Terug
Gepubliceerd op 06/09/2022

2022_CBS_02293 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een ontspanningsruimte - langs Rozendaal 94 (202200253)HB - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 05/09/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

vera celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; luc van laer; francois mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

francois mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

vera celis
2022_CBS_02293 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een ontspanningsruimte - langs Rozendaal 94 (202200253)HB - Vergunning 2022_CBS_02293 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een ontspanningsruimte - langs Rozendaal 94 (202200253)HB - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 13/09/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022071400

Dossiernummer gemeente: 202200253

 

De gemeente Geel heeft op 18 mei 2022 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een ontspanningsruimte.. De aanvraag werd op 31 mei 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

mevrouw Christiana Van Houdt wonende te Rozendaal 94 te 2440 Geel en de heer Rony Verwimp wonende te Rozendaal 94 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Rozendaal 94

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 801H3

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg Nieuwstraat goedgekeurd op 3 oktober 2006

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 De ontspanningsruimte wordt ingepland op 1m van de perceelsgrens.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (03163) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 04/05/1964.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het bouwen van een ontspanningsruimte aan de achterkant van de woning gelegen aan een gemeenteweg.

de oppervlakte van de ruimte is 31,5m².

De inplanting van de ontspanningsruimte is als volgt:

- aan de woning op 1m rechts van de perceelsgrens.

- nokhoogte 2,6m

Er wordt geopteerd voor een houten materiaalkeuze.

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 juni 2022 t.e.m. 9 juli 2022. Er werd een bezwaarschrift ingediend.

Inhoud bezwaarschrift

  •      De ontspanningsruimte belemmert en verstoort ons zicht vanuit de tuin.
  •        De ontspanningsruimte is op verhoogd beton gezet. Dit beton drukt tegen ons hek en beschadigd het hek. Het beton drukt het hek naar binnen en het beton komt over de         tuingrens heen.
  •        Het verhoogde beton en de ontspanningsruimte belemmeren een gezonde waterloop voor onze  planten en bomen.
  •       De ontspanningsruimte voldoet niet aan de voorwaarden van de gemeente. Hierover heb ik al in 2018 navraag gedaan. Na de bevestiging van de afdeling     Grondgebondenzaken dat de aanbouw illegaal is neergezet, heb ik direct een melding gemaakt zodat er ingegrepen kon worden en voorkomen kon worden dat mijn buren     onnodige kosten zouden maken. Nadat de zogenoemde ontspanningsruimte is neergezet hebben de buren de ontspanningsruimte regelmatig in gebruik genomen als “café aan huis”. Er is regelmatig een bar met biertap en bartafels ingezet, waarna met vrienden of klanten (het verschil kan ik niet maken) luidruchtig gebruik van de ruimte is gemaakt. Wij zijn dan ook tegen de benaming van ontspanningsruimte in de aanvraag. Wij geloven dat de gemeente dit zelfs zou moet beoordelen als “uitbouw voor een café (horecagelegenheid) aan huis”. Hier hebben wij natuurlijk bezwaar tegen.
  •         Wij waren voor 2018 al op de hoogte van de beperkingen van een uitbouw, omdat wij zelf plannen hadden en ons door de gemeente duidelijk is gemaakt welke grenzen er zijn. Wij waren dan ook verbaasd dat de buren wel een uitbouw konden neerzetten over de bouwgrens en dat de uitbouw ook vast aan het huis is gezet (de bestaande garage).

 

Evaluatie bezwaarschrift

        De ontspanningsruimte belemmert en verstoort ons zicht vanuit de tuin.


De constructie wordt voorzien op 1m van de perceelsgrens en de hoogte bedraagt 260cm. Er is een bestaande dichte draadafsluiting tussen beide percelen aanwezig. De plaatsing van de constructie heeft een impact op het zicht vanuit de tuin van de bezwaarindiener. Deze is echter beperkt en aanvaardbaar binnen deze context. 



        De ontspanningsruimte is op verhoogd beton gezet. Dit beton drukt tegen ons hek en beschadigd het hek. Het beton drukt het hek naar binnen en het beton komt over de tuingrens heen.


Dit behoort niet tot het domein ruimtelijke ordening. De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.


        Het verhoogde beton en de ontspanningsruimte belemmeren een gezonde waterloop voor onze planten en bomen.


Dit behoort niet tot het domein ruimtelijke ordening. De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.


        De ontspanningsruimte voldoet niet aan de voorwaarden van de gemeente. Hierover heb ik al in 2018 navraag gedaan. Na de bevestiging van de afdeling Grondgebondenzaken dat de aanbouw illegaal is neergezet, heb ik direct een melding gemaakt zodat er ingegrepen kon worden en voorkomen kon worden dat mijn buren onnodige kosten zouden maken.


