Terug
Gepubliceerd op 05/07/2022

2022_CBS_01938 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een bijgebouw. langs Larumsebrugweg 122 en 122A (202200238) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 04/07/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Pieter Cowé; francois mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams; Marlon Pareijn; Luc Van Laer

Secretaris

francois mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_01938 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een bijgebouw. langs Larumsebrugweg 122 en 122A (202200238) - Vergunning 2022_CBS_01938 - Omgevingsvergunning - het bouwen van een bijgebouw. langs Larumsebrugweg 122 en 122A (202200238) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 15/07/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022064835

Dossiernummer gemeente: 202200238

 

De gemeente Geel heeft op 11 mei 2022 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een bijgebouw.. De aanvraag werd op 16 mei 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Luc Vangeel wonende te Larumsebrugweg 122 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Larumsebrugweg 122 en 122A

Kadastrale ligging: afdeling 4 sectie D nr. 751C

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied met landelijk karakter

de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven;

agrarisch gebied

De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet  van toepassing. 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (2016/00196) voor verbouwen van een eengezinswoning - goedgekeurd op 05/09/2016.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het  bouwen van een bijgebouw.

De woning met praktijk omvat achteraan het perceel 9 vergunde parkeerplaatsen. 4 parkeerplaatsen worden voorzien in het bijgebouw, de overige 5 plaatsen blijven behouden, maar worden iets verplaatst. De oprit was rechts van de woning maar wordt verplaatst naar de linkerzijde vanwege bredere en dus veiligere doorgang.

De inplanting van het bijgebouw is volgens de voorschriften:

  • 3m van de zijdelingse perceelsgrens
  • 3m van de grens met agrarisch gebied

 

De kroonlijsthoogte bedraagt 3,15m

De nokhoogte bedraagt 5,785m

De oppervlakte van het bijgebouw bedraagt 75m² = maximaal;

Er is volledig voldaan aan de verordening hemelwater betreffende het opvangen, bufferen en herbruiken van hemelwater: voor de infiltratie van het hemelwater is geopteerd  voor een wadi.

 

 

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 14 juni 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Ter hoogte van het perceel is er een ingebuisde gracht en een gedeelte open gracht. Er zal vanuit het bijgebouw geen aansluiting worden voorzien naar het openbaar domein.

Afvalwater

Er worden in het bijgebouw geen afvoeren voor afvalwater voorzien.

Hemelwater

Men dient de afvoeren van het hemelwater gescheiden te houden van eender welke afvoer voor afvalwater.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is van toepassing. Het bijgebouw is groter dan 40m² en kleiner dan 100m². Dit betekent dat men geen hemelwaterput moet voorzien maar men is wel verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen. Men kiest voor een bovengrondse infiltratievoorziening in de vorm van een wadi wat een heel gunstig principe is.  Het is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief.

De infiltratievoorziening in de vorm van een wadi dient aan volgende voorwaarden te voldoen:

  • De afvoeren van het volledige dak van het bijgebouw moeten hierop worden aangesloten.
  • Het volume dient minimum 2349,5L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 3,7592m² te bedragen.

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 2640L en een oppervlakte van 8,28m² wat voldoet.

Advies toegang tot het perceel en plaatsing overwelving

De bestaande inbuizing voor het perceel moet verwijderd worden. Er komt terug een open gracht waarbij 1 overwelving van 5m toegestaan is. Het paadje van 1,5m kan niet worden toegestaan. De toegang van 5m kan links of rechts worden voorzien.

De vergunning voor de overwelving wordt mee opgenomen in deze omgevingsvergunning.

Aantal en breedte overwelving

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er slechts 1 overwelving per perceel worden voorzien met een maximale breedte van 5 meter (gemeten van buitenkant kopmuur tot buitenkant kopmuur).

De overwelving:

  • De overwelving wordt gebouwd van geprefabriceerde betonbuizen
  • De dikwandige betonbuizen, BENOR – gekeurd, hebben een doorlaatopening van 0,40m.
  • Ze moeten worden geplaatst op een fundering van schraal beton met een dikte van 0,20m.
  • Ter hoogte van de kopmuur wordt de fundering aangelegd met een dikte van 0,30m.
  • De lengte bedraagt max. 5m
  • De sleuf wordt aangevuld met goede aanvulgrond of zand indien er geen verharding boven op komt.
  • De vloer of de bodem moet aangelegd worden in overeenstemming met de bodem van de gracht, zodat het water voortdurend kan wegvloeien.

De kopmuren:

De kopmuren kunnen aangelegd worden:

  • In baksteenmetselwerk (dikte 0,30 m.) De dagzijden worden ingevoegd en alle metselwerk in contact met de grond wordt voorzien van cementering (dikte 1 cm.)  Het geheel wordt afgedekt met dekstukken in gladde beton of met een rollaag uit metselwerk.
  • Of in geprefabriceerd gewapend beton.

