Terug
Gepubliceerd op 06/09/2022

2022_CBS_02306 - Omgevingsvergunning - het bouwen van technische installaties, het regulariseren van geplaatste constructies en het uitbreiden van een vergunde pet‐installatie langs Amocolaan 2 (202200373 NV,NC) - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 05/09/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

vera celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; luc van laer; francois mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

francois mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

vera celis
2022_CBS_02306 - Omgevingsvergunning - het bouwen van technische installaties, het regulariseren van geplaatste constructies en het uitbreiden van een vergunde pet‐installatie langs Amocolaan 2 (202200373 NV,NC) - Advies 2022_CBS_02306 - Omgevingsvergunning - het bouwen van technische installaties, het regulariseren van geplaatste constructies en het uitbreiden van een vergunde pet‐installatie langs Amocolaan 2 (202200373 NV,NC) - Advies

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 5/9/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022045519

Dossiernummer gemeente: 202200373Inrichtingsnummer: 20211118-0044

 

De gemeente Geel heeft op 23 juni 2022 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van technische installaties, het regulariseren van geplaatste constructies en het uitbreiden van een vergunde pet‐installatie. De aanvraag werd op 20 juli 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

JBF GLOBAL EUROPE BVBA gevestigd te Nijverheidsweg 4 te 2430 Laakdal

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Amocolaan 2

Kadastrale ligging:  sectie A nrs. 93G, 93T, 93K, 93P, 93N, 93M, 93L, afdeling 3 sectie K nrs. 821W, 821X en 821Y

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

industriegebied

De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

Algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag betreft het

Het bouwen van technische installaties (infrastructuur):

-          Silo 1

-          Silo 2

-          Uitbreiding CP Building

Het bouwen van overdekte stapelruimtes:

-          Shed 1

-          Shed 2

Het regulariseren van geplaatste constructies:

-          Container 1

-          Container 2

-          Container 3

-          Container 4

-          Container 5

-          Container 6

 

JBF is gelegen aan de Nijverheidsweg 4 te Laakdal. Het situeert zich op het voorste deel van de industriële site (BP-)INEOS-JBF. Het is van oorsprong een Indisch bedrijf en het productiebedrijf in Laakdal werd opgestart in het jaar 2014.

JBF maakt PET-granulaten (Polythyleentereftlaat granulaten) die de grondstof zijn voor PET-flessen. Hiervoor worden hoofdzakelijk twee basis-grondstoffen gebruikt: PTA (Purified Terephtalic Acid = gezuiverd tereftaalzuur) – aangevoerd via een rechtstreekse pijpleiding vanuit Ineos en MEG (Mono EthyleenGlycol).

De constructies en gebouwen ligt op de eigendommen van JBF-Global Europe bv, niet rechtstreeks palend aan de openbare wegenis.

 

Het bouwen van technische installaties: Silo 1, Silo 2 & uitbreiding CP Building

Silo 1 en Silo 2:

Silo 1 en 2 dienen voor de opslag van PET-granulaten. De inhoud van de silo’s bedraagt elk +/- 1000 m³, de diameter bedraagt 7,00 m.

Silo 1: 1 silo voor 400 MT PET

Silo 2: 2 silo’s voor 1000 MT PET elk

 

Uitbreiding CP Building:

Het betreft een uitbreiding aan het bestaande CP-Gebouw. De uitbreiding is gesloten aan drie zijden, voorzien van toegangsdeuren en een sectionaalpoort. Bovenop het gebouw toornt een silo voor de opslag van PCR-granulaten. De silo heeft een diameter van 7,00 m en een hoogte van +/- 25,00m, idem aan de al bestaande silo van het CP-Gebouw. Totale inhoud bedraagt +/- 1000 m³.

CP-Building: 1 silo voor 400MT PET

Materiaal: metalen kolommen en liggers, gevelbekleding: metalen sandwichpanelen, kleur: wit tot licht grijs, deuren en poorten in metaal, kleur: licht grijs en tanks uit RVS.

 

Het bouwen van overdekte stapelruimtes: Shed 1 & Shed 2

Shed 1:

Het bouwen van een deels gesloten overdekking. Shed 1 wordt gebruikt als tijdelijke overdekte stapelruimte voor afgewerkte PET-bigbags, met een lage brandklasse.

De overdekte stapelruimte is gesloten langs 2 zijden (Zuid- en Westgevel). De Westgevel is voorzien van een opening van 4,00 m x 4,50 m. De overige zijden zijn volledig open, m.a.w. meer dan 50% van de overdekte stapelruimte is open.

Materiaal: staalstructuur, gevelbekleding: betonnen prefab gevelelementen, hellend dak uit metaalplaten

Cijfergegevens:

Oppervlakte: 25,20 m x 36,20 m = 912,24 m²

Volume: 5.874,82 m³

H kroonlijst: 5,65 m

H nok: 7,23 m

 

Shed 2:

Het plaatsen van een luifel tegen de opslagloods “bagging area” waaronder de afgewerkte bigbags gestockeerd worden. De zone wordt gebruikt als tijdelijke opslag van afgewerkt PETmateriaal.

De luifel heeft een diepte van 2,60m en wordt bevestigd aan de bestaande stalen structuur van de achterliggende hal.

Cijfergegevens:

Oppervlakte: 23,11 m x 2,60 m = 60,08 m²

H dakrand gebouw: 6,55 m

H luifel: 5,00 m

In totaal zal er 3000 MT PET-flakes in big bags gestockeerd worden iver shed 1 en shed 2.

 

Het regulariseren van geplaatste constructies: Container 1 t.e.m. container 6

De constructies bestaan uit enkele of aan elkaar geschakelde containerboxen. Het zijn kant-en klaar constructies met vlakke buitenwanden, kleur: lichtgrijs. De containers passen binnen de plaatselijke ruimtelijke- en morfologische context van de site. Hun gevelhoogte bedraagt 3,00 m.

Functie van de containers:

Container 1: Union container (kantoor) – opp:12,00 m²

Container 2: Guard house uitgang 7 (kantoor) – 9,00 m²

Container 3: Refter contractors – opp: 48,00 m²

Container 4: Guard house uitgang 8 (kantoor) – opp: 18,00 m²

Container 5: SPW container (technieken) – opp: 14,40 m²

Container 6: Materiaal container (opslag) – opp: 14,40 m²

 

Volgens de beschrijvende nota van de architect werd de buffercapaciteit voor de ganse site bekeken, samen met de site van Ineos. Berekeningen werden reeds vroeger uitgevoerd. Deze berekeningen werden overgemaakt aan de gemeente Geel waarmee een globaal akkoord bereikt is voor de gehele site i.v.m. de opvang van het hemelwater.

De procesafvalwaterstromen van de verschillende eenheden worden via een net van interne bedrijfsrioleringen afgevoerd naar de waterzuiveringsinstallatie op de site van Ineos. Na biologische zuivering worden de afvalwaters na een verblijftijd van ongeveer één week in een stabilisatievijver via een meetgoot in de Grote Nete geloosd.

Sanitair afvalwater wordt via een aparte riolering naar de waterzuivering van Ineos geleid.

