Notulen  Gemeenteraad

De gemeenteraad wordt verzocht het verslag van vorige zitting goed te keuren.

Project

Een aanvraag werd ingediend voor het ontwikkelen van het nieuwe industriegebied gelegen in het GRUP Liessel.

De bestaande industriezone wordt uitgebreid met een regionaal bedrijventerrein.

Een nieuwe wegenis doorkruist het terrein en zorgt voor de aansluiting op Liessel en Vossendaal. Deze wegenis is uitgerust met een afgescheiden fietspad. Bijkomend zijn er trage verbindingen naar Hazenhout en Hogehofstraat.

De bestaande industriezone wordt uitgebreid met een regionaal bedrijventerrein.

Een nieuwe wegenis doorkruist het terrein en zorgt voor de aansluiting op Liessel en Vossendaal. Deze wegenis is uitgerust met een afgescheiden fietspad. Bijkomend zijn er trage verbindingen naar Hazenhout en Hogehofstraat.

Wegtracé

Artikel 31 uit het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014, stelt dat de gemeenteraad eerst een besluit moet nemen over het wegtracé alvorens het college van burgemeester en schepenen over de vergunningsaanvraag beslist.

Bezwaarschriften

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 28/03/2022 tem 26/04/2022. Er werden geen bezwaren ingediend.

Straatnaam

Voor het realiseren van de industriezone Liessel zijn er nieuwe straatnamen nodig. Er komt een nieuwe weg, weg A, die aansluit bij de bestaande straat ‘Vossendaal’. Er komt een nieuwe weg, weg B, dit is een doodlopende straat. Een deel van een oude weg, de Verdonckstraat, wordt zo verlegd. Tot slot wordt nu een deel van de huidige straat Liessel behouden om de gebouwen gelegen Liessel 9 en Vossendaal 1 te bereiken.

Er werd advies gevraagd aan het stadsarchief (zie bijlage).

Bijgevolg lijkt het ons het beste om de volgende straatnamen te geven:

• Hannekenshoekstraat - ter vervanging van huidige Liessel 9 en Vossendaal 1
• Verdonckstraat - weg A
• Industrieweg - weg B

Artikel 31 uit het Decreet betreffende de Omgevingsvergunning van 25 april 2014

De fietsostrade op het wegdeel tussen de gemeentegrens met Olen en aansluiting met Rauwelkoven werd inmiddels in gebruik genomen en wordt reeds zeer frequent gebruikt, voor zowel functioneel als recreatief fietsverkeer. Voor functionele fietsverplaatsingen fungeert fietsostrade F105 als de ideale fietsroute voor woon-werk en woon-schoolverkeer tussen de gemeentes Herentals en Olen, deelkern Larum en het centrum van Geel. Ter hoogte van de kruispunten dient het fietsverkeer voorrang te verlenen aan het overige verkeer op de kruisende wegen. Om de veiligheid op deze kruispunten en tevens de spoorwegovergangen te verhogen, is het voorstel om de snelheid lokaal te verlagen. Op het overige wegdeel bedraagt het snelheidsregime maximaal 70km/u in de Langstraat. Ter hoogte van het kruispunt met fietsostrade F105 en spoorwegovergang willen we dit terug brengen naar 50km/u.

Langstraat behoort tot het beheer van de stad en is gelegen buiten de bebouwde kom.

Door het lokaal verlagen van het snelheidsregime tot 50km/u in de Langstraat kan de veiligheid zowel voor fietsers op de fietsostrade als al het verkeer op de kruisende weg worden verhoogd. Fietsers op de fietsostrade dienen nog steeds voorrang te verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. Dit wordt op de fietsostrade aangeduid met het verkeersbord B1 en haaientandwegmarkeringen ter hoogte van het kruispunt.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119.
6. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
7. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
9. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001, 25 april 2003 en 3 september 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen.

De gemeenteraad keurde nog geen aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake Kievermont goed.

Fietsostrade op het wegdeel tussen Lindenhof en gemeentegrens met Mol werd inmiddels in gebruik genomen en wordt reeds zeer frequent gebruikt voor zowel functioneel als recreatief fietsverkeer. Voor functionele fietsverplaatsingen fungeert fietsostrade F105 als de ideale fietsroute voor woon-werk en woon-schoolverkeer tussen de gemeentes Mol en Balen en het centrum van Geel. Ter hoogte van de kruispunten dient het fietsverkeer voorrang te verlenen aan het overige verkeer op de kruisende wegen. Om de veiligheid op deze kruispunten en tevens de spoorwegovergangen te verhogen, is het voorstel om de snelheid lokaal te verlagen. Op het overige wegdeel bedraagt het snelheidsregime maximaal 70km/u in de Kievermont met een wegdeel binnen de bebouwde kom en een wegdeel met een schoolomgeving zone 30. Ter hoogte van het kruispunt met fietsostrade F105 en spoorwegovergang willen we het snelheidsregime terug brengen naar 50km/u.

Dit wegdeel van Kievermont behoort tot het beheer van de stad en is gelegen buiten de bebouwde kom.

Door het lokaal verlagen van het snelheidsregime tot 50km/u in Kievermont kan de veiligheid zowel voor fietsers op de fietsostrade als al het verkeer op de kruisende weg worden verhoogd. Fietsers op de fietsostrade dienen nog steeds voorrang te verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. Dit wordt op de fietsostrade aangeduid met het verkeersbord B1 en haaientand wegmarkeringen ter hoogte van het kruispunt. Hoewel niet verplicht is de dienst Openbare Werken & Verkeer van oordeel dat het verkeersbord B15 een meerwaarde kan bieden zodat bestuurders op de kruisende weg zich ervan vergewissen dat ze een (fiets)weg zullen kruisen. De verkeersborden B15 zullen dan ook geplaatst worden in de onmiddellijke nabijheid van het kruispunt met de fietsostrade.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119.
6. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
7. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
9. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001, 25 april 2003 en 3 september 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen.

De fietsostrade op het wegdeel tussen de gemeentegrens met Olen en aansluiting met Rauwelkoven werd inmiddels in gebruik genomen en wordt reeds zeer frequent gebruikt, voor zowel functioneel als recreatief fietsverkeer. Voor functionele fietsverplaatsingen fungeert fietsostrade F105 als de ideale fietsroute voor woon-werk en woon-schoolverkeer tussen de gemeentes Herentals en Olen, deelkern Larum en het centrum van Geel. Ter hoogte van de kruispunten dient het fietsverkeer voorrang te verlenen aan het overige verkeer op de kruisende wegen. Om de veiligheid op deze kruispunten en tevens de spoorwegovergangen te verhogen, is het voorstel om de snelheid lokaal te verlagen. Op het overige wegdeel bedraagt het snelheidsregime maximaal 70km/u in de Buitensteinde. Ter hoogte van het kruispunt met fietsostrade F105 en spoorwegovergang willen we dit terug brengen naar 50km/u.

Buitensteinde behoort tot het beheer van de stad en is gelegen buiten de bebouwde kom.

Door het lokaal verlagen van het snelheidsregime tot 50km/u in de Buitensteinde kan de veiligheid zowel voor fietsers op de fietsostrade als al het verkeer op de kruisende weg worden verhoogd. Fietsers op de fietsostrade dienen nog steeds voorrang te verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. Dit wordt op de fietsostrade aangeduid met het verkeersbord B1 en haaientandwegmarkeringen ter hoogte van het kruispunt. Hoewel niet verplicht, is de dienst Openbare Werken & Verkeer van oordeel dat het verkeersbord B15 een meerwaarde kan bieden zodat bestuurders op de kruisende weg zich ervan vergewissen dat ze een (fiets)weg zullen kruisen. De verkeersborden B15 zullen dan ook geplaatst worden in de onmiddellijke nabijheid van het kruispunt met de fietsostrade.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119.
6. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
7. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
9. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001, 25 april 2003 en 3 september 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen.

De fietsostrade op het wegdeel tussen Lindenhof en de gemeentegrens met Mol werd inmiddels in gebruik genomen en wordt reeds zeer frequent gebruikt, voor zowel functioneel als recreatief fietsverkeer. Voor functionele fietsverplaatsingen fungeert fietsostrade F105 als de ideale fietsroute voor woon-werk en woon-schoolverkeer tussen de gemeentes Mol en Balen en het centrum van Geel. Ter hoogte van de kruispunten dient het fietsverkeer voorrang te verlenen aan het overige verkeer op de kruisende wegen. Om de veiligheid op deze kruispunten en tevens de spoorwegovergangen te verhogen, is het voorstel om de snelheid lokaal te verlagen. Op het overige wegdeel bedraagt het snelheidsregime maximaal 70km/u in Schalieschuurstraat. Ter hoogte van het kruispunt met fietsostrade F105 en de spoorwegovergang willen we dit terug brengen naar 50km/u.

Schalieschuurstraat behoort tot het beheer van de stad en is gelegen buiten de bebouwde kom.

Door het lokaal verlagen van het snelheidsregime tot 50km/u in Schalieschuurstraat kan de veiligheid zowel voor fietsers op de fietsostrade als al het verkeer op de kruisende weg worden verhoogd. Fietsers op de fietsostrade dienen nog steeds voorrang te verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. Dit wordt op de fietsostrade aangeduid met het verkeersbord B1 en haaientandwegmarkeringen ter hoogte van het kruispunt. Hoewel niet verplicht, is de dienst Openbaar Domein van oordeel dat het verkeersbord B15 een meerwaarde kan bieden zodat bestuurders op de kruisende weg zich ervan vergewissen dat ze een (fiets)weg zullen kruisen. De verkeersborden B15 zullen dan ook geplaatst worden in de onmiddellijke nabijheid van het kruispunt met de fietsostrade.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. De nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988, artikel 119.
6. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
7. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
9. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001, 25 april 2003 en 3 september 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen.

