Terug
Gepubliceerd op 15/03/2022

2022_CBS_00615 - Omgevingsvergunning - het slopen van een bestaand magazijn, het uitbreiden van een bestaande toonzaal met 2 magazijnen, het oprichten van een carport, vervangen van bestaande verharding, het omvormen van een bestaand terras tot veranda en het aanleggen van een infiltratiebekken langs Herentalseweg 4 en 4A (202100548 sw) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 14/03/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Tom Corstjens; Marlon Pareijn; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Pieter Cowé; Maarten Baeyens, Beleidsadviseur; Stijn  Valgaeren, Sectormanager GGZ; Inne Verellen, Deskundige wonen en leefomgeving; Tinne Vandeven, Beleidsadviseur

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00615 - Omgevingsvergunning - het slopen van een bestaand magazijn, het uitbreiden van een bestaande toonzaal met 2 magazijnen, het oprichten van een carport, vervangen van bestaande verharding, het omvormen van een bestaand terras tot veranda en het aanleggen van een infiltratiebekken langs Herentalseweg 4 en 4A (202100548 sw) - Vergunning 2022_CBS_00615 - Omgevingsvergunning - het slopen van een bestaand magazijn, het uitbreiden van een bestaande toonzaal met 2 magazijnen, het oprichten van een carport, vervangen van bestaande verharding, het omvormen van een bestaand terras tot veranda en het aanleggen van een infiltratiebekken langs Herentalseweg 4 en 4A (202100548 sw) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

Uiterste beslissingsdatum: 21.03.2021*

*Na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend verwijderd.


Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021128077

Dossiernummer gemeente: 202100548

 

De gemeente Geel heeft op 10 september 2021 een aanvraag ontvangen voor het slopen van een bestaand magazijn, het uitbreiden van een bestaande toonzaal met 2 magazijnen, het oprichten van een carport, vervangen van bestaande verharding, het omvormen van een bestaand terras tot veranda en het aanleggen van een infiltratiebekken. De aanvraag werd op 7 oktober 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

LUDIMA BVBA gevestigd te Herentalseweg 4A te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Herentalseweg 4 en 4A

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie B nr. 258W

 

Verslag

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing voor deze aanvraag.

 

Verordeningen

• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

• gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

• gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

• algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

2. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

• Oud dossier VLAREM (1977/A/02917) voor rundveebedrijf – vergund op 16.08.1977.

• Stedenbouwkundige vergunning (00156 Oevel) voor bouwen van een hofmuur - goedgekeurd op 17/09/1960.

• Stedenbouwkundige vergunning (08257) voor het vergroten van een kalveropvang - goedgekeurd op 02/07/1984.

• Stedenbouwkundige vergunning (2011/00080) voor het verbouwen van een woning met burelen en het bouwen van een nieuwe aanpalende toonzaal - goedgekeurd op 16/05/2011.

 

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

 

De aanvraag

De aanvraag omvat het slopen van het bestaande magazijn en verhardingen. Deze magazijnen worden vervangen door een nieuw gebouw van ca. 386m² dat bestaat uit 2 magazijnen.

Achteraan het terrein wordt een carport geplaatst met een oppervlakte van 54.2m² in functie van de woning.

Aan de bestaande woning wordt het terras overbouwd met een veranda.

Op het terrein wordt een bovengronds infiltratiebekken aangelegd voor infiltratie van hemelwater met een oppervlakte van ca. 121 m². De verharding op het terrein wordt vernieuwd in een betonnen verharding.

 

Het magazijn

Het nieuw te bouwen magazijn heeft een oppervlakte van ca. 386m². In het gebouw worden 2 aparte magazijnen ingericht in functie van de eigen bedrijfsactiviteiten. Het magazijn krijgt een hoogte van 7,5m. Het magazijn wordt uitgevoerd in geïsoleerde sandwichpanelen in antraciet.  Het magazijn krijgt een bouwdiepte van Het schrijnwerk wordt uitgevoerd in aluminium met antractiekleur.

Het magazijn bevindt zich op 8,35m van de linkerperceelsgrens en op ca. 6,4m van de rechterperceelsgrens. De afstand tot de achterste perceelsgrens bedraagt ca. 32m.

Het nieuwe magazijn wordt aan de bestaande toonzaal verbonden met een sas. Dit sas wordt uitgevoerd in glas met aluminium schrijnwerk. Het sas heeft een hoogte van 3,89m.

 

De carport

De carport heeft een oppervlakte van 54.2m² en biedt ruimte aan 3 wagens. De carport wordt uitgevoerd in een betonnen plint met geïsoleerde sandwichpanelen. De sandwichpanelen hebben een antracietkleur. De carport heeft een hoogte van 2,80m.

 

De veranda

Achteraan de woning bevindt zich een terras van 15.6m². Dit terras zal overbouwd worden met een veranda. De veranda zal afgewerkt worden met beige geverfd hout. De hoogte van de veranda bedraagt 3.25m.

 

De omgevingswerken.

De bestaande verharding op het terrein die momenteel uitgevoerd is in een grindverharding, wordt vervangen door polybeton. De verharding in polybeton bedraagt ca. 710.6m. De aanvraag voorziet in 18 parkeerplaatsen waarvan 12 aangelegd worden in grasdals, 2 mindervalidestandplaatsen en 3 parkeerplaatsen onder de carport.

Rondom het terrein wordt een groenzone voorzien.

Achteraan het perceel worden een open infiltratiebekken aangelegd van ca. 121m².

 

De omgeving

De aanvraag bevindt zich in het deeldorp Punt. De locatie van de aanvraag is gelegen in het zuidoosten van de stad Geel. De aanvraag is gelegen op een kruispunt van 2 invalswegen naar Geel. De bebouwing in de onmiddellijke omgeving van de locatie van de aanvraag bestaat uit residentiele woningen, handel en diensten. Ten noorden van de aanvraag bevindt zich de dorpskern van het Deeldorp Punt. Verder naar het zuiden is het Albertkanaal met industriële activiteiten gelegen en de snelweg E313.

 

 

4. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 17 oktober 2021 t.e.m. 15 november 2021. Er werd één bezwaarschrift ingediend.

 

Inhoud van het bezwaarschrift

In het kader van het openbaar onderzoek mbt. bovenstaande vergunningsaanvraag van PP Haard en Parket wil ik bij deze een bezwaar/opmerking formuleren.

De voorziene raampartij in de linkergevel, ter hoogte van de tussenvloer in het magazijn, geeft rechtstreeks inkijk op de percelen voor de percelen in de puntstraat (nr. 60 en naastliggende). De ruimte is op de plannen ingetekend als kantoor-vergaderruimte-eetruimte en zal in die zin dan bijna continu inkijk geven.

Mijn vraag is concreet om deze inkijk te vermijden door gebruik van melkglas ipv. helder glas. Alternatief is het voorzien van hogere bomen, bladhoudend, met een kruinhoogte die start op 4,5m en reikt tot minstens 6,5m.

Verder lijkt het overigens zinvol om de gehele groenbuffer van 8,5m te voorzien van hogere bomen om de overgang naar de naastliggende percelen in te passen in het woonkarakter van de buurt.

 

Bespreking van het bezwaarschrift.

De afstand tot de tuinen bedraagt 8.5m. De afstand tot de woningen bedraagt 40m. Dit is een aanzienlijke afstand. De aanvrager voorziet in de zone tussen het gebouw en de tuinen langs de Puntstraat een groenzone. Het is aangewezen dat deze groenzone voldoende kwaliteit biedt naar zowel visuele buffering als een ecologische waarde? In dat kader is het aangewezen om een variatie in te brengen in de gelaagdheid van deze zone. Het voorzien van hoogstammige bomen in deze groenzone biedt hier zeker een meerwaarde en wordt meegenomen in de voorwaarden.

Na het openbaar onderzoek werd de aanvraag nog gewijzigde. De kantoorfunctie die op de verdieping voorzien werd, werd uit het ontwerp gehaald. Aan de inhoud van het bezwaarschrift werd door de aangepaste plannen tegemoet gekomen.

 

 

5. Adviezen

Volgende adviezen werden ingewonnen:

• Agentschap Wegen en Verkeer

• Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel)

• Openbare Werken stad Geel – riolering en toegangen

• Openbare Werken stad Geel dienst mobiliteit

 

6. Project-MER

Niet van toepassing voor deze aanvraag

 

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 en 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken en als constructie door een rooilijn, zone van achteruitbouw of reservatiestrook wordt getroffen.

 

Legaliteittoets

 

Planologische toets

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied

 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling.

 

De gewestplanbestemming blijft van kracht voor dit perceel. De gewenste vernieuwing van de magazijnen en terreinwerken zijn niet in strijd met de gewestplanbestemming woongebied.

 

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een  gewestweg Herentalseweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

De aanvraag is gelegen langsheen een voldoende uitgeruste weg zodat voldaan is aan de bepalingen van artikel 4.3.5§1 van de VCRO.