Bij het decreet van 8 december 2017 werd een artikel 4.4.9/1 ingevoerd in de VCRO, dat een  bijkomende afwijkingsmogelijkheid voorziet voor het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen, gelegen binnen de contour van een bijzonder plan van aanleg (BPA) dat ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. De afwijkingsmogelijkheid blijft beperkt tot BPA’s die een verfijning inhouden van een limitatieve lijst van gewestplanbestemmingen (o.a. industriegebied, dienstverleningsgebied, woongebied). Ze geldt enkel op die locaties waar een onderliggende ‘harde’ gewestplanbestemming geldt en kan niet worden toegepast voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoed.  Een beroep op de regeling om af te wijken van de BPA-voorschriften kan niet inhouden dat men ook afwijkt van de onderliggende gewestplanbestemming.  Die is immers nog onverkort van toepassing. De afwijkingsmogelijkheid kan dus nooit worden toegepast voor BPA’s die in een afwijkende bestemming van het onderliggende gewestplan voorzien.


De voorschriften uit een BPA ouder dan 15 jaar vormen dus geen weigeringsgrond meer. Wel dient de aanvraag nog steeds de toets van de goede ruimtelijke ordening te doorstaan. 

 

        Nadat de zogenoemde ontspanningsruimte is neergezet hebben de buren de ontspanningsruimte regelmatig in gebruik genomen als “café aan huis”. Er is regelmatig een bar met biertap en bartafels ingezet, waarna met vrienden of klanten (het verschil kan ik niet maken) luidruchtig gebruik van de ruimte is gemaakt. Wij zijn dan ook tegen de benaming van ontspanningsruimte in de aanvraag. Wij geloven dat de gemeente dit zelfs zou moet beoordelen als “uitbouw voor een café (horecagelegenheid) aan huis”. Hier hebben wij natuurlijk bezwaar tegen.


Er wordt een ontspanningsruimte aangevraagd bij de privéwoning. Indien men een horecagelegenheid wenst uit te baten zijn bijkomende vergunningen noodzakelijk. Uit de aanvraag blijkt niet dat dit het geval is. 


Geluidshinder is onderwerp van de politiecodex. 


 De omgevingsvergunning voor een privaat te gebruiken ontspanningsruimte wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.


        Wij waren voor 2018 al op de hoogte van de beperkingen van een uitbouw, omdat wij zelf plannen hadden en ons door de gemeente duidelijk is gemaakt welke grenzen er zijn. Wij waren dan ook verbaasd dat de buren wel een uitbouw konden neerzetten over de bouwgrens en dat de uitbouw ook vast aan het huis is gezet (de bestaande garage).



Bij het decreet van 8 december 2017 werd een artikel 4.4.9/1 ingevoerd in de VCRO, dat een  bijkomende afwijkingsmogelijkheid voorziet voor het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen, gelegen binnen de contour van een bijzonder plan van aanleg (BPA) dat ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. De afwijkingsmogelijkheid blijft beperkt tot BPA’s die een verfijning inhouden van een limitatieve lijst van gewestplanbestemmingen (o.a. industriegebied, dienstverleningsgebied, woongebied). Ze geldt enkel op die locaties waar een onderliggende ‘harde’ gewestplanbestemming geldt en kan niet worden toegepast voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoed.  Een beroep op de regeling om af te wijken van de BPA-voorschriften kan niet inhouden dat men ook afwijkt van de onderliggende gewestplanbestemming.  Die is immers nog onverkort van toepassing. De afwijkingsmogelijkheid kan dus nooit worden toegepast voor BPA’s die in een afwijkende bestemming van het onderliggende gewestplan voorzien.


De voorschriften uit een BPA ouder dan 15 jaar vormen dus geen weigeringsgrond meer. Wel dient de aanvraag nog steeds de toets van de goede ruimtelijke ordening te doorstaan. 

 

  1. Adviezen

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.

 

  1. Project-MER

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.

Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.

Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Bebouwing Bergplaatsen, autogarages en hokken waarvan de gezamenlijke oppervlakte 75m² niet overschrijdt, en evenmin 25 procent van de perceelsoppervlakte overschrijdt, indien het perceel bestemd is voor een aaneengesloten gebouw of 10 procent van de perceelsoppervlakte indien het perceel bestemd is voor een kopgebouw. De beperking van 10 procent geldt niet bij hoekgebouwen.  Voor grote (opp.>750m2) percelen kan bij wijze van uitzondering de bovengrens van 75m² worden overschreden, op voorwaarde dat de 10 procent van de perceelsoppervlakte niet wordt overschreden. In dit geval dient een duidelijke motivering bij de bouwaanvraag opgenomen worden.  Per bouwperceel is er in deze zone slechts 1 gebouw of constructie toegelaten. 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening wordt omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

Functionele inpasbaarheid

Het bouwen van een private ontspanningsruimte stelt weinig beperkingen aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad.

