Terug
Gepubliceerd op 03/11/2022

2022_CBS_02803 - Omgevingsvergunning - het slopen en herbouwen van een ééngezinswoning en bijgebouw langs Kollegestraat 18 (202200410IV) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
wo 02/11/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02803 - Omgevingsvergunning - het slopen en herbouwen van een ééngezinswoning en bijgebouw langs Kollegestraat 18 (202200410IV) - Vergunning 2022_CBS_02803 - Omgevingsvergunning - het slopen en herbouwen van een ééngezinswoning en bijgebouw langs Kollegestraat 18 (202200410IV) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 8/12/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022110881

Dossiernummer gemeente: 202200410

 

De gemeente Geel heeft op 19 augustus 2022 een aanvraag ontvangen voor het slopen en herbouwen van een ééngezinswoning en bijgebouw. De aanvraag werd op 25 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Niels Van Baekel wonende te Diestseweg 79C te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Kollegestraat 18

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 499N

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

 

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van hetruimtelijk uitvoeringsplan De Werft goedgekeurd op 26 maart 2009

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is niet in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Voor de aanleg van het dakterras wordt een afwijking gevraagd van art. 2.10 uit het RUP Werft.

 

Verordeningen

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 202100672/OMV_2021174185 voor slopen en herbouwen van een rijhuis geweigerd op 12/05/2022.
  • Stedenbouwkundige vergunning (04826) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 19/01/1970.
  • Stedenbouwkundige vergunning (02696) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 01/07/1963.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Huidige aanvraag betreft het afbreken en opnieuw bouwen van een rijhuis te Kollegestraat 18. De nieuwbouw heeft een bouwbreedte van 7 meter. De bouwdiepte bedraagt 17 meter op het gelijkvloers en 13 meter op de verdiepingen. De kroonlijsthoogte bedraagt 9,75 meter. Het geheel wordt afgewerkt met een zadeldak van 45°. De woning bevat een inpandige garage en voldoet aan alle normen inzake de hedendaagse woonkwaliteit.

Achter de woning is er een tuinberging aanwezig. Deze tuinbering wordt gesloopt en vervangen door een nieuwe tuinberging met een oppervlakte van 12m² en hoogte van 3m. Deze tuinberging wordt geplaatst tegen de achterste perceelsgrens.

De bestaande betonnen afsluitingen worden vervangen door nieuwe tuinmuren met een hoogte van 2m.

Het gedeelte van het perceel voor de bouwlijn is volgens het geldende RUP gelegen binnen de "zone voor open publieke ruimte". Deze ruimte wordt momenteel gebruikt als voetpad/openbaar domein en als parkeergelegenheid. 

 

Voor de aanleg van het dakterras wordt een afwijking van de voorschriften van het RUP Werft gevraagd. Het dakterras bevindt zich tussen de muren van de gebouwen op de aanpalende percelen en kan bijgebouw aangelegd worden zoals voorzien op het plan.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 31 augustus 2022 t.e.m. 29 september 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 13 oktober 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Bij de sloop dient men de bestaande aansluiting op te zoeken en te herbruiken. Men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen met onderlinge afstand van min. 0,5m en max. 1m. De putjes moeten zo dicht mogelijk tegen de bouwlijn geplaatst worden. De huisaansluitputjes dienen van kunststof te zijn met voorgevormde vloei (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm). Na de putjes moet men het afvalwater en hemelwater samenbrengen via een gemengde aansluiting met opsplitsing. De private riolering met septische put die onder het toekomstige openbaar domein (de vroegere voortuinstrook) ligt, zal worden aangepast door de diensten van stad Geel.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten mogen niet voor de bouwlijn worden geplaatst.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) wat een gunstig concept is. Men voorziet best een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden. Deze sifonput mag niet voor de bouwlijn geplaatst worden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput te voorzien.

Hemelwaterput

Men zal 2 hemelwaterputten plaatsen van elk 5000L wat zeker voldoet aan de verordening. Er wordt een pomp voorzien in functie van herbruik voor 3 toiletten en 2 dienstkraantjes.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op het huisaansluitputje RWA.