Sinds de verbouwing heeft de school ook een ingang langs Wassewater en is op de gewestweg Winkelomseheide de bebording van de schoolomgeving ook uitgebreid zodat Wassewater ook binnen de dynamische zone 30 valt. Bijkomend wordt door de aanwezigheid van een kinderopvang, het ontmoetingscentrum, speelpleintje en de scouts de zone 30 uitgebreid zodat deze allemaal binnen de zone 30 vallen.

Kemeldijk, Wassewater en Gemeenteheide behoren tot het beheer van de stad en zijn gelegen binnen de bebouwde kom.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Bel goed.

Omwille van de realisatie van de fietsostrade en aanpassingen aan sommige afbakeningen op voorstel van de diensten en de politie worden alle aanvullende reglementen van bebouwde kom Geel terug ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor Geel Bel zijn er geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht aan het reglement.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Punt goed.

Omwille van de realisatie van de fietsostrade en aanpassingen aan sommige afbakeningen op voorstel van de diensten en de politie worden alle aanvullende reglementen van bebouwde kom Geel terug ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor Geel Punt zijn er geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht aan het reglement.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Stelen goed.

Omwille van de realisatie van de fietsostrade en aanpassingen aan sommige afbakeningen op voorstel van de diensten en de politie worden alle aanvullende reglementen van bebouwde kom Geel terug ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor Geel Stelen zijn er geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht aan het reglement.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Larum goed.

Fietsostrade op het wegdeel tussen gemeentegrens met Olen en aansluiting met Rauwelkoven werd inmiddels in gebruik genomen en wordt reeds zeer frequent gebruikt voor zowel functioneel als recreatief fietsverkeer. Voor functionele fietsverplaatsingen fungeert fietsostrade F105 als de ideale fietsroute voor woon-werk en woon-schoolverkeer tussen de gemeentes Herentals en Olen, deelkern Larum en het centrum van Geel. Ter hoogte van de kruispunten dient het fietsverkeer voorrang te verlenen aan het overige verkeer op de kruisende wegen. Om de veiligheid op deze kruispunten en tevens de spoorwegovergangen te verhogen, is het voorstel om de snelheid lokaal te verlagen. In Larumsebrugweg en Rauwelkoven (wegdeel in deelkern Larum) stopt de bebouwde kom net voor de spoorweg, waardoor het snelheidsregime ter hoogte van de kruising met de fietsostrade F105 70 km/u bedraagt. Ter hoogte van deze kruisingen met de  fietsostrade F105 en spoorwegovergang willen we dit terug brengen naar 50km/u door de bebouwde kom uit te breiden.

Door het uitbreiden van de bebouwde kom in Larumsebrugweg en Rauwelkoven kan de veiligheid zowel voor fietsers op de fietsostrade als al het verkeer op de kruisende weg worden verhoogd. Fietsers op de fietsostrade dient nog steeds voorrang te verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. Dit wordt op de fietsostrade aangeduid met het verkeersbord B1 en haaientand wegmarkeringen ter hoogte van het kruispunt.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Zammel goed.

Omwille van de realisatie van de fietsostrade en aanpassingen aan sommige afbakeningen op voorstel van de diensten en de politie worden alle aanvullende reglementen van bebouwde kom Geel terug ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Voor Geel Zammel is er een uitbreiding van de bebouwde kom in de Sint Gerebernusstraat tot aan de rand van het woongebied.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Oosterlo goed.

Omwille van de realisatie van de fietsostrade en aanpassingen aan sommige afbakeningen op voorstel van de diensten en de politie worden alle aanvullende reglementen van bebouwde kom Geel terug ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor Geel Oosterlo zijn er geen inhoudelijke wijzigingen aangebracht aan het reglement.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Ten Aard goed.

Omwille van de realisatie van de fietsostrade en aanpassingen aan sommige afbakeningen op voorstel van de diensten en de politie worden alle aanvullende reglementen van bebouwde kom Geel terug ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Voor Geel Ten Aard wordt het gedeelte Drossaardshoevedreef dat in woongebied ligt mee opgenomen in de bebouwde kom.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 3 juni 2013 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel centrum goed.

