75 liter (Ongewijzigd)

75 liter

3

39.1.2°

7 stoomgeneratoren met een inhoud van 3x 4.700 liter, 1x 3.880 liter, 1x 2.000 liter en 2x

600 liter (Ongewijzigd)

21180 liter

2

39.1.3°

6 stoomgeneratoren met een inhoud van 2x 10.900 liter, 2x 6.000 liter en 2x 5.450 liter (Ongewijzigd)

44700 liter

2

39.2.1°

8 autoclaven met een individuele inhoud van 6x 1.800 liter, 1x 1.000 liter en 1x 500 liter (Ongewijzigd)

12300 liter

3

39.4.1°

22 warmtewisselaars met een individuele inhoud van 1x 1.000 liter, 1x 500 liter, 6x 270 liter,

1x 200 liter, 1x 180 liter, 1x 170 liter, 1x 125 liter, 1x 110 liter, 1x 109 liter, 1x 100 liter, 1x

98 liter, 1x 61 liter, 1x 50 liter, 4x 25 liter (Ongewijzigd)

4423 liter

3

43.1.3°

13 stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 27,106 MW (Ongewijzigd)

27,106 MW

1

51.1.1°

9 bioreactoren voor de productie van monoklonale antilichamen (Ongewijzigd)

1 inrichting

3

51.2.1°

pathogene organismen - inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 2 (Ongewijzigd)

1 inrichting

1

53.2.2°a)

Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 4.089 m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 2,30 m-mv. (Nieuw)

4089 m³/jaar

3

 

Indien de algemene en sectorale voorwaarden nageleefd worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

        de exploitant het bemalingswater bemonstert en laat analyseren, minstens bij opstart en na één week bemalen. Volgende parameters dienen hierbij te worden geanalyseerd: zware metalen (arseen, nikkel, koper en cadmium) en PFAS (WAC versie juni 2022). Indien de analyseresultaten dit vereisen dient vaker geanalyseerd te worden.

        de exploitant de nodige maatregelen neemt om de hinder en risico’s ten gevolge van de exploitatie van de bronbemaling voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken, onder meer m.b.t. de lozing van het opgepompte grondwater in de RWA. De exploitant dient hiertoe een zandvang- en ijzerfilter te voorzien.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

 

Stedenbouwkundige voorwaarde

De werken dienen uitgevoerd zoals voorzien op de plannen.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning gunstig te adviseren onder volgende voorwaarden:

De volgende geactualiseerde rubrieken en hoeveelheden kunnen voorwaardelijk gunstig geadviseerd worden:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

3.2.2°a)

Het lozen van huishoudelijk afvalwater via 2 lozingspunten (LP 1 en LP Cipal). LP1: 6,7m³/u, 54m³/dag en 18.000m³/jaar en LP Cipal: 8.010m³/jaar (Ongewijzigd)

26010 m³/jaar

3

3.4.2°

Toevoeging van de tijdelijke lozing van bedrijfsafvalwater (bemalingswater) dat gevaarlijke stoffen bevat, vermeld in bijlage 2C, in concentraties hoger dan het IC met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar via lozingspunt BEM (Verandering)

33 m³/uur

2

3.6.3.3°

Toevoeging van een tijdelijke waterzuiveringsinstallatie voor het zuiveren van het bemalingswater en lozen via lozingspunt BEM met een maximaal debiet van 8 m³/uur, 190 m³/dag en 4.089 m³/jaar (Verandering)

68 m³/uur

1

6.4.1°

de opslag van 300 liter oliën (Ongewijzigd)

300 liter

3

6.5.1°

één verdeelslang op de dieseltank (Ongewijzigd)

1 verdeelslang

3

7.11.4°

Fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton gestabiliseerde oplossing per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

12.1.1.2°a)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW (Ongewijzigd)

6900 kW

2

12.2.2°

8 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 2x 3.500 kVA, 1x 3.150 kVA,

2x 2.500 kVA, 2x 2.000 kVA, 1x 1.250 kVA (totaal 20.400 kVA) (Ongewijzigd)

20400 kVA

2

12.3.1°

vast opgestelde batterijen van in totaal 605.000 VAh (Ongewijzigd)

605000 VAh

3

12.3.2°

diverse accumulatoren met een totaal geïnstalleerd vermogen van 40 kW (Ongewijzigd)

40 kW

3

13.1.

de fabricage van farmaceutische producten met een productiecapaciteit van maximaal 60 ton

gestabiliseerde oplossing (= 1.000 kg actieve component) per jaar (Ongewijzigd)

60 ton

1

16.3.2°b)

diverse koelinstallaties en compressoren met een totaal ge'installeerd vermogen van

9.912,9 kW (Ongewijzigd)

