Uiterste beslissingsdatum voor dit advies: 20/03/2022
Het volgende advies betreft enkel de wijzigingen die werden ingediend bij de projectinhoudversie van 25/02/2022 in het kader van het invoeren van een administratieve lus door de vergunningverlenende overheid.
VERSLAG OMGEVINGSAMBTENAAR
Voor het advies op dit dossier werd een subadvies gevraagd aan IOK. Dit advies is een wordt hernomen in het verslag van de omgevingsambtenaar.
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
Project | Naam: INEOS Aromatics Belgium nv |
Projectonderdelen: - de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit | |
OMV-referentie: 2020132036 | |
Vergunningverlenende overheid: deputatie provincie Antwerpen | |
Termijn omgevingsvergunning: onbepaalde duur | |
IIOA | Exploitatiezetel: Amocolaan 2, 2440 Geel |
Kadastrale gegevens: GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00T000 GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00P000 GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00N000 GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00F000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00V000 GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00E000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00P000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0800/02B000 GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00M000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00R000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0800/02C000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00M000 GEEL 5 AFD, sectie N, perceel 0062/00K000 GEEL 3 AFD, sectie K, perceel 0821/00W000 | |
Voorwerp vergunningsaanvraag iioa: - een andere verandering dan een beperkte verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit - een hernieuwing van een vergunning |
Toepassing wijzigingslus
Omwille van een groot aantal aanpassingen en bijkomende gegevens die nodig bleken na de uitgebrachte adviezen, gaf de POVC aan dat een wijzigingslus opportuun leek (artikel 30 van het OVD).
De exploitant geeft aan volgende wijzigingen doorgevoerd te hebben:
Voornamelijk het ongunstig advies van AGOP-M en deels ongunstig advies van VMM Water lijken aanleiding te geven tot de toepassing van een wijzigingslus.
De exploitant diende op 24/02/2022 een gewijzigde projectinhoud (V3) in in het omgevingsloket.
In voorliggend advies worden louter de wijzigingen beoordeeld die de exploitant doorvoerde naar aanleiding van de verschillende uitgebrachte adviezen. Voor de overige adviesonderdelen wordt verwezen naar het eerdere advies van de stad Geel 2021_CBS_03370 gebaseerd op het advies van IOK.
Openbaar onderzoek
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het tweede openbaar onderzoek wordt gehouden van 28 februari 2022 t.e.m. 29 maart 2022.
Er wordt een tweede informatievergadering gehouden op 14 maart 2022.
Aangezien er door de vergunningverlenende overheid werd gevraagd een openbaar onderzoek op te starten op 18/02/2022, de gewijzigde projectinhoudsversie aanvaard werd op 25/02/2022 en er een termijn van 30 dagen wordt gegeven aan het CBS om het nieuwe advies in te dienen, moeten we de bespreking van de bezwaarschriften door de vergunningverlenende overheid laten behandelen. Het openbaar onderzoek is bij het verlenen van dit advies nog niet afgelopen. Op het moment van het maken van dit verslag zijn er nog geen bezwaren ingediend. Het openbaar onderzoek loopt nog tot 29 maart 2022.
Adviezen
Op 4 maart 2022 werd het advies ontvangen van Vlaams Energieagenschap
zie bijlage voor advies energie-efficiëntie luik
Advies: gunstig
Op 1 maart 2022 werd het advies ontvangen van IOK
Zie bijlage
Advies: voorwaardelijk gunstig
Project-MER
Overwegende dat Team MER voor het project-MER optreedt als adviesverlenende instantie adviseren we om het standpunt van deze administratie m.b.t. het Project-MER te volgen aangezien stad Geel niet over de expertise beschikt die noodzakelijk is om hierover een voldoende onderbouwd advies te verlenen.
Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Water
Bedrijfsafvalwater
De exploitant dient op vraag van VMM enkele gegevens aan te passen en stond hiervoor in contact met VMM. Het gaat voornamelijk over een foutieve redenering met betrekking tot BBT voor sulfaten, foutieve informatie met betrekking tot Kobalt, en het gegeven dat de exploitant voor enkele parameters hogere lozingsnormen vraagt dan nodig blijkt.