Infiltratievoorziening

Aangezien het perceel kleiner is dan 250m² hoeft men geen infiltratievoorziening te plaatsen. Dit wordt ook niet voorzien volgens het funderingsplan.

Verplichte VLARIO-keuring

Bij herbouw is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

Advies toegang tot het perceel

Om de inpandige garage te bereiken wordt er op het toekomstig openbaar domein (d.i. de huidige voortuinstrook die wordt afgestaan aan stad Geel) een toegang voorzien met een breedte van 3m50. Aanpassingen van dit toekomstig openbaar domein worden uitgevoerd door de diensten van stad Geel.

 

Advies: volledig voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Kollegestraat).

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:

 

Functionele inpasbaarheid

Het betreft een ééngezinswoning die opgericht wordt in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.

 

Mobiliteitsimpact

Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De woning heeft een beperkt bouwvolume.

 

Visueel-vormelijke elementen

De woning wordt opgericht in klassieke materialen.

 

Cultuurhistorische aspecten

Niet van toepassing.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.

 

Conclusie

Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 31 augustus 2022 tot en met 29 september 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 13 oktober 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden.

 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

 

Bij de sloop dient men de bestaande aansluiting op te zoeken en te herbruiken. Men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen volgens de richtlijnen in het advies.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel tot aan de rooilijn.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten mogen niet voor de bouwlijn worden geplaatst.

 

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput te voorzien.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten.
  • De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op het huisaansluitputje RWA.

Bij herbouw is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

De toegangsbreedte op openbaar domein om de inpandige garage te bereiken wordt vastgelegd op 3m50.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

Bij de afbraak van de bestaande half-openbebouwing worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Voorafgaandelijk zal er een plaatsbeschrijving van de linksaanpalende woning worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

 

Alle vrijgekomen gevels en dakranden moeten na de sloping waterdicht worden afgewerkt.

 

Bij afbraakwerken dienen de nodige maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid en de stabiliteit van de aanpalende woning optimaal te verzekeren.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt/verbouwd bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.  Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

 

Lasten

Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen

van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot

derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten

op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd

in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.

Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de

VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient

een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :

  • de opgelegde last moet in verhouding staan met het voordeel dat de ontwikkelaar haalt uit de vergunning: de bouw van een ééngezinswoning is een voordeel voor de bouwheer
  • de last moet realiseerbaar zijn door enig toedoen van de aanvrager: het gedeelte van het perceel voor de bouwlijn is volgens het geldende RUP gelegen binnen de "zone voor open publieke ruimte". Deze ruimte wordt momenteel gebruikt als voetpad/openbaar domein en als parkeergelegenheid. Aan de bouwheer wordt opgelegd om deze strook gratis af te staan.
  • er moet een verband bestaan tussen de opgelegde last en de taken van de vergunningverlenende overheid ingevolge de afgeleverde vergunning: de reeds aangelegd strook voor de voorgevel wordt al onderhouden door stad Geel. Het is de taak van de overheid om het openbaar domein te onderhouden.
  • de last moet gericht zijn op duurzame ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit: ook bij de naastgelegen woningen is er een strook die al overgedragen is, of nog overgedragen moet worden. Door het voetpad/openbaar domein over te dragen naar de stad komt de eigendomssituatie overeen met de werkelijke situatie.

Aan de bouwheer wordt de last opgelegd om de strook voor de voorgevel, die momenteel al

ingericht is al voetpad/openbaar domein gratis over te dragen naar stad Geel:

  • Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte;
  • Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
  • De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden en lasten strikt na te leven:

 

De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.

 

Bij de sloop dient men de bestaande aansluiting op te zoeken en te herbruiken. Men moet zelf de huisaansluitputjes DWA en RWA plaatsen volgens de richtlijnen in het advies.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel tot aan de rooilijn. 

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA. 

Putten mogen niet voor de bouwlijn worden geplaatst.

 

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput te voorzien.

De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding. 
  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. 
  • De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op het huisaansluitputje RWA.

Bij herbouw is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.

De toegangsbreedte op openbaar domein om de inpandige garage te bereiken wordt vastgelegd op 3m50.

 

Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.

De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.

Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.