 

Rooilijn, zone van achteruitbouw en reservatiestrook (toetsing art. 4.3.8 VCRO)

Rooilijn, zone van achteruitbouw en reservatiestrook (toetsing art. 4.3.8 VCRO)

De nieuw op te richten woning wordt niet geslagen door een rooilijn en is niet binnen een reservatiestrook gelegen. De aanvraag voorziet de aanleg van perceelstoegangen en parkeerplaatsen in de zone van achteruitbouw. Hiervoor werd advies gevraagd aan de wegbeheerder. Door het opleggen van voorwaarden kan de aanvraag in overeenstemming worden gebracht met de geldende normen, doelstellingen en zorgplichten van de wegbeheerder. Aan deze voorwaarden dient voldaan te worden. De aanvrager diende via een gewijzigde projectinhoudversie aangepaste plannen in die aan de opmerkingen van de wegbeheerder tegemoet komen.

Overeenkomstig artikel 4.3.8 van de VCRO kan de vergunning zodoende worden afgeleverd.

 

De aanvraag doorstaat de legaliteitstoets.

 

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

De aanvraag voorziet in de aanleg van een hemelwaterput van 17500l. Op de hemelwaterput is herbruik voorzien. Achteraan het terrein is een infiltratiebekken voorzien van 121m² en een infiltratiecapaciteit van 59,11m³.

Uit het advies van Aquafin blijkt dat niet voldaan is aan de voorwaarden aan GSV Hemelwater om volgende reden:

• De overloop van de bestaande hemelwaterput dient aan te sluiten op een infiltratievoorziening met een volume van 23600 liter en een infiltratieoppervlakte van 37,76m² (en mag dus niet rechtstreeks naar het openbaar stelsel aansluiten).

• De verharding in polybeton vooraan (258,5m²) dient ofwel af te wateren naar een voldoende grote groenzone (vuistregel 25% groenzone hiervoor nodig), ofwel voorziet men afwatering naar een infiltratievoorziening (combineerbaar met de 23600 liter die alsnog voorzien moet worden vooraan, bij voorkeur als bovengrondse voorziening). Dergelijke waterpartij kan een meerwaarde bieden aan de inkom van de toonzaal.

• De verharding watert deels af op het eigen terrein in de groenzone (polybeton, klinkerverharding) of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal (grindverharding). Deze oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende  percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.

Door voorwaarden op te leggen in het besluit kan de aanvraag in overeenstemming worden gebracht met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening  hemelwater. Zo kan de aanvraag de watertoets doorstaan.

 

Natuurtoets

De aanvraag bevindt zich op ca. 3500m van het dichtstbijzijnde Ven-gebied De Gebroekten Grote  Nete.

Het perceel van de aanvraag is gelegen op ca. 3500m van habitatgebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.

Het perceel bevindt zich op ca.5700m van Vogelrichtlijngebied De Zegge.

De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare bestemming volgens het gewestplan (natuurgebied) is gelegen op ca. 3000m van het perceel.

 

Rekening houdende met de aard van de aanvraag,  en de relatief grote afstand tot waardevolle of potentieel waardevolle natuur kan gesteld worden dat er geen onvermijdbare of onherstelbare schaden zal ontstaan aan huidige of toekomstige natuurwaarde in SBZ gebieden door uitvoering van deze aanvraag.

De natuurtoets wordt doorstaan.

 

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.

 

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd op basis van de criteria die vastgelegd zijn artikel 4.3.1§2 van de VCRO en omvatten: functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd in de opportuniteitstoets.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat het slopen van bestaande magazijnen en nieuwbouw van magazijnen, aanbouw veranda bij de woning en terreinaanleg door verharding, parkeerplaatsen en carport bij een bestaande verkoopsruimte. De bebouwing in de omgeving kenmerkt zich door enerzijds residentieel wonen maar anderzijds ook een sterke aanwezigheid van handelsfuncties. De aanvraag is dus in overeenstemming met de functies in de onmiddellijke omgeving.

 

Mobiliteit

De site wordt ontsloten langs de Herentalseweg en Puntstraat. Langs de puntstraat zal toegang genomen worden over een gemeenschappelijk toegang met de aanpalende handelsvestiging. Het gezamenlijk gebruik van de toegang is een positief gegeven. Via deze toegang en de Puntstraat wordt aangesloten op de gewestweg Herentalseweg. Zo wordt aangesloten op het hogere wegennet. Deze route zal door het vrachtverkeer gevolgd worden.  De toegang bevindt zich vooraan dit deel van de Puntstraat zodat de woningen die zich hier bevinden weinig impact ondervinden van het vrachtverkeer.

 

Langs de Herentalseweg wordt eveneens een toegang voorzien. Deze zal hoofdzakelijk gebruikt worden door personenwagens en bestelwagens van de eigen firma.

 

De aanvraag voorziet in 18 parkeerplaatsen waarvan er 2 worden ontworpen voor andersvaliden.

In de magazijnen worden fietststalplaatsen voorzien voor de werknemers. Aan deze fietsstalplaatsen moeten stopcontacten voorzien worden om elektrische fietsen op te laden, overeenkomstig artikel 12 van de gemeentelijke verordening parkeerplaatsen. Bij voorkeur worden ook 1 of meerder fietssttalplaatsen voorzien voor ruimere fietsen, zoals bakfietsen.

