Terug
Gepubliceerd op 25/01/2022

2022_CBS_00171 - Omgevingsvergunning (202100591 inv) - voor het plaatsen van een fiberpop op het groenpleintje gelegen Xantenstraat - Advies

College van Burgemeester en Schepenen
ma 24/01/2022 - 13:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_00171 - Omgevingsvergunning (202100591 inv) - voor het plaatsen van een fiberpop op het groenpleintje gelegen Xantenstraat - Advies 2022_CBS_00171 - Omgevingsvergunning (202100591 inv) - voor het plaatsen van een fiberpop op het groenpleintje gelegen Xantenstraat - Advies

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER:24/01/2022


Verslag van de omgevingsambtenaar

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021152727

Dossiernummer gemeente: 202100708

 

De gemeente Geel heeft op 19 november 2021 een aanvraag ontvangen voor het plaatsen van een fiberpop. De aanvraag werd op 3 december 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

Quality Management & Consulting BVBA, gevestigd te Bosstraat 51 te 3940 Hechtel-Eksel. 

 

Gegevens van de ligging

Administratieve ligging:

Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie H nr. 1367K2

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het bijzonder plan van aanleg St.-Dimphnaplein goedgekeurd op 6 december 2000. 

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften:

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012. 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling. 

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een bijzonder plan van aanleg. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

Niet van toepassing

 

Verordeningen

  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
  • gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Er zijn geen historische dossiers voor deze aanvraag.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

De aanvraag betreft het plaatsen van een cabine voor telecominfrastructuur en het aanleggen van een verharding.

De unit maakt deel uit van 5 nieuw te plaatsen gelijkaardige units ter verbetering/vervanging van het telecomnetwerk. Het betreft de overgang naar glasvezel. Het glasvezelnetwerk wordt onder het openbaar domein uitgerold en bestaat uit PE buizen met glasvezels die op cruciale plaatsen een knooppunt vormen. Op deze knooppunten dient een betonnen prefab unit geplaatst te worden waarin de glasvezellijnen verbonden worden.

Deze units worden Fiberpops genoemd. Ze bestaan uit een betonnen gebouwtje met een kruipkelder. De glasvezels worden via de kruipkelder tot in het gebouw gebracht en daar in telecomkasten tot een knooppunt afgemonteerd.

Voor elke unit wordt een aparte omgevingsvergunning aangevraagd.

Deze aanvraag betreft het plaatsen van een Fiberpop op de inrit naar een parkeergarage in Xantenstraat, aan de achterzijde van het kerkhof.

De unit wordt geplaatst tot op 1m afstand van de muur van de inrit zodat de groenzone zo veel mogelijk gevrijwaard wordt.

De afstand tot de rooilijn bedraagt 2m, waardoor de auto's nog voldoende zicht hebben om de straat op de draaien.

De oppervlakte bedraagt 11,3m².

De hoogte bedraagt 2,91m (plat dak).

De gevels bestaan uit geluidswerende betonplaten in een lichtgrijze kleur.

Aan de voorzijde en rechtergevel komt een verharding met een breedte van 2m. De verharding wordt aangelegd in waterdoorlatende klinkers. De brede voegen tussen de klinkers zorgen ervoor dat het regenwater op natuurlijke wijze tussen de verharding kan indringen in de bodem.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 december 2021 t.e.m. 11 januari 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 24-26 van het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25/04/2014 en de criteria van artikels 30-38 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Er dienden geen adviezen gevraagd te worden.

 

  1. Project-MER

Niet van toepassing

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Wegenis

Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Xantenstraat).

Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.

§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.

§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.

§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing:

1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;

2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;

3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.

Watertoets

Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening

De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 13 december 2021 tot en met 11 januari 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

Er werd geen advies gevraagd.

 

Conclusie

De omgevingsambtenaar verleent een gunstig advies met voorwaarden:

  • De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
  • De gevels dienen afgewerkt met RAL6010 (grasgroen) of RAL6002 (loofgroen). Een staal dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het bestuur.
  • Bovenop de unit dient een groendak voorzien met sedumvegetatie.
  • Met uitzondering van de nutsleidingen en de noodzakelijke beschermende overkappingen, dient de zone die niet verhard wordt (zie inplantingsplan) vrij te zijn van alle bodemvreemde materialen op het einde van de werken en voor oplevering van de werken. Onder bodemvreemde materialen wordt begrepen: producten die cement bevatten, steenachtige materialen, kunststofproducten. Deze lijst is niet limitatief en ontslaat de aannemer niet van de plicht om andere bodemvreemde materialen te verwijderen uit de werfzone die het gevolg zijn van de werken. Indien tijdens de voorbereidende werken reeds bodemvreemde materialen aangetroffen worden, dient de werfleider de werken op te schorten en het stadsbestuur (openbarewerkenenverkeer@geel.be) hiervan onmiddellijk in kennis te stellen opdat de nodige vaststellingen kunnen gebeuren.
  • De zone rond de unit zal na afloop van de werken gecontroleerd worden op bodemverdichting m.b.v. een penetrometer. De indringingsweerstand mag maximaal 1.5 MPa bedragen. Om bodemverdichting te vermijden dient betreding met zware machines en voertuigen vermeden te worden. Indien niet vanop een stabiele ondergrond (straat) kan gewerkt worden, dienen rijplaten geplaatst om de druk op de bodem te spreiden. Als ondanks de genomen maatregelen de bodem toch verdicht blijkt, dient de aannemer de bodem los te werken. Hierbij is behoud van de bodemstructuur essentieel. De bodem mag dus noch gekeerd, noch vergraven worden. De bodem dient losgewerkt tot op een diepte van min. 60cm. Hiervoor dient het principe van ploffen of luchtinjectie (cfr. principe van drainjet) gebruikt te worden, uitgevoerd door een firma die over de nodige referenties beschikt. Deze referenties dienen te worden voorgelegd op vraag van het stadsbestuur.

 

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist een gunstig advies ivm de aanvraag tot omgevingsvergunning te geven onder volgende voorwaarden:
  • De werken dienen uitgevoerd volgens de goedgekeurde plannen.
  • De gevels dienen afgewerkt met RAL6010 (grasgroen) of RAL6002 (loofgroen). Een staal dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het bestuur.
  • Bovenop de unit dient een groendak voorzien  met sedumvegetatie.
  • Met uitzondering van de nutsleidingen en de noodzakelijke beschermende overkappingen, dient de zone die niet verhard wordt (zie inplantingsplan) vrij te zijn van alle bodemvreemde materialen op het einde van de werken en voor oplevering van de werken. Onder bodemvreemde materialen wordt begrepen: producten die cement bevatten, steenachtige materialen, kunststofproducten. Deze lijst is niet limitatief en ontslaat de aannemer niet van de plicht om andere bodemvreemde materialen te verwijderen uit de werfzone die het gevolg zijn van de werken. Indien tijdens de voorbereidende werken reeds bodemvreemde materialen aangetroffen worden, dient de werfleider de werken op te schorten en het stadsbestuur (openbarewerkenenverkeer@geel.be) hiervan onmiddellijk in kennis te stellen opdat de nodige vaststellingen kunnen gebeuren.
  • De zone rond de unit zal na afloop van de werken gecontroleerd worden op bodemverdichting m.b.v. een penetrometer. De indringingsweerstand mag maximaal 1.5 MPa bedragen. Om bodemverdichting te vermijden dient betreding met zware machines en voertuigen vermeden te worden. Indien niet vanop een stabiele ondergrond (straat) kan gewerkt worden, dienen rijplaten geplaatst om de druk op de bodem te spreiden. Als ondanks de genomen maatregelen de bodem toch verdicht blijkt, dient de aannemer de bodem los te werken. Hierbij is behoud van de bodemstructuur essentieel. De bodem mag dus noch gekeerd, noch vergraven worden. De bodem dient losgewerkt tot op een diepte van min. 60cm. Hiervoor dient het principe van ploffen of luchtinjectie (cfr. principe van drainjet) gebruikt te worden, uitgevoerd door een firma die over de nodige referenties beschikt. Deze referenties dienen te worden voorgelegd op vraag van het stadsbestuur.