Terug
Gepubliceerd op 15/03/2022

2022_CBS_00571 - Advies na administratieve lus (OMV_2020132036): Ineos Aromatics NV, Amocolaan 2, 2440 Geel - Advies na administratieve lus (OMV_2020132036): Ineos Aromatics NV, Amocolaan 2, 2440 Geel - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 14/03/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Maarten Baeyens, Beleidsadviseur; Stijn  Valgaeren, Sectormanager GGZ; Inne Verellen, Deskundige wonen en leefomgeving; Tinne Vandeven, Beleidsadviseur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00571 - Advies na administratieve lus (OMV_2020132036): Ineos Aromatics NV, Amocolaan 2, 2440 Geel - Advies na administratieve lus (OMV_2020132036): Ineos Aromatics NV, Amocolaan 2, 2440 Geel - Advies 2022_CBS_00571 - Advies na administratieve lus (OMV_2020132036): Ineos Aromatics NV, Amocolaan 2, 2440 Geel - Advies na administratieve lus (OMV_2020132036): Ineos Aromatics NV, Amocolaan 2, 2440 Geel - Advies

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum voor dit advies: 20/03/2022

Het volgende advies betreft enkel de wijzigingen die werden ingediend bij de projectinhoudversie van 25/02/2022 in het kader van het invoeren van een administratieve lus door de vergunningverlenende overheid.

VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR

Voor het advies op dit dossier werd een subadvies gevraagd aan IOK. Dit advies is een wordt hernomen in het verslag van de omgevingsambtenaar. 


Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

ProjectNaam: INEOS Aromatics Belgium nv
Projectonderdelen:
 - de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit
OMV-referentie: 2020132036
Vergunningverlenende overheid: deputatie provincie Antwerpen
Termijn omgevingsvergunning: onbepaalde duur
IIOAExploitatiezetel: Amocolaan 2, 2440 Geel

Kadastrale gegevens: 

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00T000

GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00P000

GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00N000

GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00F000

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00V000

GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00E000

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00P000

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0800/02B000

GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00M000

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00R000

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0800/02C000

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00M000

GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00K000

GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00W000


Voorwerp vergunningsaanvraag iioa:

- een andere verandering dan een beperkte verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit

- een hernieuwing van een vergunning


Toepassing wijzigingslus

Omwille van een groot aantal aanpassingen en bijkomende gegevens die nodig bleken na de uitgebrachte adviezen, gaf de POVC aan dat een wijzigingslus opportuun leek (artikel 30 van het OVD).

De exploitant geeft aan volgende wijzigingen doorgevoerd te hebben:

  • “Rubriekentabel: geen wijziging
  • Plannen: geen wijziging
  • Addenda:
    • C1: niet technische omschrijving van het voorwerp van de aanvraag – aanvulling van de wijzigingen.
    • C6: materialen, grondstoffen en processen. Enkel de verwijzing naar de correcte hoofdstukken in MER werden aangepast.
    • D2: gewijzigd ontwerp MER.
    • D2_2: gewijzigde NTS.
    • E4: effecten op luchtkwaliteit. Motivatie in punt 12 werd gewijzigd.
    • E4_1: bijlage L3 overzicht meetwaarden en berekende massa uitstoten. Aangepaste bijlage L3 ingevoerd.
    • E5: effecten van geluid of trillingen. Motivatie in punt 3 werd gewijzigd.
    • E6ter: gewijzigde passende beoordeling.
    • Q0: bijstelling bijzondere voorwaarden. De ‘gevraagde bijstellingen’ werden gewijzigd, rekening houdend met de opmerkingen van adviesinstanties. Het betreft de voorwaarden m.b.t.             effluentlimieten, het jaarlijks evaluatiemoment betreffende de lozingslimieten, de jaarlijkse meetcampagne geluid, de organisatie van de Overlegcommissie
    • Q0_A: overzicht van de gevraagde lozingsnormen wordt toegevoegd.
    • Q1: bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden. Informatie betreffende MeBr werd toegevoegd.
    • R3: lozing van afvalwater en koelwater. Enkel de verwijzing naar de correcte hoofdstukken in MER werden aangepast.
    • R3B: lozing van bedrijfsafvalwater. Voor de parameters waarvoor bijzondere voorwaarden worden gevraagd, wordt verwezen naar addendum Q0_A.”