Fietsostrade op het wegdeel tussen Lindenhof en gemeentegrens met Mol werd inmiddels in gebruik genomen en wordt reeds zeer frequent gebruikt voor zowel functioneel als recreatief fietsverkeer. Voor functionele fietsverplaatsingen fungeert fietsostrade F105 als de ideale fietsroute voor woon-werk en woon-schoolverkeer tussen de gemeentes Mol en Balen en het centrum van Geel.  Ter hoogte van de kruispunten dient het fietsverkeer voorrang te verlenen aan het overige verkeer op de kruisende wegen. Om de veiligheid op deze kruispunten en tevens de spoorwegovergangen te verhogen, is het voorstel om de snelheid lokaal te verlagen. In Logen start de bebouwde kom net voorbij de spoorweg zijde centrum, waardoor het snelheidsregime ter hoogte van de kruising met de fietsostrade F105 70km/u bedraagt. Ter hoogte van deze kruising in Logen met de fietsostrade F105 en spoorwegovergang willen we dit terug brengen naar 50km/u door de bebouwde kom uit te breiden.

In Katersberg en Mannestraat wordt de bebouwde kom verder uitgebreid tot en met het woongebied met landelijk karakter.

Door het uitbreiden van de bebouwde kom in Logen kan de veiligheid zowel voor fietsers op de fietsostrade als al het verkeer op de kruisende weg worden verhoogd. Fietsers op de fietsostrade dienen nog steeds voorrang te verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. Dit wordt op de fietsostrade aangeduid met het verkeersbord B1 en haaientand wegmarkeringen ter hoogte van het kruispunt.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 1 september 2014 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening zone 30 in het centrum van Geel goed.

Fietsostrade op het wegdeel tussen Lindenhof en gemeentegrens met Mol werd inmiddels in gebruik genomen en wordt reeds zeer frequent gebruikt voor zowel functioneel als recreatief fietsverkeer. Voor functionele fietsverplaatsingen fungeert fietsostrade F105 als de ideale fietsroute voor woon-werk en woon-schoolverkeer tussen de gemeentes Mol en Balen en het centrum van Geel.  Ter hoogte van de kruispunten dient het fietsverkeer voorrang te verlenen aan het overige verkeer op de kruisende wegen. Om de veiligheid op deze kruispunten en tevens de spoorwegovergangen te verhogen, is het voorstel om de snelheid lokaal te verlagen. In Technische Schoolstraat en Dr. - Van de Perrestraat stopt de zone 30 ter hoogte van de spoorweg, waardoor het snelheidsregime ter hoogte van de kruising met de fietsostrade F105 50km/u bedraagt. Ter hoogte van deze kruisingen in het centrum met de fietsostrade F105 en spoorwegovergang willen we dit terug brengen naar 30km/u door de zone 30 uit te breiden.

Door het uitbreiden van de zone 30 in Technische Schoolstraat en Dr. - Van de Perrestraat kan de veiligheid zowel voor fietsers op de fietsostrade als al het verkeer op de kruisende weg worden verhoogd. Fietsers op de fietsostrade dienen nog steeds voorrang te verlenen aan het verkeer op de kruisende weg. Dit wordt op de fietsostrade aangeduid met het verkeersbord B1 en haaientand wegmarkeringen ter hoogte van het kruispunt.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

De gemeenteraad keurde op 30 maart 2009 het aanvullend reglement op het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake afbakening bebouwde kom Geel Winkelomheide goed.

Omwille van de realisatie van de fietsostrade en aanpassingen aan sommige afbakeningen op voorstel van de diensten en de politie worden alle aanvullende reglementen van bebouwde kom Geel terug ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Voor Winkelomheide wordt de bebouwde kom verder uitgebreid met gedeelte Gemeenteheide tot aan Maneshoeven en een gedeelte van Maneshoeven tussen de gewestweg en Gemeenteheide.

1. Wet betreffende de politie op het wegverkeer, gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968.
2. Koninklijk besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, en al zijn latere wijzigingen.
3. Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald.
4. Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen.
5. Artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
6. Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
7. Het besluit van de Vlaamse regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en de bekostiging van de verkeerstekens.
8. De ministeriele omzendbrieven van 3 april 2001 en 25 april 2003 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap.

Op 7 september 2020 keurde de gemeenteraad het aanvullend reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake de beperkte parkeertijd goed.

Op 21 juni 2021 keurde het college van burgemeester en schepenen de aanpak voor de evaluatie en vernieuwen huidige parkeerconcessie goed, waarin de samenstelling van de stuurgroep en de projectgroep werd opgenomen.

Op 4 augustus 2021 en 24 september 2021 kwam de stuurgroep samen om de voorstellen van de dienst openbare werken en verkeer te bespreken. 

Op 15 oktober 2021 werd het voorstel van de stuurgroep besproken op het beleidsoverleg. Hierop werd ook afgesproken om de projectgroep niet samen te roepen, maar advies te vragen aan de vzw Geel centrum en de AGM.

Op 25 oktober 2021 werd het voorstel besproken op de Raad van Bestuur van de vzw Geel centrum.

Op 26 oktober 2021 werd het voorstel besproken op de Adviesraad Gemeentelijke Mobiliteit (AGM). 

Op 27 oktober 2021 werd het voorstel besproken met de huidige parkeerconcessionaris tijdens de commissie parkeerbeheer.

Op 14 februari 2022 keurde het college van burgemeester en schepenen de principebeslissing retributiereglement op het parkeren - voorstellen tot aanpassing goed. Een aantal van deze aanpassingen dienen opgenomen te worden in het aanvullend verkeersreglement beperkte parkeertijd.

Op 30 maart 2022 keurde de gemeenteraad het aanvullende reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg inzake de beperkte parkeertijd goed, maar nadien werd er bij de bewoners van Pastoor Dergentstraat, Thomas De Backerstraat en Den Akker een bevraging uitgevoerd in verband met de invoering van een blauwe zone. 

Het college van burgemeester en schepenen besliste volgende aanpassingen aan het retributiereglement op het parkeren principieel goed te keuren voor verwerking. Alle vetgedrukte zaken worden aangepast in de artikels van dit aanvullend verkeersreglement. De overige aanpassingen worden opgenomen in het retributiereglement op het parkeren.

• Parkeertarief centrumstraten: 2 euro per uur met een maximale parkeerduur van 2 uur. Pas en Nieuwstraat maximaal 0,5 uur parkeren (Met een ticket of Geels Halfuurtje).
• Kortparkeren centrumstraten afschaffen op alle plaatsen waar dit van toepassing is.
• Blauwe zone overal maximum 2 uur parkeren. 
• Centrumparkings: 
  • Tarieven: 1ste uur gratis, elk daaropvolgend uur 1 euro per uur met een maximum van 6 euro per dag.
  • Blauwe zone parking Pas afschaffen en opnemen in de betaalzone.
  • Parking Havermarkt gelijkschakelen met de andere centrumparkings, behalve voor parkeerkaarten.
  • Enkel op de centrumparkings Havermarkt en Werft (na het marktgebeuren), Pas, Nieuwstraat en Lebonstraat geldt naast zondagen en feestdagen ook op zaterdag geen betalend parkeertarief.
  • Parking Ecodroom: vereenvoudiging in tarieven. Dezelfde tarieven als de andere centrumparkings. Ook maximaal 6 euro per dag. Avondtarief meer in de kijker zetten.
• Retributietarief behouden. 
• Parkeerkaarten: 
  • Stijging van een bewonerskaart: eerste bewonerskaart 100 euro, tweede bewonerskaart 200 euro.
  • Het verminderd sociaal tarief geldt zowel voor de eerste als de tweede bewonerskaart. De kost per kaart bedraagt voor hen 25 euro per kaart.
  • Parkeerkaart voor klanten en deeltijdse werknemerskaart afschaffen. 
  • 4-urenkaart wordt afgeschaft
• Parkeerjetons afschaffen

De dienst openbare werken en verkeer stelde eerder voor om de Molenstraat, Amandus De Vosstraat en Pastoor Dergentstraat mee op te nemen in de blauwe zone. Deze straten grenzen aan de huidige blauwe zone en in het verleden kwamen van de bewoners van deze straten heel wat klachten over langparkeerders die in deze straten net buiten de blauwe zone parkeren. Aan de bewoners werd steeds geantwoord dat deze straten bij een volgende aanpassing van het reglement opgenomen zouden worden in de blauwe zone. Dat gebeurde in reglement van maart 2022.

De bevraging bij de bewoners van Pastoor Dergentstraat, Thomas De Backerstraat en Den Akker in april/mei 2022 leverde echter een negatief resultaat op. Op basis van de resultaten van deze bevraging zullen deze straten thans niet mee opgenomen worden in de blauwe zone. Er dringt zich dan ook een aanpassing van het aanvullend reglement op.

Algemeen

In Geel, wijk 'De Leunen', een wijk uit het einde van de jaren 1970, gaat Geelse Huisvesting 103 woongelegenheden slopen om ze te vervangen door 199 nieuwe woongelegenheden.

Het project is opgedeeld in 8 delen die gefaseerd gebouwd zullen worden. Tegelijkertijd wordt ook de omgeving volledig heraangelegd.

Fase 1 en 7 omvatten woningen met private tuinen. De andere fasen zijn appartementen en duplexen met gemeenschappelijke delen zoals stookplaatsen, fietsenstalling, parkeerplaatsen, groen, … De appartementen van fase 1,2,3,5 en 7 zullen langs een groot park liggen.

Voor het verzamelen en verwijderen van afval zullen er ondergrondse afvalsystemen geplaatst worden waarin de huurders van de Geelse Huisvesting hun afval kunnen deponeren.

