Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een transformatorstation voor een windturbine gelegen nabij Varent te Oosterlo.
De vergunning omvat volgende stedenbouwkundige handelingen:
- het oprichten van een transformatorstation met aanhorigheden;
- het plaatsen van een KWS-afscheider met coalescentiefilter;
- het aanleggen van een lozingsleiding;
- het wijzigen van het vergunde kabeltracé.
De vergunning omvat het veranderen van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten door uitbreiding van het vergunde vermogen van de interne transformator met 0,5 MVA en met een nieuwe externe transformator van 7,5 MW tot in totaal 2 transformatoren van elke 7,5 MVA (12.2.2)
Dit resulteert in volgende geactualiseerde vergunningssituatie op het vlak van de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten:
- twee transformatoren van elk 7.500 kVA (12.2.2);
- een windturbine van 6.000 kW (20.1.6.1.c);
- een tijdelijke bronbemaling met een opgepompt debiet van 19.059 m³/j (635m³/dag) (53.2.2.a).
Voorwaarden
De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:
Milieuvoorwaarden:
a. Algemene milieuvoorwaarden:
- Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning)
- Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder)
b. Sectorale milieuvoorwaarden:
- Elektriciteit: hoofdstuk 5.12
c. Bijzondere milieuvoorwaarden: geen
Geactualiseerde bijzondere milieuvoorwaarden:
- De windturbine moet voldoen aan de aannames en de technische gegevens in de veiligheidsstudie (4300413009/rbe van 15 juli 2019).
- De exploitant stelt een rapport op in samenwerking met een erkend milieudeskundige in de discipline geluid en trillingen, deeldomein geluid, vermeld in artikel 6, 1°, c) van het VLAREL, waarin wordt bepaald op welke wijze de windturbine zal gemoduleerd worden. De modulering zorgt ervoor dat steeds aan de voorwaarden voor windturbinegeluid van titel II van het VLAREM wordt voldaan. De exploitant bezorgt dit rapport binnen de 3 maanden na ingebruikname van de windturbine aan de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten van het departement Omgeving (gop.ant.omgeving@vlaanderen.be) en de afdeling Handhaving van het departement Omgeving (omgevingsinspectie.ant@vlaanderen.be). De productie in geluidsreducerende modus wordt bijgehouden in het logboek.
- Binnen een termijn van 6 maanden na de ingebruikname van de windturbine worden geluidsmetingen ter controle uitgevoerd door een erkend milieudeskundige in de discipline geluid en trillingen, deeldomein geluid, vermeld in artikel 6, 1°, c) van het VLAREL, ter hoogte van de meest kritische plaatsen voor geluidshinder. De exploitant bezorgt de resultaten hiervan ter evaluatie aan de afdeling Handhaving van het departement Omgeving (omgevingsinspectie.ant@vlaanderen.be) en ter informatie aan de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten van het departement Omgeving (gop.ant.omgeving@vlaanderen.be).
- Inzake geluid en slagschaduw wordt er rekening gehouden met de cumulatieve effecten met de naburige reeds vergunde windturbineprojecten.
Stedenbouwkundige voorwaarden:
- Er moet overstromingsvrij gebouwd worden (vloerpeil op minstens 17,20 m TAW).
- De start van de werken dient ten laatste 10 dagen vooraf te worden gemeld in het omgevingsloket met de actie “Melden start der werken”.
- Het advies van de brandweerzone Kempen van 1 juli 2022 met referte BWDP/2019-0383/002/01/BCO maakt integraal deel uit van de voorliggende vergunning. De voorwaarden uit dit advies dienen strikt te worden nageleefd. De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijziging van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Milieunavigator, via de link: https://nnavigator.emis.vito.be/