Voornamelijk het ongunstig advies van AGOP-M en deels ongunstig advies van VMM Water lijken aanleiding te geven tot de toepassing van een wijzigingslus.

De exploitant diende op 24/02/2022 een gewijzigde projectinhoud (V3) in in het omgevingsloket.

In voorliggend advies worden louter de wijzigingen beoordeeld die de exploitant doorvoerde naar aanleiding van de verschillende uitgebrachte adviezen. Voor de overige adviesonderdelen wordt verwezen naar het eerdere advies van de stad Geel 2021_CBS_03370 gebaseerd op het advies van IOK.


Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het tweede openbaar onderzoek wordt gehouden van 28 februari 2022 t.e.m. 29 maart 2022.

Er wordt een tweede informatievergadering gehouden op 14 maart 2022.

Aangezien er door de vergunningverlenende overheid werd gevraagd een openbaar onderzoek op te starten op 18/02/2022, de gewijzigde projectinhoudsversie aanvaard werd op 25/02/2022 en er een termijn van 30 dagen wordt gegeven aan het CBS om het nieuwe advies in te dienen, moeten we de bespreking van de bezwaarschriften door de vergunningverlenende overheid laten behandelen. Het openbaar onderzoek is bij het verlenen van dit advies nog niet afgelopen. Op het moment van het maken van dit verslag zijn er nog geen bezwaren ingediend. Het openbaar onderzoek loopt nog tot 29 maart 2022.

 

Adviezen

Op 4 maart 2022 werd het advies ontvangen van Vlaams Energieagenschap

zie bijlage voor advies energie-efficiëntie luik

Advies: gunstig

Op 1 maart 2022 werd het advies ontvangen van IOK

Zie bijlage

Advies: voorwaardelijk gunstig


Project-MER

Overwegende dat Team MER voor het project-MER optreedt als adviesverlenende instantie adviseren we om het standpunt van deze administratie m.b.t. het Project-MER te volgen aangezien stad Geel niet over de expertise beschikt die noodzakelijk is om hierover een voldoende onderbouwd advies te verlenen.

 

Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen


Water

Bedrijfsafvalwater

De exploitant dient op vraag van VMM enkele gegevens aan te passen en stond hiervoor in contact met VMM. Het gaat voornamelijk over een foutieve redenering met betrekking tot BBT voor sulfaten, foutieve informatie met betrekking tot Kobalt, en het gegeven dat de exploitant voor enkele parameters hogere lozingsnormen vraagt dan nodig blijkt.

Op basis van jaargemiddelde concentraties wordt voor sulfaat, totaal fosfor en totaal kobalt een aanzienlijk negatief effect verwacht. De exploitant geeft aan dat de jaargemiddelde concentraties als volgt zijn:

ParameterJaargemiddelde lozingsconcentratieAangevraagde lozingsnormen
Sulfaat213 mg/l215 mg/l
Totaal fosfor1,34 mg/l1,4 mg/l

Voor de parameter kobalt is er sprake van een achteruitgang van de toestand. In het project-MER wordt gesteld dat milderende maatregelen nodig zijn en dat de exploitant zich engageert het lopende onderzoek naar filtratietechnieken, al dan niet gecombineerd met dosering van specifieke flocculanten en/of metaalprecipitanten verder te zetten, uit te testen op pilootschaal en vervolgens de engineering en bouw aan te vatten van een installatie op operationele schaal. Er wordt verwacht vanaf 2027 een jaargemiddelde concentratie van 120 μg/l gehaald te kunnen worden. Vanaf 2031 wordt verwacht een jaargemiddelde concentratie van 50 μg/l te kunnen halen.

Voor fosfor verwacht de exploitant vanaf 01/01/2025 reeds een lozingsconcentratie te behalen van 1,0 mg/l.

Er wordt op basis van het MER een beperkte vergunningstermijn (tot en met 31/12/2035) voorgesteld voor de parameters COD, BOD, chloride, sulfaat en zwevende stof.

Het lijkt aangewezen alle concentraties en het tijdspaden op te nemen in de bijzondere voorwaarden.

We adviseren om het standpunt van VMM m.b.t. de lozingsvrachten en de gevraagde debieten te volgen aangezien IOK niet over de hydrogeologische gegevens beschikt die noodzakelijk zijn om een voldoende onderbouwd advies te verlenen betreffende de mogelijke gevolgen van de afvalwaterlozing.