Op basis van jaargemiddelde concentraties wordt voor sulfaat, totaal fosfor en totaal kobalt een aanzienlijk negatief effect verwacht. De exploitant geeft aan dat de jaargemiddelde concentraties als volgt zijn:
Parameter | Jaargemiddelde lozingsconcentratie | Aangevraagde lozingsnormen |
Sulfaat | 213 mg/l | 215 mg/l |
Totaal fosfor | 1,34 mg/l | 1,4 mg/l |
Voor de parameter kobalt is er sprake van een achteruitgang van de toestand. In het project-MER wordt gesteld dat milderende maatregelen nodig zijn en dat de exploitant zich engageert het lopende onderzoek naar filtratietechnieken, al dan niet gecombineerd met dosering van specifieke flocculanten en/of metaalprecipitanten verder te zetten, uit te testen op pilootschaal en vervolgens de engineering en bouw aan te vatten van een installatie op operationele schaal. Er wordt verwacht vanaf 2027 een jaargemiddelde concentratie van 120 μg/l gehaald te kunnen worden. Vanaf 2031 wordt verwacht een jaargemiddelde concentratie van 50 μg/l te kunnen halen.
Voor fosfor verwacht de exploitant vanaf 01/01/2025 reeds een lozingsconcentratie te behalen van 1,0 mg/l.
Er wordt op basis van het MER een beperkte vergunningstermijn (tot en met 31/12/2035) voorgesteld voor de parameters COD, BOD, chloride, sulfaat en zwevende stof.
Het lijkt aangewezen alle concentraties en het tijdspaden op te nemen in de bijzondere voorwaarden.
We adviseren om het standpunt van VMM m.b.t. de lozingsvrachten en de gevraagde debieten te volgen aangezien IOK niet over de hydrogeologische gegevens beschikt die noodzakelijk zijn om een voldoende onderbouwd advies te verlenen betreffende de mogelijke gevolgen van de afvalwaterlozing.
Natuur
AGOP-M gaf in haar advies aan dat de exploitant nog twee technieken diende door te rekenen die een effect zullen hebben op deposities:
Met betrekking tot de impact op biodiversiteit via de lucht dient de exploitant de BBT te onderzoeken en toe te passen. We verwijzen hiervoor naar onderdeel ‘lucht’ van voorliggend advies daar de extra toegevoegde passende beoordeling (bijlage B1 passende beoordeling) dezelfde informatie aanhaalt als het project-MER.
Lucht
AGOP-M gaf in haar advies aan dat de exploitant nog twee technieken diende door te rekenen die een effect zullen hebben op deposities:
De exploitant geeft in het project-MER aan dat er ondertussen verder studiewerk uitgevoerd werd naar de technische haalbaarheid van Ultra-Low-NOx-branders. Daaruit is gebleken dat de vendor (John Zink) geen oplossing kan aanbieden equivalent met de performance van Ultra-Low-NOx-branders binnen de technische beperkingen van de capaciteit, inbouwafmetingen en brandstofsamenstelling van bestaand fornuis HB1601. Er kunnen wel Ultra Low Nox branders worden geïnstalleerd maar de gegarandeerde performance is deze van Low-NOx branders (90 mg/Nm3 (dr, 3%O2).
Een branderoptimalisatie op LB1813 zou, volgens de informatie opgenomen in het project-MER, een eenheidsreductiekost hebben van 9,5 – 14,3 €/kg NOx/jaar reductie. In de “Leidraad voor het bepalen van de Beste Beschikbare Technieken op bedrijfsniveau” van VITO zou dit nog als kosteneffectieve maatregel gerekend kunnen worden. In het project-MER worden nog enkele randvoorwaarden hierbij opgenomen:
Het lijkt aangewezen dat deze optie verder bestudeerd wordt in samenspraak met een branderspecialist.
Geluid
Er werd opgemerkt dat de limietwaarde van 43 dB(A) de voor de PTA3-eenheid opgelegd werd ter hoogte van twee beoordelingspunten (BP F en BP B) overschreden werd. In het project-MER wordt gesteld dat Ineos zich engageert om tegen eind 2023 akoestische maatregelen te nemen bij de bronnen met de grootste specifieke geluidsbijdrage van de PTA3-eenheid:
Het lijkt aangewezen dit als bijzondere voorwaarde op te nemen in de vergunning.
Bodem
AGOP-M vraagt verduidelijking over de projectvoorstellen en projectplanning met betrekking tot de inkuipingen van de vaste houders. Hierover lijkt geen informatie opgenomen te zijn in de nieuwe PIV.
De exploitant dient te verduidelijken wat dit projectvoorstel inhoudt en wat de timing is van de geplande acties.
Gevraagde afwijking
De exploitant geeft aan 2 afwijkingsaanvragen te veranderen.
