Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021182757
Dossiernummer gemeente: 202100701
De gemeente Geel heeft op 1 december 2021 een aanvraag ontvangen voor oprichten bijgebouw. De aanvraag werd op 11 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Wim Verwimp wonende te Meerhoutseweg 67 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Meerhoutseweg 67
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 1658F
Verslag
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen
Ligging volgens het gewestplan + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
- woongebied met landelijk karakter
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
- agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II voor het gedeelte van het perceel gelegen in agrarisch gebied.
Ligging volgens verkaveling
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, goedgekeurd op 15 mei 1979, met referentie 1297.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een behoorlijk vergunde, niet vervallen verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de verkavelingsvoorschriften.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag wijkt beperkt af van de verkavelingsvoorschriften voor wat betreft de gebruikte gevelmaterialen (art. 2.02, 4°, b), 1)).
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
De aanvraag wijkt beperkt af van voornoemd plan en van de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften voor wat betreft de gebruikte gevelmaterialen (art. 2.02, 4°, b), 1)). Gezien het slechts een beperkte afwijking is én de verkaveling bovendien ouder is dan 15 jaar, kan de afwijking niet langer meer als zuivere weigeringsgrond worden gezien dient de aanvraag hieromtrent te worden getoetst aan de onmiddellijke omgeving en de goede ruimtelijke ordening.
Verordeningen
- gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
- gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
- algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
- gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
- algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
- gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
- gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
2. Vaststelling van de procedure
De vergunningsaanvraag werd getoetst aan de bepalingen zoals opgesomd in artikel 11, 12 en 13 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bijgevolg dient het dossier te worden afgehandeld volgens de gewone procedure.
3. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikelen 11 t.e.m. 14 van het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. De aanvraag diende openbaar gemaakt te worden. Het openbaar onderzoek liep van 21 januari 2022 tot 19 februari 2022. Er werden twee bezwaren ingediend.
4. Standpunt aanpalenden
Niet van toepassing
5. Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden afgeleverd voor het betreffende perceel:
- Op 14 mei 1979 werd een verkavelingsvergunning verleend voor een nieuwe verkaveling door het college van burgemeester en schepenen, met referentie 1297;
- Op 8 januari 1990 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor een nieuwbouw woonhuis door het college van burgemeester en schepenen, met referentie 09651;
- Op 2 september 2019 werd een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen verleend voor het plaatsen van een houten tuinafsluiting door het college van burgemeester en schepenen, met referentie 201900253;
6. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
Beschrijving van de omgeving
De aanvraag bevindt zich langs de Meerhoutseweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. De onmiddellijke omgeving kenmerkt zich hoofdzakelijk door vrijstaande eengezinswoningen en openruimtegebied. Het linker aanpalende perceel is momenteel onbebouwd, het rechter aanpalende perceel werd bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning. Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, heeft een breedte van 20 meter en een totale diepte van 60 meter. De totale oppervlakte van het perceel bedraagt 11a62ca. Het perceel werd reeds bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning.
Beschrijving van de vergunningsaanvraag
De aanvraag voorziet de oprichting van een vrijstaand bijgebouw in de achtertuin op 3 meter van zowel de achterste als de rechter perceelsgrens en op 17,85 meter achter de achterbouwlijn. Het bijgebouw wordt opgericht in een L-profiel en heeft een totale breedte van 10 meter. De totale diepte van het bijgebouw wordt bepaald op 15 meter. Het bijgebouw heeft een totale oppervlakte van 116 m². Het bijgebouw wordt afgewerkt met een hellend dak, een kroonlijst op 3 meter en een nokhoogte op 5,86 meter. Het bijgebouw wordt afgewerkt met houten gevelbekleding, grijze gevelsteen, grijze dakpannen, diverse ramen en drie houten poorten.
7. Adviezen
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen vanaf artikel 35 e.v. van het Omgevingsvergunningsbesluit. Er diende geen externe adviezen te worden gevraagd.
8. Project-MER
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst gevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
9. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Planologische toets
Het perceel uit voorliggende aanvraag is niet gelegen in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan. Het perceel is evenwel gelegen binnen een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling, met referentie 1297. Het project uit voorliggende aanvraag dient te worden getoetst aan de verkavelingsvoorschriften. Het project uit voorliggende aanvraag is alvast principieel in overeenstemming met de geldende gewestplanbestemming, doch wijkt af van de geldende verkavelingsvoorschriften voor wat betreft het gevelmateriaal (art. 2.02, 4°, b), 1)).
Wegenis
De voorliggende gemeenteweg (Meerhoutseweg) is een voldoende uitgeruste weg in de zin van art. 4.3.5 VCRO.
Watertoets
Hoofdstuk III, afdeling I, art. 1.3.1.1 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen wordt ingeschat.
Het plangebied is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in principe in het kader van de watertoets dan ook geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Door de toename van de bebouwde en verharde oppervlakte zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt worden. Hiervoor dient voldaan te worden aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
- Gewestelijke hemelwaterverordening
In het kader van de gewestelijke hemelwaterverordening voorziet de woning in de plaatsing van een hemelwaterput met een inhoud van 6.000 liter en een aansluitende infiltratievoorziening met een inhoud van 2.000 liter. Het opgevangen hemelwater zal gerecupereerd worden voor een buitenkraantje. Met de voorziene inrichtingen en (voorzorgs)maatregelen uit dit project kan er vanuit worden gegaan dat de aanvraag in overeenstemming is met de gewestelijke hemelwaterverordening.