Natuur

AGOP-M gaf in haar advies aan dat de exploitant nog twee technieken diende door te rekenen die een effect zullen hebben op deposities:

  • Ultra-Low-NOx-burners op de brander van HB1601 (PTA2 hete olie fornuis);
  • “branderoptimalisatie” op LB1813 (PTA3 CATOX fornuis) (reeds uitgerust met low-NOx branders).

Met betrekking tot de impact op biodiversiteit via de lucht dient de exploitant de BBT te onderzoeken en toe te passen. We verwijzen hiervoor naar onderdeel ‘lucht’ van voorliggend advies daar de extra toegevoegde passende beoordeling (bijlage B1 passende beoordeling) dezelfde informatie aanhaalt als het project-MER.

Lucht

AGOP-M gaf in haar advies aan dat de exploitant nog twee technieken diende door te rekenen die een effect zullen hebben op deposities:

  • Ultra-Low-NOx-burners op de brander van HB1601 (PTA2 hete olie fornuis);
  • “branderoptimalisatie” op LB1813 (PTA3 CATOX fornuis) (reeds uitgerust met Low-NOx branders).

De exploitant geeft in het project-MER aan dat er ondertussen verder studiewerk uitgevoerd werd naar de technische haalbaarheid van Ultra-Low-NOx-branders. Daaruit is gebleken dat de vendor (John Zink) geen oplossing kan aanbieden equivalent met de performance van Ultra-Low-NOx-branders binnen de technische beperkingen van de capaciteit, inbouwafmetingen en brandstofsamenstelling van bestaand fornuis HB1601. Er kunnen wel Ultra Low Nox branders worden geïnstalleerd maar de gegarandeerde performance is deze van Low-NOx branders (90 mg/Nm3 (dr, 3%O2).

Een branderoptimalisatie op LB1813 zou, volgens de informatie opgenomen in het project-MER, een eenheidsreductiekost hebben van 9,5 – 14,3 €/kg NOx/jaar reductie. In de “Leidraad voor het bepalen van de Beste Beschikbare Technieken op bedrijfsniveau” van VITO zou dit nog als kosteneffectieve maatregel gerekend kunnen worden. In het project-MER worden nog enkele randvoorwaarden hierbij opgenomen:

  • Omwille van het groot aantal branders is deze optie financieel weinig attractief. De scope van de vereiste modificaties is moeilijk in te schatten en het beoogde effect is niet gegarandeerd. Uitproberen op enkele branders enkel als test is moeilijk te evalueren op gebied van resulterende NOx emissie effect.
  • Het potentieel aan NOx reductie met deze optie is onzeker en moet nauwkeuriger met een branderspecialist worden bestudeerd.

Het lijkt aangewezen dat deze optie verder bestudeerd wordt in samenspraak met een branderspecialist.

Geluid

Er werd opgemerkt dat de limietwaarde van 43 dB(A) de voor de PTA3-eenheid opgelegd werd ter hoogte van twee beoordelingspunten (BP F en BP B) overschreden werd. In het project-MER wordt gesteld dat Ineos zich engageert om tegen eind 2023 akoestische maatregelen te nemen bij de bronnen met de grootste specifieke geluidsbijdrage van de PTA3-eenheid:

  • Off-gas drains (x2) ten noorden van het centraal compressorgebouw
  • Motor LC1450C incl. transmissie van de schroefventilator C van de koeltoren LT1450

Het lijkt aangewezen dit als bijzondere voorwaarde op te nemen in de vergunning.

Bodem

AGOP-M vraagt verduidelijking over de projectvoorstellen en projectplanning met betrekking tot de inkuipingen van de vaste houders. Hierover lijkt geen informatie opgenomen te zijn in de nieuwe PIV.

De exploitant dient te verduidelijken wat dit projectvoorstel inhoudt en wat de timing is van de geplande acties.

Gevraagde afwijking

De exploitant geeft aan 2 afwijkingsaanvragen te veranderen.

