2022_CBS_00993 - Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) ‘Winkelwandelgebied’ - Scopingnota & naamvoering RUP - Beslissen: Goedkeuren

In het beleidsplan ruimte Geel dat op 4 september 2017 door de gemeenteraad werd vastgesteld, is als één van de prioritaire acties opgenomen dat er een studie zou worden uitgevoerd naar de vraag hoe de versterking en verdichting van het kernwinkelgebied zou kunnen worden gerealiseerd. Het kernwinkelgebied bestaat volgens het beleidsplan uit de Nieuwstraat (inclusief binnengebied), de Markt en het deel van Pas tot aan de Heilige Geeststraat.

In de periode van maart tot en met juni van 2018 werd door bureau Omgeving een studie uitgevoerd naar de verdichtingsmogelijkheden voor het kernwinkelgebied. Daarbij heeft het bureau zowel de bebouwde ruimte als de publieke ruimte in het kernwinkelgebied kritisch bekeken en verbetervoorstellen gedaan. Op 22 oktober 2018 heeft het college van burgemeester en schepenen de uitkomsten van de studie goedgekeurd.

In zitting van het college van burgemeester en schepenen werd de opdracht voor de opmaak van een beeldkwaliteitsplan en een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op 29 april 2019 gegund aan de combinatie van AnteaGroup en PT Architecten. Hiermee moeten enerzijds extra mogelijkheden voor nieuwe projecten worden gecreëerd (door soepelere regelgeving in het RUP) en moeten er anderzijds (in het beeldkwaliteitsplan) ook belangrijke randvoorwaarden worden opgelegd die ervoor zorgen dat deze nieuwe ontwikkelingen de gewenste uitstraling en kwaliteit hebben.

Het RUP moet de ruimte creëren voor het toepassen van een contextueel beoordelingskader. Voor het onderzoeksgebied wordt een strategie voor het creëren van een ruimtelijke eenheid voorgedragen. Het RUP heeft als doelstelling de identiteit en harmonie specifiek op maat van Geel te definiëren en te verankeren. Diversiteit, kleinschaligheid en afwisseling in korrel zijn belangrijke kenmerken van de Geelse stedelijke identiteit. Het RUP zal het nieuwe planologische kader vormen, op basis waarvan nieuwe vergunningsvragen binnen het uiteindelijke plangebied beoordeeld zullen worden.

De start- en procesnota van het RUP Winkelwandelgebied werden goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 20 september 2021. De goedkeuring van de startnota vormde de eerste formele stap in de procedure van de opmaak van het RUP.

Er werd een inspraak- en adviesronde voor het publiek georganiseerd van 21 oktober tot 19 december 2021. In dienzelfde periode werd advies gevraagd aan de betrokken overheidsinstanties en adviesorganen. Tijdens de inspraak- en adviesronde van 60 dagen werd tevens een inspraakmoment voor de bevolking georganiseerd op 25 november 2021.

De adviezen, reacties en het verslag van het inspraakmoment op 25 november werden in zitting van 27 december 2021 ter kennisname gebracht aan het college van burgemeester en schepenen. Vervolgens werden de startnota, adviezen, reacties en het verslag over het inspraakmoment aan de bevoegde dienst voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage overgemaakt.

Het Team Externe Veiligheid (Departement Omgeving) heeft beslist dat er zich geen probleem stelt voor wat betreft het aspect externe mensveiligheid. Het RUP dient bijgevolg niet verder voorgelegd te worden aan het Team Externe Veiligheid en er dient geen ruimtelijk veiligheidsrapport te worden opgemaakt.

De scopingnota (zie bijlage) bouwt voort op de startnota en bevat een verwerking van de adviezen en inspraakreacties, en geeft aan welke overwegingen hierbij hebben meegespeeld. Er wordt aangegeven in welke processtap inspraakreacties of adviezen zullen worden verwerkt (scopingnota of voorontwerp RUP) en welke opmerkingen wel of niet betrekking hebben op het planniveau (bv. elementen die op het niveau van vergunningverlening, of buiten de mogelijkheden van het planniveau vallen; enz).

