Terug
Gepubliceerd op 27/09/2022

2022_CBS_02470 - Omgevingsvergunning - hernieuwing van een klasse 2 grondwaterwinning voor de beregening van landbouwakkers langs Kastermanstraat zn (202200013NC) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 26/09/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur; peter  vermeylen, deskundige organisatieontwikkeling

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02470 - Omgevingsvergunning - hernieuwing van een klasse 2 grondwaterwinning voor de beregening van landbouwakkers langs Kastermanstraat zn (202200013NC) - Vergunning 2022_CBS_02470 - Omgevingsvergunning - hernieuwing van een klasse 2 grondwaterwinning voor de beregening van landbouwakkers langs Kastermanstraat zn (202200013NC) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 08/10/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021183601

Dossiernummer gemeente: 202200013

Inrichtingsnummer: 20211201-0055

 

De gemeente Geel heeft op 7 januari 2022 een aanvraag ontvangen voor hernieuwing van een klasse 2 grondwaterwinning voor de beregening van landbouwakkers. De aanvraag werd op 26 april 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Janssen Antoon wonende te Langedijk 2 te 5541 Reusel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Kastermanstraat zn

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 1281A

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Milieuvergunning: 2002/V2/00496

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag heeft betreft de vergunningshernieuwing van een grondwaterwinning voor beregening van ca 8,7 ha akkerbouwteelten.

 

De volgende rubriek met het bijbehorende debiet wordt aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.8.2°

Grondwaterwinning op een diepte van 66 m met een maximaal opgepompt debiet van 20.000 m³/jaar (Hernieuwing)

20000 m³/jaar

2

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 6 mei 2022 t.e.m. 4 juni 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 29 juli 2022 werd het advies ontvangen van Vlaamse Milieumaatschappij

 

Advies: gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

De vergunningsaanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III van het MER-besluit. De project-mer-screening is met bespreking van de relevante potentiële effecten is terug te vinden onder vorm van de desbetreffende E-addenda. Er dient geen mer opgesteld te worden voor dit project.

 

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Watertoets

De percelen waarop de inrichting zich bevindt zijn noch gelegen in overstromingsgevoelig gebied noch in een afgebakende oeverzone noch in een signaalgebied. De grondwaterwinning is niet gelegen in de nabijheid van grondwaterwingebieden en beschermingszones.

Natuurtoets

Het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied is gelegen op ca. 2700 m van de inrichting. Het dichtstbijzijnde vogelrichtlijngebied ‘De Zegge’ is gelegen op ca. 4000 m van de inrichting. De bijgevoegde voortoets was positief en er werden geen risico’s of betekenisvolle aantastingen van actuele of mogelijk toekomstige habitats verwacht binnen de bovenstaande gebieden.

Het is aannemelijk dat de effecten van de grondwaterwinning op deze speciale beschermingszones niet aanzienlijk zullen zijn.

Milieuaspecten

Water

Het betreft een grondwaterwinning voor beregening van 8,7 ha akkerbouwteelten. Hiervoor wordt een debiet gevraagd van 1.000 m³/ha/jaar.

De grondwaterwinning werd aangelegd en wordt geëxploiteerd volgens de regels van goed vakmanschap. Elke verontreiniging van het grondwater tijdens de exploitatie wordt vermeden.

De grondwaterwinning ligt volledig buiten elk waterwingebied en/of beschermingszone, zoals afgebakend in toepassing van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer.

De grondwaterwinning wordt geadviseerd op een maximaal debiet van 8700 m³ per jaar, met een maximaal debiet van 720 m³ per dag. Een beregening is typisch een tijdelijke grondwaterverlaging, die ook niet constant is. De voorspelde waarden (de invloedstraal) zijn extremen. De landbouwer zal niet elke keer 365m³ per dag beregenen, dat kan namelijk slecht zijn voor de gewassen. In de praktijk zal het grondwater op die plaats dus niet steeds met enkele centimeters dalen. De effectieve schommelingen komen overeen met de natuurlijke grondwaterschommelingen waardoor het grondwater terug op zijn natuurlijk niveau komt.