Regenwater wordt op de site van JBF gebufferd alvorens het aangesloten wordt op het open grachtenstelsel van Ineos, waar het regenwater samenkomt voor de stabilisatievijver samen met het gezuiverde proces- en sanitair afvalwater. Vanuit de stabilisatievijver wordt al het afvalwater, al dan niet na zuivering, gezamenlijk in de Grote Nete geloosd.

 

Bufferingscapaciteit JBF:

o Buffer 1 (links van administratie): 20.000 Liter

o Buffer 2 (midden van terrein): 163.000 Liter

o Buffer 3 (uiterst rechts van terrein): 253.625 Liter

 

Milieu

Project: JBF - nieuwe FTR installatie 2022 (2)

Projectonderdelen:

-          de uitvoering van stedenbouwkundige handelingen

-          de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

OMV-referentie: 2022045519

Exploitatiezetel: Nijverheidslaan 4, 2430 Laakdal

Inrichtingsnummer: 20211118-0044 

Kadastrale gegevens: GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00W000 LAAKDAL 3 AFD/EINDHOUT/, sectie A, perceel 0093/00K000 LAAKDAL 3 AFD/EINDHOUT/, sectie A, perceel 0093/00P000 LAAKDAL 3 AFD/EINDHOUT/, sectie A, perceel 0093/00T000 LAAKDAL 3 AFD/EINDHOUT/, sectie A, perceel 0093/00G000 LAAKDAL 3 AFD/EINDHOUT/, sectie A, perceel 0093/00L000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00Y000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00X000

Voorwerp vergunningsaanvraag:

-          een andere verandering dan een beperkte verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit

 

JBF Global Europe BVBA is een bedrijf voor de productie van Polyethyleentereftalaat (PET) en is gelegen aan de Nijverheidsweg 4 te Laakdal. De bedrijfsterreinen liggen op 2 aparte zones binnen het industrieterrein waar zich de exploitaties bevinden van het naburig bedrijf Ineos:

-          lot 1 waarop de productie-installaties staan (stad/gemeente Geel en Laakdal) en

-          lot 2 waarop enkel opslag van de grondstof MEG gebeurt (stad Geel).

 

De exploitatie van het bedrijf is vergund middels het besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincie Antwerpen van 31/10/2012 (referentie: MLAV1-2012-0184) met een looptijd van 20 jaar. Via latere besluiten dd. 6/3/2014, 6/10/2014, 22/5/2015 en 6/8/2015 werden diverse wijzigingen doorgevoerd lopende tot de eindtermijn van de vergunning (einde 31/10/2032).

 

Via voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag wenst de exploitant de vergunde PET-installatie met een 2e FTR-unit van 1.215 kW (rubrieken 23.1.1.c en 23.2.2.a) uit te breiden zodat een grotere hoeveelheid gerecycleerde PET kan bijgemengd worden in het productieproces. De exploitant geeft aan dat de totale hoeveelheid geproduceerde PET hetzelfde zal blijven.

 

Behalve deze bijkomende FTR-installatie wenst de exploitant eveneens een uitbreiding van de opslag van kunststoffen (rubrieken 23.3.1.c en 23.3.1.d) aan te vragen. Enerzijds betreft het een rechtzetting van de vergunde opslageenheden in 20 silo’s (700 ton/silo i.p.v. 70 ton/silo omwille van typefout waarbij de totale hoeveelheid van 14.000 ton wel correct werd opgegeven); de wijziging van 2 vergunde silo’s voor de opslag van PET (2x 1.000 ton i.p.v. 700 ton) en de uitbreiding met 2 silo’s voor de opslag van PET-vlokken (2x 400 ton) en de opslag van PET-vlokken in bigbags (3.000 ton).

 

Er wordt eveneens een wijziging van de airco’s, koelinstallaties en compressoren gevraagd: - het schrappen van rubriek 16.3.1.2 (niet langer van toepassing);

-          een verschuiving van de eerder onder rubriek 16.3.1.2 vergunde installaties naar rubriek 16.3.2;

-          een wijziging van airco’s, koelinstallaties en compressoren ten opzichte van de vergunde situatie;

-          toevoegen van nieuwe rubriek 16.3.1 (> 2.000 ton CO2-equivalent)

 

Rubriek 17.2 is niet langer van toepassing door het wijzigen van de eigenschappen van de thermische olie Terminol VP. De exploitant vraagt om deze rubriek uit de vergunning te schrappen.

 

Bijkomend wordt een correctie gevraagd van het vermogen van de drie heaters (3x 16,6 MW i.p.v. 3x 18 MW).

De volgende rubrieken en hoeveelheden worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

6.4.1°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 1.050 l olie (vroeger 17.3.7.)

- 10.000 l therminol (vroeger 17.3.8.) (Verandering)

11050 liter

3

7.11.1°h)

fabricage van kunststoffen : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

7.12.1°a)

chemische installatie voor productie van organische chemicaliën : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

12.1.1.2°a)

stroomgeneratoren van 1.800 kW en 1.340 kW (Ongewijzigd)

3140 kW

2

12.2.2°

transformatoren van 3x 4.000 kVA, 3x 3.150 kVA en 1x 2.000 kVA (Ongewijzigd)

23450 kVA

2

16.3.1°

nieuw door wijziging indelingslijst

 

chillers : 1.625,9 tCO2 equivalent

airco’s : 751,9 tCO2 equivalent

 

totaal : 2.377,8  tCO2 equivalent (Nieuw)

2377,8 ton CO2–equivalent

1

16.3.2°b)

1.832 kW compressoren

650 kW chillers

198,31 kW airco’s
-164,99 kW

 

totaal : 2.680,31 kW (Verandering)

2680,31 kW

2

17.3.2.1.1.1°b)

CLP conversie : dieseltank 16 ton (vroeger 17.2.1.) (Nieuw)

16 ton

3

17.3.3.3°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.) (Verandering)

100 ton

1

17.3.4.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 6 ton javel (vroeger 17.2.1.)

- 14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

120 ton

1

17.3.6.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 6 ton javel (vroeger 17.2.1.)

- 270 ton therminol VP1 (vroeger 17.2.1.)

- 12.324 ton MEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 280 ton DEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

12994 ton

1

17.3.7.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 270 ton therminol VP1 (vroeger 17.2.1.)

- 12.324 ton MEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 280 ton DEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

12888 ton

1

17.3.8.2°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

 

- 6 ton javel (vroeger 17.2.1.) (Verandering)

6 ton

2

17.4.

gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

2050 kg

3

20.4.1.2°

productie van polymeren : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

23.1.1°c)

uitbreiden met een tweede FTR-unit van 1.215 kW (Verandering)

7210 kW

1

23.2.2°a)

uitbreiden met een tweede FTR-unit van 1.215 kW (Verandering)

3329 kW

2

23.3.1°c)

3.000 ton PET vlokken in bigbags in magazijn (shed 1) (Nieuw)

3000 ton

2

23.3.1°d)

uitbreiden met 2 silo’s van elk 1.000 ton PET (logistiek platform : S21 en S22) ter vervanging van vergunde van 700 ton

 

uitbreiden met 2 silo’s van elk 400 ton PET vlokken (CP building : F1 en warehouse : F2) (Verandering)

15400 ton

2

24.2.

labo kwaliteitscontrole (Ongewijzigd)

1 aantal

3

31.1.1°a)

dieselmotoren van 900 kW en 670 kW (= helft vermogen) (Ongewijzigd)

1570 kW

3

39.1.3°

stoomketel voor stoomproductie (Ongewijzigd)

6600 l

2

43.1.3°

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

49800 kW

1

43.3.2°

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

52,94 MW

1

43.4.