Ruimtegebruik – schaal – bouwdichtheid

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van het project.

Visueel- vormelijk, materiaalgebruik

Achteraan in de tuin wordt een bijgebouw voorzien dat dienst doet als ontspanningsruimte. De gebruikte materialen zijn over het algemeen hout. Dit is een duurzaam en esthetisch verantwoord gevelmateriaal. Het bijgebouw heeft een plat dak.

Cultuurhistorische aspecten

De woning is niet beschermd en staat niet op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Tevens is de aanvraag niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgericht. De aanvraag zal dus geen invloed hebben op de cultuurhistorische aspecten.

Mobiliteit

Het bouwen van de ontspanningsruimte zal geen invloed hebben op de mobiliteitsdruk.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een invloed op het bodemreliëf. Deze is beperkt en aanvaardbaar op deze locatie. 

Hinderaspecten – gezondheid

De constructie wordt voorzien op 1m van de perceelsgrens en de hoogte bedraagt 260cm. Er is een bestaande dichte draadafsluiting tussen beide percelen aanwezig. De plaatsing van de constructie heeft een impact op het zicht vanuit de tuin van de bezwaarindiener. Deze is echter beperkt en aanvaardbaar binnen deze context. 

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 10 juni 2022 tot en met 9 juli 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.

Inhoud bezwaarschrift

  •       De ontspanningsruimte belemmert en verstoort ons zicht vanuit de tuin.
  •         De ontspanningsruimte is op verhoogd beton gezet. Dit beton drukt tegen ons hek en beschadigd het hek. Het beton drukt het hek naar binnen en het beton komt over de tuingrens heen.
  •        Het verhoogde beton en de ontspanningsruimte belemmeren een gezonde waterloop voor onze  planten en bomen.
  •        De ontspanningsruimte voldoet niet aan de voorwaarden van de gemeente. Hierover heb ik al in 2018 navraag gedaan. Na de bevestiging van de afdeling Grondgebondenzaken dat de aanbouw illegaal is neergezet, heb ik direct een melding gemaakt zodat er ingegrepen kon worden en voorkomen kon worden dat mijn buren onnodige kosten zouden maken.
  •        Nadat de zogenoemde ontspanningsruimte is neergezet hebben de buren de ontspanningsruimte regelmatig in gebruik genomen als “café aan huis”. Er is regelmatig een bar met biertap en bartafels ingezet, waarna met vrienden of klanten (het verschil kan ik niet maken) luidruchtig gebruik van de ruimte is gemaakt. Wij zijn dan ook tegen de benaming van ontspanningsruimte in de aanvraag. Wij geloven dat de gemeente dit zelfs zou moet beoordelen als “uitbouw voor een café (horecagelegenheid) aan huis”. Hier hebben wij natuurlijk bezwaar tegen.
  •        Wij waren voor 2018 al op de hoogte van de beperkingen van een uitbouw, omdat wij zelf plannen hadden en ons door de gemeente duidelijk is gemaakt welke grenzen er zijn. Wij waren dan ook verbaasd dat de buren wel een uitbouw konden neerzetten over de bouwgrens en dat de uitbouw ook vast aan het huis is gezet (de bestaande garage).

 

Evaluatie bezwaarschrift

       

 De ontspanningsruimte belemmert en verstoort ons zicht vanuit de tuin.


De constructie wordt voorzien op 1m van de perceelsgrens en de hoogte bedraagt 260cm. Er is een bestaande dichte draadafsluiting tussen beide percelen aanwezig. De plaatsing van de constructie heeft een impact op het zicht vanuit de tuin van de bezwaarindiener. Deze is echter beperkt en aanvaardbaar binnen deze context. 



•        De ontspanningsruimte is op verhoogd beton gezet. Dit beton drukt tegen ons hek en beschadigd het hek. Het beton drukt het hek naar binnen en het beton komt over de tuingrens heen.


Dit behoort niet tot het domein ruimtelijke ordening. De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.


•        Het verhoogde beton en de ontspanningsruimte belemmeren een gezonde waterloop voor onze planten en bomen.


Dit behoort niet tot het domein ruimtelijke ordening. De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.