De winningsput moet uitgerust zijn met een peilbuis, een debietmeter en een aftapkraantje na de debietmeter. De aanvrager wordt er op gewezen dat dit verplicht is conform Vlarem II art. 5.53.2.2 en 5.53.3.1.

Volgens het advies van de VMM zal he twater onttrokken worden uit de volgende watervoerende laag:

‘De aangevraagde winning zal water onttrekken aan het Zand van Diest (HCOV 0252) en uit het grondwaterlichaam CKS_0200_GWL_1. Het betreft op deze locatie een freatische watervoerende laag. Dit grondwaterlichaam heeft op heden een goede kwantitatieve toestand.’

Het advies van de VMM is deels ongunstig en deels gunstig:

“Onder verwijzing naar artikel 1.2.1 van de gecodificeerde decreten betreffende het integraal waterbeleid van 30/11/2018 werd voor deze aanvraag tot een omgevingsvergunning onderzocht of er een schadelijk effect op de grondwaterhuishouding wordt veroorzaakt."

Er wordt ONGUNSTIG advies uitgebracht voor de aangevraagde termijn van de grondwaterwinning. De termijn van de grondwaterwinning wordt beperkt tot 10 jaar.

Gelet op hoger vermelde wordt DEELS GUNSTIG advies uitgebracht voor een grondwaterwinning ingedeeld onder rubriek 53.8.2° die gelegen is in de Kastermanstraat zn te Geel met volgende kenmerken:

  • Aard van de winning: 1 boorput met een diepte van 66 m
  • Te vergunnen debieten: maximaal 720 m³ per dag en 8700 m³ per jaar
  • Watervoerende laag: het Zand van Diest (HCOV 0252) Grondwaterlichaam: CKS_0200_GWL_1 Bestemming van het grondwater: beregening
  • Vergunningsduur: 10 jaar

en dit mits naleving van de algemene milieuvoorwaarden (titel II van het VLAREM, hoofdstuk 4.3) en de sectorale milieuvoorwaarden (titel II van het VLAREM, hoofdstuk 5.53).

Gelet op het wijzigende klimaat en de onzekere gevolgen hiervan op termijn voor de grondwatervoorraden adviseert de entiteit van VMM bevoegd voor grondwateradvisering om de termijn voor grondwaterwinningen voor laagwaardige toepassingen zoals beregening te beperken tot max. 10 jaar. Op deze wijze wordt in functie van de toestand van het grondwaterlichaam de vergunning voor het oppompen van grondwater opnieuw geëvalueerd en kan ze bijgestuurd worden.

Er dient spaarzaam te worden omgesprongen met het gebruik van (grond)water. Dit houdt in dat de exploitant zelf maatregelen moet nemen om het gebruik van water te beperken. De velden rondom de grondwaterwinning zijn infiltratiegevoelig. Door het water daar te infiltreren kunnen grondwaterreserves opnieuw worden aangevuld. Water infiltreren kan door het plaatsen van stuwtjes in de grachten langst de landbouwpercelen. Dit vergroot de infiltratiemogelijkheid en gaat verdroging tegen waardoor de exploitant minder grondwater nodig zal hebben. De exploitant richt de perceelgrachten in met stuwen zodat deze in de winter en tijdens het groeiseizoen gesloten kunnen worden.

Verder dient de exploitant het koolstofniveau in de bodem te optimaliseren waardoor water en nutriënten in de bodem beter worden vastgehouden. De exploitant laat zich hiervoor bijstaan door een expert ter zake. De exploitant kan contact opnemen met BoerenNatuur Vlaanderen, zij geven hierover advies en kunnen eventuele subsidiemogelijkheden aanhalen. De exploitant neemt acties om het koolstofgehalte in de bodem te optimaliseren en om water te infiltreren op eigen terreinen, en dit ten laatste voor de eerste beregening. De exploitant houdt hiervan de bewijzen bij. 