Lozingsparameters

Ten opzichte van de vorige PIV worden volgende parameters aangepast (sommige parameters worden in PIV3 slechts voor beperkte termijn aangevraagd en voor sommige parameters wordt ook een jaargemiddelde (JG) lozingsnorm aangevraagd):

ParameterConcentratie PIV2Concentratie PIV3Geldigheid (PIV3)
CZV125 mg/l100 mg/l31/12/2035
Totaal fosfor (JG)/1,4 mg/l31/12/2024
/1,0 mg/l01/01/2025 - 31/12/2035
Chloride (JG)/300 mg/l31/12/2035
Sulfaten500 mg/l325 mg/l31/12/2035
Sulfaten (JG)/215 mg/l31/12/2035
Totaal chroom0,15 mg/l0,1 mg/l/
Totaal zink0,6 mg/l0,5 mg/l/
Mangaan0,4 mg/l//
Ijzer1 mg/l//
Totaal titaan0,15 mg/l//
Totaal molybdeen0,15 mg/l//
Totaal cerium0,2 mg/l0,1 mg/l/
Opgelost fluoride1,8 mg/l1,5 mg/l/
Nitriet (JG)/0,3 mg/l/
Totaal kobalt0,6 mg/l0,5 mg/l31/12/2035
Totaal kobalt (JG)/0,12 mg/l01/01/2027 - 31/12/2030
/0,05 mg/l01/01/2031 - 31/12/2035

Evaluatiemoment met de afdelingen VMM, AGOP en ANB

Samen met de aangepaste lozingsparameters voegt de exploitant een corresponderende paragraaf toe aan deze bijzondere voorwaarde.

“De noodzaak tot verdere afbouw van de parameters kobalt en platina, alsmede voor deze van CZV, BZV, chloride, sulfaat en zwevende stof, zal na afloop van elke cyclus van het stroomgebiedbeheerplan voor de Grote Nete geëvalueerd worden op basis van de impact van de reeds door de exploitant genomen maatregelen en de eventuele geplande aanpassingen aan de doelstellingen inzake waterkwaliteit of de biodiversiteit gekoppeld aan de rivier de Grote Nete. Een eerste evaluatie zal einde 2028 opgemaakt worden. Voor het hervergunnen van de lozingsparameters met beperkte looptijd tot 31/12/2035 zal ten laatste na de evaluatie van 2033 een nieuwe vergunningsaanvraag worden ingediend."

Gelet op het specifieke karakter van beide wijzigingen lijkt het aangewezen dat het advies van VMM afdeling water gevolgd wordt met betrekking tot het al dan niet toestaan van deze wijzigingen.

Advies aangepaste projectversies, aangeleverd na opstart administratieve lus

Met betrekking tot onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aangepaste projectversie lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om in het advies aan de deputatie volgende bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden mee te nemen:

  • Overwegende dat Team Mer voor het project-MER optreedt als adviesverlenende instantie adviseren we om het standpunt van deze administratie m.b.t. het Project-MER te volgen aangezien IOK niet over de expertise beschikt die noodzakelijk is om hierover een voldoende onderbouwd advies te verlenen.
  • Het lijkt aangewezen alle lozingsparameters en de tijdspaden op te nemen in de bijzondere voorwaarden. Beide worden ook opgenomen in de gevraagde afwijkingen op de bijzondere voorwaarden, waarvoor geadviseerd wordt het standpunt van VMM afdeling water te volgen.
  • Het lijkt aangewezen dat de branderoptimalisatie op LB1813 verder bestudeerd wordt in samenspraak met een branderspecialist.
  • Het lijkt aangewezen als bijzondere voorwaarde op te nemen in de vergunning dat tegen 01/01/2024 akoestische maatregelen genomen moet zijn bij de:
    • Off-gas drains (x2) ten noorden van het centraal compressorgebouw
    • Motor LC1450C incl. transmissie van de schroefventilator C van de koeltoren LT1450
    • Deze maatregelen dienen voldoende te zijn om de opgenomen limietwaarden voor de PTA3-eenheid niet langer te overschrijden.
  • De exploitant dient te verduidelijken wat het projectvoorstel met betrekking tot de inkuipingen van de vaste houders inhoudt en wat de timing is van de geplande acties.