Lozingsparameters
Ten opzichte van de vorige PIV worden volgende parameters aangepast (sommige parameters worden in PIV3 slechts voor beperkte termijn aangevraagd en voor sommige parameters wordt ook een jaargemiddelde (JG) lozingsnorm aangevraagd):
Parameter | Concentratie PIV2 | Concentratie PIV3 | Geldigheid (PIV3) |
CZV | 125 mg/l | 100 mg/l | 31/12/2035 |
Totaal fosfor (JG) | / | 1,4 mg/l | 31/12/2024 |
/ | 1,0 mg/l | 01/01/2025 - 31/12/2035 | |
Chloride (JG) | / | 300 mg/l | 31/12/2035 |
Sulfaten | 500 mg/l | 325 mg/l | 31/12/2035 |
Sulfaten (JG) | / | 215 mg/l | 31/12/2035 |
Totaal chroom | 0,15 mg/l | 0,1 mg/l | / |
Totaal zink | 0,6 mg/l | 0,5 mg/l | / |
Mangaan | 0,4 mg/l | / | / |
Ijzer | 1 mg/l | / | / |
Totaal titaan | 0,15 mg/l | / | / |
Totaal molybdeen | 0,15 mg/l | / | / |
Totaal cerium | 0,2 mg/l | 0,1 mg/l | / |
Opgelost fluoride | 1,8 mg/l | 1,5 mg/l | / |
Nitriet (JG) | / | 0,3 mg/l | / |
Totaal kobalt | 0,6 mg/l | 0,5 mg/l | 31/12/2035 |
Totaal kobalt (JG) | / | 0,12 mg/l | 01/01/2027 - 31/12/2030 |
/ | 0,05 mg/l | 01/01/2031 - 31/12/2035 |
Evaluatiemoment met de afdelingen VMM, AGOP en ANB
Samen met de aangepaste lozingsparameters voegt de exploitant een corresponderende paragraaf toe aan deze bijzondere voorwaarde.
“De noodzaak tot verdere afbouw van de parameters kobalt en platina, alsmede voor deze van CZV, BZV, chloride, sulfaat en zwevende stof, zal na afloop van elke cyclus van het stroomgebiedbeheerplan voor de Grote Nete geëvalueerd worden op basis van de impact van de reeds door de exploitant genomen maatregelen en de eventuele geplande aanpassingen aan de doelstellingen inzake waterkwaliteit of de biodiversiteit gekoppeld aan de rivier de Grote Nete. Een eerste evaluatie zal einde 2028 opgemaakt worden. Voor het hervergunnen van de lozingsparameters met beperkte looptijd tot 31/12/2035 zal ten laatste na de evaluatie van 2033 een nieuwe vergunningsaanvraag worden ingediend."
Gelet op het specifieke karakter van beide wijzigingen lijkt het aangewezen dat het advies van VMM afdeling water gevolgd wordt met betrekking tot het al dan niet toestaan van deze wijzigingen.
Advies aangepaste projectversies, aangeleverd na opstart administratieve lus
Met betrekking tot onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aangepaste projectversie lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om in het advies aan de deputatie volgende bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden mee te nemen:
Resultaten openbaar onderzoek
Het tweede openbaar onderzoek na administratieve lus werd gehouden van 28 februari 2022 tot 29 maart 2022 en de adviestermijn is 30 dagen. Wanneer dit advies wordt goedgekeurd en verzonden, zijn het tweede openbaar onderzoek en de bijbehorende informatievergadering nog niet afgelopen. De bespreking van de ingediende bezwaarschriften zal dus uitgevoerd worden door de vergunningverlenende overheid.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:
Conclusie
De gemeentelijke omgevingsambtenaar volgt het advies en de voorwaarden voorgesteld door de intercommunale ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK).
Uitgaande van de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier en rekening houdende met bovenstaande bemerkingen kan deze vergunningsaanvraag worden geadviseerd als voorwaardelijk gunstig.
Er wordt bijgevolg voorgesteld om volgende voorwaarden op te nemen in het advies:
Bijzondere milieuvoorwaarden
Met betrekking tot onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aangepaste projectversie lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om in het advies aan de deputatie volgende bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden mee te nemen:
indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen.
Het college der burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de omgevingsambtenaar en maakt het zich eigen.
Het college van burgemeester en schepenen beslist om de aanvraag voorwaardelijk gunstig te adviseren.
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
Bijzondere voorwaarden
Met betrekking tot onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aangepaste projectversie lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om in het advies aan de deputatie volgende bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden mee te nemen: