Terug
Gepubliceerd op 15/02/2022

2022_CBS_00356 - Omgevingsvergunning 2021773 (AM) - voor het regulariseren van een veranda te Dr.-Peetersstraat 30 - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 14/02/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00356 - Omgevingsvergunning 2021773 (AM) - voor het regulariseren van een veranda te Dr.-Peetersstraat 30 - Vergunning 2022_CBS_00356 - Omgevingsvergunning 2021773 (AM) - voor het regulariseren van een veranda te Dr.-Peetersstraat 30 - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21 MAART 2022


 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021197112

Dossiernummer gemeente: 202100773

 

De gemeente Geel heeft op 31 december 2021 een aanvraag ontvangen voor het regulariseren van een veranda. De aanvraag werd op 20 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Sacha Vermeerbergen wonende te DOKTER PEETERSSTRAAT 30 te 2440 GEEL

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Dr.-Peetersstraat 30

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nr. 855E2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in: 

  • Woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

  • Parkgebied 

De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen.

 

De aanvraag speelt zich volledig af binnen het woongebied.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Woon-Werkpark goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in grens Prup 'Woon-werkpark' zone voor stedelijk wonen

 

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

Deze RUP’s hebben evenwel slechts betrekking op een klein strookje achteraan het perceel. De aanvraag bevindt zich hier niet in.

 

Ligging volgens verkaveling + bijhorende voorshcriften :

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in woongebied binnen het gewestplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

///

 

Verordeningen

  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
  • algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
  • algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend: 

  • Stedenbouwkundige vergunning (00756) voor nieuwbouw eengezinswoning - goedgekeurd op 04/05/1953.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag is gelegen aan de Dr.-Peetersstraat, een voldoende uitgeruste gemeenteweg. Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, heeft een totale oppervlakte van 5a53ca. Het perceel heeft een straatbreedte van circa 11 meter en een totale diepte van circa 46 meter.

Het perceel werd reeds bebouwd met een bestaande woning, met een gevelbreedte van circa 6,60 meter en een totale diepte van circa 15,50 meter. Achteraan de woning is reeds een veranda aanwezig in de bestaande toestand. De aanvraag betreft de regularisatie hiervan. De veranda heeft een breedte van 6 meter en een diepte van 2,85 meter. Ze blijft tot op minstens 3 meter van de linker perceelsgrens en wordt ingeplant op 8,15 meter achter de voorbouwlijn. De veranda werd afgewerkt in glas met houtpanelen en een plat dak met een kroonlijst op 2,20 meter.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
 Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.

 

  1. Project-MER

///

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).

De aanvraag is niet gelegen binnen een RUP, een BPA of een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Dr.-Peetersstraat)

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie « wonen », « verblijfsrecreatie », dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, « gemeenschapsvoorzieningen » of « openbare nutsvoorzieningen », kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing : 1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd; 2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf; 3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

 

Watertoets

Hoofdstuk III, afdeling I, art. 1.3.1.1 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, legt bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Deze watertoets houdt in dat de eventuele schadelijke effecten van het innemen van ruimte ten koste van de watersystemen wordt ingeschat.

Het plangebied is niet gelegen binnen een overstromingsgevoelige zone. Er dringen zich in principe in het kader van de watertoets dan ook geen maatregelen op inzake overstromingsvrij bouwen of beperkingen inzake de inname van komberging.

Door de toename van de bebouwde en verharde oppervlakte zal de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt worden.

 

Gewestelijke hemelwaterverordening

Gezien de voorziene veranda kleiner is dan 40 m², dient er niet te worden voldaan aan de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Conclusie

Op basis van bovenstaande informatie en mits naleving de opgelegde voorwaarden uit deze vergunning, kan in alle redelijkheid worden geoordeeld dat de effecten op het grondwater en het watersysteem in het algemeen beperkt zullen blijven tot een aanvaardbaar niveau. Er kan dan ook in alle redelijkheid worden geoordeeld dat het voorwerp van de aanvraag in overeenstemming is met de doelstellingen en beginselen, bepaald in artikel 5 en 6 van het decreet op het integraal waterbeleid van 18 juli 2013.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

In deze paragraaf wordt het project uit voorliggende aanvraag beoordeeld op basis van de verenigbaarheid met de goede ruimtelijke ordening, conform artikel 4.3.1. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). 