Resultaten openbaar onderzoek

Het tweede openbaar onderzoek na administratieve lus werd gehouden van 28 februari 2022 tot 29 maart 2022 en de adviestermijn is 30 dagen. Wanneer dit advies wordt goedgekeurd en verzonden, zijn het tweede openbaar onderzoek en de bijbehorende informatievergadering nog niet afgelopen. De bespreking van de ingediende bezwaarschriften zal dus uitgevoerd worden door de vergunningverlenende overheid.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Vlaams Energieagenschap, afgeleverd op 4 maart 2022 is gunstig.
  • Het advies van IOK, afgeleverd op 1 maart 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 

De gemeentelijke omgevingsambtenaar volgt het advies en de voorwaarden voorgesteld door de intercommunale ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK).

Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen kan deze vergunningsaanvraag worden geadviseerd als voorwaardelijk gunstig.

Er wordt bijgevolg voorgesteld om volgende voorwaarden op te nemen in het advies: 

Bijzondere milieuvoorwaarden

Met betrekking tot onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aangepaste projectversie lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om in het advies aan de deputatie volgende bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden mee te nemen:

  • Overwegende dat Team Mer voor het project-MER optreedt als adviesverlenende instantie adviseren we om het standpunt van deze administratie m.b.t. het Project-MER te volgen aangezien IOK niet over de expertise beschikt die noodzakelijk is om hierover een voldoende onderbouwd advies te verlenen.
  • Het lijkt aangewezen alle lozingsparameters en de tijdspaden op te nemen in de bijzondere voorwaarden. Beide worden ook opgenomen in de gevraagde afwijkingen op de bijzondere voorwaarden, waarvoor geadviseerd wordt het standpunt van VMM afdeling water te volgen.
  • Het lijkt aangewezen dat de branderoptimalisatie op LB1813 verder bestudeerd wordt in samenspraak met een branderspecialist.
  • Het lijkt aangewezen als bijzondere voorwaarde op te nemen in de vergunning dat tegen 01/01/2024 akoestische maatregelen genomen moet zijn bij de:
    • Off-gas drains (x2) ten noorden van het centraal compressorgebouw
    • Motor LC1450C incl. transmissie van de schroefventilator C van de koeltoren LT1450
    • Deze maatregelen dienen voldoende te zijn om de opgenomen limietwaarden voor de PTA3-eenheid niet langer te overschrijden.
  • De exploitant dient te verduidelijken wat het projectvoorstel met betrekking tot de inkuipingen van de vaste houders inhoudt en wat de timing is van de geplande acties.

indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college der burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de omgevingsambtenaar en maakt het zich eigen.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanvraag voorwaardelijk gunstig te adviseren.

Volgende voorwaarden zijn van toepassing:

Bijzondere voorwaarden 

Met betrekking tot onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aangepaste projectversie lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om in het advies aan de deputatie volgende bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden mee te nemen:

  • Overwegende dat Team Mer voor het project-MER optreedt als adviesverlenende instantie adviseren we om het standpunt van deze administratie m.b.t. het Project-MER te volgen aangezien IOK niet over de expertise beschikt die noodzakelijk is om hierover een voldoende onderbouwd advies te verlenen.
  • Het lijkt aangewezen alle lozingsparameters en de tijdspaden op te nemen in de bijzondere voorwaarden. Beide worden ook opgenomen in de gevraagde afwijkingen op de bijzondere voorwaarden, waarvoor geadviseerd wordt het standpunt van VMM afdeling water te volgen.
  • Het lijkt aangewezen dat de branderoptimalisatie op LB1813 verder bestudeerd wordt in samenspraak met een branderspecialist.
  • Het lijkt aangewezen als bijzondere voorwaarde op te nemen in de vergunning dat tegen 01/01/2024 akoestische maatregelen genomen moet zijn bij de:
    • Off-gas drains (x2) ten noorden van het centraal compressorgebouw
    • Motor LC1450C incl. transmissie van de schroefventilator C van de koeltoren LT1450
    • Deze maatregelen dienen voldoende te zijn om de opgenomen limietwaarden voor de PTA3-eenheid niet langer te overschrijden.
  • De exploitant dient te verduidelijken wat het projectvoorstel met betrekking tot de inkuipingen van de vaste houders inhoudt en wat de timing is van de geplande acties.
  • Het opnemen van de bemerkingen van het eerste advies met kenmerk "2021_CBS_03370 Omgevingsvergunning (OMV_2020132036): Ineos Aromatics NV, Amocolaan 2, 2440 Geel - Advies"