Aangezien, conform de handleiding ‘integratie van de milieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het RUP’, de scopingnota voortbouwt op de startnota en minstens dezelfde onderdelen omvat, volgen na de bespreking van de inspraak- en adviesronde de onderdelen die deel uitmaakten van de startnota, aangevuld of aangepast met de elementen die betrekking hebben op de inspraakreacties en adviezen.

Nadat het college voorliggende scopingnota heeft goedgekeurd, wordt het voorontwerp RUP opgesteld rekening houdende met antwoorden op de adviezen en reacties.

Bespreking resultaat inspraak- en adviesronde

De meest voorkomende adviezen en reacties alsook bespreking ervan worden in wat volgt opgelijst:

• De naamgeving ‘RUP Winkelwandelgebied’ suggereert dat de betrokken straten autovrij/autoluw gemaakt worden. Het is niet duidelijk of dit effectief de bedoeling is.
  • Een meer leefbaar plangebied met het oog op de gewenste functies in het gebied vormen plandoelstellingen van het RUP. Er wordt evenwel niet a priori tot doel gesteld om (delen van) het plangebied autoluw of autovrij te maken. Dit is eveneens niet uitgesloten. In de scopingnota wordt voorgesteld om de naamgeving van het RUP aan te passen naar ‘RUP Nieuwstraat-Markt-Pas’ teneinde verwarring met betrekking tot de plandoelstellingen weg te nemen. Bij de opmaak van het voorontwerp RUP zal verder onderzocht worden in welke mate en op welke wijze het RUP uitspraken zal doen over het autovrij/autoluw maken van het plangebied.
• De bestaande openbare vervoerslijnen moeten vlot doorheen het gebied kunnen blijven verlopen.
  • Het plan heeft niet tot doel om in te grijpen op de bestaande OV-verbindingen. In het kader van het voorontwerp RUP zal samen met De Lijn bekeken worden welke voorwaarden in het RUP moeten worden opgenomen om de OV-verbindingen doorheen het plangebied te garanderen.
• Onderzoek naar de afbakening van een autoluwe (voetgangers)zone, onderzoek naar de belangrijkste weggebruikers en eventuele bijkomende delen van een autoluwe zone ((delen van) de Nieuwstraat, Havermarkt/Werft en Pas).
  • Er wordt niet a priori tot doel gesteld om (delen van) het plangebied autoluw of autovrij te maken. Dit is eveneens niet uitgesloten. Onderzoek naar de reikwijdte van een autoluwe voetgangerszone valt buiten de scope van het RUP.
• Opnemen van een bespreking van de discipline klimaat in de milieubeoordeling. De startnota beschrijft een aantal ontwikkelingsmogelijkheden met een (mogelijk) positieve klimaatimpact, zoals groenblauwe dooradering van de stadskern, structurerende groenvolumes, ontharding.
  • Dit wordt aangevuld in de scopingnota. Bij de opmaak van het voorontwerp RUP zal verder onderzocht worden in welke mate en op welke wijze het RUP uitspraken zal doen over klimaatgerelateerde elementen. Keuzes omtrent de inrichting van het openbaar domein worden niet vastgelegd op niveau van het RUP maar wel op het niveau van de vergunning voor de aanleg van het openbaar domein. Dit valt buiten de scope van het RUP.
• In het noordoosten ligt een klein effectief overstromingsgevoelig gebied gedeeltelijk binnen het onderzoeksgebied, twee andere effectief overstromingsgevoelige gebieden liggen net buiten het onderzoeksgebied. Zijn er geen (positieve) effecten te verwachten dankzij het planvoornemen van ontharding?
  • Dit wordt aangevuld in de scopingnota. Het RUP wenst in te zetten op ontharding en het voorkomen en beperken van de invloed op het waterbergend vermogen. Dit is een positieve evolutie. Er worden bijgevolg geen aanzienlijke negatieve effecten verwacht.
• Opnemen van parkeernormen en/of -lasten, en afstemmen daarvan met de geldende parkeerverordening. Het voorzien van een minimumaantal parkeerplaatsen bij de (ver)bouw(ing) van winkels, kantoren en andere centrumfuncties voor werknemers en bezoekers is in strijd met het creëren van een autoluw centrum en met het nastreven van de opgelegde Vlaamse modal shift.
  • Bij de opmaak van het voorontwerp RUP zal verder onderzocht worden in welke mate en op welke wijze het RUP uitspraken zal doen over een parkeernorm.
• Uit te voeren parkeeronderzoek en onderbouwing van de parkeerbehoefte (en tarifering) in kader van duurzaam mobiliteitsbeleid. Vooral het sterk verminderen of wegnemen van het aantal straatparkeerplaatsen kan zorgen voor een aangenaam Nieuwstraat-Markt-Pas. Hoe kan het herstructureren van het parkeeraanbod bijdragen aan de attractiviteit en samenhang van het kernwinkelgebied?
  • Onderzoek naar het aantal straatparkeerplaatsen gebeurt niet op het niveau van een ruimtelijk uitvoeringsplan, maar bij de inrichting van het openbaar domein. Keuzes omtrent de inrichting van het openbaar domein worden niet vastgelegd op niveau van het RUP maar wel op het niveau van de vergunning voor de aanleg van het openbaar domein. Dit valt buiten de scope van het RUP.
• Onderzoek naar het opleggen van fietsparkeernormen bij niet-woonfuncties. Onderzoek naar mogelijkheden voor een alternatieve financiële bijdrage voor het realiseren van één of meerdere grote openbare fietsenparkings in het centrum van Geel.
  • Bij de opmaak van het voorontwerp RUP zal verder onderzocht worden in welke mate en op welke wijze het RUP hierover uitspraken zal doen.