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

52,94 MW

1

 

Opgelijste rubricering:

6.4.1°, 7.11.1°h), 7.12.1°a), 12.1.1.2°a), 12.2.2°, 16.3.1°, 16.3.2°b), 17.3.2.1.1.1°b), 17.3.3.3°, 17.3.4.3°, 17.3.6.3°, 17.3.7.3°, 17.3.8.2°, 17.4., 20.4.1.2°, 23.1.1°c), 23.2.2°a), 23.3.1°c), 23.3.1°d), 24.2., 31.1.1°a), 39.1.3°, 43.1.3°, 43.3.2°, 43.4.

 

Opmerkingen

 

-          Overwegende dat de aanvraag een verandering van een vergunde iioa en geen hernieuwing betreft, zullen in voorliggend advies enkel die aspecten behandeld worden waar het voorwerp van de aanvraag een impact op kan hebben.

-          Bij vergunningverlening dient de vergunningstermijn beperkt te blijven tot deze van de basisvergunning (die eindigt op 31/10/2032), conform de bepalingen in artikel 68 van het OVD.

 

-          De exploitant neemt in bijlage C1 en C6 bij de aanvraag op dat de totale hoeveelheid geproduceerde PET na vergunningverlening hetzelfde zal blijven en er bijgevolg geen wijzigingen in productiecapaciteit (rubrieken 7.11.1.h, 7.12.1.a en/of 20.4.1.2) gevraagd wordt via voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag.

  • vermits een verhoging van de opslagcapaciteit van de grondstoffen voor het productieproces gevraagd wordt, lijkt het aangewezen om te verduidelijken dat deze verhoging van de opslagcapaciteit louter betrekking heeft op gerecycleerde PET en om dit ook zo in de eventuele vergunning te omschrijven (m.a.w. uitbreiding met 2 silo’s voor de opslag van gerecycleerde PET-vlokken (2x 400 ton) en de opslag van gerecycleerde PET-vlokken in bigbags (3.000 ton)). Deze bijkomende opslag is nodig om de bijkomende FTR-unit te voeden die ervoor zorgt dat er een grotere hoeveelheid gerecycleerde PET kan bijgemengd worden in het productieproces. Binnen het huidige recycling-proces kan 25-30% gerecycleerde PET worden teruggewonnen, met behoud van kwaliteit van het eindproduct, dat 25% gerecycleerd materiaal bevat. Via voorliggende aanvraag beoogt de exploitant een eindproduct te realiseren dat, gefaseerd tijdens de looptijd van het project, 35-50% (50% tegen het einde van de looptijd van het project) gerecycleerde materialen bevat. De exploitant geeft in de vergunningsaanvraag aan dat hierbij de totale PET-productie op de bedrijfssite gelijk zal blijven en dat er enkel meer gerecycleerde PET zal ingezet worden als grondstof.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 29 juli 2022 t.e.m. 27 augustus 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 29 juli 2022 werd het advies ontvangen van Agentschap Wegen en Verkeer

Zie bijlage

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 8 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Departement Omgeving

Er wordt geen advies uitgebracht.

Advies: geen advies

 

Op 9 augustus 2022 werd het advies ontvangen van PETROCHEMICAL PIPELINE SERVICES BV

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 11 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Vlaams Energie- en Klimaatagentschap

Advies: geen advies

 

Op 4 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Pidpa

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 16 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Fluvius System Operator

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

Op 20 juli 2022 werd het advies ontvangen van INFRABEL

Advies: geen bezwaar

 

Er werd advies gevraagd aan Interkommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Watertoets

De percelen opgenomen in het aanvraagdossier gelegen afdeling 3, sectie A met perceelnummer 0093/00K00 bevinden zich noch in een overstromingsgevoelig gebied noch in een afgebakende oeverzone noch in een afgebakend overstromingsgebied noch in een signaalgebied.

Natuurtoets

Ligging ten opzichte van VEN/IVON-gebied en speciale beschermingszones (SBZ)

De contouren van de percelen waarop de exploitatie zich bevindt, liggen op ca. 200 m van het VEN/IVON-gebied ‘De Gebroekten Grote Nete’ en van het habitatrichtlijngebied (SBZ-H) ‘Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor’. De exploitatie is niet gelegen nabij vogelrichtlijngebied (SBZ-V).

  • In de rand kan opgemerkt worden dat gevraagde veranderingen van de exploitatie via voorliggende vergunningsaanvraag op meer dan 750 m van habitatgebied gelegen zijn.

Op het omgevingsloket kan afgeleid worden dat ANB, in uitvoering artikels 35 t/m 38 van het OVB, om advies verzocht werd. Het is aangewezen om dit advies te volgen, gelet op hun expertise terzake.

Eutrofiëring en vermesting via luchtemissies (dieselgenerator en heaters)

Uit de bijgevoegde energiestudie m.b.t. de exploitatie van een bijkomende FTR lijn 2 werd berekend dat er op jaarbasis bijkomend 2 TJ aardgas zal verbruikt worden. In bijlage C6 wordt opgenomen dat er momenteel jaarlijks 733,825 TJ aardgas en 1.600 liter diesel gebruikt wordt. De geplande toename aan aardgasverbruik is bijgevolg niet aanzienlijk ten opzichte van de huidige, vergunde situatie.

De exploitant voegde in bijlage van de aanvraag het rapport van de impactscoreberekening. De hieruit resulterende SO2- en NOx-deposities (in kg/jaar) werden ingevoerd in het voortoetsinstrument. Uit het voortoetsrapport blijkt dat er, wat betreft verzuring en eutrofiëring via lucht door uitstoot van SO2 en NOx bij de exploitatie van de dieselgenerator en de heaters geen risico op betekenisvolle aantasting van actuele of mogelijke toekomstige habitats binnen Habitatrichtlijngebied (SBZ-H) verwacht wordt.

  • Er dient opgemerkt te worden dat er in de impactscoreberekening uitgegaan wordt van 15.400.000 m³ aardgas/jaar en 1.250 liter diesel/jaar terwijl er volgens de gegevens in bijlage C6 van de aanvraag 733.936 GJ + 2.000 GJ (berekend via de energiestudie) = 735.936 GJ of ca. 19.999.043 m³ aardgas (= 735.936 x 278 (omrekening van GJ naar MWh)/10,23 (omrekening van MWh naar m³, uitgaande van laagcalorisch gas) en 1.600 liter diesel per jaar wordt verbruikt. Dit is hoger dan opgenomen in de impactscoreberekening. Het kan aangewezen zijn om hierover verduidelijking te vragen aan de exploitant.
  • Indien de voortoets opnieuw uitgevoerd wordt met de herberekende NOx- en SO2-emissies (via impactscore) uitgaande van de brandstofverbruiken uit bijlage C6 en de energiestudie, blijkt dat de conclusies m.b.t. de voortoets onveranderd blijven.

