Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021197959
Dossiernummer gemeente: 202100765
De gemeente Geel heeft op 28 december 2021 een aanvraag ontvangen voor bouwen van een tuinhuis. De aanvraag werd op 11 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Johan Van Houdt wonende te Voort 63A/A te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Voort 63A
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 432K
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen III.
Ligging volgens verkaveling + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling, met referentie 1902.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een verkaveling. De aanvraag dient getoetst te worden aan de verkavelingsvoorschriften
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
///
Verordeningen
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag betreft het oprichten van een bijgebouw in de achtertuin van een vrijstaande eengezinswoning gelegen aan de Voort 63A. het bijgebouw wordt opgericht op circa 10 meter achter de achtergevel op de linker perceelsgrens en op 9 meter voor de achterste perceelsgrens. Het bijgebouw heeft een breedte van 2,95 meter en een diepte van 7 meter. De kroonlijst wordt bepaald op 2,55 meter. Het bijgebouw wordt afgewerkt met een plat dak. De totale oppervlakte van het bijgebouw is 20,65 m².
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werd geen bezwaar ingediend.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.
///
Planologische toets
Het perceel uit voorliggende aanvraag is niet gelegen in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan. Het perceel is gelegen binnen een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling ouder dan 15 jaar. Er wordt geen afwijking gevraagd. Het project uit voorliggende aanvraag dient te worden getoetst aan de verkavelingsvoorschriften. Het project uit voorliggende aanvraag is alvast principieel in overeenstemming met de geldende verkaveling.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Voort)
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing : 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Hoofdstuk III, afdeling I, art. 1.3.1.1 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen wordt ingeschat.
Het plangebied is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in principe in het kader van de watertoets dan ook geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.
Door de toename van de bebouwde en verharde oppervlakte zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk worden beperkt. Het nieuw te bouwen dakoppervlak is evenwel kleiner dan 40 m², waardoor niet dient te worden voldaan aan de gewestelijke hemelwaterverordening.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag voorziet in het oprichten van een tuinhuis op de linker perceelsgrens.
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet in de oprichting van een tuinhuis, hetgeen is toegestaan binnen woongebied en conform de verkavelingsvoorschriften wordt voorzien. De aanvraag is principieel functioneel inpasbaar.
2. Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft betrekking op de oprichting van een tuinhuis, hetgeen geen impact heeft op de mobiliteit.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
Het tuinhuis wordt opgericht conform de verkavelingsvoorschriften en heeft geen overdreven ruimtebeslag tot gevolg. Qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid stemt de aanvraag overeen met de goede ruimtelijke ordening.
4. Visueel-vormelijke elementen
Het tuinhuis wordt opgericht met kwalitatieve en duurzame materialen, conform de verkavelingsvoorschriften. De aanvraag strookt visueel-vormelijk met de goede ruimtelijke ordening en vormt een harmonisch geheel met het hoofdgebouw.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
6. Bodemreliëf
Het bestaande bodemreliëf blijft ongewijzigd.
7. Hinderaspecten
Gezien de tuinberging wordt opgericht op de linker perceelsgrens, zou dit voor hinder kunnen zorgen voor de buren. Na de organisatie van een beperkt openbaar onderzoek, waarbij de buren de kans kregen om het dossier in te kijken, werden er evenwel geen bezwaren ontvangen. De hinder blijft dan ook beperkt, mits de aanvrager de blinde gevel afwerkt met hoogwaardige, duurzame materialen en het hemelwater dat op het dak wordt opgevangen doet afwateren op eigen terrein.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaar werd op 17/01/2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.
Bespreking adviezen
Er werd geen advies gevraagd.
Conclusie
Stedenbouwkundig Advies:
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
- De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
- De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier en volledig op het eigen terrein.
- Het tuinhuis wordt ingeplant op de linker perceelsgrens.
- Uitvoering met plat dak. Gevolg dient gegeven aan art. 3.131 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.
- De blinde gevel, op de linker perceelsgrens, dient te worden afgewerkt in hoogwaardig, duurzaam materiaal.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
- De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
- De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier en volledig op het eigen terrein.
- Het tuinhuis wordt ingeplant op de linker perceelsgrens.
- Uitvoering met plat dak. Gevolg dient gegeven aan art. 3.131 van het Burgerlijk Wetboek, d.w.z. dat het regenwater op eigen terrein dient opgevangen.
- De blinde gevel, op de linker perceelsgrens, dient te worden afgewerkt in hoogwaardig, duurzaam materiaal.