 

 

Tijdens de bouwwerken kan tijdelijk een verhoging van de verkeersdynamiek plaatsvinden door de aanvoer van bouwmaterialen en werfverkeer. Dit is echter een tijdelijk fenomeen. Het werfverkeer kan vlot op het eigen terrein geplaats worden zodat de verkeersdoorstroming gegarandeerd blijft.

 

Materiaal-visuele inpasbaarheid

De voorzijde van de gebouwen blijft ongewijzigd. De bestaande woning en toonzaal blijven behouden. De toonzaal wordt door middel van een sas  in glas en aluminium in verbinding gebracht met het achterliggende magazijn.

De magazijnen worden in antraciet geïsoleerde sandwichpanelen afgewerkt. Ook het schrijnwerk wordt in antraciet aluminium uitgevoerd.

De carport wordt eveneens in hetzelfde materiaal uitgevoerd.

De materialisatie van het nieuwe magazijn sluit aan bij het handelspand palend aan de aanvraag. Door de combinatie met de bestaande woning in gevelbaksteen vindt de site ook aansluiting bij  de residentiële woningen in de omgeving.

 

De differentiatie in het materiaalgebruik weerspiegelt de functies die de gebouwen krijgen.

De linkergevel, rechter en achtergevel van het magazijn voorziet op de verdieping nog steeds ramen. Volgens de plannen kunnen deze ramen nog geopend worden. Hoewel de tussenvloer in de nieuwe plannen verwijderd werden, werden deze raampartijen behouden. Functioneel dragen deze in de huidige projectinhoudversie weinig bij tot het ontwerp zeker gezien de lichtstraten die in het dak aangebracht zijn en die voor daglicht in het magazijn  zorgen. Het is niet duidelijk waarom deze ramen toch behouden blijven. Als de bouwheer in een latere fase alsnog beslist de tussenvloeren uit te voeren, moeten deze oppervlaktes mee bekeken worden in het licht van de stedenbouwkundige ontwikkelingskost. Onafhankelijk van de vergunningsplicht van deze ingrepen, kan de bouwheer onder toepassing vallen van  het reglement van de stedenbouwkundige ontwikkelingskost.

 

Schaal-ruimtegebruik-bouwdichtheid.

Het nieuwe magazijn heeft een oppervlakte van 386m². Deze uitbreiding komt bovenop de bestaande woning en toonzaal die reed sop het terrein aanwezig zijn. Naast de gebouwen voorziet de aanvraag in een verharding van ca. 711m² beton en 214m² grasdals voor de perceelstoegang, manoeuvreerruimte en parkeren. De totale voorziene verhardingen en constructies wijken af van de gangbare bouwdichte voor woningen. Toch sluit deze bouwdichtheid aan op de noden voor dergelijke handelsfunctie. Door de grote oppervlakte van het perceel is er nog voldoende niet bebouwde groene ruimte aanwezig om de bouwdichtheid te milderen. De afstanden die bewaard blijven tot aan de perceelsgrenzen laten toe om een kwalitatieve groenzone aan te leggen. Dit wordt best mee als voorwaarde opgenomen in de omgevingsvergunning.

 

De bouwhoogte van het magazijn blijft beperkt tot 7,5m en houdt het gebouw samen met het sobere materiaalgebruik bestaanbaar in de omgeving.

 

De draagkracht van het perceel wordt niet overschreden door het voorwerp van deze aanvraag.

 

Bodemreliëf

De nieuw te bouwen magazijn en carport worden geplaats op volle plaat. Hierdoor is de ingreep in de bodem beperkt. Enkel de bovenste bodemlaag zal geroerd worden.

 

Door de aanleg van de parking en circulatieweg zal de bodem verdicht worden. Voor het graven van het infiltratiebekken en het plaatsen van de hemelwaterput zal ook dieper ontgraven worden. Deze hebben een beperkte oppervlakte en ook de diepte blijft beperkt.

Het maaiveld van het terrein wijzigt  niet in functie van deze aanvraag.

 

Cultuurhistorische aspecten

Er zijn geen cultuur-historische beoordelingsaspecten verbonden aan de aanvraag.

 

Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

De impact op verkeer en verkeersveiligheid wordt besproken onder het onderdeel mobiliteit.