Vermits de in de voortoets berekende reikwijdte van het verzurings- en eutrofiëringseffect niet overlapt met VEN/IVON-gebied kan gesteld worden dat de exploitatie van de dieselgenerator en heaters geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het VEN/IVON-gebied veroorzaken.

  • Indien de voortoets opnieuw uitgevoerd wordt met de herberekende NOx- en SO2-emissies (via impactscore) uitgaande van de brandstofverbruiken uit bijlage C6 en de energiestudie, blijkt dat reikwijdte van het verzurings- en eutrofiëringseffect niet overlapt met VEN/IVONgebied.

Milieuaspecten

Kunststofgranulaten

Bij de opslag, het intern transport en het behandelen van de kunststofkorrels, -vlokken en - poeders in de kunststofbewerkingsmachines kunnen spills optreden waarbij het gevaar bestaat dat kunststofkorrels, -vlokken en -poeders in het leefmilieu terecht komen. Gelet op de problematiek van de verontreiniging van de oceanen met plastics, lijkt het aangewezen dat de exploitant in de vergunningsaanvraag aangeeft welke maatregelen hij zal nemen om milieuverontreiniging door kunststofkorrels, -vlokken en -poeders te voorkomen. Hierbij kan verwezen worden naar Operation Clean Sweep (OCS), een internationaal programma dat opgesteld is door PLASTICS (Plastics Industry Association) (handelsorganisatie van de plastic industrie) om de plastic-producerende en/of verwerkende industrieën te helpen om accidentele verliezen van pellets, vlokken en poeders in de omgeving te vermijden (zie ook: https://www.opcleansweep.org/. Het lijkt aangewezen om als bijzondere voorwaarde op te leggen dat de exploitant Operation Clean Sweep® of de principes ervan dient te implementeren in zijn bedrijfsvoering.

Water

Koelwater

Uit bijlage C6 bij de aanvraag kan afgeleid worden dat de extruder (= onderdeel van FTR installatie(s)) indien nodig gekoeld wordt met koelwater. Uit de aanvraag kan niet afgeleid worden wat er met dit koelwater gebeurt. Het is aangewezen dat de exploitant dit verduidelijkt en, indien geloosd, rubriek 3.5 (nog te specificeren tot op de correcte subrubriek) opneemt in de aanvraag.

Bedrijfsafvalwater

In bijlage C6 bij de aanvraag is opgenomen dat de dampen in het vacuümsysteem (= onderdeel van FTR installatie(s)) met een overmaat van water worden gekoeld en neergeslagen. De resulterende waterstroom wordt gekoeld met koelwater en afgevoerd naar de afvalwaterzuivering van Ineos. Vermits de lozing van het bedrijfsafvalwater gebeurt via de afvalwaterzuivering van Ineos, wordt, in het kader van voorliggende aanvraag, geen rubriek m.b.t. afvalwaterlozing gevraagd.

  • Het is aangewezen om aan de exploitant te vragen of met Ineos bekeken werd of de bijkomende FTR-installatie een verhoging van het debiet van bedrijfsafvalwater en/of wijziging van de samenstelling van het bedrijfsafvalwater met zich mee kan/zal brengen. Dit kan immers een vereiste verandering van de vergunde lozingsdebieten en/of lozingsnormen van bedrijfsafvalwater in de vergunning van Ineos inhouden.

Afval

De exploitant dient er op gewezen te worden dat hij de bepalingen van het Materialendecreet, het Vlarema en Vlarem strikt dient na te leven.

Via de vergunningsaanvraag wenst de exploitant een bijkomende FTR-installatie (1.215 kW) te plaatsen om het aandeel gerecycleerde PET in de het eindproduct (PET-chips/pellets) gefaseerd te verhogen van 25% tot 35-50%. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan (regionale en nationale) regelgeving. Vlaanderen heeft opgelegd dat tegen 2022 minstens 25% van de transparante en blauwe PET‐fracties "bottle‐to‐bottle" gerecycleerd moeten worden. Tegen 2025 moeten PET‐verpakkingen volgens de Belgische regelgeving voor 50% uit gerecycleerd materiaal bestaan.

Lucht

Geur

De exploitant verwacht geen geuremissies ten gevolge van de exploitatie van de nieuwe FTRinstallatie vermits deze gelijkaardig is aan de bestaande FTR-installatie die geen geurhinder veroorzaakt.

Geleide emissies

Er zullen, ten gevolge van de aangevraagde veranderingen, geen bijkomende emissiepunten worden gerealiseerd. De emissies afkomstig van de bijkomende FTR-installatie zullen via het off gas systeem afgeleid worden naar de reeds aanwezige thermische olieketels voor verbranding.

  • aan de exploitant kan via de POVC gevraagd worden of de thermische olieketels voldoende groot gedimensioneerd zijn om deze bijkomende emissiestroom, afkomstig van de nieuwe FTR-installatie, te kunnen verbranden. Deze bijkomende emissiestroom is gelinkt aan het gewijzigde productieproces en zal, ongeacht het feit dat er geen wijzigingen aan de totale productiecapaciteit van PET-chips gepland zijn, toch plaatsvinden.

Veiligheid

Seveso-status

Door het wijzigen van de eigenschappen van de thermische olie Terminol 68, wordt deze stof niet langer gekenmerkt door gevarenpictogrammen en is deze stof bijgevolg niet meer ingedeeld in rubriek 17. De exploitant geeft in bijlage C1 aan dat hierdoor rubriek 17.2 (m.b.t. Sevesoinrichtingen) niet langer van toepassing is. De exploitant vraagt om rubriek 17.2.1 (lagedrempelinrichting) te schrappen uit de vergunning.

  • Het kan aangewezen zijn dat de exploitant een update van de Seveso-status bij de aanvraag voegt waarin hij aantoont dat rubriek 17.2 niet langer van toepassing is.

Afstandsregels

Door het wijzigen van de eigenschappen van de thermische olie Terminol 68 (voortaan Terminol 66), wordt deze stof niet langer gekenmerkt door gevarenpictogrammen. Terminol 68 (voortaan 66) is niet langer ingedeeld in rubriek 17. Deze olie valt echter wel onder de definitie van brandbare vloeistoffen en is bijgevolg ingedeeld in rubriek 6.4. De exploitant vraagt om de opslagcapaciteit van de reeds vergunde rubriek 6.4.1 uit te breiden met de opslagcapaciteit van Terminol.

Het lijkt aangewezen om de exacte omschrijving van terminol op te nemen in rubriek 6.4.1: 10.000 liter terminol 66, zoals aangegeven op het veiligheidsinformatieblad in bijlage van de aanvraag.

Ten gevolge van de verschuiving van terminol 68 (voortaan 66) van rubriek 17.3 naar rubriek 6.4, dient bekeken te worden of nog voldaan wordt aan de regelgeving m.b.t. scheidingsafstanden (minimale scheidingsafstand tussen Terminol VP1 en Terminol 68 (voortaan 66) bedraagt voortaan 2 m in plaats van 1 m, tenzij hiervan op een reglementaire wijze van afgeweken mag worden).

