Terug
Gepubliceerd op 05/07/2022

2022_CBS_01939 - Omgevingsvergunning - verbouwen en uitbreiden van eengezinswoning. langs Borgeleien 89 (202200251 HB) - Vergunning

College van Burgemeester en Schepenen
ma 04/07/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Tom Corstjens; Pieter Cowé; francois mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Bart Julliams; Marlon Pareijn; Luc Van Laer

Secretaris

francois mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_01939 - Omgevingsvergunning - verbouwen en uitbreiden van eengezinswoning. langs Borgeleien 89 (202200251 HB) - Vergunning 2022_CBS_01939 - Omgevingsvergunning - verbouwen en uitbreiden van eengezinswoning. langs Borgeleien 89 (202200251 HB) - Vergunning

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 18/07/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022066712

Dossiernummer gemeente: 202200251

 

De gemeente Geel heeft op 17 mei 2022 een aanvraag ontvangen voor verbouwen en uitbreiden van eengezinswoning.. De aanvraag werd op 19 mei 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

de heer Ken Oris wonende te Reebokstraat 9 te 2440 Geel en mevrouw Romina Ickx wonende te Reebokstraat 9 te 2440 Geel

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Borgeleien 89

Kadastrale ligging: afdeling 2 sectie C nrs. 386F, 387E en 393S

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied met landelijk karakter

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan RUP zonevreemde woningen goedgekeurd op 29 januari 2009 gelegen in overdruk zonevreemde woningen II

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 Niet van toepassing.

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Stedenbouwkundige vergunning (02448) voor verbouwen van/tot of uitbreiden van eengezinswoning - goedgekeurd op 28/08/1961.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2010/00531) voor het slopen van een garage die gebouwd is tegen de woning - goedgekeurd op 25/10/2010.
  • Stedenbouwkundige vergunning (2014/00395) voor het kappen van bomen - goedgekeurd op 19/01/2015.
  • Stedenbouwkundig attest 1549 voor perceel verkopen als bouwgrond voor de oprichting van een vrijstaande ééngezinswoning - positief gevonden op 25/06/2001.
  • Stedenbouwkundig attest 1549 B voor het oprichten van een vrijstaande ééngezinswoning - positief gevonden op 08/10/2007.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het betreft het verbouwen van een bestaande eengezinswoning, het slopen van een achterbouw en het uitbreiden van de eengezinswoning gelegen langs een gemeenteweg.

Volgens het gewestplan Herentals-Mol is de woning gelegen in woongebied met landelijk karakter. De achterliggende tuinzone is gelegen in agrarisch gebied.

De bestaande woning wordt grondig gerenoveerd en geïsoleerd zodat deze aan de huidige normen

voldoet. De bestaande gevel wordt gekaleid in de kleur wit en de ramen worden vervangen door zwarte

aluminium ramen met hoog rendementsglas. Daarnaast wordt het dak geïsoleerd en vervangen door

zwarte dakpannen.

De eengezinswoning wordt opgetrokken in duurzame materialen. De klassieke landelijke architectuur,

materiaalkeuze en kleurgebruik doen geen afbreuk aan het straatbeeld.

 

  1. Openbaar onderzoek

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.

De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.

 

  1. Adviezen

Op 22 juni 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater)

Aansluiting

Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. Men dient de bestaande aansluiting op te zoeken en te herbruiken. In principe zijn de huisaansluitputjes RWA en DWA aanwezig.

Als men de aansluitingen met putjes niet terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein via het contactcentrum van Grondgebonden zaken.

Riolering algemeen

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

Huishoudelijk afvalwater

Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.

Hemelwater

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing:

  • Omdat het gaat om een verbouwing met uitbreiding is men volgens de verordening niet verplicht om een hemelwaterput te voorzien.
  • Men is wel verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen.

Volgens het funderingsplan en het ingevulde hemelwaterformulier wenst men toch een hemelwaterput te plaatsen, wat ten zeerste aangewezen is in functie van herbruik. Herbruik gaat, volgens de ladder van Lansink, voor op infiltratie.

De hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet dit volume. Gezien de grootte van het dakoppervlak dat men aansluit op de hemelwaterput, zou men de grootte van de put kunnen optimaliseren naar een volume van 7500L en nog meer inzetten op herbruik.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor toiletten en buitenkraan. Als men een put plaatst met een groter volume zou men bijvoorbeeld ook de wasmachine kunnen aansluiten.
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Als men een hemelwaterput plaatst dan mag er bij de dimensionering van de infiltratievoorziening 60m² in mindering worden gebracht:
    • Het volume dient minimum 2730,25L te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,3694m² te bedragen.
  • Als men geen hemelwaterput zou plaatsen dan dient men volgende dimensionering van de infiltratievoorziening te voorzien:
    • Het volume dient minimum 4230,25 te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,784m² te bedragen.

Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 5000L en een oppervlakte van 7,1m² wat in beide gevallen voldoet.

Het is aangewezen om te opteren voor een infiltratievoorziening in de vorm van een open bekken, zoals een infiltratiekom of wadi. Dit is voordeliger naar aanleg en onderhoud en infiltreert bovendien het meest effectief. Gezien de ruimte die beschikbaar is, kan dit overwogen worden.

Men voorziet geen noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is een gunstig concept.

Advies toegang tot het perceel

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving).

Momenteel heeft de verharding van de toegang op openbaar domein een breedte van meer dan 6m. Dit wordt niet toegestaan, de breedte moet verminderd worden.

In functie van het beperken van verharding op openbaar domein is het aangewezen deze breedte te wijzigen naar de strikt noodzakelijke toegangsbreedte.

Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

 

Advies: voorwaardelijk gunstig

 

  1. Project-MER

 niet van toepassing.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Planologische toets

Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.  Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet.


Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.

 

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt.  Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

Opportuniteitstoets

Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening wordt omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.

Functionele inpasbaarheid

Het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.

Ruimtegebruik – schaal – bouwdichtheid

De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Het project is qua schaal in overeenstemming met de omgeving van het project. De bouwdichtheid is  aanvaardbaar  op deze  locatie.

Visueel-vormelijk, materiaalgebruik

De bestaande woning wordt grondig gerenoveerd en geïsoleerd zodat deze aan de huidige normen voldoet. De bestaande gevel wordt gekaleid in de kleur wit en de  ramen worden  vervangen door zwarte aluminium ramen met hoog rendementsglas. Daarnaast wordt het dak geïsoleerd en vervangen door zwarte dakpannen. De kroonlijsthoogte is 5,00m en de nokhoogte is 9,20m, deze blijven behouden. Achter de bestaande woning wordt een nieuwe uitbreiding ingeplant die voldoet aan de voorschriften. De nieuwe uitbreiding blijft binnen de maximum bouwdiepte van 17,00m. Met de uitbreiding heeft de woning een bouwdiepte van 14,07m op de gelijkvloerse verdieping, op de eerste verdieping wordt de bouwdiepte 12,00m. De kroonlijsthoogte van de uitbreiding bedraagt 5,75m. De uitbreiding wordt op de verdieping afgewerkt zoals de bestaande woning met gekaleide gevelsteen. De gelijkvloerse uitbreiding wordt in tegenstelling tot de woning afgewerkt met een rood/bruine gevelsteen, een gedeelte plat dak en een hellend dak met rode dakpannen. De vloeroppervlakte van de bestaande woning is 116m², deze wordt uitgebreid naar een vloeroppervlakte van 194,3m². De woning heeft na de uitbreiding een gevelbreedte van 18,85m.

Cultuurhistorische aspecten

De woning is niet beschermd en staat niet op de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Tevens is de aanvraag niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgericht.

De aanvraag zal dus geen invloed hebben op de cultuurhistorische  aspecten.

Mobiliteit

Het verbouwen en uitbreiden van de bestaande woning zal geen invloed hebben op de mobiliteitsdruk.

Bodemreliëf

De aanvraag heeft een beperkte invloed op het bodemreliëf. Enkel ter hoogte van de bouwstrook voor hoofd- en bijgebouw zal er gedurende de werken een beperkte ingreep zijn.

Hinderaspecten – gezondheid

De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en ook is er geen invloed op de  gezondheidsaspecten.

Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.

Niet van toepassing.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:

  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 22 juni 2022 is voorwaardelijk gunstig.

 

Conclusie

 Er wordt een gunstig advies  gegeven onder volgende voorwaarden:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare: rioleringswerken

Men dient de bestaande aansluiting met huisaansluitputjes op te zoeken en te herbruiken.

Als men de aansluitingen met putjes niet terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein via het contactcentrum van Grondgebonden zaken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Als men een hemelwaterput plaatst dan geldt de volgende dimensionering van de infiltratievoorziening:
    • Het volume dient minimum 2730,25L te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,3694m² te bedragen.
  • Als men geen hemelwaterput zou plaatsen dan geldt de volgende dimensionering van de infiltratievoorziening:
    • Het volume dient minimum 4230,25 te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,784m² te bedragen.

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). De bestaande toegangsbreedte van de verharding op openbaar domein van meer dan 6m wordt niet toegestaan en dient verminderd te worden. Men mag dit zelf niet aanpassen. Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 40 cm boven de as van de weg.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.

 

 


Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:

 

De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.

Indien er asbest aanwezig is op de werf, dient bij de sloop en verwijdering van het asbesthoudend materiaal de bepalingen van Vlarem II Hfdst. 6.4. opgevolgd te worden (www.asbestinfo.be).

Er dient gevolg te worden gegeven aan het advies van openbare: rioleringswerken

Men dient de bestaande aansluiting met huisaansluitputjes op te zoeken en te herbruiken.

Als men de aansluitingen met putjes niet terugvindt, moet men contact opnemen met de dienst Openbaar domein via het contactcentrum van Grondgebonden zaken.

Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel.

De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.

De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.

Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.

De Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is van toepassing. Men is verplicht een infiltratievoorziening te plaatsen.

De niet-verplichte hemelwaterput moet bij plaatsing aan volgende voorwaarden voldoen:

  • De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
  • Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen.
  • Men dient de afvoeren van het volledige dak hier op aan te sluiten.
  • De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten
  • De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.

De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:

  • Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand in de winterperiode. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
  • Als men een hemelwaterput plaatst dan geldt de volgende dimensionering van de infiltratievoorziening:
    • Het volume dient minimum 2730,25L te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 4,3694m² te bedragen.
  • Als men geen hemelwaterput zou plaatsen dan geldt de volgende dimensionering van de infiltratievoorziening:
    • Het volume dient minimum 4230,25 te bedragen.
    • De infiltratieoppervlakte dient minimum 6,784m² te bedragen.

Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte te respecteren (onder voorbehoud van wijzigingen in de regelgeving). De bestaande toegangsbreedte van de verharding op openbaar domein van meer dan 6m wordt niet toegestaan en dient verminderd te worden. Men mag dit zelf niet aanpassen. Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor de aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.

Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.

 

De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm.

Het peil van de woning ligt hiermee maximum 40 cm boven de as van de weg.

De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.