 

De hoge mate van verharding en constructies heeft een impact op de waterhuishouding in de omgeving. Om deze impact te milderen wordt in de aanvraag voorzien in een hemelwaterput met hergebruik en een infiltratiebekken. Het infiltratiebekken wordt opgevat als een open infiltratiebekken. Dit is positief voor de infiltratiecapaciteit, maar daarnaast kan een open wadi ook een meerwaarde bieden aan het milderen van het biodiversiteitsverlies van de geplande uitbreiding. Door de wadi op een kwalitatieve manier aan te leggen door zachte hellingen een geschikte planten krijgt deze wadi een meerwaarde voor de biodiversiteit. De wanden worden bij voorkeur aangelegd in een zachte helling van max. 2cm/m. Zo verhoogt enerzijds de infiltratiecapaciteit, maar biedt dit ook voor heel wat amfibieën en insecten een waardevol habitat. Door de ruimte die aanwezig is aan de locatie van de wadi is het zachter maken van de hellingen een valabele optie. De wadi integreert zo mee in de groenzone rond het gebouw. 

Daarenboven biedt een open wadi mee een antwoord tegen hittestress en helpt het in beperkte mate aan een verbetering van de luchtkwaliteit in de onmiddellijke omgeving.

De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de bouwwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines, bouwmaterialen en werfverkeer.

De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel, verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22uoo en 07u00 en op zon-en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.

 

 

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

• Het advies van Agentschap Wegen en Verkeer, afgeleverd op 26 november 2021 is voorwaardelijk gunstig.

Inhoud van het advies

Schending van het Besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het private gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken.

Art. 2 van dit besluit bepaalt dat voor ingebruiknemingen van het domeingoed vooraf een  domeinvergunning verkregen moet worden van de domeinbeheerder. De aangevraagde constructie (betonverharding) bevindt zich op het openbare domein van de gewestweg. Dit is niet toegelaten zonder een domeinvergunning ervoor te bekomen van het Agentschap. Er werd nog geen vergunning aangevraagd en verkregen voor de ingebruikneming van het openbaar domein.

Dergelijke domeinvergunning kan ook niet toegestaan worden omdat het gevraagde niet verenigbaar is met het beleid inzake het beheer van het domeingoed zodat het Agentschap Wegen

en Verkeer de domeinvergunning zou moeten weigeren. Ook de omgevingsvergunning moet dus

geweigerd worden.

 

Onwenselijk omwille van doelstellingen en zorgplichten

Conform artikel 4.3.4. VCRO kan de vergunning worden geweigerd of moeten er voorwaarden opgelegd worden in de vergunning indien uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van de doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap. “Een vergunning kan worden geweigerd indien uit een verplicht in te winnen advies blijkt dat het aangevraagde onwenselijk is in het licht van doelstellingen of zorgplichten die gehanteerd worden binnen andere beleidsvelden dan de ruimtelijke ordening.”

In casu is de vergunningsaanvraag onwenselijk omwille van volgende doelstellingen en zorgplichten van het Agentschap:

• Onwenselijkheid omwille van verkeersveiligheid.

In voorliggend geval worden de doelstellingen en zorgplichten inzake verkeersveiligheid en inzake

een vlotte verkeersdoorstroming geschonden. Het is de bevoegdheid van het Agentschap Wegen

en Verkeer om te allen tijde het veilig en vlot verkeer te waarborgen. De verkeersveiligheid is dus

een doelstelling en zorgplicht van het beleidsveld van Agentschap Wegen en Verkeer die met

zorgvuldigheid nagestreefd moeten worden. Het Agentschap toetst dan ook de invloed van elke

vergunningsaanvraag op de verkeersveiligheid rekening houdend met de specifieke omstandigheden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer streeft de beperking van de toegangen tot een gewestweg na

met het oog op het vergroten van de vlotte verkeersdoorstroming, het bevorderen van de

verkeersveiligheid en het verlagen van de conflictpunten met de zwakke weggebruiker.

De algemene richtlijnen hieromtrent werden gebundeld in het dienstorder MOW/AWV/2012/16

van 16/10/2012 (betreffende de Reglementering van de toegangen tot gewestdomein), die onder

meer de volgende voorwaarden oplegt:

Er wordt slechts 1 toegang van max 4,5 meter breedte toegelaten. Voor sterk

verkeersgenererende activiteiten is een toegang met max. breedte van 7 meter toegestaan.

Ter hoogte van de perceelsgrens, dient, behoudens de toegang, een structurele niet-overrijdbare

scheiding aangebracht te worden door de aangelande.

 

De vergunningsaanvraag is onwenselijk om volgende redenen:

De bestaande oprit in klinkers is al te breed en wordt nog verder uitgebreid met een

betonverharding. Momenteel liggen er kiezels op het openbare domein naast de vergunde oprit.

Deze kiezels wil men vervangen door beton. Dit kan niet worden toegestaan. Ook een kiezelverharding wordt niet toegestaan op het openbare domein.