De beregening dient oordeelkundig te gebeuren op basis van de voorbije en voorspelde neerslag, het gewastype, de groeifase en het bodemvochtgehalte. De exploitant laat zich hierin bijstaan door een deskundige ter zake. Er dient een register opgesteld te worden waarin per beregeningsperiode de datum en het tijdstip van start en stopzetting van de beregening en de debietmeterstand bij start en stopzetting genoteerd wordt.

De adviezen en het register van de laatste vijf jaar moeten steeds ter beschikking van de toezichthoudende overheid gesteld kunnen worden. Daarnaast moet de aanvrager aanvullend dit register jaarlijks overmaken aan de gemeente (tav. milieu@geel.be met vermelding van het OMV-nummer).

 

Bodem

Het aandrijven van de beregeningshaspels gebeurd met brandstof in een tank van minder dan 1000 liter. Deze wordt steeds op het bedrijf zelf gevuld om morsen op het veld te voorkomen.

De effecten op de bodem zijn niet aanzienlijk.

 

Geluid en trillingen

Geluid is afkomstig van de pomp, de voertuigen en de beregening zelf.

Het geluid is volgens de aanvrager eigen aan de landbouwactiviteiten en wordt als niet aanzienlijk beschouwd. De beregening mag niet plaatsvinden tussen 22:00 u en 7:00 u.

Lucht

/

Geur

/

Conclusie milieutechnische beoordeling

De impact op de omgeving kan tot een minimum beperkt worden mits er aan de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

Zo verleent  de omgevingsambtenaar gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies op basis van het aanvraagdossier en het advies van de VMM, afdeling grondwater.

Ongunstig advies wordt verleend voor de termijn van onbepaalde duur. Grondwaterwinningen voor laagwaardige toepassingen zoals beregening moeten worden beperkt tot max. 10 jaar. Op deze wijze wordt in functie van de toestand van het grondwaterlichaam de vergunning voor het oppompen van grondwater opnieuw geëvalueerd en kan ze bijgestuurd worden.

Onder volgende voorwaarden kan de vergunning voor de grondwaterwinning met een debiet van maximaal 720 m³ per dag en 8700 m³ per jaar en een diepte van 66 m-mv worden vergund.

Algemene voorwaarden VLAREM II: 4.1-4.6

Sectorale voorwaarden VLAREM II: 5.53

  

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • De termijn van de vergunning wordt beperkt tot 10 jaar.
  • De exploitant neemt waterbesparende maatregelen op het terrein (zoals bv. Stuwen op de perceelsgrachten)
  • Verder dient de exploitant het koolstofniveau in de bodem te optimaliseren waardoor water en nutriënten in de bodem beter worden vastgehouden. De exploitant laat zich hiervoor bijstaan door een expert ter zake. De exploitant neemt acties om het koolstofgehalte in de bodem te optimaliseren en om water te infiltreren op eigen terreinen, en dit ten laatste voor de eerste beregening. De exploitant houdt hiervan de bewijzen bij. 
  • De beregening dient oordeelkundig te gebeuren op basis van de voorbije en voorspelde neerslag, het gewastype, de groeifase en het bodemvochtgehalte. De exploitant laat zich hierin bijstaan door een deskundige ter zake. Er dient een register opgesteld te worden waarin per beregeningsperiode de datum en het tijdstip van start en stopzetting van de beregening en de debietmeterstand bij start en stopzetting genoteerd wordt. De adviezen en het register van de laatste vijf jaar moeten steeds ter beschikking van de toezichthoudende overheid gesteld kunnen worden. Daarnaast moet de aanvrager aanvullend dit register jaarlijks overmaken aan de gemeente (tav. milieu@geel.be met vermelding van het OMV-nummer).

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 6 mei 2022 tot en met 4 juni 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Vlaamse Milieumaatschappij, afgeleverd op 29 juli 2022 is voorwaardelijk gunstig. Het advies wordt besproken in de bovenstaande milieuaspecten en wordt gevolgd.

 

Conclusie

De impact op de omgeving kan tot een minimum beperkt worden mits er aan de onderstaande voorwaarden voldaan wordt:

Zo verleent  de omgevingsambtenaar gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies op basis van het aanvraagdossier en het advies van de VMM, afdeling grondwater.

Ongunstig advies wordt verleend voor de termijn van onbepaalde duur. Grondwaterwinningen voor laagwaardige toepassingen zoals beregening moeten worden beperkt tot max. 10 jaar. Op deze wijze wordt in functie van de toestand van het grondwaterlichaam de vergunning voor het oppompen van grondwater opnieuw geëvalueerd en kan ze bijgestuurd worden.

Onder volgende voorwaarden kan de vergunning voor de grondwaterwinning met een debiet van maximaal 720 m³ per dag en 8700 m³ per jaar en een diepte van 66 m-mv worden vergund.

Algemene voorwaarden VLAREM II: 4.1-4.6

Sectorale voorwaarden VLAREM II: 5.53

 

 

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • De termijn van de vergunning wordt beperkt tot 10 jaar.
  • De exploitant neemt waterbesparende maatregelen op het terrein (zoals bv. Stuwen op de perceelsgrachten)
  • Verder dient de exploitant het koolstofniveau in de bodem te optimaliseren waardoor water en nutriënten in de bodem beter worden vastgehouden. De exploitant laat zich hiervoor bijstaan door een expert ter zake. De exploitant neemt acties om het koolstofgehalte in de bodem te optimaliseren en om water te infiltreren op eigen terreinen, en dit ten laatste voor de eerste beregening. De exploitant houdt hiervan de bewijzen bij. 
  • De beregening dient oordeelkundig te gebeuren op basis van de voorbije en voorspelde neerslag, het gewastype, de groeifase en het bodemvochtgehalte. De exploitant laat zich hierin bijstaan door een deskundige ter zake. Er dient een register opgesteld te worden waarin per beregeningsperiode de datum en het tijdstip van start en stopzetting van de beregening en de debietmeterstand bij start en stopzetting genoteerd wordt. De adviezen en het register van de laatste vijf jaar moeten steeds ter beschikking van de toezichthoudende overheid gesteld kunnen worden. Daarnaast moet de aanvrager aanvullend dit register jaarlijks overmaken aan de gemeente (tav. milieu@geel.be met vermelding van het OMV-nummer).

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning gedeeltelijk voorwaardelijk goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager voor een termijn van 10 jaar, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.8.2°

Grondwaterwinning op een diepte van 66 m met een maximaal opgepompt debiet van 8700 m³/jaar voor een periode van 10 jaar (Hernieuwing)

8700 m³/jaar

2

Algemene voorwaarden VLAREM II: 4.1-4.6

Sectorale voorwaarden VLAREM II: 5.53

  

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • De termijn van de vergunning wordt beperkt tot 10 jaar.
  • De exploitant neemt waterbesparende maatregelen op het terrein (zoals bv. Stuwen op de perceelsgrachten)
  • Verder dient de exploitant het koolstofniveau in de bodem te optimaliseren waardoor water en nutriënten in de bodem beter worden vastgehouden. De exploitant laat zich hiervoor bijstaan door een expert ter zake. De exploitant neemt acties om het koolstofgehalte in de bodem te optimaliseren en om water te infiltreren op eigen terreinen, en dit ten laatste voor de eerste beregening. De exploitant houdt hiervan de bewijzen bij. 
  • De beregening dient oordeelkundig te gebeuren op basis van de voorbije en voorspelde neerslag, het gewastype, de groeifase en het bodemvochtgehalte. De exploitant laat zich hierin bijstaan door een deskundige ter zake. Er dient een register opgesteld te worden waarin per beregeningsperiode de datum en het tijdstip van start en stopzetting van de beregening en de debietmeterstand bij start en stopzetting genoteerd wordt. De adviezen en het register van de laatste vijf jaar moeten steeds ter beschikking van de toezichthoudende overheid gesteld kunnen worden. Daarnaast moet de aanvrager aanvullend dit register jaarlijks overmaken aan de gemeente (tav. milieu@geel.be met vermelding van het OMV-nummer).