Volgens artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is de goede ruimtelijke ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de ruimte beheerd wordt ten behoeve van de huidige generatie, zonder dat de behoeften van de toekomstige generaties in het gedrang gebracht worden. Daarbij worden de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelijke activiteiten gelijktijdig tegen elkaar afgewogen. Er wordt rekening gehouden met de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen. Op deze manier wordt gestreefd naar ruimtelijke kwaliteit. 

Het aangevraagde wordt, voor zover noodzakelijk of relevant, beoordeeld aan de hand van aandachtspunten en criteria die betrekking hebben op de functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen, in het bijzonder met inachtneming van de doelstellingen van artikel 1.1.4. Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met de in de omgeving bestaande toestand, doch kunnen ook beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de goede ruimtelijke ordening in rekening worden gebracht.  

Indien het aangevraagde gelegen is in een gebied dat geordend wordt door een ruimtelijk uitvoeringsplan, een gemeentelijk plan van aanleg of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden (vroegere verkavelingsvergunning) waarvan niet op geldige wijze afgeweken wordt, en in zoverre dat plan of die vergunning voorschriften bevat die de aandachtspunten en criteria van de goede ruimtelijke ordening behandelen en regelen, worden deze voorschriften geacht de criteria van een goede ruimtelijke ordening weer te geven. 

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is gelegen binnen woongebied en voorziet de regularisatie van een veranda. Met voorliggende aanvraag wordt geen afbreuk gedaan aan de gewestplan bestemming ‘wonen’, waardoor het principieel functioneel inpasbaar is binnen de goede ruimtelijke ordening.

 

Mobiliteitsimpact

Met voorliggende aanvraag wordt de veranda geregulariseerd. Het parkeergebeuren blijft ongewijzigd en kan aldus probleemloos op eigen terrein plaatsvinden. De impact op de mobiliteit zal aldus beperkt blijven.

 

Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De veranda heeft een beperkte oppervlakte van 17,10 m² en wordt qua kroonlijst beperkt tot 2,20 m. De veranda kent aldus geen disproportionele afmetingen en wordt opgericht in een glas constructie, ondersteund en bekleed met houten panelen. De aanvraag is qua schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag betreft een het regulariseren van een veranda, afgewerkt met moderne duurzame materialen en een moderne bouwstijl. Het aangevraagde is bijgevolg in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening. 

 

Cultuurhistorische elementen

De aanvraag is niet gelegen in een beschermd landschap of cultuur-historisch landschap. De aanvraag paalt niet aan een beschermd monument.  

 

Bodemreliëf

Het bodemreliëf blijft ongewijzigd ten opzichte van de bestaande toestand.

 

Hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot

Er wordt geen directe hinder voorzien, noch voor de gezondheid, noch voor het gebruiksgenot. 

 

Conclusie 

De aanvraag werd beoordeeld op basis van criteria als uitvoering van artikel 4.3.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De functionele inpasbaarheid, bouwdichtheid, mobiliteitsimpact, schaal, ruimtegebruik, cultuurhistorische aspecten, bodemreliëf en visueel-vormelijke aspecten van het voorgestelde project werden in de mate van het mogelijke (afhankelijk van de relevantie) getoetst aan de omgeving. Uiteindelijk kan geconcludeerd worden dat de aanvraag met het opleggen van enkele voorwaarden in overeenstemming te brengen is met de goede ruimtelijke ordening op deze locatie.  

 

Resultaten openbaar onderzoek

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

Er werd geen advies gevraagd.

 

Conclusie

Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

  • De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig het dossier en de bijgevoegde plannen.
  • Het hemelwater vanop de aanbouw moet opgevangen worden op het eigen terrein.

 

Lasten

Niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

  • De werken dienen te worden uitgevoerd overeenkomstig het dossier en de bijgevoegde plannen.
  • Het hemelwater vanop de aanbouw moet opgevangen worden op het eigen terrein.