•        De ontspanningsruimte voldoet niet aan de voorwaarden van de gemeente. Hierover heb ik al in 2018 navraag gedaan. Na de bevestiging van de afdeling Grondgebondenzaken dat de aanbouw illegaal is neergezet, heb ik direct een melding gemaakt zodat er ingegrepen kon worden en voorkomen kon worden dat mijn buren onnodige kosten zouden maken.


Bij het decreet van 8 december 2017 werd een artikel 4.4.9/1 ingevoerd in de VCRO, dat een  bijkomende afwijkingsmogelijkheid voorziet voor het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen, gelegen binnen de contour van een bijzonder plan van aanleg (BPA) dat ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. De afwijkingsmogelijkheid blijft beperkt tot BPA’s die een verfijning inhouden van een limitatieve lijst van gewestplanbestemmingen (o.a. industriegebied, dienstverleningsgebied, woongebied). Ze geldt enkel op die locaties waar een onderliggende ‘harde’ gewestplanbestemming geldt en kan niet worden toegepast voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoed.  Een beroep op de regeling om af te wijken van de BPA-voorschriften kan niet inhouden dat men ook afwijkt van de onderliggende gewestplanbestemming.  Die is immers nog onverkort van toepassing. De afwijkingsmogelijkheid kan dus nooit worden toegepast voor BPA’s die in een afwijkende bestemming van het onderliggende gewestplan voorzien.


De voorschriften uit een BPA ouder dan 15 jaar vormen dus geen weigeringsgrond meer. Wel dient de aanvraag nog steeds de toets van de goede ruimtelijke ordening te doorstaan. 

 

•        Nadat de zogenoemde ontspanningsruimte is neergezet hebben de buren de ontspanningsruimte regelmatig in gebruik genomen als “café aan huis”. Er is regelmatig een bar met biertap en bartafels ingezet, waarna met vrienden of klanten (het verschil kan ik niet maken) luidruchtig gebruik van de ruimte is gemaakt. Wij zijn dan ook tegen de benaming van ontspanningsruimte in de aanvraag. Wij geloven dat de gemeente dit zelfs zou moet beoordelen als “uitbouw voor een café (horecagelegenheid) aan huis”. Hier hebben wij natuurlijk bezwaar tegen.


Er wordt een ontspanningsruimte aangevraagd bij de privéwoning. Indien men een horecagelegenheid wenst uit te baten zijn bijkomende vergunningen noodzakelijk. Uit de aanvraag blijkt niet dat dit het geval is. 


Geluidshinder is onderwerp van de politiecodex. 


 De omgevingsvergunning voor een privaat te gebruiken ontspanningsruimte wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.


•        Wij waren voor 2018 al op de hoogte van de beperkingen van een uitbouw, omdat wij zelf plannen hadden en ons door de gemeente duidelijk is gemaakt welke grenzen er zijn. Wij waren dan ook verbaasd dat de buren wel een uitbouw konden neerzetten over de bouwgrens en dat de uitbouw ook vast aan het huis is gezet (de bestaande garage).



Bij het decreet van 8 december 2017 werd een artikel 4.4.9/1 ingevoerd in de VCRO, dat een  bijkomende afwijkingsmogelijkheid voorziet voor het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van aanvragen voor omgevingsvergunningen, gelegen binnen de contour van een bijzonder plan van aanleg (BPA) dat ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de aanvraag. De afwijkingsmogelijkheid blijft beperkt tot BPA’s die een verfijning inhouden van een limitatieve lijst van gewestplanbestemmingen (o.a. industriegebied, dienstverleningsgebied, woongebied). Ze geldt enkel op die locaties waar een onderliggende ‘harde’ gewestplanbestemming geldt en kan niet worden toegepast voor wat betreft wegenis, openbaar groen en erfgoed.  Een beroep op de regeling om af te wijken van de BPA-voorschriften kan niet inhouden dat men ook afwijkt van de onderliggende gewestplanbestemming.  Die is immers nog onverkort van toepassing. De afwijkingsmogelijkheid kan dus nooit worden toegepast voor BPA’s die in een afwijkende bestemming van het onderliggende gewestplan voorzien.


De voorschriften uit een BPA ouder dan 15 jaar vormen dus geen weigeringsgrond meer. Wel dient de aanvraag nog steeds de toets van de goede ruimtelijke ordening te doorstaan. 


Bespreking adviezen

Er werd geen advies gevraagd.

 

Conclusie


Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Er zijn geen handelsactiviteiten toegelaten. De ontspanningsruimte kan enkel aangewend worden voor privaat gebruik. 


Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen Sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.

Er zijn geen handelsactiviteiten toegelaten.  De ontspanningsruimte kan enkel aangewend worden voor privaat gebruik.