De kiezels moeten verwijderd worden van het openbare domein en de zachte berm moet worden

hersteld met zwarte grond en/of gras. De inrit moet versmald worden tot 4,5 meter. Het gegeven dat er sprake is van een reeds bestaande toegang, houdt geen ‘recht’ in op een toegang tot de openbare weg op die locatie en onder die modaliteiten. De modaliteiten van de toegang tot de openbare weg zijn precair en kunnen door de wegbeheerder worden gewijzigd met het oog op het algemeen belang.

Het Agentschap Wegen en Verkeer benadrukt dat zij de in de aanvraag voorziene vorm van

ontsluiting naar de openbare weg niet zal toestaan. Hoewel een privaat perceel een recht heeft om toegang te hebben tot de openbare weg, is de uitoefening van dit recht afhankelijk van de noodwendigheden eigen aan het openbaar domein.

Het openbaar domein wordt in eerste instantie immers aangelegd met het oog op het algemeen

belang. De inrichting van de openbare weg is steeds precair en men kan geen particulier recht op

de bestaande of toekomstige inrichting van een openbare weg doen gelden.

Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft aan hoe de openbare weg in het algemeen belang moet

worden aangelegd, namelijk met een minimum aan ontsluitingen en conflictpunten. De

vergunningverlenende overheid kan bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning niet

bepalen hoe de openbare weg zal moeten worden aangelegd. De breedte en de modaliteiten van

de ontsluiting van een perceel naar de openbare weg worden bepaald door de wegbeheerder van

deze openbare weg en niet door de vergunningverlenende overheid. Anders oordelen zou een

bevoegdheidsoverschrijding inhouden.

De in de huidige vergunningsaanvraag voorziene ontsluiting zal dus onuitvoerbaar zijn, bij gebreke

aan een akkoord hieromtrent door de wegbeheerder. Elke normaal en zorgvuldige

vergunningverlenende overheid zal een project met een dergelijke ontsluiting niet vergunnen. Het

getuigt immers van onzorgvuldig en kennelijk onredelijk bestuur om een stedenbouwkundige

vergunning af te leveren die niet uitvoerbaar zal zijn bij gebreke aan de mogelijkheid om te

ontsluiten naar de openbare weg.

Besluit:

Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer voorwaardelijk gunstig.

De volgende voorwaarden dienen te worden opgelegd:

• Het nieuwe verwervingsplan in bijlage heeft mogelijk implicaties op de parkeerplaatsen in de voortuin. Bij de inrichting van de voortuin moet met dit plan rekening gehouden worden.

• De kiezels moeten verwijderd worden van het openbare domein en de zachte berm moet worden hersteld met zwarte grond en/of gras.

• De inrit moet versmald worden tot 4,5 meter.

 

Bespreking van het advies

De aanvrager bezorgde via een nieuwe projectinhoudversie aangepaste plannen. In deze plannen werden aanpassingen doorgevoerd naar aanleiding van adviezen en bemerkingen. Op de nieuwe plannen werden de voorwaarden die door het Agentschap Wegen en Verkeer opgelegd werden reeds verwerkt. De nieuwe projectinhoudversie is in overeenstemming met de voorwaarden uit het advies. Verder dient de bouwheer rekening te houden met de algemene bepalingen van het Agentschap. Deze voorwaarden worden als bijlagen bij de vergunning gevoegd en als voorwaarde in de omgevingsvergunning opgenomen.

Er wordt aan de voorwaarden uit het advies voldaan door de aanvraag. Het advies is bijgevolg gunstig en wordt gevolgd.

 

• Het advies van Brandweerzone Kempen - Hulpverleningszone 5 (Geel), afgeleverd op 26 november 2021 is voorwaardelijk gunstig.

Bespreking van het advies

Het brandweeradvies is gunstig onder voorwaarden. De voorwaarden worden mee opgenomen in het besluit. Door de voorwaarden integraal in de omgevingsvergunning te verankeren wordt het advies gevolgd.

 

  Het advies van Openbare Werken riolering en toegangen afgeleverd op 25 februari 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Inhoud van het advies

Advies riolering (aansluiting – afvalwater – hemelwater)

Voor dit project werd advies gevraagd bij Aquafin. Er werd door hen een hydraulisch en technisch advies opgesteld. Het project wordt gunstig geadviseerd rekening houdend met verschillende voorwaarden. Deze staan beschreven in het rapport en dienen te worden opgevolgd.

 

Advies toegang tot het perceel

Wat betreft de toegangsbreedte en verharding dient men de voorwaarden van AWV op te volgen.

Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen bij stad Geel. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Men dient de voorwaarden betreft het private rioleringsstelsel, beschreven in het adviesrapport van Aquafin, op te volgen. Dit adviesrapport stelt voor om volgende voorwaarden mee op te nemen:

• De overloop van de bestaande hemelwaterput dient aan te sluiten op een infiltratievoorziening

met een volume van 23600 liter en een infiltratieoppervlakte van 37,76m² (en mag dus niet

rechtstreeks naar het openbaar stelsel aansluiten).

