UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 21/09/2022
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022079424
Dossiernummer gemeente: 202200283
De gemeente Geel heeft op 5 juni 2022 een aanvraag ontvangen voor het bouwen van een tuinhuis en carport. De aanvraag werd op 8 juni 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
Kristof Verachtert wonende te Kwakkelberg 83/A te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Kwakkelberg 83A
Kadastrale ligging: afdeling 6 sectie G nr. 486D
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel
De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
niet van toepassing.
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
Het betreft het afbreken en plaatsen van een bijgebouw en carport. Het nieuwe bijgebouw en de carport wordt tegen de rechter en achter perceelsgrens gezet. De carport heeft een gebogen dakoverwelving.
De totale oppervlakte bedraagt 40m².
Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 18 juni 2022 t.e.m. 17 juli 2022. Er werd een bezwaarschrift ingediend.
Inhoud bezwaarschrift
in het dossier is geen enkele vermelding gemaakt van materiaalkeuze van de betrokken gebouwen terwijl dit cruciaal is bij bouwwerken op de perceelsgrens. Alleen al naar onderhoud en het betreden van het buurtperceel als gevolg daarvan. Dit is een fundamenteel aspect bij verkaveling waarbij gebouwen op de perceelsgrens meestal in steen dienen te worden voorzien.
Geen vermelding. Gebouwen aan een perceelsgrens dienen duidelijk de weg van de afwatering te vermelden: nl weg van de perceelsgrens afgevoerd te worden, maw op hun eigen perceel 83a om problemen daaromtrent te voorkomen.
Tot de garage en de carpoort. Om de gebouwen waarvoor vergunning wordt aangevraagd te kunnen bereiken met de wagen/fietsen/te voet dient een verdere uitbreiding van verharding te worden gemaakt, een verbinding met de reeds bestaande oprit. Hierbij dient een voldoende stevige afboording van de volledige oprit aangebracht te worden VOOR de eigen perceelsgrens om de zijdelingse druk van de oprit met de wagen te kunnen weerstaan zodat de bestaande omheining niet wordt weggedrukt. Dit is trouwens NIET gebeurd bij de aanleg van de bestaande oprit.
Bijgebouwen aan de perceelsgrens dienen van een plat dak voorzien te zijn, deze carport is dat niet.
Het betreden of gebruiken van andere percelen en diens bestaande omheining kan niet op eigen initiatief en dient met uitdrukkelijk akkoord van de betrokken eigenaars te verlopen in kader van foutloze burenhinder.
Evaluatie bezwaarschrift
in het dossier is geen enkele vermelding gemaakt van materiaalkeuze van de betrokken gebouwen terwijl dit cruciaal is bij bouwwerken op de perceelsgrens. Alleen al naar onderhoud en het betreden van het buurtperceel als gevolg daarvan. Dit is een fundamenteel aspect bij verkaveling waarbij gebouwen op de perceelsgrens meestal in steen dienen te worden voorzien.
Dit werd opgevraagd bij de aanvrager.
Voor de carport wordt aluminium gebruikt met massief polycarbonaat bedekking.
Voor het tuinhuis worden volgende materialen gebruikt. Gevelsteen, snelbouwsteen, betonnen fundering, isolatieplaten, PVC raam, garagepoort, houten dakconstructie met gegalvaniseerd plaatijzer.
Geen vermelding. Gebouwen aan een perceelsgrens dienen duidelijk de weg van de afwatering te vermelden: nl weg van de perceelsgrens afgevoerd te worden, maw op hun eigen perceel 83a om problemen daaromtrent te voorkomen.
Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.
De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
Tot de garage en de carpoort. Om de gebouwen waarvoor vergunning wordt aangevraagd te kunnen bereiken met de wagen/fietsen/te voet dient een verdere uitbreiding van verharding te worden gemaakt, een verbinding met de reeds bestaande oprit. Hierbij dient een voldoende stevige afboording van de volledige oprit aangebracht te worden VOOR de eigen perceelsgrens om de zijdelingse druk van de oprit met de wagen te kunnen weerstaan zodat de bestaande omheining niet wordt weggedrukt. Dit is trouwens NIET gebeurd bij de aanleg van de bestaande oprit.
De strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen vallen onder het vrijstellingsbesluit artikel 2.1.9.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.
Bijgebouwen aan de perceelsgrens dienen van een plat dak voorzien te zijn, deze carport is dat niet.