Het lijkt aangewezen dat de exploitant aangeeft hoe zal voldaan worden aan de regelgeving m.b.t. scheidingsafstanden.

Bodem

De exploitant verwacht dat de gevraagde veranderingen geen significante invloed hebben op het aantal transportbewegingen van en naar de site. Er zal meer gerecycleerde PET worden aangevoerd naar de site, maar er zal ook minder aanvoer zijn van grondstoffen. Ingeschat wordt dat er ongeveer 160 ton gerecycleerde PET per dag aangevoerd zal worden. Dit zijn ongeveer 8 vrachtwagens per dag.

  • In de aanvraag wordt niet aangegeven hoeveel vrachtwagens met grondstoffen er per dag de site zullen beleveren in de huidige, vergunde en in de gewenste situatie. Het kan aangewezen zijn dat de exploitant deze gegevens aanvult in de aanvraag.
  • Verwacht wordt dat de bijkomende transportbewegingen ten gevolge van de aanvoer van gerecycleerde PET geen aanzienlijke mobiliteitseffecten zullen genereren ten opzichte van de huidige, gekende situatie. Dit lijkt aanneembaar.

De exploitant geeft aan dat de geplande veranderingen geen impact hebben op het personenverkeer omdat er geen uitbreidingen van het personeelsbestand worden voorzien. Dit lijkt aanneembaar.

Geluid en trillingen

In het verleden werden meermaals maatregelen inzake isolatie genomen om geluidshinder, veroorzaakt in de omgeving, te beperken tot een aanvaardbaar niveau. De exploitant geeft aan dat er in 2019 een controlemeting werd uitgevoerd waaruit bleek dat het exact specifiek geluid afkomstig van JBF niet (meer) te bepalen is, zelfs ’s nachts niet. De toename van het omgevingsgeluid ter hoogte van het meetpunt t.o.v. 2014 is gestegen te wijten aan de stijging van het wegverkeersgeluid. Hierdoor is het specifiek geluid van JBF nog moeilijker te bepalen. In de controlemeting van 2019 wordt verder opgemerkt dat de dagniveaus gestegen zijn met 3 à 4 dB(A), maar dat dit onmogelijk door JBF kan veroorzaakt worden.

De exploitant neemt in bijlage E5 op dat de nieuwe FTR-installatie zal opgesteld worden binnen in een nieuw te gebouwen lokaal (CP-building). Overwegende dat er in het verleden reeds maatregelen (dienden) genomen te worden m.b.t. de CP-buildings, nl. blowers met silencers, geluidsisolerende isolatie… is het aangewezen dat de exploitant aangeeft welke maatregelen hij m.b.t. het nieuw te gebouwen lokaal (CP-building) zal voorzien.

Gelet op de geluidshinderproblematiek uit het verleden, is het wenselijk een geluidsstudie bij de aanvraag te voegen m.b.t. de nieuwe FTR-installatie.

 

Energie

De exploitant voegde in bijlage C6 een energiestudie m.b.t. de exploitatie van een nieuwe FTR installatie. De energiestudie werd uitgevoerd door een deskundige die werkzaam is bij Royal HaskoningDHV en die eveneens de energieplannen voor JBF heeft opgesteld. In de energiestudie wordt berekend dat het totale verwachte primaire energiegebruik op de nieuwe FTR installatie 55 TJ bedraagt. In de energiestudie werd bekeken of er energie-efficiency verbeteringen mogelijk zijn, rekening houdende met de BBT-technieken en met die installatie-onderdelen van de nieuwe FTR installatie die het merendeel van het energieverbruik bepalen. Uit deze aftoetsing blijkt dat geen van de mogelijke maatregelen technisch of economisch haalbaar zijn. In de studie wordt besloten dat de voorgestelde installatie voldoet aan de huidige energie-efficiency eisen.

Conclusie milieutechnische beoordeling

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling volgt de omgevingsambtenaar het advies van IOK en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies.

Het lijkt echter wel aangewezen dat de exploitant de volgende verduidelijkingen/aanvullingen aanbrengt in de aanvraag:

-          verduidelijken wat er gebeurt met het koelwater van de extruder (= onderdeel van FTR installatie(s));

-          verduidelijken of met Ineos bekeken werd of de bijkomende FTR-installatie een verhoging van het debiet van bedrijfsafvalwater en/of wijziging van de samenstelling van het bedrijfsafvalwater met zich mee kan/zal brengen;

-          verduidelijken of de thermische olieketels voldoende groot gedimensioneerd zijn om de bijkomende emissiestroom, afkomstig van de nieuwe FTR-installatie, te kunnen verbranden;

-          verduidelijken hoe de ingevoerde gegevens m.b.t. aardgas en diesel in de impactscoreberekening bepaald werden;

-          een update van de Seveso-status bij de aanvraag gevoegd wordt waarin wordt aangetoond dat rubriek 17.2 niet langer van toepassing is;

-          de exploitant aangeeft hoe zal voldaan worden aan de regelgeving m.b.t. scheidingsafstanden;

-          de exploitant aangeeft hoeveel vrachtwagens met grondstoffen er per dag de site zullen beleveren in de huidige, vergunde en in de gewenste situatie;

-          een geluidstudie bij de aanvraag gevoegd wordt m.b.t. de nieuwe FTR-installatie.

Het lijkt eveneens aangewezen om in de beslissing m.b.t. de vergunningsaanvraag:

-          m.b.t. de verhoging van de opslagcapaciteit: te verduidelijken dat deze louter betrekking heeft op gerecycleerde PET en om dit ook zo in de eventuele vergunning te omschrijven: uitbreiding met 2 silo’s voor de opslag van gerecycleerde PET-vlokken (2x 400 ton) en de opslag van gerecycleerde PET-vlokken in bigbags (3.000 ton);

-          de exacte omschrijving van terminol op te nemen in rubriek 6.4.1: 10.000 liter terminol 66, zoals aangegeven op het veiligheidsinformatieblad in bijlage van de aanvraag.

Het lijkt ten slotte aangewezen om aan de POVC voor te leggen om volgende maatregelen te implementeren als bijzondere voorwaarden in de eventuele vergunning:

-          de exploitant dient Operation Clean Sweep® of de principes ervan te implementeren in zijn bedrijfsvoering.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 29 juli 2022 tot en met 27 augustus 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 29 juli 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  • Departement Omgeving verleent geen advies.
  • Het advies van PETROCHEMICAL PIPELINE SERVICES BV, afgeleverd op 9 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  • Vlaams Energie- en Klimaatagentschap verleent geen advies.
  • Het advies van Pidpa, afgeleverd op 4 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  • Het advies van Fluvius System Operator, afgeleverd op 16 augustus 2022 is voorwaardelijk gunstig.
  • INFRABEL heeft geen bezwaar.

 

Conclusie

Gunstig onder volgende voorwaarden:

 

Volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk gunstig geadviseerd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

6.4.1°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 1.050 l olie (vroeger 17.3.7.)