Onderzoek naar de aanzienlijkheid van milieueffecten

Het voorgenomen RUP komt in aanmerking voor een onderzoek tot milieueffectrapportage. Er zijn geen leemten vastgesteld die ervoor zorgen dat de aanzienlijkheid van bepaalde effecten niet beoordeeld kan worden. 

Uit het effectenonderzoek blijkt dat het voorgenomen plan geen aanzienlijke milieueffecten zal hebben. Voor het voorliggende RUP dient overeenkomstig artikel 4.2.3 §3 van het DABM geen plan-MER te worden gemaakt.

VCRO Artikel 2.2.4. § 3. De scopingnota bouwt voort op de startnota en bevat minstens dezelfde onderdelen als de startnota. De scopingnota bepaalt de te onderzoeken ruimtelijke aspecten en de effectbeoordelingen die moeten worden uitgevoerd, alsook de methode ervan. Bij de opmaak wordt rekening gehouden met de adviezen en het resultaat van de participatie, vermeld in artikel 2.2.7, § 2, artikel 2.2.12, § 2, en artikel 2.2.18, § 2, van de codex. De diensten, bevoegd voor milieueffectrapportage en veiligheidsrapportage, integreren hun kwaliteitsbeoordeling over de inhoudsafbakening van het planmilieueffectrapport conform artikel 4.2.8, § 6, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, respectievelijk van het ruimtelijk veiligheidsrapport conform artikel 4.4.2, § 3, van het voormelde decreet, in de scopingnota. De scopingnota is samen met de procesnota de leidraad voor het verdere verloop van het geïntegreerde planningsproces dat leidt tot de opmaak van het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan.

Uiterlijk voor de voorlopige vaststelling van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan wordt in de scopingnota door de dienst bevoegd voor milieueffectrapportage bepaald of een milieueffectrapport moet worden opgemaakt.

De scopingnota kan tijdens het geïntegreerde planningsproces aangevuld worden. De aangevulde scopingnota wordt op dezelfde wijze gepubliceerd als de oorspronkelijke scopingnota.