Terug
Gepubliceerd op 03/06/2022

2022_IP_00044 - Interpellatie van raadslid Dirk Kennis: Braaf zijn, loont niet (altijd)

Gemeenteraad
do 02/06/2022 - 20:00 Ooievaarsnest
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Griet Verhesen; Vera Celis; Nadine Laeremans; Marleen Verboven; Bart Julliams; Brigitte Kempen; Rosa Van Cleempoel; Ben Van Looveren; Luc Verguts; Elhasbia Zayou; Ivan Wartel; Pieter Cowé; Marlon Pareijn; Benny Eyckmans; Lea Neyens; Patrick Graux; Tinne Van Gelder; Luc Van Laer; Myriam Smets; Timmy Vanuytsel; Dirk Kennis; Tom Corstjens; Griet Ceusters; Mathias Van Braband; Nadja Robeyn; Berten Kempen; Yves Van Hulsel; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Griet Smaers

Verontschuldigd

Pieter Verhesen; Noël Devos; Tinne Vangeel; Greet Daems; Petra Gyesbreghs

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Griet Verhesen
2022_IP_00044 - Interpellatie van raadslid Dirk Kennis: Braaf zijn, loont niet (altijd) 2022_IP_00044 - Interpellatie van raadslid Dirk Kennis: Braaf zijn, loont niet (altijd)

Motivering

Indiener(s)

Dirk Kennis

Gericht aan

Bart Julliams

Tijdstip van indienen

wo 25/05/2022 - 10:22

Toelichting

De adviezen van het stadsbestuur bij stedenbouwkundige vergunningsaanvragen zijn vaak zeer goed geargumenteerd en onderbouwd, o.a. omdat ze consequent in de lijn liggen van het Beleidsplan Ruimte en andere beleidsvisies die over de partijgrenzen heen tot stand zijn gekomen en worden gedragen. De manier waarop de hogere overheid - in casu de provincie - met die adviezen omgaat, is vaak stuitend tegendraads. Als men niet beter zou weten, zou men denken dat de provincie geen gelegenheid onbenut laat om zijn misprijzen en gebrek aan respect te laten blijken voor de Geelse stedenbouwkundige visie én het daarbij horende areaal van beleidsplannen. Of het nu om een (te groot) appartementsgebouw aan de Waaiburg-Anemoonstraat gaat, of een Jumbo-supermarkt die zich wil vestigen op een plaats waar wij - ik gebruik het woord niet ijdel - dat zelf niet willen, de provincie degradeert al het werk dat die beleidsplanning heeft gevergd tot verloren moeite en de plannen zelf hoogstens tot goede, maar irrelevante voornemens.

Het stadsbestuur heeft de gewoonte om nooit tegen zo'n provinciale 'overruling' in beroep te gaan, hoe flagrant de provinciale beslissingen soms ook in strijd zijn met haar eigen visie. Deze houding holt de autoriteit en de geldigheid van onze beleidsplanning op een fatale manier uit. Toch hebt u met de mogelijkheid tot beroep een wettelijk verweermiddel om uw (en onze) principes te verdedigen zoals het hoort.

Om die degelijke én waardevolle beleidsplanning niet verder te laten uithollen, stel ik voor die houding te herzien en in belangrijke, principiële dossiers toch in beroep te gaan tegen beslissingen van de provincie. Wat is uw standpunt?