9912,9 kW

2

17.1.2.1.3°

de opslag van 17.840 liter diverse gassen in verplaatsbare recipiënten (Ongewijzigd)

17840 liter

1

17.1.2.2.3°

de opslag van 60.000 liter gevaarlijke gassen in vaste reservoirs (Ongewijzigd)

60000 liter

1

17.3.2.1.1.1°b)

de opslag van 16,15 ton brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

16,15 ton

3

17.3.2.1.2.1°

de opslag van 1,47 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 3) (Ongewijzigd)

1,47 ton

3

17.3.2.2.2°a)

de opslag van 12,825 ton ontvlambare vloeistoffen (gevarencategorie 1 en 2) (Ongewijzigd)

12,825 ton

2

17.3.2.3.2°a)

de opslag van 13,84 ton overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

13,84 ton

2

17.3.3.1°a)

de opslag van 2,3 ton oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

2,3 ton

3

17.3.4.3°

de opslag van 197,4352 ton bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

197,4352 ton

1

17.3.5.1°a)

de opslag van 390 kg giftige vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

390 kg

3

17.3.6.3°

de opslag van 137,61 ton schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

137,61 ton

1

17.3.7.2°a)

de opslag van 20,67 ton op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste

stoffen (Ongewijzigd)

20,67 ton

2

17.3.8.2°

de opslag van 46,47 ton voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (Ongewijzigd)

46,47 ton

2

17.4.

de opslag van 5 m³ of ton gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

5 m³

3

24.3.

3 labo's (Ongewijzigd)

3 labo's

2

29.5.2.1°a)

diverse toestellen voor het behandelen van metalen met een totaal vermogen van 60 kW (Ongewijzigd)

60 kW

3

31.1.2°b)

4 noodgeneratoren met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 6.900 kW

en een nominaal thermisch ingangsvermogen van in

totaal 3.063 kW +

een bluswaterpomp met een nominaal thermisch ingangsvermogen van 90 kW (totaal

nominaal thermisch ingangsvermogen van 3.153 kW) (Ongewijzigd)

3153 kW

2

39.1.1°

1 stoomgenerator met een inhoud van 75 liter (Ongewijzigd)

75 liter

3

39.1.2°

7 stoomgeneratoren met een inhoud van 3x 4.700 liter, 1x 3.880 liter, 1x 2.000 liter en 2x

600 liter (Ongewijzigd)

21180 liter

2

39.1.3°

6 stoomgeneratoren met een inhoud van 2x 10.900 liter, 2x 6.000 liter en 2x 5.450 liter (Ongewijzigd)

44700 liter

2

39.2.1°

8 autoclaven met een individuele inhoud van 6x 1.800 liter, 1x 1.000 liter en 1x 500 liter (Ongewijzigd)

12300 liter

3

39.4.1°

22 warmtewisselaars met een individuele inhoud van 1x 1.000 liter, 1x 500 liter, 6x 270 liter,

1x 200 liter, 1x 180 liter, 1x 170 liter, 1x 125 liter, 1x 110 liter, 1x 109 liter, 1x 100 liter, 1x

98 liter, 1x 61 liter, 1x 50 liter, 4x 25 liter (Ongewijzigd)

4423 liter

3

43.1.3°

13 stookinstallaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 27,106 MW (Ongewijzigd)

27,106 MW

1

51.1.1°

9 bioreactoren voor de productie van monoklonale antilichamen (Ongewijzigd)

1 inrichting

3

51.2.1°

pathogene organismen - inrichtingen voor activiteiten van maximaal risiconiveau 2 (Ongewijzigd)

1 inrichting

1

53.2.2°a)

Grondwaterwinning (bemaling), met een jaardebiet van 4.089 m³/jaar. Maximum grondwaterverlaging tot ca. 2,30 m-mv. (Nieuw)

4089 m³/jaar

3

 

Indien de algemene en sectorale voorwaarden nageleefd worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

•        de exploitant het bemalingswater bemonstert en laat analyseren, minstens bij opstart en na één week bemalen. Volgende parameters dienen hierbij te worden geanalyseerd: zware metalen (arseen, nikkel, koper en cadmium) en PFAS (WAC versie juni 2022). Indien de analyseresultaten dit vereisen dient vaker geanalyseerd te worden.

•        de exploitant de nodige maatregelen neemt om de hinder en risico’s ten gevolge van de exploitatie van de bronbemaling voor de mens en het milieu tot een aanvaardbaar niveau te beperken, onder meer m.b.t. de lozing van het opgepompte grondwater in de RWA. De exploitant dient hiertoe een zandvang- en ijzerfilter te voorzien.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

 

Stedenbouwkundige voorwaarde

De werken dienen uitgevoerd zoals voorzien op de plannen.

 

Lasten

Niet van toepassing