Verharding boven de ondergrondse constructie:

  • De betonbuizen zullen omhuld worden met een laag zandcement
  • De verharding wordt volgens volgende opbouw uitgevoerd:
    • Fundering: 15cm steenslag 22/40
    • Tussenlaag (bed): 5 cm zandcement
    • Verharding: betonstraatstenen. Deze betonstraatstenen zijn niet gekleurd (= betonkleur) met afmeting 22cm op 11cm of 22cm op 22cm.
    • Voegvulling: zand

Hellingspercentage:

Het hellingspercentage van de oprit bedraagt min. 0,02 m en max. 0,04 m per meter in de richting van de as van de weg.

Goot:

Er zal steeds een goot voorzien worden tussen oprit en rijweg/fietspad.

Aanvraag, uitvoering en kosten:

  • Na de vergunning dient men een aanvraag te doen voor het openmaken van de bestaande inbuizing en de plaatsing van de overwelving. Dit kan via de website van stad Geel: www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein
  • Stad Geel zal de werken zelf uitvoeren of laten uitvoeren door een aangestelde aannemer.
  • De kosten voor de aanleg van de overwelving en de verharding zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.  Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening wordt omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

Functionele inpasbaarheid

Het bouwen van het nieuwe bijhuis stelt weinig beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen.

Ruimtegebruik – schaal – bouwdichtheid

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel.

Visueel- vormelijk, materiaalgebruik

Het materiaalgebruik van de woning wordt doorgetrokken naar het bijgebouw: gevels in rood-bruine gevelsteen, in combinatie met een houten gevelbeplakking, dak in rood-bruine dakpannen. Allen eveneens hedendaagse en duurzame materialen.

Cultureel-historische aspecten

Het gebouw is niet beschermd en staat niet op de inventaris van het bouwkundig erfgoed.

De aanvraag zal dus geen invloed hebben op de cultuurhistorische aspecten.

Mobiliteit

Het bouwen van het bijgebouw zal geen invloed hebben op de mobiliteitsdruk.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een beperkte invloed op het bodemreliëf.

Hinderaspecten- gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en ook is er geen invloed op de gezondheidsaspecten.

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 14 juni 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare werken: rioleringswerken

Men dient de afvoeren van het hemelwater gescheiden te houden van eender welke afvoer voor afvalwater.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is van toepassing. Men is verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen.

De infiltratievoorziening in de vorm van een wadi dient aan volgende voorwaarden te voldoen:

  • De afvoeren van het volledige dak van het bijgebouw moeten hierop worden aangesloten.
  • Het volume dient minimum 2349,5L te bedragen.
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 3,7592m² te bedragen.

 

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er slechts 1 overwelving per perceel worden voorzien met een maximale breedte van 5 meter.

De bestaande inbuizing voor het perceel moet verwijderd worden.

Voor het open maken van de bestaande ingebuisde gracht en de plaatsing van de overwelving dient men een aanvraag te doen bij stad Geel. De overwelving met inbuizing wordt uitgevoerd door stad Geel volgens de technische info vermeld in het advies. De kosten voor deze aanpassing van het openbaar domein zijn ten laste van de aanvrager.

De overwelving wordt in dit dossier niet mee vergund. Deze vergunning dient nog aangevraagd te worden bij het omgevingsloket.

 

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

 


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare werken: rioleringswerken

Men dient de afvoeren van het hemelwater gescheiden te houden van eender welke afvoer voor afvalwater.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater is van toepassing. Men is verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen. 

De infiltratievoorziening in de vorm van een wadi dient aan volgende voorwaarden te voldoen:

  • De afvoeren van het volledige dak van het bijgebouw moeten hierop worden aangesloten.
  • Het volume dient minimum 2349,5L te bedragen. 
  • De infiltratieoppervlakte dient minimum 3,7592m² te bedragen. 

 

Volgens het Uitvoeringsbesluit van 7 mei 2021 betreft de onbevaarbare waterlopen mag er slechts 1 overwelving per perceel worden voorzien met een maximale breedte van 5 meter.

De bestaande inbuizing voor het perceel moet verwijderd worden.

Voor het open maken van de bestaande ingebuisde gracht en de plaatsing van de overwelving dient men een aanvraag te doen bij stad Geel. De overwelving met inbuizing wordt uitgevoerd door stad Geel volgens de technische info vermeld in het advies. De kosten voor deze aanpassing van het openbaar domein zijn ten laste van de aanvrager.

De overwelving wordt in dit dossier niet mee vergund. Deze vergunning dient nog aangevraagd te worden bij het omgevingsloket.

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.