UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 20/11/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022120467
Dossiernummer gemeente: 202200434
De gemeente Geel heeft op 9 september 2022 een aanvraag ontvangen voor verbouwen van een woning. De aanvraag werd op 21 september 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Leen Sannen wonende te Pastorijstraat 20 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Pastorijstraat 20 bus A
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 755K
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De verkaveling werd gewijzigd bij de besluiten van 28/03/2022 (verkaveling V_202200002) Deze verkaveling is voor het terrein van de aanvraag niet vervallen.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van de goedgekeurde niet vervallen verkaveling V_202200002.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag volgens de architect
De te verbouwen woning werd opgenomen in het vergunningenregister als zijn ‘geacht vergund’ ; cf beslissing Schepencollege dd 14/02/2022.
De te verbouwen woning omvat volgende vergunde functies : woongelegenheid met garage, berging en autostaanplaats.
Het ontwerp van de te verbouwen woning toont uitermate respect voor de bestaande situatie, hierbij wordt rekening gehouden met het volgende :
- De te verbouwen linkse woning (lot A) sluit aan bij de huidige rechtse woning (lot B) ;
- Het huidige karakter blijft grotendeels behouden ;
- De te verbouwen linkse woning (lot A) komt niet hoger dan de huidige rechtse woning (lot B) ;
- De te verbouwen linkse woning (lot A) zal architecturaal één geheel vormen tav de huidige rechtse woning (lot B).
De verbouwing van de woning is voorzien met streekeigen hedendaagse duurzame materialen (wit-lichtgrijze steenstrips op isolatie / zwarte alu buitenschrijnwerken / accenten met houten buitenschrijnwerken / hellend dak met rode dakpannen) en zal in harmonie zijn met de betreffende omgeving.
Type = 1 bouwlaag met zadeldak.
Kroonlijsthoogte voorgevel = 139cm / 275cm tav vloerpas.
Nokhoogte = 580cm tav vloerpas.
Functies = woning + garage + berging + autostaanplaats.
Oppervlakte voor verbouwing = 151,88m².
Volume voor verbouwing = 603,44m³.
De betreffende woning heeft NA de verbouwing volgende kenmerken :
- Type = 1,5 bouwlaag met zadeldak.
- Kroonlijsthoogte voorgevel = 288cm / 418cm tav vloerpas.
- Nokhoogte = 734cm tav vloerpas.
- Functies = woning + garage + berging + autostaanplaats.
- Oppervlakte na verbouwing = 158,91m².
- Volume na verbouwing = 868,32m³.
Het ontwerp
Het ontwerp stelt de verbouwing voor van een vrijstaande woning die dateert van 1957.
De bestaande woning werd ingevolge de verkavelingsvergunning verleend in zitting van 28 maart 2022 in verkaveld in twee percelen. Deze aanvraag behandelt de verbouwing van het linker gedeelte van de woning.
De bestaande woning is rechts ingeplant op 10,96 meter uit de rooilijn en links op 7,22 meter.
De woning wordt intern verbouwd en de bestaande zolderverdieping wordt uitgebreid met een bureau en slaap- en sanitaire ruimtes. De bouwdiepte en de gevelbreedtes blijven nagenoeg behouden. De bestaande kroonlijsthoogte van 2,75 meter wordt verhoogd tot 4,18 meter. De nokhoogte van 5,80 meter is na de verbouwing 7,34 meter.
De gevels worden na isolatie voorzien van wit-lichtgrijze steenstrips. Het buitschrijnwerk is zwart aluminium en voor de dakbedekking worden rode pannen voorzien.
In functie van de verbouwing van de woning worden 2 hoogstammige kastanjebomen gerooid vermits deze zeer kort bij te verbouwen woning staan.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 20 oktober 2022 werd het advies ontvangen van Openbaar Domein
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein.
Men dient te bekijken of er een bestaande aansluiting aanwezig is.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een dubbele sifonput met reukafsluiter waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is niet van toepassing bij deze verbouwing. Men is niet verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen.
Volgens plan wenst men wel een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te voorzien wat een zeer gunstig principe is in functie van herbruik en van het ter plaatse houden van het hemelwater.
De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:
De niet-verplichte infiltratievoorziening moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:
Verplichte VLARIO-keuring
In het geval er een nieuwe aansluiting moet worden gerealiseerd, is men verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies toegang tot het perceel
De voorziene toegangsbreedte van 4m90 wordt toegestaan.
Om vlot toegang te krijgen tot het perceel zullen er aanpassingen aan het openbaar domein moeten gebeuren. Deze aanpassingen betreffen o.a. de ontharding van de bestaande toegangen, de verharding van de berm waar de nieuwe toegang komt en een boordsteenverlaging. Men mag deze aanpassingen niet zelf uitvoeren, men moet deze aanvragen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Niet van toepassing
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Pastorijstraat).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Scheidingsmuren
De scheidingsmuur kan enkel te paard opgericht worden indien er een uitdrukkelijk akkoord is tussen beide partijen. Zij moeten op het eigen perceel nog een spouw en een muur van min. 14 cm voorzien. Indien er geen akkoord is tussen beide partijen dient ieder op zijn eigendom te bouwen. In dit geval zijn beide partijen verplicht een muur tegen de perceelsgrens op te richten.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1§2 van VCRO:
Functionele inpasbaarheid
Het betreft de verbouwing van een ééngezinswoning in een straat met meerdere ééngezinswoningen. Het gebouw is inpasbaar.
Mobiliteitsimpact
Voor een ééngezinswoning is de impact van de mobiliteit beperkt.
Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De woning heeft een beperkt bouwvolume.
Visueel-vormelijke elementen
De woning wordt verbouwd in klassieke / hedendaagse materialen.
Cultuurhistorische aspecten
Niet van toepassing.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid
Naast de beperkte hinder tijdens de bouwwerken wordt er geen verdere hinder verwacht.
Conclusie
Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeelt deze als volgt:
Conclusie
Stedenbouwkundig Advies
Gunstig advies met voorwaarden.
De verbouwingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. De zone rondom het hoofdgebouw dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
De twee kastanjebomen kunnen gekapt worden.
Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie eenzelfde aantal standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten als dat er geveld worden. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken.
De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, sectie I nr. 755 k tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De bestaande bouwlijn en het peil blijven behouden.
Men dient te bekijken of er een bestaande aansluiting aanwezig is.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:
De niet-verplichte infiltratievoorziening moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:
In het geval er een nieuwe aansluiting moet worden gerealiseerd, is men verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Om vlot toegang te krijgen tot het perceel zullen er aanpassingen aan het openbaar domein moeten gebeuren. Men mag deze aanpassingen niet zelf uitvoeren, men moet deze aanvragen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De verbouwingswerken dienen uitgevoerd overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. De zone rondom het hoofdgebouw dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
De twee kastanjebomen kunnen gekapt worden.
Vanuit het oogpunt van de zorgplicht (art. 14 van het natuurdecreet) wordt gevraagd om ter compensatie eenzelfde aantal standplaatsgeschikte, bij voorkeur inheemse bomen aan te planten als dat er geveld worden. Een overzicht met geschikte bomen is terug te vinden op de website https://bomenwijzer.be/zoeken.
De aanplant dient gerealiseerd op het perceel met kadastrale ligging, sectie I nr. 755 k tijdens het eerstvolgende plantseizoen (dat loopt van 1/11 tot 1/03), volgend op de uitvoering van de werken die het onderwerp uitmaken van de aanvraag.
Bij het aanplanten van hoogstammige bomen, dienen de afstandsregels gerespecteerd.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De bestaande bouwlijn en het peil blijven behouden.
Men dient te bekijken of er een bestaande aansluiting aanwezig is.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:
De niet-verplichte infiltratievoorziening moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:
In het geval er een nieuwe aansluiting moet worden gerealiseerd, is men verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Om vlot toegang te krijgen tot het perceel zullen er aanpassingen aan het openbaar domein moeten gebeuren. Men mag deze aanpassingen niet zelf uitvoeren, men moet deze aanvragen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.