UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/03/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021180895
Dossiernummer gemeente: 202100742
De gemeente Geel heeft op 22 december 2021 een aanvraag ontvangen voor het uitbreiden van de woning. De aanvraag werd op 26 januari 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Jossie Vann Loy wonende te Moleneinde 43 te 2260 Westerlo
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Veldstraat 30
Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nr. 819A2
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
2. Historiek
Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag volgens de architect
Verbouwen / uitbreiden van een eengezinswoning + afbraak bijgebouw + bouwen bijgebouw
- Op het terrein is bebouwing aanwezig; Bestaande hoofdhuis blijft behouden – aanbouw en
vergund geacht bijgebouw worden afgebroken.
- Het bouwterrein bevindt zich aan een voldoende uitgeruste weg in klinkerverharding
Bestaande bouwlijn blijft behouden, bestaande kroonlijst blijft behouden. Dakvorm blijft behouden – dakconstructie en afwerking wel te vernieuwen en aan te sluiten met rechter buur in zelfde dakvlak.
Bestaande aanbouw wordt afgebroken en een nieuwe uitbreiding van gelijkvloers en verdieping.
Verbouwing behoud 60% buitenmuren gelijkvloers :
- bestaande hoofdhuis + aanbouw (incl. scheiding) :
4,78m + 8,35mX2 + 2,55m + 9,07mX2 + 2,80m = 44,97m
60% van 44,97m = 26,98m
Behoud bestaande muren na verbouwing : 4,78m + 8,35X2 + 9,07m + 1,01m = 31,56m > 26,98m
De nieuwe woning past als gekoppelde eengezinswoning uiteraard zeer goed bij de reeds
bestaande gekoppelde en gesloten eengezinswoningen in de onmiddellijke omgeving.
De aard en de dichtheid van de bebouwde omgeving past eveneens bij de nieuwe woning en is in overeenstemming met de algemene voorschriften.
Het materiaalgebruik en de bouwhoogtes zijn eveneens verenigbaar met de omliggende
bebouwing en volgens de algemene voorschriften.
De woning is zeer klein en voldoend niet meer aan de isolatienormeringen.
De uitbreiding situeert zich achteraan het hoofdgebouw en zal geen belasting vormen voor het straatbeeld maar zal de zeer kleine woning wel een veel betere leefkwaliteit geven voor een jong gezin.
Er zal ook een tuinberging aangevraagd worden – op de plaats van het vergund geachte bijgebouw maar kleiner van afmeting zodat er toch een kleine stadstuin kan ontstaan.
De woning is zeer klein en bied weinig bergmogelijkheden vandaar dat een tuinberging toch
noodzakelijk is betreffende plaatsen van fietsen ed.
Het ontwerp
Deze aanvraag stelt de uitbreiding voor van een bestaande woning die dateert van de jaren 1919-1930.
De woning is ingeplant op de rooilijn en tegen de linker- en rechter perceelsgrens.
De bestaande achterbouw, met name de keuken en de badkamer, worden afgebroken en vervangen door een nieuwe eethoek met zithoek. De verdieping wordt uitgebreid met een tweede slaapkamer.
De bestaande bouwdiepte is 17,54 meter op het gelijkvloers en 8,35 meter op de verdieping. Na de uitbreiding is de bouwdiepte 17 meter op het gelijkvloers en 13 meter op de verdieping. Het nieuwe gedeelte heeft een gevelhoogte van 6,20 meter met een achterbouw van 3,30 meter en wordt voorzien van een plat dak.
De werken worden uitgevoerd in een rood genuanceerd gevelmetselwerk,
ALU/hout – zwart buitenschrijnwerk en donker grijze / zwarte dakpannen
Het bestaande bijgebouw tegen de achterste perceelsgrens wordt afgebroken en vervangen door een nieuwe tuin- en fietsenberging van 23,57 m². De tuinberging wordt opgericht met een gevelhoogte van 3 meter en voorzien van een plat dak.
4. Openbaar onderzoek
Er werd geen openbaar onderzoek georganiseerd. De aanvraag heeft echter wel betrekking op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. In toepassing van artikel 83 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning werd met een beveiligde zending het standpunt gevraagd van de eigenaars van de aanpalende percelen.
Er werd geen bezwaar ingediend.
5. Adviezen
Op 23 februari 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Op 2 maart 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies: geen advies verleend
6. Project-MER
Niet van toepassing
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Veldstraat).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
De aanpalende eigenaars werden op 31/01/2022 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom. Er werd geen bezwaar ingediend.
Conclusie
Stedenbouwkundig Advies
Gunstig advies met voorwaarden
De uitbreidingswerken aan de woning kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
De tuinberging kan ingeplant en opgericht worden zoals voorgesteld op de goedgekeurde plannen. Alle blinde gevels van het bijgebouw dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.
De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 20 cm boven de as van de weg.
Men dient de bestaande aansluiting te herbruiken en men moet zelf huisaansluitputjes plaatsen.
De huisaansluitputjes moeten op het openbaar domein geplaatst worden omwille van het samenvallen van de bouwlijn met de rooilijn. Ze moeten zo dicht mogelijk tegen de rooilijn/gevel gezet worden.
De huisaansluitputjes moeten van kunststof zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm).
Na de huisaansluitputjes dient men het hemelwater en afvalwater bij elkaar te brengen door de plaatsing van een gemengde aansluiting met opsplitsing.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Het is niet toegestaan om de regenwaterafvoer rechtstreeks op het openbaar domein te laten vloeien.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De uitbreidingswerken aan de woning kunnen uitgevoerd worden overeenkomstig de aanduidingen van de goedgekeurde plannen.
De tuinberging kan ingeplant en opgericht worden zoals voorgesteld op de goedgekeurde plannen. Alle blinde gevels van het bijgebouw dienen afgewerkt met gevelsteenmetselwerk.
De zone rondom het hoofdgebouw dient als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 20 cm boven de as van de weg.
Men dient de bestaande aansluiting te herbruiken en men moet zelf huisaansluitputjes plaatsen.
De huisaansluitputjes moeten op het openbaar domein geplaatst worden omwille van het samenvallen van de bouwlijn met de rooilijn. Ze moeten zo dicht mogelijk tegen de rooilijn/gevel gezet worden.
De huisaansluitputjes moeten van kunststof zijn (RWA: grijs met diameter 250mm, DWA: roodbruin met diameter 315mm).
Na de huisaansluitputjes dient men het hemelwater en afvalwater bij elkaar te brengen door de plaatsing van een gemengde aansluiting met opsplitsing.
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Het is niet toegestaan om de regenwaterafvoer rechtstreeks op het openbaar domein te laten vloeien.