UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 30/09/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022095164
Dossiernummer gemeente: 202200343
De gemeente Geel heeft op 5 juli 2022 een aanvraag ontvangen voor het verbreden van een bestaande oprit. De aanvraag werd op 1 augustus 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Stijn Gebruers wonende te Dr. - Verwaeststraat 2 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Dr. - Verwaeststraat 2
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 206S2
Verslag
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebieden
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg Nieuwstraat goedgekeurd op 3 oktober 2006
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
2. Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
• Stedenbouwkundige vergunning (09552) voor nieuwbouw woonhuis - goedgekeurd op 30/10/1989.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag handelt over het verbreden van een bestaande oprit bij een vrijstaande eengezinswoning.
De breedte van het perceel bedraagt ca. 14 meter.
Overeenkomstig Art. 20 van de gemeentelijke stedenbouwkundig verordening is de uitbreiding van de oprit mogelijk.
ARTIKEL 20
– De verharde oppervlakte in voortuinen moet beperkt blijven tot deze welke strikt noodzakelijk is voor de toegang van het gebouw. Ter hoogte van de rooilijn blijft de breedte beperkt tot de breedte nodig voor de strikt noodzakelijk toegang. Deze verharding kan verder uitgebreid worden naar een maximale breedte van 6m zodat het mogelijk is twee wagens naast elkaar te parkeren op het eigen perceel, tenzij reeds eerder anders vergund en/of tenzij de wegbeheerder verdere beperkingen oplegt.
– Maximum de helft van de voortuin wordt verhard, tenzij reeds eerder anders vergund.
– Indien er een openbare parkeerplaats voor de bijkomende toegang is gelegen of er hier een boom voor staat, kan er slechts een beperkte toegang voorzien worden. De voortuinstrook kan wel verhard worden tot een maximum breedte van 6 meter zonder extra toegang naar de straat.
De bestaande toegang is momenteel 3,9m. Men wenst deze te verbreden naar de maximale toegestane toegangsbreedte van 6m. Dit kan worden toegestaan als de bijkomende verharding minstens 3m van de boom, die op openbaar domein staat ter hoogte van het perceel, verwijderd blijft. (Art. 69 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening bepaalt: "De verharding van opritten van garages, parkings, bedrijven en diensten langsheen wegen met een laanbeplanting blijft minstens 3 m van elke boom verwijderd. Indien de verharding zich op minder dan 3m van de laanbeplanting bevindt, dienen maatregelen genomen te worden om de waardevolle bomen en laanbeplantingen te behouden.")
Er zal moeten nagemeten worden of dat de maximale breedte van 6 meter aansluitend op het openbaar domein kan gerealiseerd worden. Op het eigen terrein kan een breedte van 6 meter worden toegestaan.
4. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
5. Adviezen
Op 5 september 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies toegang tot het perceel
De bestaande toegang is momenteel 3,9m. Men wenst deze te verbreden naar de maximale toegestane toegangsbreedte van 6m. Dit kan worden toegestaan als de bijkomende verharding minstens 3m van de boom, die op openbaar domein staat ter hoogte van het perceel, verwijderd blijft. (Art. 69 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening bepaalt: "De verharding van opritten van garages, parkings, bedrijven en diensten langsheen wegen met een laanbeplanting blijft minstens 3 m van elke boom verwijderd. Indien de verharding zich op minder dan 3m van de laanbeplanting bevindt, dienen maatregelen genomen te worden om de waardevolle bomen en laanbeplantingen te behouden.")
Men kan, in functie van het beperken van verharding op openbaar domein, een toegang voorzien van 5m. Misschien is het ook nog mogelijk om met een toegangsbreedte van 5m de beide parkeerplaatsen op privé te bereiken.
Er dient een aanpassing van het openbaar domein te gebeuren. De beplanting in de berm waar de verbreding komt, moet o.a. verwijderd worden. Dit gedeelte wordt vervolgens verhard. Mogelijks moeten de boordstenen ook nog een beetje verlaagd worden. Voor deze aanpassingen moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: voorwaardelijk gunstig
6. Project-MER
Niet van toepassing.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
Niet van toepassing.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Deze beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de volgende criteria als uitvoering van art. 4.3.1 van de codex:
1. Functionele inpasbaarheid
De aanvraag speelt zich af binnen gewestplanbestemming woongebied. De aangevraagde werken zijn toegelaten binnen woongebied en stroken met de bestemming volgend uit gemeentelijke stedenbouwkundige parkeerverordening, waardoor de aanvraag principieel functioneel inpasbaar is.
2. Mobiliteitsimpact
De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit, gezien het louter betrekking heeft op de aanleg van een verharding.
3. Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid
De aanvraag voorziet strookt de aanvraag qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid met de goede ruimtelijke ordening.
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van de percelen. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project.
4. Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet het gebruik van duurzame en kwalitatieve materialen, welke overeenstemmen met de geldende verkavelingsvoorschriften. Visueel-vormelijk strookt de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
De aanvraag heeft een beperkte impact op de visueel-vormelijke uitstraling van de percelen.
5. Cultuurhistorische elementen
Niet van toepassing.
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht. De aanvraag heeft geen invloed op de cultuurhistorische aspecten van het perceel en de omgeving.
6. Bodemreliëf
De aanvraag voorziet een beperkte reliëfwijziging ter hoogte van de nieuw aan te leggen verharding. Het overige blijft als tuin behouden.
7. Hinderaspecten
Er wordt geen bijkomende hinder voorzien.
Naast de beperkte hinder tijdens de uitvoering van de werken wordt er geen verdere hinder verwacht.
8. Conclusie
Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig verenigbaar met de omgeving.
Omwille van het voorgaande is het voorstel planologisch en stedenbouwkundig niet verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:
• Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 5 september 2022 is voorwaardelijk gunstig.
Conclusie
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Een toegang van 6m kan worden toegestaan als de bijkomende verharding minstens 3m van de boom, die op openbaar domein staat ter hoogte van het perceel, verwijderd blijft (cfr. Art. 69 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening).
Er dienen aanpassingen te gebeuren van het openbaar domein. Voor deze aanpassingen moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager (https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein).
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning te verlenen onder volgende voorwaarden:
De vergunning heeft betrekking op de aangevraagde werken.
De werken dienen uitgevoerd overeenkomstig het goedgekeurde dossier.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Een toegang van 6m kan worden toegestaan als de bijkomende verharding minstens 3m van de boom, die op openbaar domein staat ter hoogte van het perceel, verwijderd blijft (cfr. Art. 69 van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening). De breedte van aansluiting op het openbaar domein zal moeten beperken tot mogelijks 5 meter om de 3 meter afstand ten opzichte van de boom te respecteren.
Er dienen aanpassingen te gebeuren van het openbaar domein. Voor deze aanpassingen moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager (https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein).