Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021182404
Dossiernummer gemeente: 202100698
De gemeente Geel heeft op 29 november 2021 een aanvraag ontvangen voor het slopen van een woning en een duiventil en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met carport. De aanvraag werd op 22 december 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Isabelle Selen wonende te Lakstraat 44 te 2431 Laakdal en de heer Rob Verheyen wonende te Lakstraat 44 te 2431 Laakdal
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Kleinemeerdijk 27
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie K nrs. 758Z2, 758Y2, 758P2, 758T2, 758X2 en 758V2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
bosgebied
De bosgebieden zijn de beboste of de te bebossen gebieden, bestemd voor het bosbedrijf. Daarin zijn gebouwen toegelaten, noodzakelijk voor de exploitatie van en het toezicht op de bossen, evenals jagers- en vissershutten, op voorwaarde dat deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk. De overschakeling naar agrarisch gebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
agrarisch gebied
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in “overdruk zonevreemde woningen I” en “overdruk zonevreemde woningen II”.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Huidige aanvraag omvat allereerst het wijzigen van de functie van de projectzone van landbouw naar een residentiële functie. De wijziging naar een residentiële functie is aanvaardbaar.
Op het perceel zijn echter 2 grote bijgebouwen (stallen) aanwezig. Deze bijgebouwen zijn volgens de foto's in onderkomen staat en is het risico op renovatie en het daarbijhorende oneigenlijk gebruik te groot. De aanwezigheid van beide bijgebouwen is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening binnen een residentiële functie. Het is daarom wenselijk dat één van beide bijgebouwen wordt afgebroken.
Huidige aanvraag beoogt het afbreken van een bestaande woning en een duiventil en het bouwen van een nieuwe zonevreemde woning. De nieuwe woning heeft een bouwdiepte van 9,85 meter. De bouwbreedte bedraagt 19,50 meter. De nokhoogte bedraagt 8,60 meter. Rechts aan de woning wordt een carport voorzien. Achter de woning wordt een terras aangelegd van 30m². De inplanting van de woning gebeurt op 8 meter van de rooilijn en op ruim voldoende afstand van de laterale perceelsgrenzen. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord en past binnen de landelijke omgeving.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 21 januari 2022 werd het advies ontvangen van het Departement Landbouw en Visserij, als volgt geformuleerd:
De aanvraag is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied en gaat niet uit van agrarische en paraagrarische doeleinden.
Het betreft volgens de beschrijvende nota het slopen van een woning met duiventil en de nieuwbouw van een woning met carport.
Op basis van de historiek van de vergunningen, ons aangeleverd door de gemeente, en de
landbouwregistratie betreft het hier echter een voormalige landbouwbedrijfswoning waarvoor tot op heden nog geen vergunningsplichtige functiewijziging werd vergund van landbouw naar zonevreemd (wonen).
De ex-landbouwer is hier niet meer gedomicilieerd sedert juli 2020 en voor zover ons bekend staat de woning momenteel leeg en woonden er in tussentijd geen niet-landbouwers.
De functie van de site kan zodoende nog steeds als vergund landbouw beschouwd worden.
De aanvraag betreft dus niet louter het slopen en herbouwen van een woning maar in eerste instantie een functiewijziging van landbouw naar zonevreemd.
Het Departement Landbouw en Visserij dient conform omzendbrief RO 2017/01 van het BVR lijst met toelaatbare zonevreemde functiewijzigingen de afweging te maken of deze site nog geschikt is om (terug) in professioneel landbouwgebruik genomen te worden.
Een omvorming naar een zonevreemde site betekent immers een aantasting van de agrarische structuur en kan bijgevolg ook nog een bijkomende negatieve impact hebben op de vergunningenverlening en -verlenging van nabijgelegen landbouwbedrijven.
Ruimtelijk gezien is de site gelegen vlak tegen bosgebied en een strookje landelijk woongebied, op ca. 290m van woongebied, op ca. 80m van industriegebied, op 1,315km van SBZ-H en op 1,346km van VEN. Binnen de 500m bevindt er zich geen enkele andere professionele, actieve landbouwbedrijfszetel en het aantal niet-landbouwerswoningen bedraagt, mede te verklaren door het nabije woongebied, reeds 99 stuks.
Vanuit landbouwkundig standpunt kan dus wel gesteld worden dat de zonevreemde functie op deze locatie functioneel inpasbaar is en verder geen noemenswaardige negatieve impact heeft op de landbouwstructuur.
Als voorwaarde bij het eventueel toekennen van de functiewijziging van landbouw naar zonevreemd wonen legt het Departement Landbouw en Visserij wel de voorwaarde op dat een deel van de voormalige landbouwbedrijfsgebouwen die zullen worden omgevormd naar woningbijgebouwen, wordt gesloopt. De doelstellingen voor de open ruimte zoals geformuleerd in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen zijn immers gericht op een ontharding van het buitengebied en het beperken van het ruimtebeslag door zonevreemde functies. In het bijzonder wanneer niet kan worden gemotiveerd waarom het behoud van het gebouwenvolume noodzakelijk zou zijn. Het risico op oneigenlijk gebruik is te groot.
Het bouwvolume en –opp. (ca. 210m² in totaal) staat niet in verhouding tot wat mag verwacht worden of gangbaar is als woningbijgebouw. Er kan in alle redelijkheid gesteld worden dat het volume aan bijgebouw het noodzakelijke overstijgt.
Het Departement Landbouw en Visserij verstrekt zodoende een voorwaardelijk gunstig advies m.b.t. de functiewijziging van landbouw naar zonevreemd (wonen).
Vervolgens betreft het de sloop en herbouw van de woning.
Wij zullen voor dit onderdeel van de aanvraag geen advies vanuit landbouwkundig standpunt formuleren. Door het besluit van 12 juli 2013 werd de adviesverplichting van het Departement Landbouw en Visserij beperkt tot die vergunningsaanvragen waarbij er een impact op de agrarische structuur kan verwacht worden.
a) aanvragen die verband houden met landbouw, ongeacht de bestemming van het gebied;
b) aanvragen waarbij toepassing wordt gemaakt van de bepalingen van artikel 4.4.3 tot en met 4.4.9, artikel 4.4.23 en artikel 4.4.26, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in gebieden die een agrarische bestemming hebben;
Er wordt enkel verwezen naar de normen van de wetgeving m.b.t. zonevreemde woningen en gebouwen.
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Op 1 februari 2022 werd het advies ontvangen van de stadsdienst ‘Openbare Werken’, als volgt geformuleerd:
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, ook geen gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …) dient voorbehandeld te worden.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Momenteel kan men de afvoerbuizen niet aansluiten op riolering of gracht. In de toekomst, als er openbare riolering wordt aangelegd, is men verplicht aan te sluiten voor afvalwater.
Putten (hemelwaterput, infiltratieput, septische put, zinkput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater (fecaal water en grijs water)
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Indien er meer dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put worden aangepast aan het aantal personen (formule: aantal bewoners x 600L/persoon = grootte septische put).
Aangezien er geen gracht is waarop de noodoverloop van de septische put kan worden aangesloten, dient men een bezinkput (sterfput) met gaten te voorzien, zoals op het funderingsplan werd ingetekend.
In de toekomst, bij aanleg van openbare riolering, dient men deze bezinkput kort te sluiten. De septische put mag dan nog gebruikt worden voor het fecale water. Het grijze water moet er vanaf gekoppeld worden en rechtstreeks naar de nieuwe openbare riolering gaan. Toekomstgericht voorziet men best de nodige wachtbuizen zodat men vlot kan afkoppelen.
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 3140L en een oppervlakte van 6,28m².
Er is geen mogelijkheid om een noodoverloop te voorzien vanuit de infiltratievoorziening. Maar op zich is het een gunstig principe dat al het hemelwater ter plaatse blijft.
Verplichte VLARIO-keuring
Bij een herbouw is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies toegang tot het perceel
Men dient zich te houden aan de maximale toegestane toegangsbreedte. Men voorziet een strikt noodzakelijke toegang van 3m wat gunstig is in het beperken van verharding op openbaar domein.
Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
Planologische toets
Huidige aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen in agrarisch gebied. Huidige aanvraag wijkt af van de voorschriften van het gewestplan.
Huidige aanvraag is gelegen binnen het RUP "Zonevreemde woningen". Volgens het betreffende RUP is de aanvraag gelegen binnen de zonering 'Overdruk zonevreemde woningen II". Huidige aanvraag voldoet aan de voorschriften van dit RUP.
Wegenis
In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de aanvraag gelegen is langs een voldoende uitgeruste openbare weg.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Mer-screening
Bij het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd reeds vastgesteld dat de milieueffecten niet aanzienlijk zijn. Bijgevolg was de opmaak van een milieueffectenrapport niet vereist.
Natuurtoets
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
Erfgoed-/archeologietoets
Niet van toepassing.
Mobiliteit
Huidige aanvraag heeft geen noemenswaardige invloed op de lokale mobiliteit.
Toegankelijkheid
Het gebouw is niet toegankelijk voor publiek waardoor niet voldaan dient te worden aan voorzieningen om de integrale toegankelijkheid te bereiken.
Decreet grond- en pandenbeleid
Niet van toepassing.
Scheidingsmuren
De aanvraag heeft geen betrekking op de oprichting, uitbreiding, afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.
Milieuaspecten
Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Huidige aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol gelegen in agrarisch gebied. Huidige aanvraag wijkt af van de voorschriften van het gewestplan.
Huidige aanvraag is gelegen binnen het RUP "Zonevreemde woningen". Volgens het betreffende RUP is de aanvraag gelegen binnen de zonering 'Overdruk zonevreemde woningen II". Huidige aanvraag voldoet aan de voorschriften van dit RUP.
Huidige aanvraag omvat allereerst het wijzigen van de functie van de projectzone van landbouw naar een residentiële functie. De wijziging naar een residentiële functie is aanvaardbaar.
Op het perceel zijn echter 2 grote bijgebouwen (stallen) aanwezig. Deze bijgebouwen zijn volgens de foto's in onderkomen staat en is het risico op renovatie en het daarbijhorende oneigenlijk gebruik te groot. De aanwezigheid van beide bijgebouwen is niet in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening binnen een residentiële functie. Het is daarom wenselijk dat één van beide bijgebouwen wordt afgebroken.
Huidige aanvraag beoogt het afbreken van een bestaande woning en een duiventil en het bouwen van een nieuwe zonevreemde woning. De nieuwe woning heeft een bouwdiepte van 9,85 meter. De bouwbreedte bedraagt 19,50 meter. De nokhoogte bedraagt 8,60 meter. Rechts aan de woning wordt een carport voorzien. Achter de woning wordt een terras aangelegd van 30m². De inplanting van de woning gebeurt op 8 meter van de rooilijn en op ruim voldoende afstand van de laterale perceelsgrenzen. Er wordt gebruik gemaakt van duurzame, kwaliteitsvolle materialen. Het ontwerp is architectonisch verantwoord en past binnen de landelijke omgeving.
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg, indien, bovenop de afbraak van de duiventil, één van beide grote bijgebouwen afgebroken wordt.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:
De adviezen worden gevolgd.
Conclusie
Huidige aanvraag wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd voor de functiewijziging van de projectsite van landbouw naar residentieel gebruik, het slopen van een woning en een duiventil en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met carport.