- 10.000 l therminol (vroeger 17.3.8.) (Verandering)

11050 liter

3

7.11.1°h)

fabricage van kunststoffen : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

7.12.1°a)

chemische installatie voor productie van organische chemicaliën : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

12.1.1.2°a)

stroomgeneratoren van 1.800 kW en 1.340 kW (Ongewijzigd)

3140 kW

2

12.2.2°

transformatoren van 3x 4.000 kVA, 3x 3.150 kVA en 1x 2.000 kVA (Ongewijzigd)

23450 kVA

2

16.3.1°

nieuw door wijziging indelingslijst

 

chillers : 1.625,9 tCO2 equivalent

airco’s : 751,9 tCO2 equivalent

 

totaal : 2.377,8  tCO2 equivalent (Nieuw)

2377,8 ton CO2–equivalent

1

16.3.2°b)

1.832 kW compressoren

650 kW chillers

198,31 kW airco’s
-164,99 kW

 

totaal : 2.680,31 kW (Verandering)

2680,31 kW

2

17.3.2.1.1.1°b)

CLP conversie : dieseltank 16 ton (vroeger 17.2.1.) (Nieuw)

16 ton

3

17.3.3.3°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.) (Verandering)

100 ton

1

17.3.4.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 6 ton javel (vroeger 17.2.1.)

- 14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

120 ton

1

17.3.6.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 6 ton javel (vroeger 17.2.1.)

- 270 ton therminol VP1 (vroeger 17.2.1.)

- 12.324 ton MEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 280 ton DEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

12994 ton

1

17.3.7.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

- 270 ton therminol VP1 (vroeger 17.2.1.)

- 12.324 ton MEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 280 ton DEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

- 14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

12888 ton

1

17.3.8.2°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

 

- 6 ton javel (vroeger 17.2.1.) (Verandering)

6 ton

2

17.4.

gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

2050 kg

3

20.4.1.2°

productie van polymeren : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

23.1.1°c)

uitbreiden met een tweede FTR-unit van 1.215 kW (Verandering)

7210 kW

1

23.2.2°a)

uitbreiden met een tweede FTR-unit van 1.215 kW (Verandering)

3329 kW

2

23.3.1°c)

3.000 ton PET vlokken in bigbags in magazijn (shed 1) (Nieuw)

3000 ton

2

23.3.1°d)

uitbreiden met 2 silo’s van elk 1.000 ton PET (logistiek platform : S21 en S22) ter vervanging van vergunde van 700 ton

 

uitbreiden met 2 silo’s van elk 400 ton PET vlokken (CP building : F1 en warehouse : F2) (Verandering)

15400 ton

2

24.2.

labo kwaliteitscontrole (Ongewijzigd)

1 aantal

3

31.1.1°a)

dieselmotoren van 900 kW en 670 kW (= helft vermogen) (Ongewijzigd)

1570 kW

3

39.1.3°

stoomketel voor stoomproductie (Ongewijzigd)

6600 l

2

43.1.3°

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

49800 kW

1

43.3.2°

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

52,94 MW

1

43.4.

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

52,94 MW

1

 

Indien de algemene en sectorale voorwaarden nageleefd worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier, het advies en beoordeling van de intercommunale ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ te voorwaardelijk gunstig geadviseerd worden op voorwaarde dat:

        m.b.t. vergunningstermijn: deze beperkt wordt tot de duurtijd van de lopende vergunning (tot einde 31/10/2032);

        m.b.t. de kunststofgranulaten:

-          in het vergunningsbesluit te verduidelijken dat de verhoging van de opslagcapaciteit louter betrekking heeft op gerecycleerde PET: uitbreiding met 2 silo’s voor de opslag van gerecycleerde PET-vlokken (2x 400 ton) en de opslag van gerecycleerde PET-vlokken in bigbags (3.000 ton);

-          volgende bijzondere voorwaarde opgelegd wordt: de exploitant dient Operation Clean Sweep® of de principes ervan te implementeren in zijn bedrijfsvoering;

        m.b.t. bedrijfsafvalwater:

-          te verduidelijken wat er gebeurt met het koelwater van de extruder (= onderdeel van FTR installatie(s));

-          te verduidelijken of met Ineos bekeken werd of de bijkomende FTR-installatie een verhoging van het debiet van bedrijfsafvalwater en/of wijziging van de samenstelling van het bedrijfsafvalwater met zich mee kan/zal brengen;

        m.b.t. lucht: te verduidelijken of de thermische olieketels voldoende groot gedimensioneerd zijn om de bijkomende emissiestroom, afkomstig van de nieuwe FTR-installatie, te kunnen verbranden;

        m.b.t. biodiversiteit: te verduidelijken hoe de ingevoerde gegevens m.b.t. aardgas en diesel in de impactscoreberekening bepaald werden;

        m.b.t. veiligheid:

-          een update van de Seveso-status bij de aanvraag gevoegd wordt waarin wordt aangetoond dat rubriek 17.2 niet langer van toepassing is;

-          de exploitant aangeeft hoe zal voldaan worden aan de regelgeving m.b.t. scheidingsafstanden;

        m.b.t. mobiliteit: de exploitant aangeeft hoeveel vrachtwagens met grondstoffen er per dag de site zullen beleveren in de huidige, vergunde en in de gewenste situatie;

        m.b.t. geluid: de exploitant een geluidstudie bij de aanvraag voegt waarin aangetoond wordt dat de nieuwe FTR-installatie geen overschrijdingen van de geluidsnormen zal veroorzaken, noch onaanvaardbare geluidshinder in de omgeving zal veroorzaken en welke milderende maatregelen er eventueel zullen genomen worden om dit te realiseren;

        m.b.t. gevaarlijke stoffen/brandbare vloeistoffen: de exacte omschrijving van terminol opgenomen wordt in rubriek 6.4.1: 10.000 liter terminol 66.

 

Stedenbouwkundige voorwaarde

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.

 

De voorwaarden opgenomen in het advies van agentschap Wegen en Verkeer dienen te worden nageleefd:

- De toegangsborden op het openbaar domein moeten verwijderd worden.

- Container 4 moet achter de bouwlijn geplaatst worden.

 

De voorwaarden opgenomen in het advies van Petrochemical Pipelines Services dienen te worden gevolgd:

- De Fetrapi voorschriften zijn van kracht voor het uitvoeren van werkzaamheden nabij de leidingen.

- Voorafgaand aan de werken dient de uitvoerende aannemer conform wet- en regelgeving een klip-melding in te dienen. Gelieve bij contact met PPSPipelines gebruik te maken van het referentienummer PG2022-05909 en het KLIP-nummer.

- Geen enkele activiteit mag uitgevoerd worden binnen de voorbehouden zone van de leidingen (5 meter aan weerszijden).

- Alle werkzaamheden/bouwactiviteiten binnen de beschermde zone van 15 meter dienen afgestemd te worden met PPS-Pipelines om zeker te zijn dat deze geen gevaar vormen voor de integriteit van de leidingen.

- Indien de plannen wijzigen, vervallen gegeven toestemmingen, en dient de aanvrager opnieuw afstemming te zoeken met PPS-Pipelines.