• De verharding in polybeton vooraan (258,5m²) dient ofwel af te wateren naar een voldoende

grote groenzone (vuistregel 25% groenzone hiervoor nodig), ofwel voorziet men afwatering naar

een infiltratievoorziening (combineerbaar met de 23600 liter die alsnog voorzien moet worden

vooraan, bij voorkeur als bovengrondse voorziening). Dergelijke waterpartij kan een

meerwaarde bieden aan de inkom van de toonzaal.

• De verharding watert deels af op het eigen terrein in de groenzone (polybeton,

klinkerverharding) of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal (grindverharding). Deze

oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de

infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op het eigen

terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende

percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.

 

 

Bespreking van het advies

Het advies van de dienst openbare werken – riolering en toegangen van 06.01.2022 was ongunstig. Op basis van het hydraulisch en technisch advies van Aquafin bleek dat het dossier niet conform was met de GSV hemelwater en zodoende de watertoets niet kon doorstaan worden. Het ongunstig advies werd aan de aanvrager overgemaakt en besproken. Op basis van dit advies werden planaanpassingen uitgevoerd welke in een nieuwe projectinhoudversie werden opgeladen via het omgevingsloket. De nieuwe projectinhoudversie kwam gedeeltelijk tegemoet aan de bemerkingen van het ongunstig advies. Toch werd niet voldaan aan alle bemerkingen die in het advies vermeld stonden. Door het opleggen van voorwaarden kan hier echter aan voldaan worden.

Deze voorwaarden zullen als bindende vergunningsvoorwaarde opgenomen worden zodat het advies gevolgd wordt.

 

Het advies van Openbare Werken - mobiliteit.

Het advies werd niet ontvangen. Het advies wordt geacht gunstig te zijn.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent gunstig advies aan de aanvraag omgevingsvergunning van LUDIMA BVBA voor het slopen van een bestaand magazijn, het uitbreiden van een bestaande toonzaal met 2 magazijnen, het oprichten van een carport, vervangen van bestaande verharding, het omvormen van een bestaand terras tot veranda en het aanleggen van een infiltratiebekken gelegen Herentalseweg 4 en 4A mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:

  • De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
  • De magazijnen kunnen enkel in dienst staan van de voorliggende verkoopsruimte. De magazijnen zijn onlosmakelijk verbonden met de bestaande activiteit op het terrein. Het afsplitsen van de magazijnen is niet toegestaan.
  •  De overloop van de bestaande hemelwaterput dient aan te sluiten op een infiltratievoorziening met een volume van 23600 liter en een infiltratieoppervlakte van 37,76m² (en mag dus niet rechtstreeks naar het openbaar stelsel aansluiten).
  • De verharding in polybeton vooraan (258,5m²) dient ofwel af te wateren naar een voldoende grote groenzone (vuistregel 25% groenzone hiervoor nodig), ofwel voorziet men afwatering naar een infiltratievoorziening (combineerbaar met de 23600 liter die alsnog voorzien moet worden vooraan, bij voorkeur als bovengrondse voorziening). Dergelijke waterpartij kan een meerwaarde bieden aan de inkom van de toonzaal.
  • De verharding watert deels af op het eigen terrein in de groenzone (polybeton, klinkerverharding) of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal (grindverharding). Deze oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.
  • De voorwaarden uit het advies van brandweerzone Kempen dienen integraal uitgevoerd te worden. De voorwaarden worden als bijlage bij het besluit toegevoegd.
  • De voorwaarden van het  Agentschap Wegen en Verkeer dienen nageleefd te worden.
  • De groenzones rond het perceel moeten ingericht worden met streekeigen beplanting. De groenzone achteraan en aan de linkerzijde van het perceel moet afgewerkt worden met een diverse gelaagdheid. Deze groenzones dienen zowel uit struiken als hoogstammige bomen te bestaan. De hoogstammige bomen hebben een minimale plantmaat 18/20. Bij voorkeur bieden de aan te planten soorten meerwaarde voor bestuivers en/of vogels. 
  • De wadi wordt aangelegd met zachthellende oevers.De oeverzone van de wadi dient te worden aangeplant met soorten als Kattestaart (Lythrum salicaria), Waterweegbree (Alismo plantago), Duizendknoopfonteinkruid (Potamogeton polygonifolius), Moerashertshooi (Hypericum elodes) en Naaldwaterbies (Eleocharis acicularis).
  • De standplaatsen voor fietsen worden uitgerust met stopcontacten voor het opladen van elektrische fietsen. 
  • Achterraan op het terrein moet een bovengrondse hydrant voorzien worden.
  • Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen bij stad Geel. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

     

     

     

     

    Lasten

    Door de uitbreiding met het nieuwe magazijn komt de BVO van het project in de buurt van 1000m² te liggen. De voorziene BVO bedraagt 983,29m² volgens het voorliggende ontwerp. Als aan het gebouw nog aanpassingen uitgevoerd worden waardoor de BVO boven de 1000m² stijgt, valt het project onder toepassing van de stedenbouwkundige ontwikkelingskost. Door het behoud van de raampartijen op de verdieping, zonder verdiepingsvloer, is het aannemelijk dat de bouwheer naar de toekomst toe nog bijkomende ruimte zal creëren door het aanbrengen van de tussenvloer.

     

    Ook als de uitbreiding geen vergunningsplichtige werken omvat wordt de stedenbouwkundige ontwikkelingskost van toepassing als 1000m² BVO overschreden wordt.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


  • De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
  • De magazijnen kunnen enkel in dienst staan van de voorliggende verkoopsruimte. De magazijnen zijn onlosmakelijk verbonden met de bestaande activiteit op het terrein. Het afsplitsen van de magazijnen is niet toegestaan. 
  •  De overloop van de bestaande hemelwaterput dient aan te sluiten op een infiltratievoorziening met een volume van 23600 liter en een infiltratieoppervlakte van 37,76m² (en mag dus niet rechtstreeks naar het openbaar stelsel aansluiten).
  • De verharding in polybeton vooraan (258,5m²) dient ofwel af te wateren naar een voldoende grote groenzone (vuistregel 25% groenzone hiervoor nodig), ofwel voorziet men afwatering naar een infiltratievoorziening (combineerbaar met de 23600 liter die alsnog voorzien moet worden vooraan, bij voorkeur als bovengrondse voorziening). Dergelijke waterpartij kan een meerwaarde bieden aan de inkom van de toonzaal.
  • De verharding watert deels af op het eigen terrein in de groenzone (polybeton, klinkerverharding) of wordt uitgevoerd in waterdoorlatend materiaal (grindverharding). Deze oppervlaktes hoeven niet in rekening te worden gebracht bij de dimensionering van de infiltratievoorzieningen zolang het hemelwater voldoende tijd krijgt om te infiltreren op het eigen terrein. Er mag geen wateroverlast ontstaan ter hoogte van de openbare weg of de aanpalende percelen ten gevolge van afstromend hemelwater.
  • De voorwaarden uit het advies van brandweerzone Kempen dienen integraal uitgevoerd te worden. De voorwaarden worden als bijlage bij het besluit toegevoegd.
  • De voorwaarden van het  Agentschap Wegen en Verkeer dienen nageleefd te worden.
  • De groenzones rond het perceel moeten ingericht worden met streekeigen beplanting. De groenzone achteraan en aan de linkerzijde van het perceel moet afgewerkt worden met een diverse gelaagdheid. Deze groenzones dienen zowel uit struiken als hoogstammige bomen te bestaan. De hoogstammige bomen hebben een minimale plantmaat 18/20. Bij voorkeur bieden de aan te planten soorten meerwaarde voor bestuivers en/of vogels. 
  • De wadi wordt aangelegd met zachthellende oevers.De oeverzone van de wadi dient te worden aangeplant met soorten als Kattestaart (Lythrum salicaria), Waterweegbree (Alismo plantago), Duizendknoopfonteinkruid (Potamogeton polygonifolius), Moerashertshooi (Hypericum elodes) en Naaldwaterbies (Eleocharis acicularis).
  • De standplaatsen voor fietsen worden uitgerust met stopcontacten voor het opladen van elektrische fietsen. 
  • Achterraan op het terrein moet een bovengrondse hydrant voorzien worden.
  • Voor aanpassingen van het openbaar domein moet men een aanvraag doen bij stad Geel. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.


  • Lasten

    Door de uitbreiding met het nieuwe magazijn komt de BVO van het project in de buurt van 1000m² te liggen. De voorziene BVO bedraagt 983,29m² volgens het voorliggende ontwerp. Als aan het gebouw nog aanpassingen uitgevoerd worden waardoor de BVO boven de 1000m² stijgt, valt het project onder toepassing van de stedenbouwkundige ontwikkelingskost. Door het behoud van de raampartijen op de verdieping, zonder verdiepingsvloer, is het aannemelijk dat de bouwheer naar de toekomst toe nog bijkomende ruimte zal creëren door het aanbrengen van de tussenvloer.

     

    Ook als de (latere) uitbreiding(en) geen vergunningsplichtige werken omvat, wordt de stedenbouwkundige ontwikkelingskost van toepassing als 1.000m² BVO overschreden wordt binnen hetzelfde morfologisch bouwblok, conform de regeling stedenbouwkundige lasten bij stad Geel.