Timing

• Fase 1: volledig afgewerkt: bouw van 19 woningen met tuin

• Fase 2:  start januari 2022: bouw van 24 appartementen

• Fase 3: start april-mei 2022: bouw van 24 appartementen

• Fase 5: aansluitend op fase 3: bouw van 42 appartementen

• Fase 4-6-8: aansluitend op fase 5: 6x 12 duplex woningen (totaal 72 woningen)

• Fase 7: aansluitend op fase 4-6-8: bouw van 18 woningen met tuin

Investeringskost

De totale investering wordt geraamd op:

Eigendomsstructuur

Op heden is de eigendomsstructuur binnen het projectgebied als volgt:

• Openbare wegenis Koekoekstraat (grijze zone op afbeelding): openbaar domein stad Geel - op heden ingericht als parkeerplaatsen, dewelke uitsluitend door bewoners van de wijk gebruikt worden.
• Witte zones en garagecomplex: eigendom Geelse Huisvesting.

Om het project mogelijk te maken, zijn volgende eigendomsoverdrachten/handelingen noodzakelijk:

Desaffectatie parkingzone (op heden openbaar domein) naar privaat domein stad Geel, voor het vestigen van een tijdelijk zakelijk recht ten voordele van de GH ter uitvoering van de herinrichting van het gebied, conform het opmetingsplan opgemaakt door LSG Landmeters d.d. 19/01/2022. Het oppervlak openbaar domein blijft na overdracht behouden.

Te desaffecteren: 

Een deel van de gemeenteweg genaamd Koekoekstraat, Lot 1 met een grootte van 15a 91ca conform het opmetingsplan d.d. 19/01/2022 opgemaakt door LSG Landmeters. 

Over te dragen aan GH door middel van een zakelijk recht voor uitvoering omgevingsaanleg:

Een deel van de gemeenteweg genaamd Koekoekstraat, Lot 1 met een grootte van 15a 91ca conform het opmetingsplan d.d. 19/01/2022 opgemaakt door LSG Landmeters. 

Over te dragen aan de stad Geel na realisatie project:

1. Een deel van de gemeenteweg genaamd Koekoekstraat, Lot 1 met een grootte van 15a 91ca conform het opmetingsplan d.d. 19/01/2022 opgemaakt door LSG Landmeters.
2. De openbare zone dewelke door de nieuwe rooilijn zal bekrachtigd worden (rooilijnplan nog in opmaak door Geelse Huisvesting).

De stad hanteert voor de Geelse Huisvesting steeds hetzelfde principe inzake eigendomsoverdrachten:

1. Onttrekking (desaffectatie) openbaar domein
2. Toekenning (tijdelijk) zakelijk recht
3. Heroverdracht (affectatie) naar openbaar domein

Dit conform het dossier inzake project Vidse dat goedgekeurd werd op de gemeenteraad d.d. 16/12/2021, ermee rekening houdende dat het oppervlak aan huidig openbaar domein vergelijkbaar is met het oppervlak toekomstig openbaar domein na realisatie van de werken.

Het gezamenlijke meerjarenplan 2020-2025 werd goedgekeurd door de raden op 16/12/2019, en aangepast op 17/12/2020 en 16/12/2021. De jaarrekening 2021 bevat de rapportering over de uitvoering van het tweede jaar (2021) van het plan.
De jaarrekening 2021 is opgemaakt volgens de nieuwe regels voor de beleids- en beheerscyclus (BBC 2020). Dit houdt onder meer in dat de gemeente en het OCMW samen 1 rapporteringsentiteit vormen en bijgevolg een geïntegreerde jaarrekening maken. Juridisch blijven stad en OCMW echter 2 afzonderlijke entiteiten. Daarom stemmen de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn elk over hun deel van de gezamenlijke jaarrekening. Tot en met 2019 maakten de stad en het OCMW een aparte jaarrekening op.

De nieuwe regelgeving BBC2020 voorziet dat de opbouw van het meerjarenplan en van de jaarrekening zo veel als mogelijk op elkaar afgestemd zijn, wat een transparante rapportering over de realisatiegraad van de doelstellingen mogelijk maakt.

De jaarrekening bevat een eindevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Daarnaast wordt bijkomende documentatie als achtergrondinformatie bij de jaarrekening aan de raadsleden aangeboden.

Omdat de rapportering over de evaluatie van de acties organisatiebeheersing aanleunt bij de eindevaluatie wordt ze mee opgenomen in de jaarrekening.            

De eindevaluatie 2021
Voor de eindevaluatie legt de regelgeving geen gestandaardiseerd schema op. De bedoeling is dat het een beknopt en leesbaar document is dat de raadsleden een antwoord geeft op de vraag in welke mate en tegen welke kost de acties en beleidsdoelstellingen uit de strategische nota van het meerjarenplan gerealiseerd werden.
Het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus schrijft voor dat er minstens 2 keer per jaar een opvolging en evaluatie moet gebeuren van de prioritaire acties.
1. Opvolgingsrapportering
Dit is een tussentijdse rapportering over de periode van 1 januari tot 30 juni met een stand van zaken van de prioritaire acties. Dit rapport (periode 01/01/2021 tot 30/06/2021) werd voorgelegd aan de raden van 30 september 2021.
2. Eindevaluatie.
 De eindevaluatie over de periode van 1 januari tot 31 december vind je terug in het rapport van de eindevaluatie. Dit rapport maakt onderdeel uit van de jaarrekening en geeft een stand van zaken over de prioritaire acties en beleidsdoelstellingen. Het rapport wordt voorafgegaan door een inleiding die duiding geeft bij het rapport.