- Conclusie
Op basis van bovenstaande informatie en mits naleving de opgelegde voorwaarden uit deze vergunning, kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat de effecten op het grondwater en het watersysteem in het algemeen beperkt zullen blijven tot een aanvaardbaar niveau. Er kan dan ook in alle redelijkheid worden geoordeeld dat het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 5 en 6 van het decreet op het integraal waterbeleid van 18 juli 2013.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voorziet het oprichten van een vrijstaand bijgebouw gelegen aan de Meerhoutseweg, een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
2. Mobiliteitsimpact
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
4. Visueel-vormelijke elementen
5. Cultuurhistorische aspecten
6. Bodemreliëf
7. Hinderaspecten
8. Conclusie
1. Functionele inpasbaarheid
De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming woongebied. De aangevraagde werken zijn toegelaten binnen woongebied en stroken met de bestemming volgend uit de geldende verkavelingsvergunning, waardoor de aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.
2. Mobiliteitsimpact
De aanvraag voorziet het oprichten van een vrijstaand bijgebouw, bestemd voor het stallen van oldtimers. De bijkomende mobiliteit is slechts zeer beperkt. Het perceel voorziet voldoende mogelijkheden om het parkeren volledig op eigen terrein te organiseren.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid stemt de aanvraag integraal overeen met de verkavelingsvoorschriften, welke een weerspiegeling zijn van de goede ruimtelijke ordening. De aanvraag is aldus principieel inpasbaar binnen haar onmiddellijke omgeving en de goede ruimtelijke ordening voor wat betreft dit onderdeel.
4. Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet een afwijking van de gevelmaterialen ten opzichte van hetgeen werd voorgeschreven in de verkavelingsvoorschriften. Gezien de verkavelingsvoorschriften ouder zijn dan 15 jaar, vormt de afwijking geen zuivere weigeringsgrond meer. Bovendien maakt de aanvrager gebruik van kwalitatieve en duurzame materialen, waardoor er kan worden aangenomen dat de afwijking aanvaardbaar is binnen de onmiddellijke ruimtelijke context.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
6. Bodemreliëf
De aanvraag voorziet geen reliëfwijzigingen.
7. Hinderaspecten
Er wordt geen bijkomende hinder voorzien.
8. Conclusie
Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig verenigbaar met de omgeving.
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 21 januari 2022 tot en met 19 februari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er 2 bezwaarschriften ontvangen.
De eerste bezwaarindiener uit bezorgdheid over de locatie van de regen-, sterf-, of andere put indien deze te dicht aan het aanpalende perceel zou komen liggen. De bezwaarindiener vraagt de putten op minstens 2 meter afstand van de perceelsgrenzen te plaatsen.
De aanvraag voorziet evenwel de plaatsing van een hemelwater- en infiltratieput op circa 3 meter afstand van de rechter perceelsgrens en op meer dan 10 meter van de linker perceelsgrens. Bovendien is de aanvrager steeds gehouden ervoor te zorgen dat het hemelwater opgevangen op zijn eigen perceel te allen tijde op zijn eigen perceel infiltreert. Aan voorliggend bezwaar wordt aldus geen verder gevolg gegeven, gezien de aanvrager reeds voldoet aan hetgeen hem wordt verzocht.
De tweede bezwaarindiener baseert het bezwaar op twee gronden. Om te beginnen uit men de vrees dat het bijgebouw in de toekomst zal worden gebruikt voor andere doeleinden dan de stockage van oldtimers.
Wanneer de aanvrager evenwel een andere functie wenst uit te oefenen binnen het bijgebouw, zal deze in ieder geval een functiewijziging moeten aanvragen, waarvoor de stad in ieder geval een vergunning dient uit te reiken vooraleer de functiewijziging kan plaatsvinden. Dit dient te worden opgenomen als voorwaarde, indien de vergunning zou worden verleend.
Het tweede punt waarop de bezwaarindiener zich baseert heeft betrekking op een discrepantie betreffende het terreinprofiel.
Dit punt is evenwel irrelevant voor de aanvraag, gezien er geen reliëfwijzigingen worden voorzien, noch worden toegelaten, waardoor de bestaande toestand behouden blijft. Bovendien is het perceel voorwerp van de aanvraag lager gelegen dan het aanpalende perceel, waardoor de aanvrager hiermee geen wateroverlast zal veroorzaken.
Bespreking adviezen
Er werd geen advies gevraagd.
10. Stedenbouwkundig advies: conclusie
De aanvraag is principieel in overeenstemming met de voorschriften van het geldende gewestplan. De aanvraag wijkt verder slechts beperkt af van de verkavelingsvoorschriften, welke ouder zijn dan 15 jaar. De afwijking is aanvaardbaar. Er is vanuit stedenbouwkundig oogpunt geen bezwaar tegen het oprichten van een bijgebouw, mits naleving van enkele voorwaarden. De goede ruimtelijke ordening wordt niet in het gedrang gebracht. Er wordt een gunstig stedenbouwkundig advies verleend, mits naleving van volgende voorwaarden:
* De werken dienen te worden uitgevoerd conform de goedgekeurde plannen;
* Een functiewijziging van het bijgebouw is enkel mogelijk mits een voorafgaandelijke omgevingsvergunning.
* Inname van openbaar domein is enkel mogelijk na een voorafgaandelijke toelating van stad Geel (https://www.geel.be/signalisatievergunning);
* Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur;
* De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
* De werken dienen te worden uitgevoerd conform de goedgekeurde plannen;
* Een functiewijziging van het bijgebouw is enkel mogelijk mits een voorafgaandelijke omgevingsvergunning.
* Inname van openbaar domein is enkel mogelijk na een voorafgaandelijke toelating van stad Geel (https://www.geel.be/signalisatievergunning);
* Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur;
* De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.