Exacte ligging van de leiding

De exacte ligging van de leidingen kan alleen in het veld geverifieerd worden door onze tracé controllers. De ligging en dieptebepaling dient, afhankelijk van het inzicht van de tracé controller en de situatie ter plekke, middels het graven van proefsleuven of middels detectie plaats te vinden. Deze gegevens dienen dan vervolgens ingemeten te worden door een landmeter en dient u op te nemen in uw ontwerp/plannen/dwarsprofielen/boorprofielen etc. Het toezicht van PPS-Pipelines is voor kosten van PPS-Pipelines, het graven van eventuele proefsleuven en de landmeter zijn voor uw rekening. U kunt een afspraak inplannen met onze tracé controller via TPI@PPSPipelines.com of 0031-464268150. Vermeldt daarbij S.V.P. het kenmerk PG2022-05909 en het KLIP-nummer van uw graafmelding.

 

Gevolg dient gegeven aan de opmerkingen vermeld in het advies van Fluvius:

De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het "Reglement voor verkavelingen en bouwprojecten", meer bepaald inzake capaciteitsbeslag en mogelijke netuitbreidingen en/of netaanpassingen om de nieuwe percelen aansluitbaar te maken. Dit reglement is terug te vinden op onze website www.fluvius.be.

Afhankelijk van de grootte van het project zal in overleg met de projectontwikkelaar bepaald worden welke nutsvoorzieningen dienen aangelegd te worden op het terrein.

Het is ook mogelijk dat de bouwheer een of meerdere ruimte(s) voor een elektriciteitscabine distributie ter beschikking moet stellen.

Een gedetailleerde studie zal dit uitwijzen. Hiertoe dient de initiatiefnemer tijdig, en dit vóór het uitvoeren van zijn verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning, een offerte te vragen aan Fluvius aan de hand van het aanvraagformulier "Studie- en offerteaanvraag voor verkavelingen & bouwprojecten" welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).

Indien bij de definitieve aanvraag blijkt dat de gevraagde vermogens buiten de standaardnormen vallen kan onze visie nog wijzigen in functie van de gevraagde vermogens. De kosten voor de eventueel te verplaatsen bestaande leidingen vallen integraal ten laste van de aanvrager.

Algemene voorschriften:

• Gasafsluiters, elektriciteits-, kabeldistributie- aardgasdistributienetten (boven- en ondergrondse) moeten steeds en makkelijk bereikbaar zijn en vrij blijven van ieder obstakel.

• Het meterlokaal bevindt zich direct aan de straatzijde en is voldoende ruim bemeten. Er moet voor de meter steeds een vrije doorgang blijven van 80cm ten opzichte van een muur of ander obstakel.

• Nuttige vrije hoogte van de eventuele tellerlokalen bedraagt minimaal 2m over de ganse vloeroppervlakte.

• De boven- en onderverluchting van gasmeterlokalen moeten steeds rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staan.

Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.

 

Rekening dient gehouden met het advies van Pidpa.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning gunstig te adviseren onder volgende voorwaarden:


Volgende rubrieken en hoeveelheden worden voorwaardelijk gunstig geadviseerd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

6.4.1°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

-             1.050 l olie (vroeger 17.3.7.)

-             10.000 l therminol (vroeger 17.3.8.) (Verandering)

11050 liter

3

7.11.1°h)

fabricage van kunststoffen : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

7.12.1°a)

chemische installatie voor productie van organische chemicaliën : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

12.1.1.2°a)

stroomgeneratoren van 1.800 kW en 1.340 kW (Ongewijzigd)

3140 kW

2

12.2.2°

transformatoren van 3x 4.000 kVA, 3x 3.150 kVA en 1x 2.000 kVA (Ongewijzigd)

23450 kVA

2

16.3.1°

nieuw door wijziging indelingslijst

 

chillers : 1.625,9 tCO2 equivalent

airco’s : 751,9 tCO2 equivalent

 

totaal : 2.377,8  tCO2 equivalent (Nieuw)

2377,8 ton CO2–equivalent

1

16.3.2°b)

1.832 kW compressoren

650 kW chillers

198,31 kW airco’s
 -164,99 kW

 

totaal : 2.680,31 kW (Verandering)

2680,31 kW

2

17.3.2.1.1.1°b)

CLP conversie : dieseltank 16 ton (vroeger 17.2.1.) (Nieuw)

16 ton

3

17.3.3.3°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

-             100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.) (Verandering)

100 ton

1

17.3.4.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

-             100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

-             6 ton javel (vroeger 17.2.1.)

-             14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

120 ton

1

17.3.6.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

-             100 ton hulpstoffen GHS03-GHS05-GHS07) (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

-             6 ton javel (vroeger 17.2.1.)

-             270 ton therminol VP1 (vroeger 17.2.1.)

-             12.324 ton MEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

-             280 ton DEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

-             14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

12994 ton

1

17.3.7.3°

nieuwe rubriek door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

-             270 ton therminol VP1 (vroeger 17.2.1.)

-             12.324 ton MEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

-             280 ton DEG (vroeger 17.3.3. en 17.3.7.)

-             14 ton waterbehandelings-product (GHS05-GHS07-GHS08) (vroeger 17.3.3.) (Nieuw)

12888 ton

1

17.3.8.2°

wijzigingen door CLP conversie – geen wijzigingen aan opslag zelf :

 

-             6 ton javel (vroeger 17.2.1.) (Verandering)

6 ton

2

17.4.

gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen (Ongewijzigd)

2050 kg

3

20.4.1.2°

productie van polymeren : 2 productielijnen voor PET (Ongewijzigd)

475000 ton/jaar

1

23.1.1°c)

uitbreiden met een tweede FTR-unit van 1.215 kW (Verandering)

7210 kW

1

23.2.2°a)

uitbreiden met een tweede FTR-unit van 1.215 kW (Verandering)

3329 kW

2

23.3.1°c)

3.000 ton PET vlokken in bigbags in magazijn (shed 1) (Nieuw)

3000 ton

2

23.3.1°d)

uitbreiden met 2 silo’s van elk 1.000 ton PET (logistiek platform : S21 en S22) ter vervanging van vergunde van 700 ton

 

uitbreiden met 2 silo’s van elk 400 ton PET vlokken (CP building : F1 en warehouse : F2) (Verandering)

15400 ton

2

24.2.

labo kwaliteitscontrole (Ongewijzigd)

1 aantal

3

31.1.1°a)

dieselmotoren van 900 kW en 670 kW (= helft vermogen) (Ongewijzigd)

1570 kW

3

39.1.3°

stoomketel voor stoomproductie (Ongewijzigd)

6600 l

2

43.1.3°

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

49800 kW

1

43.3.2°

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

52,94 MW

1

43.4.

correctie van vergund vermogen heaters van 3x 18 MW naar 3x 16,6 MW (geen wijziging aan branders en/of brandstoffen) (Verandering)

52,94 MW

1

 

Indien de algemene en sectorale voorwaarden nageleefd worden.