 

Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.

De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.

 

Bij de afbraak van de bestaande half-openbebouwing worden de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen om de aanpalende woning geen schade te berokkenen.

Voorafgaandelijk zal er een plaatsbeschrijving van de linksaanpalende woning worden opgemaakt, een controle door een burgerlijk ingenieur en het afsluiten van een ABR polis.

 

Alle vrijgekomen gevels en dakranden moeten na de sloping waterdicht worden afgewerkt.

 

Bij afbraakwerken dienen de nodige maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid en de stabiliteit van de aanpalende woning optimaal te verzekeren.

 

Het gebouw dat wordt gesloopt/verbouwd bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen.   Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.

Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.

Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.

De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:

  • hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
  • asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
  • asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen

Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.

De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:

  • Voor persoonlijke bescherming tegen blootstelling wordt gebruik gemaakt van een stofmasker type P3 of gelijkwaardig stofmasker.
  • bevochtigen of fixeren van het materiaal
  • de elementen één voor één verwijderen, bij voorkeur manueel, gebruik makend van handwerktuigen of in laatste instantie traagdraaiend gereedschap. Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid (schuurschijven, slijpmachines, boormachines, e.d.), hogewaterdrukreinigers en luchtcompressoren, voor het bewerken, snijden of schoonmaken van objecten of ondergronden in asbesthoudend materiaal, objecten of ondergronden bekleed met asbesthoudend materiaal of voor het verwijderen van asbest is verboden
  • de materialen niet gooien, je moet ze rustig neerleggen.
  • de materialen niet breken
  • de materialen opslaan in gesloten verpakking
  • bij de werkzaamheden mogen geen minderjarigen aanwezig zijn.

De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval. 

Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.

Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.

Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.

 

 

Lasten

Het college beschikt als vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid om bij het verlenen

van stedenbouwkundige- of omgevingsvergunningen overeenkomstig artikel 4.2.20, §1 eerste tot

derde lid van de VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning lasten

op te leggen aan de aanvrager. Dergelijke stedenbouwkundige last kan eenzijdig worden opgelegd

in de stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning.

Om van een stedenbouwkundige last in de zin van artikel 4.2.20, §1 eerste tot derde lid van de

VCRO, en artikel 75 t.e.m. 77 van het decreet op de omgevingsvergunning te kunnen spreken, dient

een stedenbouwkundige last aan de volgende voorwaarden te voldoen :

  • de opgelegde last moet in verhouding staan met het voordeel dat de ontwikkelaar haalt uit de vergunning: de bouw van een ééngezinswoning is een voordeel voor de bouwheer
  • de last moet realiseerbaar zijn door enig toedoen van de aanvrager: het gedeelte van het perceel voor de bouwlijn is volgens het geldende RUP gelegen binnen de "zone voor open publieke ruimte". Deze ruimte wordt momenteel gebruikt als voetpad/openbaar domein en als parkeergelegenheid. Aan de bouwheer wordt opgelegd om deze strook gratis af te staan.
  • er moet een verband bestaan tussen de opgelegde last en de taken van de vergunningverlenende overheid ingevolge de afgeleverde vergunning: de reeds aangelegd strook voor de voorgevel wordt al onderhouden door stad Geel. Het is de taak van de overheid om het openbaar domein te onderhouden.
  • de last moet gericht zijn op duurzame ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit: ook bij de naastgelegen woningen is er een strook die al overgedragen is, of nog overgedragen moet worden. Door het voetpad/openbaar domein over te dragen naar de stad komt de eigendomssituatie overeen met de werkelijke situatie.

Aan de bouwheer wordt de last opgelegd om de strook voor de voorgevel, die momenteel al

ingericht is al voetpad/openbaar domein gratis over te dragen naar stad Geel:

  • Een opmetingsplan van een landmeter met exacte afmetingen wordt toegevoegd bij de akte;
  • Alle kosten (inclusief kosten landmeter voor opmaak opmetingsplan en kosten notaris voor opmaak akte) verbonden aan deze gratis grondoverdracht ten laste zijn van de bouwheer;
  • De werken wordt uitgevoerd in overeenstemming met het goedgekeurde plan;