Voorwaarden:
Bovenop het slopen van de duiventil dient één van beide grote bijgebouwen afgebroken te worden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, ook geen gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …) dient voorbehandeld te worden.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Momenteel kan men de afvoerbuizen niet aansluiten op riolering of gracht. In de toekomst, als er openbare riolering wordt aangelegd, is men verplicht aan te sluiten voor afvalwater.
Putten (hemelwaterput, infiltratieput, septische put, zinkput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater (fecaal water en grijs water)
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Indien er meer dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put worden aangepast aan het aantal personen (formule: aantal bewoners x 600L/persoon = grootte septische put).
Aangezien er geen gracht is waarop de noodoverloop van de septische put kan worden aangesloten, dient men een bezinkput (sterfput) met gaten te voorzien, zoals op het funderingsplan werd ingetekend.
In de toekomst, bij aanleg van openbare riolering, dient men deze bezinkput kort te sluiten. De septische put mag dan nog gebruikt worden voor het fecale water. Het grijze water moet er vanaf gekoppeld worden en rechtstreeks naar de nieuwe openbare riolering gaan. Toekomstgericht voorziet men best de nodige wachtbuizen zodat men vlot kan afkoppelen.
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 3140L en een oppervlakte van 6,28m².
Er is geen mogelijkheid om een noodoverloop te voorzien vanuit de infiltratievoorziening. Maar op zich is het een gunstig principe dat al het hemelwater ter plaatse blijft.
Verplichte VLARIO-keuring
Bij een herbouw is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Voorwaarden advies toegang tot het perceel
Men dient zich te houden aan de maximale toegestane toegangsbreedte. Men voorziet een strikt noodzakelijke toegang van 3m wat gunstig is in het beperken van verharding op openbaar domein.
Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning voor de functiewijziging van de projectsite van landbouw naar residentieel gebruik, het slopen van een woning en een duiventil en het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met carport, goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
Voorwaarden:
Bovenop het slopen van de duiventil dient één van beide grote bijgebouwen afgebroken te worden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
Voorwaarden advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Er is geen rioleringsstelsel aanwezig, ook geen gracht. Dit betekent dat al het afvalwater, zowel het fecaal water (toilet) als het grijs water (douche, lavabo, …) dient voorbehandeld te worden.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
Momenteel kan men de afvoerbuizen niet aansluiten op riolering of gracht. In de toekomst, als er openbare riolering wordt aangelegd, is men verplicht aan te sluiten voor afvalwater.
Putten (hemelwaterput, infiltratieput, septische put, zinkput) dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater (fecaal water en grijs water)
De voorbehandeling van al het afvalwater dient te gebeuren via een septische put van minstens 3000L waar zowel het fecaal als grijs water op toekomt. Indien er meer dan 5 personen verblijven in de woning moet de grootte van de septische put worden aangepast aan het aantal personen (formule: aantal bewoners x 600L/persoon = grootte septische put).
Aangezien er geen gracht is waarop de noodoverloop van de septische put kan worden aangesloten, dient men een bezinkput (sterfput) met gaten te voorzien, zoals op het funderingsplan werd ingetekend.
In de toekomst, bij aanleg van openbare riolering, dient men deze bezinkput kort te sluiten. De septische put mag dan nog gebruikt worden voor het fecale water. Het grijze water moet er vanaf gekoppeld worden en rechtstreeks naar de nieuwe openbare riolering gaan. Toekomstgericht voorziet men best de nodige wachtbuizen zodat men vlot kan afkoppelen.
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 3140L en een oppervlakte van 6,28m².
Er is geen mogelijkheid om een noodoverloop te voorzien vanuit de infiltratievoorziening. Maar op zich is het een gunstig principe dat al het hemelwater ter plaatse blijft.
Verplichte VLARIO-keuring
Bij een herbouw is het verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Voorwaarden advies toegang tot het perceel
Men dient zich te houden aan de maximale toegestane toegangsbreedte. Men voorziet een strikt noodzakelijke toegang van 3m wat gunstig is in het beperken van verharding op openbaar domein.
Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.