Evaluatie acties organisatiebeheersing 2021
Het decreet lokaal bestuur schrijft voor dat het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.

Op 4 maart 2019 keurde de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn het organisatiebeheersingssysteem goed.

In het meerjarenplan 2020-2025 hebben een aantal acties het label organisatiebeheersing gekregen. De evaluatie van de acties organisatiebeheersing vind je terug in het rapport 'evaluatie acties organisatiebeheersing'.
Omdat deze rapportering aanleunt bij de eindevaluatie wordt ze mee opgenomen in de jaarrekening.

De financiële nota
De financiële nota van de jaarrekening bevat:
• de doelstellingenrekening (schema J1);
• de staat van het financieel evenwicht (schema J2);
• de realisatie van de kredieten (schema J3);
• de balans (schema J4);
• de staat van opbrengsten en kosten (schema J5).

De toelichting
De toelichting van de jaarrekening bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van de jaarrekening die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze omvat minstens:
• een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
• een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
• de investeringsprojecten (schema T3);
• een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
• een overzicht van de financiële risico’s met een omschrijving van die risico’s en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
• een verwijzing naar de plaats waar de documentatie beschikbaar is;
• een toelichting bij de balans (schema T5);
• de waarderingsregels;
• de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen;
• een verklaring van de materiële verschillen tussen de gerealiseerde en de geraamde ontvangsten en uitgaven;
• de toelichting over de kosten, opbrengsten, uitgaven en ontvangsten met een buitengewone invloed op het budgettair resultaat van het boekjaar en het overschot of tekort van het boekjaar;
 •             een overzicht van de overgedragen (gedeelten van) kredieten voor investeringen en financiering.

De algemene toelichting van de financieel directeur zijn eveneens in het dossier opgenomen.

De documentatie
Naast het ontwerp van de jaarrekening stelt het bestuur ook de bijbehorende documentatie aan de raadsleden ter beschikking. De documentatie bevat minstens de volgende onderdelen (artikel 4 van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 (MB BBC)):
•             het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in de jaarrekening zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen, acties, ontvangsten en uitgaven;
•             een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies voor het boekjaar in kwestie;
•             een overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein;
•             een overzicht van de verbonden entiteiten;
•             een overzicht van de personeelsinzet;
•             een overzicht van de opbrengst per belastingsoort.

De jaarrekening 2021 wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De regels die van toepassing zijn voor de opmaak van de jaarrekening zijn vastgelegd in:
· het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
· het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Die regelgeving kan worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB): https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/regelgeving.

Procedure:
De beleidsrapporten worden overeenkomstig artikel 249 van het decreet over het lokaal bestuur vastgesteld door de raden van beide rechtspersonen, maar de inhoud ervan is gemeenschappelijk. Het bestuur bezorgt het ontwerp van de jaarrekening minstens 14 dagen voor de raadszitting waarop het geagendeerd is aan ieder lid van de raad. Vanaf dat moment moeten de raadsleden ook de bijbehorende documentatie ter beschikking krijgen.

Het gezamenlijke meerjarenplan 2020-2025 werd vastgesteld door de raad van bestuur op 16/12/2019 en goedgekeurd door de gemeenteraad op 16/12/2019, en aangepast op 17/12/2020 (vaststelling raad van bestuur 17/12/2020) en 16/12/2021 (vaststelling raad van bestuur op 16/12/2021). De jaarrekening 2021 bevat de rapportering over de uitvoering van het tweede jaar (2021) van het plan.
De jaarrekening 2021 is opgemaakt volgens de nieuwe regels voor de beleids- en beheerscyclus (BBC 2020).  

De nieuwe regelgeving BBC2020 voorziet dat de opbouw van het meerjarenplan en van de jaarrekening zo veel als mogelijk op elkaar afgestemd zijn, wat een transparante rapportering over de realisatiegraad van de doelstellingen mogelijk maakt.

De jaarrekening bevat een eindevaluatie, een financiële nota en een toelichting. Daarnaast wordt bijkomende documentatie als achtergrondinformatie bij de jaarrekening aan de raadsleden aangeboden.

Omdat de rapportering over de evaluatie van de acties organisatiebeheersing aanleunt bij de eindevaluatie wordt ze mee opgenomen in de jaarrekening.            

De eindevaluatie 2021
Voor de eindevaluatie legt de regelgeving geen gestandaardiseerd schema op. De bedoeling is dat het een beknopt en leesbaar document is dat de raadsleden een antwoord geeft op de vraag in welke mate en tegen welke kost de acties en beleidsdoelstellingen uit de strategische nota van het meerjarenplan gerealiseerd werden.
Het besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus schrijft voor dat er minstens 2 keer per jaar een opvolging en evaluatie moet gebeuren van de prioritaire acties.
1. Opvolgingsrapportering
Dit is een tussentijdse rapportering over de periode van 1 januari tot 30 juni met een stand van zaken van de prioritaire acties. Dit rapport (periode 01/01/2021 tot 30/06/2021) werd voorgelegd aan de raden van 30 september 2021.
2. Eindevaluatie.
 De eindevaluatie over de periode van 1 januari tot 31 december vind je terug in het rapport van de eindevaluatie. Dit rapport maakt onderdeel uit van de jaarrekening en geeft een stand van zaken over de prioritaire acties en beleidsdoelstellingen. Het rapport wordt voorafgegaan door een inleiding die duiding geeft bij het rapport.

Evaluatie acties organisatiebeheersing 2021
Het decreet lokaal bestuur schrijft voor dat het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks over organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.

In het meerjarenplan 2020-2025 hebben een aantal acties het label organisatiebeheersing gekregen. De evaluatie van de acties organisatiebeheersing vind je terug in het rapport 'evaluatie acties organisatiebeheersing'.
Omdat deze rapportering aanleunt bij de eindevaluatie wordt ze mee opgenomen in de jaarrekening.

De financiële nota
De financiële nota van de jaarrekening bevat:
• de doelstellingenrekening (schema J1);
• de staat van het financieel evenwicht (schema J2);
• de realisatie van de kredieten (schema J3);
• de balans (schema J4);
• de staat van opbrengsten en kosten (schema J5).

De toelichting
De toelichting van de jaarrekening bevat alle informatie over de verrichtingen in het ontwerp van de jaarrekening die relevant is voor de raadsleden om met kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen. Ze omvat minstens:
• een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
• een overzicht van ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
• de investeringsprojecten (schema T3);
• een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
• een overzicht van de financiële risico’s met een omschrijving van die risico’s en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
• een verwijzing naar de plaats waar de documentatie beschikbaar is;
• een toelichting bij de balans (schema T5);
• de waarderingsregels;
• de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen;
• een verklaring van de materiële verschillen tussen de gerealiseerde en de geraamde ontvangsten en uitgaven;
• de toelichting over de kosten, opbrengsten, uitgaven en ontvangsten met een buitengewone invloed op het budgettair resultaat van het boekjaar en het overschot of tekort van het boekjaar;
 •             een overzicht van de overgedragen (gedeelten van) kredieten voor investeringen en financiering.

De algemene toelichting van de financieel directeur zijn eveneens in het dossier opgenomen.

De documentatie
Naast het ontwerp van de jaarrekening stelt het bestuur ook de bijbehorende documentatie aan de raadsleden ter beschikking. De documentatie bevat minstens de volgende onderdelen (artikel 4 van het ministerieel besluit van 26 juni 2018 (MB BBC)):
•             het overzicht van alle beleidsdoelstellingen die in de jaarrekening zijn opgenomen, met de bijbehorende actieplannen, acties, ontvangsten en uitgaven;
•             een overzicht van de toegestane werkings- en investeringssubsidies voor het boekjaar in kwestie;
•             een overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein;
•             een overzicht van de verbonden entiteiten;
•             een overzicht van de personeelsinzet;
•             een overzicht van de opbrengst per belastingsoort.

De jaarrekening 2021 wordt opgemaakt volgens de regels over de beleids- en beheerscyclus (BBC). De regels die van toepassing zijn voor de opmaak van de jaarrekening zijn vastgelegd in:
· het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;
· het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);
- het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).
Die regelgeving kan worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB): https://lokaalbestuur.vlaanderen.be/regelgeving.

Procedure:
De beleidsrapporten worden overeenkomstig artikel 249 van het decreet over het lokaal bestuur vastgesteld door de raad van bestuur, daarna brengt de gemeenteraad advies uit over de jaarrekening. Het bestuur bezorgt het ontwerp van de jaarrekening minstens 14 dagen voor de raadszitting waarop het geagendeerd is aan ieder lid van de raad. Vanaf dat moment moeten de raadsleden ook de bijbehorende documentatie ter beschikking krijgen.

De AGB's hebben ook een aparte jaarrekening NBB (Nationale Bank van België). Deze rekening is de basis voor de berekening van de vennootschapsbelasting. De jaarrekening NBB moet vastgesteld worden door de raad van bestuur en goedgekeurd worden door de gemeenteraad.