 

Bijzondere milieuvoorwaarde

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier, het advies en beoordeling van de intercommunale ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dient deze vergunningsaanvraag voor het onderdeel ‘ingedeelde inrichting of activiteit’ te voorwaardelijk gunstig geadviseerd worden op voorwaarde dat:

  • m.b.t. vergunningstermijn: deze beperkt wordt tot de duurtijd van de lopende vergunning (tot einde 31/10/2032); 
  • m.b.t. de kunststofgranulaten:
    • in het vergunningsbesluit te verduidelijken dat de verhoging van de opslagcapaciteit louter betrekking heeft op gerecycleerde PET: uitbreiding met 2 silo’s voor de opslag van gerecycleerde PET-vlokken (2x 400 ton) en de opslag van gerecycleerde PET-vlokken in bigbags (3.000 ton);
    • volgende bijzondere voorwaarde opgelegd wordt: de exploitant dient Operation Clean Sweep® of de principes ervan te implementeren in zijn bedrijfsvoering; 
  • m.b.t. bedrijfsafvalwater: 
    • te verduidelijken wat er gebeurt met het koelwater van de extruder (= onderdeel van FTR installatie(s)); 
    • te verduidelijken of met Ineos bekeken werd of de bijkomende FTR-installatie een verhoging van het debiet van bedrijfsafvalwater en/of wijziging van de samenstelling van het bedrijfsafvalwater met zich mee kan/zal brengen; 
  • m.b.t. lucht: te verduidelijken of de thermische olieketels voldoende groot gedimensioneerd zijn om de bijkomende emissiestroom, afkomstig van de nieuwe FTR-installatie, te kunnen verbranden; 
  • m.b.t. biodiversiteit: te verduidelijken hoe de ingevoerde gegevens m.b.t. aardgas en diesel in de impactscoreberekening bepaald werden; 
  • m.b.t. veiligheid: 
    • een update van de Seveso-status bij de aanvraag gevoegd wordt waarin wordt aangetoond dat rubriek 17.2 niet langer van toepassing is; 
    • de exploitant aangeeft hoe zal voldaan worden aan de regelgeving m.b.t. scheidingsafstanden; 
  • m.b.t. mobiliteit: de exploitant aangeeft hoeveel vrachtwagens met grondstoffen er per dag de site zullen beleveren in de huidige, vergunde en in de gewenste situatie; 
  • m.b.t. geluid: de exploitant een geluidstudie bij de aanvraag voegt waarin aangetoond wordt dat de nieuwe FTR-installatie geen overschrijdingen van de geluidsnormen zal veroorzaken, noch onaanvaardbare geluidshinder in de omgeving zal veroorzaken en welke milderende maatregelen er eventueel zullen genomen worden om dit te realiseren; 
  • m.b.t. gevaarlijke stoffen/brandbare vloeistoffen: de exacte omschrijving van terminol opgenomen wordt in rubriek 6.4.1: 10.000 liter terminol 66.

 

Stedenbouwkundige voorwaarde

De werken dienen uitgevoerd zoals aangeduid op de plannen.

 

De voorwaarden opgenomen in het advies van agentschap Wegen en Verkeer dienen te worden nageleefd:

- De toegangsborden op het openbaar domein moeten verwijderd worden.

- Container 4 moet achter de bouwlijn geplaatst worden.

 

De voorwaarden opgenomen in het advies van Petrochemical Pipelines Services dienen te worden gevolgd: 

- De Fetrapi voorschriften zijn van kracht voor het uitvoeren van werkzaamheden nabij de leidingen.

- Voorafgaand aan de werken dient de uitvoerende aannemer conform wet- en regelgeving een klip-melding in te dienen. Gelieve bij contact met PPSPipelines gebruik te maken van het referentienummer PG2022-05909 en het KLIP-nummer.

- Geen enkele activiteit mag uitgevoerd worden binnen de voorbehouden zone van de leidingen (5 meter aan weerszijden).

- Alle werkzaamheden/bouwactiviteiten binnen de beschermde zone van 15 meter dienen afgestemd te worden met PPS-Pipelines om zeker te zijn dat deze geen gevaar vormen voor de integriteit van de leidingen.

- Indien de plannen wijzigen, vervallen gegeven toestemmingen, en dient de aanvrager opnieuw afstemming te zoeken met PPS-Pipelines.

Exacte ligging van de leiding

De exacte ligging van de leidingen kan alleen in het veld geverifieerd worden door onze tracé controllers. De ligging en dieptebepaling dient, afhankelijk van het inzicht van de tracé controller en de situatie ter plekke, middels het graven van proefsleuven of middels detectie plaats te vinden. Deze gegevens dienen dan vervolgens ingemeten te worden door een landmeter en dient u op te nemen in uw ontwerp/plannen/dwarsprofielen/boorprofielen etc. Het toezicht van PPS-Pipelines is voor kosten van PPS-Pipelines, het graven van eventuele proefsleuven en de landmeter zijn voor uw rekening. U kunt een afspraak inplannen met onze tracé controller via TPI@PPSPipelines.com of 0031-464268150. Vermeldt daarbij S.V.P. het kenmerk PG2022-05909 en het KLIP-nummer van uw graafmelding.

 

Gevolg dient gegeven aan de opmerkingen vermeld in het advies van Fluvius:

De initiatiefnemer dient te voldoen aan alle voorwaarden van Fluvius zoals opgenomen in het "Reglement voor verkavelingen en bouwprojecten", meer bepaald inzake capaciteitsbeslag en mogelijke netuitbreidingen en/of netaanpassingen om de nieuwe percelen aansluitbaar te maken. Dit reglement is terug te vinden op onze website www.fluvius.be.

Afhankelijk van de grootte van het project zal in overleg met de projectontwikkelaar bepaald worden welke nutsvoorzieningen dienen aangelegd te worden op het terrein.

Het is ook mogelijk dat de bouwheer een of meerdere ruimte(s) voor een elektriciteitscabine distributie ter beschikking moet stellen. 

Een gedetailleerde studie zal dit uitwijzen. Hiertoe dient de initiatiefnemer tijdig, en dit vóór het uitvoeren van zijn verkavelings- of stedenbouwkundige vergunning, een offerte te vragen aan Fluvius aan de hand van het aanvraagformulier "Studie- en offerteaanvraag voor verkavelingen & bouwprojecten" welke beschikbaar is op de website van Fluvius (www.fluvius.be).

Indien bij de definitieve aanvraag blijkt dat de gevraagde vermogens buiten de standaardnormen vallen kan onze visie nog wijzigen in functie van de gevraagde vermogens. De kosten voor de eventueel te verplaatsen bestaande leidingen vallen integraal ten laste van de aanvrager.

Algemene voorschriften: 

• Gasafsluiters, elektriciteits-, kabeldistributie- aardgasdistributienetten (boven- en ondergrondse) moeten steeds en makkelijk bereikbaar zijn en vrij blijven van ieder obstakel.

• Het meterlokaal bevindt zich direct aan de straatzijde en is voldoende ruim bemeten. Er moet voor de meter steeds een vrije doorgang blijven van 80cm ten opzichte van een muur of ander obstakel.

• Nuttige vrije hoogte van de eventuele tellerlokalen bedraagt minimaal 2m over de ganse vloeroppervlakte.

• De boven- en onderverluchting van gasmeterlokalen moeten steeds rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staan.

Voor bijkomende informatie kan de bouwheer terecht op de infolijn van Fluvius 078 35 35 34.

 

Rekening dient gehouden met het advies van Pidpa.

 

Lasten

Niet van toepassing