UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 26/09/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022093015
Dossiernummer gemeente: 202200338
De gemeente Geel heeft op 4 juli 2022 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een ééngezinswoning.. De aanvraag werd op 25 juli 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Jef Van Baelen wonende te Groenstraat 23/101 te 2470 Retie en mevrouw Naomie Appelen wonende te Groenstraat 23/101 te 2470 Retie
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Aardseweg 88 C
Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie A nr. 473K
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied met landelijk karakter
de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het betreft het bouwen van een open ééngezinswoning. Het ontwerp is opgebouwd volgens de verkavelingsvergunning.
De inplanting van de woning zorgt voor een optimaal gebruik van de aanwezige ruimte zodanig voor de woning een aangename achtertuin te creëren in alle privacy. Aan de voorzijde van de woning is er plaats voor een praktische oprit naar de garage. De tuin is noordwestelijk georiënteerd.
De woning wordt ingeplant op 3m van de perceelsgrens.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 5 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Provincie Antwerpen
Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).
Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Wij vragen u om hier rekening mee te houden bij het behandelen van toekomstige vergunningsaanvragen.
Advies: geen advies
Op 30 augustus 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Men dient de nieuwe aanwezige aansluiting met huisaansluitputje DWA (afvalwater) op te zoeken en te gebruiken. De aansluiting met putje bevindt zich ongeveer in het midden van het perceel ter hoogte van de rooilijn. Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt dient men een retributie te betalen.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet rechtstreeks (zonder huisaansluitputje) worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Men mag, zoals op plan is voorzien, een septische put plaatsen. Dit is echter niet verplicht. Op de septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
Als men geen septische put plaatst, adviseren we om het fecaal afvalwater gescheiden te houden van het grijs afvalwater (afkomstig van douche, lavabo, ...) tot buiten de woning. Het is daarbij aangewezen een sifonput te voorzien op het grijswater alvorens het grijs en fecale water samen te brengen. Dit voorkomt geuren van het fecaal water in het grijs water.
Hemelwater
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 5000L en een oppervlakte van 12,12m².
Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.
Men voorziet een noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening naar de open gracht. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Verplichte VLARIO-keuring
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies: voorwaardelijk gunstig
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Planologische toets
Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven. Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening wordt omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.
Het bouwen van een vrijstaande ééngezinswoning stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel.
Ruimtegebruik – schaal – bouwdichtheid
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van het project. De bouwdichtheid is aanvaardbaar op deze locatie.
Visueel – vormelijk, materiaalgebruik
Het betreft een moderne woning passend binnen het straatbeeld.
De vrijstaande ééngezinswoning wordt opgetrokken met een plat dak. Voor de gevels wordt grijze gevelsteen gebruikt met een donker alu bekleding. Voor de dakrand, ramen en deuren wordt geopteerd voor donker alu. De poort krijgt een donkere alu bekleding en de dorpels worden grijsblauw arduin. Voor de regenafvoeren wordt er gebruik gemaakt van pvc met donker alu afdekkap.
Op het bovenste platte dakvlak worden zonnepanelen geplaatst. Deze worden conform de voorschriften van de leverancier geplaatst en zullen niet meer dan 1m uitsteken boven het dakvlak.
Een regenput van 15000L en een infiltratievoorziening van 5000L wordt voorzien.
Naast de woning wordt op het perceel zoveel mogelijk groen behouden en de verharding wordt tot een minimum beperkt.
Cultuurhistorische aspecten.
De woning is niet beschermd en staat niet op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Tevens is de aanvraag niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgericht.
De aanvraag zal dus geen invloed hebben op de cultuurhistorische aspecten.
Mobiliteit
Het bouwen van een vrijstaande woning zal geen invloed hebben op de mobiliteitsdruk.
Bodemreliëf
De aanvraag heeft een beperkte invloed op het bodemreliëf. Enkel ter hoogte van de bouwstrook voor het hoofdgebouw zal er gedurende de werken een beperkte ingreep zijn.
Hinderaspecten – gezondheid
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en ook is er geen invloed op de gezondheidsaspecten.
Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Niet van toepassing.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare werken: rioleringswerken:
Men dient de nieuwe aanwezige aansluiting met huisaansluitputje DWA (afvalwater) op te zoeken en te gebruiken. Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt dient men een retributie te betalen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet rechtstreeks (zonder huisaansluitputje) worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Provincie Antwerpen, dienst integraal Waterbeleid:
Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).
Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Wij vragen u om hier rekening mee te houden bij het behandelen van toekomstige vergunningsaanvragen.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal. Enkel de terrasverharding die opgenomen en vergund werd, mag worden aangelegd.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare werken: rioleringswerken:
Men dient de nieuwe aanwezige aansluiting met huisaansluitputje DWA (afvalwater) op te zoeken en te gebruiken. Voor het ingebruik nemen van dit nieuwe lozingspunt dient men een retributie te betalen.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op het perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet rechtstreeks (zonder huisaansluitputje) worden aangesloten op de open gracht als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Op de niet-verplichte septische put mag enkel het fecale water aangesloten worden, het grijs water moet rechtstreeks naar de riolering gaan.
De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige (VLARIO-keuring). Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van Provincie Antwerpen, dienst integraal Waterbeleid:
Artikel 3 § 1 van het uitvoeringsbesluit voor de watertoets van 20 juli 2006 bepaalt dat de vergunningverlenende overheid moet nagaan of er geen schadelijke effecten verbonden zijn aan een project (zoals bedoeld in artikel 1.1.3 § 2, 18° van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018).
Om vergunningsaanvragen stap voor stap aan de watertoets te onderwerpen, kunt u gebruik maken van het watertoetsinstrument op www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/. Aan de hand van beoordelingsschema’s kunt u zo onderzoeken of een project al dan niet schade kan veroorzaken. Enkel wanneer mogelijke schadelijke effecten aan het licht komen, moet u bijkomend advies vragen aan de betrokken waterbeheerder. Bij een gunstig toetsresultaat is geen verdere adviesvraag nodig.
Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s op uw aanvraag blijkt dat er geen schadelijke effecten te verwachten zijn, zodat een adviesvraag aan de provincie overbodig is. Wij vragen u om hier rekening mee te houden bij het behandelen van toekomstige vergunningsaanvragen.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal. Enkel de terrasverharding die opgenomen en vergund werd, mag worden aangelegd.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.