Art. 4.3.1§1 en 4.4.1§2 van de codextrein stellen dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Wanneer men de voorschriften van een verkaveling niet wenst te volgen, geldt de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening.
Het betreden of gebruiken van andere percelen en diens bestaande omheining kan niet op eigen initiatief en dient met uitdrukkelijk akkoord van de betrokken eigenaars te verlopen in kader van foutloze burenhinder.
Eigendomsrechten zijn burgerlijke rechten en dienen betwist te worden voor de Vrederechter.
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.
Er werd geen informatievergadering gehouden.
Op 20 juni 2022 werd het advies ontvangen van INFRABEL
Ons kenmerk: 3516.2022.296.GEEL
Ref.: OMV 2022079424
NV Infrabel heeft geen bezwaar tegen de omgevingsvergunning van Kristof Verachtert voor het bouwen van een tuinhuis in de Kwakkelberg 83A, 2440 GEEL.
Advies: geen bezwaar
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage I en II van de Europese richtlijn 85/337/EEG, noch op de lijst als bijgevoegd als bijlage I en II van het Project-m.e.r.-besluit. Bijgevolg dient geen milieueffectenrapport te worden opgesteld.
Het ontwerp komt niet voor op de lijst gevoegd als bijlage III van het Project-m.e.r.-besluit.
Bijgevolg dient de vergunningverlenende overheid de aanvraag niet te screenen.
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gewestweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening wordt omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het afbreken van het huidige bijgebouw en het plaatsen van een nieuwe bijgebouw met carport. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen.
Ruimtegebruik-schaal-bouwdichtheid
De aanvraag heeft een beperkte impact op het ruimtegebruik van het perceel. Het nieuwe bijgebouw en carport wordt tegen de rechter en achter perceelsgrens geplaatst. De carport heeft een gebogen overwelving.
Visueel-vormelijk, materiaalgebruik
Het bijgebouw wordt uitgevoerd in duurzame materialen.
Voor de carport wordt aluminium gebruikt met massief polycarbonaat bedekking.
Het tuinhuis wordt opgetrokken in gevelsteen met betonnen fundering, PVC raam, houten dakconstructie met gegalvaniseerd plaatijzer.
Cultureel-historische aspecten
Het gebouw is niet beschermd en staat niet op de inventaris van het bouwkundig erfgoed.
De aanvraag zal dus geen invloed hebben op de cultuurhistorische aspecten.
Mobiliteit
Het bouwen van het bijgebouw zal geen invloed hebben op de mobiliteitsdruk.
Bodemreliëf
De aanvraag heeft een beperkte invloed op het bodemreliëf.
Hinderaspecten- gezondheid
De aanvraag brengt geen extra hinder met zich mee voor de omgeving en ook is er geen invloed op de gezondheidsaspecten.
Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg
Resultaten openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 18 juni 2022 tot en met 17 juli 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werd er een bezwaarschrift ontvangen.
Inhoud bezwaarschrift
in het dossier is geen enkele vermelding gemaakt van materiaalkeuze van de betrokken gebouwen terwijl dit cruciaal is bij bouwwerken op de perceelsgrens. Alleen al naar onderhoud en het betreden van het buurtperceel als gevolg daarvan. Dit is een fundamenteel aspect bij verkaveling waarbij gebouwen op de perceelsgrens meestal in steen dienen te worden voorzien.
Geen vermelding. Gebouwen aan een perceelsgrens dienen duidelijk de weg van de afwatering te vermelden: nl weg van de perceelsgrens afgevoerd te worden, maw op hun eigen perceel 83a om problemen daaromtrent te voorkomen.
Tot de garage en de carpoort. Om de gebouwen waarvoor vergunning wordt aangevraagd te kunnen bereiken met de wagen/fietsen/te voet dient een verdere uitbreiding van verharding te worden gemaakt, een verbinding met de reeds bestaande oprit. Hierbij dient een voldoende stevige afboording van de volledige oprit aangebracht te worden VOOR de eigen perceelsgrens om de zijdelingse druk van de oprit met de wagen te kunnen weerstaan zodat de bestaande omheining niet wordt weggedrukt. Dit is trouwens NIET gebeurd bij de aanleg van de bestaande oprit.
Bijgebouwen aan de perceelsgrens dienen van een plat dak voorzien te zijn, deze carport is dat niet.
Het betreden of gebruiken van andere percelen en diens bestaande omheining kan niet op eigen initiatief en dient met uitdrukkelijk akkoord van de betrokken eigenaars te verlopen in kader van foutloze burenhinder.
Evaluatie bezwaarschrift
in het dossier is geen enkele vermelding gemaakt van materiaalkeuze van de betrokken gebouwen terwijl dit cruciaal is bij bouwwerken op de perceelsgrens. Alleen al naar onderhoud en het betreden van het buurtperceel als gevolg daarvan. Dit is een fundamenteel aspect bij verkaveling waarbij gebouwen op de perceelsgrens meestal in steen dienen te worden voorzien.
Dit werd opgevraagd bij de aanvrager.
Voor de carport wordt aluminium gebruikt met massief polycarbonaat bedekking.
Voor het tuinhuis worden volgende materialen gebruikt. Gevelsteen, snelbouwsteen, betonnen fundering, isolatieplaten, PVC raam, garagepoort, houten dakconstructie met gegalvaniseerd plaatijzer.
Geen vermelding. Gebouwen aan een perceelsgrens dienen duidelijk de weg van de afwatering te vermelden: nl weg van de perceelsgrens afgevoerd te worden, maw op hun eigen perceel 83a om problemen daaromtrent te voorkomen.
Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt.
De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
Tot de garage en de carpoort. Om de gebouwen waarvoor vergunning wordt aangevraagd te kunnen bereiken met de wagen/fietsen/te voet dient een verdere uitbreiding van verharding te worden gemaakt, een verbinding met de reeds bestaande oprit. Hierbij dient een voldoende stevige afboording van de volledige oprit aangebracht te worden VOOR de eigen perceelsgrens om de zijdelingse druk van de oprit met de wagen te kunnen weerstaan zodat de bestaande omheining niet wordt weggedrukt. Dit is trouwens NIET gebeurd bij de aanleg van de bestaande oprit.
De strikt noodzakelijke toegangen tot en opritten naar het gebouw of de gebouwen vallen onder het vrijstellingsbesluit artikel 2.1.9.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.
Bijgebouwen aan de perceelsgrens dienen van een plat dak voorzien te zijn, deze carport is dat niet.
Art. 4.3.1§1 en 4.4.1§2 van de codextrein stellen dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.
Wanneer men de voorschriften van een verkaveling niet wenst te volgen, geldt de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening.
Het betreden of gebruiken van andere percelen en diens bestaande omheining kan niet op eigen initiatief en dient met uitdrukkelijk akkoord van de betrokken eigenaars te verlopen in kader van foutloze burenhinder.
Eigendomsrechten zijn burgerlijke rechten en dienen betwist te worden voor de Vrederechter.
De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed. De vergunningsbeslissing doet dus geen afbreuk aan de burgerlijke rechten van derden. Het is derhalve niet de taak van de vergunningverlenende overheid om na te gaan of de begunstigde van de vergunning tevens beschikt over de nodige rechten of titels om de vergunning uit te voeren. Bovenvermelde aspecten worden niet beoordeeld tijdens huidige procedure.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van het volgend advies en beoordeeld deze als volgt:
Conclusie
Er wordt een gunstig advies gegeven onder volgende voorwaarden:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er werd advies gevraagd aan NV Infrabel:
NV Infrabel heeft geen bezwaar tegen de omgevingsvergunning van Kristof Verachtert voor het bouwen van een tuinhuis in de Kwakkelberg 83A, 2440 GEEL.
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:
• hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
• asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen
Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.
De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:
Behandeling van afval
De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.
Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.
Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.
Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.
Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.
Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen, uitgezonderd voor die elementen waarvoor voorwaarden werden geformuleerd. De voorwaarden krijgen voorrang op het plan.
Er werd advies gevraagd aan NV Infrabel:
NV Infrabel heeft geen bezwaar tegen de omgevingsvergunning van Kristof Verachtert voor het bouwen van een tuinhuis in de Kwakkelberg 83A, 2440 GEEL.
Het gebouw dat wordt gesloopt bevat op basis van de datum van oprichting en/of renovatie mogelijk asbesthoudende bouwmaterialen. Voor de sloop van het gebouw moet u nagaan of asbesthoudende bouwmaterialen gebruikt werden.
Om na te gaan of er asbesthoudende toepassingen gebruikt werden in het gebouw, kan je via https://www.ovam.be/asbest-herkennen-0 meer informatie terugvinden. Ben je niet zeker van de gebruikte materialen of wil je geen risico nemen om je eigen gezondheid of dat van je buren in gevaar te brengen, kan je steeds een asbestinventaris laten opmaken door een asbestdeskundige inventarisatie.
Als er asbesthoudende bouwmaterialen aanwezig zijn in het gebouw moeten deze correct en veilig verwijderd worden. De activiteiten die verbonden zijn aan het werken met asbesthoudende bouwmaterialen mogen geen vrijstelling van asbestvezels of asbeststof veroorzaken.
De volgende asbesthoudende toepassingen kunnen zelf worden verwijderd of door een aannemer die erkend is om werken onder eenvoudige handelingen uit te voeren, voor zover deze via eenvoudige handelingen (bv. vlot losschroeven) kunnen worden weggenomen:
• hechtgebonden asbest die niet beschadigd is of waarbij er geen vrije vezels zichtbaar zijn en waarbij verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• hechtgebonden asbest die beschadigd is of waarbij er vrije vezels zichtbaar zijn en die verwerkt is in een buitentoepassing waarbij geen derden aanwezig zijn, voor zover de verwijdering geen aanleiding geeft tot een wijziging van de toestand
• asbesthoudend plaatmateriaal, asbestkarton, asbestcement in binnentoepassingen waarbij er geen bevestigingssysteem aanwezig is zoals schroeven, nagels of lijm, voor zover het asbest gefixeerd is en het weggenomen en verpakt wordt zonder gereedschappen te gebruiken voor demontage
• asbesthoudende koorden, dichtingen of pakkingen, remvoeringen en analoge materialen
Alle andere toepassingen mogen enkel verwijderd worden door gespecialiseerde asbestverwijderaars. Een overzicht van de erkende asbestverwijderaars in België vindt u hier: https://werk.belgie.be/nl/erkenningen/erkenning-asbest-bedrijven-erkend-voor-afbraak-verwijderingswerken.
De werken voor het verwijderen van asbest mag geen risico vormen voor je eigen gezondheid of voor de omgeving. Bij het verwijderen van asbesthoudende toepassingen moet u voldoen aan volgende voorwaarden om vezelverspreiding en blootstelling aan asbestvezels te voorkomen:
Behandeling van afval
De asbesthoudende toepassingen worden afzonderlijk opgeslagen en niet gemengd met het andere sloopafval.
Tijdens het vervoer, het laden en het lossen van afvalstoffen die asbestvezels of asbeststof bevatten, deze vezels en stof niet vrijkomen in de lucht en geen vloeistoffen worden verloren die asbestvezels kunnen bevatten.
Afvalstoffen die asbestvezels of -stof bevatten, zodanig worden behandeld, verpakt zijn of afgedekt, met inachtneming van de plaatselijke omstandigheden, dat er geen asbestdeeltjes in het milieu terechtkomen.
Asbestafval wordt afgevoerd naar een erkende stortplaats. U bezorgt de stortattesten binnen de 2 maanden na afbraak van het gebouw aan de milieutoezichthouder van stad Geel via milieu@geel.be.
Hinder naar de buurt moet zoveel mogelijk worden voorkomen. De verantwoordelijke neemt maatregelen ter voorkoming van hinder in de omgeving ten gevolge van o.a. stof, geluid, geur, water, afval,... Ten allen tijde worden de werken uitgevoerd in overstemming met de van toepassing zijnde voorwaarden uit VLAREM II en de politiecodex.
Gevolg dient gegeven aan art. 3.131. van de Wet houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek m.b.t. dakdrop. Dit wil zeggen dat het dak zodanig moet aangelegd worden dat het regenwater op het eigen terrein afloopt. De regenafvoer moet dus op het eigen terrein voorzien worden.
Onverminderd de bepalingen opgenomen in de stedenbouwkundige verordening dient de nodige aandacht besteed aan het maximaal vermijden van alle vormen van verharding in de buitenruimte. Onder verharding dient niet-limitatief begrepen: gesloten verhardingen (bv. asfalt), betonverhardingen (klinkers, tegels), natuursteen verharding, halfopen verharding (dolomiet) als open verharding (kiezel, grind, splitt,..).. Met uitzondering van de strikt noodzakelijke toegangen, de verbinding tussen de aangevraagde en vergunde constructies is het niet toegestaan om gebruik te maken van enige vorm van steenachtig materiaal.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.