Terug
Gepubliceerd op 20/09/2022

2022_CBS_02387 - Oproep Vlaamse overheid pilootprojecten omgevingshandhaving - Deelname aan oproep - Goedkeuren

College van Burgemeester en Schepenen
ma 19/09/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02387 - Oproep Vlaamse overheid pilootprojecten omgevingshandhaving - Deelname aan oproep - Goedkeuren 2022_CBS_02387 - Oproep Vlaamse overheid pilootprojecten omgevingshandhaving - Deelname aan oproep - Goedkeuren

Motivering

Aanleiding en context

De stedelijke dienst vergunningen wenst een project in te dienen voor een handhavingsplan dat gericht is op het tegengaan van de droogteproblematiek. De focus wordt gelegd op enerzijds lokaal toezicht milieu gericht op onvergunde grondwaterwinningen, en anderzijds op handhaving ruimtelijke ordening van onvergunde verhardingen op privé-terrein.

Voor beide is de benadering verschillend.

Het handhavingsplan voor het project van de onvergunde grondwaterwinningen wordt uitgewerkt op basis van sector/activiteit. Een sector die in aanmerking komt voor het pilootproject is die van de carwashes. Voor de onvergunde verhardingen daarentegen wordt eerder gebiedsgericht gewerkt. De leidraad hiervoor zijn o.a. de conclusies en bevindingen van het hemelwater- en droogteplan. Voor de verdere uitwerking van de beide projecten: zie argumentatie.

Voor het ingediende handhavingsplan wordt een actiegerichte aanpak van het lokale handhavingsbeleid nagestreefd met proactieve controles. Dit is in tegenstelling tot de huidig gangbare reactieve aanpak bij stad Geel waarbij enkel controles gebeuren op basis van meldingen en klachten. Het doel van de proactieve aanpak is een ontradend effect creëren waardoor de totstandkoming van schendingen in de toekomst wordt vermeden. Hierdoor ontstaat een bewustwording bij de burger of ondernemer om schendingen niet te plegen omdat men weet dat er op bestraft zal worden.

Voor het project van de onvergunde verhardingen wordt een handhavingsplan opgesteld dat put uit verschillende bronnen: de bevindingen van het hemelwater- en droogteplan en de proactieve screening en controle van de afgeleverde omgevingsvergunningen. Voor het project van de onvergunde grondwaterwinningen wordt een handhavingsplan opgesteld op basis van een vergelijking tussen de vermoedelijke en effectieve vergunningen voor een grondwaterwinning voor de betreffende sector carwash op grondgebied Geel. 

Tevens wordt een lerend netwerk gestimuleerd via intergemeentelijke samenwerking door het verhogen van de subsidie indien twee of meer gemeenten samenwerken rond één pilootproject. De deelnemende gemeentes en de Vlaamse overheid worden rond die projecten verenigd in een lerend netwerk met het oog op ondersteuning voor de uitbouw van een lokaal handhavingsbeleid. Gemeenten kunnen het pilootproject indienen op individueel niveau of in intergemeentelijk verband. Er werd vanuit Geel een vraag tot samenwerking gelanceerd aan de gemeente Mol, die voorlopig al instemde. Daarnaast is het doel om een betere samenwerking op te zetten zowel intern (GAS-openbaar domein-infocel,…) als extern (politiediensten).

De stad Geel beschikt in tegenstelling tot veel andere gemeenten wel over volgende goedgekeurde plannen: hemelwater- en droogteplan, beleidsplan ruimte en een handhavingsprogramma. In het handhavingsprogramma zijn verhardingen opgenomen als prioritair te behandelen schendingen omdat ze een ernstige impact en/of overlast hebben op milieu en klimaat.

Het ingediende projectvoorstel zal door de Vlaamse overheid beoordeeld en geëvalueerd worden op:

1. de mate waarin het project aansluit bij de  handhavingsprioriteiten en in haar plan van aanpak (kwantitatieve) doelstellingen vooropstelt:
  • welke controles zullen worden uitgevoerd, welke inrichtingen of plaatsen zullen worden gecontroleerd, welke vergunningen/meldingen/toelatingen zullen worden gescreend met het oog op een controle, tijdsbestek, enz.
    • project onvergunde verhardingen: gerichte (terrein)controles in prioritair  aangeduide deelgebieden volgens het hemelwater- en droogteplan
    • project onvergunde grondwaterwinningen: gerichte (terrein)controles bij inrichtingen in de sector carwash
  • een inschatting van het aantal controles op het terrein
    • project onvergunde verhardingen: nog niet vastgelegd
    • project onvergunde grondwaterwinningen: tussen 2 en 87
  • de handhavingstrajecten die hier mogelijk aan zullen worden gekoppeld (bv. opmaak PV, bestuurlijke maatregel, enz.): zachte handhaving aan de hand van raadgevingen en aanmaningen zoals omschreven in het handhavingsprogramma van de stad Geel

2. de mate waarin de gemeente of intergemeentelijk samenwerkingsverband in haar projectvoorstel inzet op een structurele versterking (middelen en mankracht) van haar organisatie voor handhaving op het terrein voor het realiseren van de beoogde handhavingsprioriteiten.
De verbalisant RO stelde een vraag tot samenwerking aan de verbalisant RO van de gemeente Mol, die voorlopig al instemde. Daarnaast is het doel om een betere samenwerking op te zetten zowel intern (GAS-openbaar domein-infocel,…) als extern (politiediensten).

Argumentatie

Project 1: de aanpak van de droogteproblematiek: onvergunde verhardingen

Voor de aanpak van onvergunde verhardingen wordt beroep gedaan op de conclusies en analyses van het hemelwater- en droogteplan, dat enerzijds focust op het tegengaan van wateroverlast en anderzijds op het beperken van de gevolgen van droogte.

Drie krachtlijnen vanuit het integraal waterbeleid zijn van belang bij hemelwaterbeheer. De drietrapsstrategie ‘vasthouden – bergen – afvoeren’ is gericht op het voorkomen van zowel wateroverlast, als van verdroging en watertekort, door:

  • vasthouden van hemelwater: de neerslag zoveel mogelijk vasthouden waar die valt, vooral door infiltratie in de bodem. Het vermijden van verharding en bijgevolg het vermijden van afstroming wordt hier ook onder begrepen;
  • bergen, bij voorkeur in ‘natuurlijke’ overstromingsgebieden zoals valleigebieden;
  • afvoeren, vertraagde afvoer naar gebieden waar er voldoende ruimte is.

De oppervlakte aan verharding in Geel bedraagt tussen de 8 en 14% van het totale gebied, afhankelijk van de rekenmethode. Voor gelijkaardige steden ligt deze bovengrens tussen de 10 en de 19% (Mol 10%, Lier 19%, Beringen 17%, Heist-op-den-Berg 19%, …). (Bron: Betonwoede, De Standaard).

Door de toenemende verharding van bebouwing, de snelle afvoer van regenwater, stroomt een groot deel ervan versneld weg. In de natuurlijke situatie zou datzelfde water in de plaats daarvan in de bodem kunnen dringen. Het aanvullingstekort dat zo ontstaat, uit zich in een langzaam dalende grondwatertafel, met uiteindelijk droogte als gevolg. Geel heeft op veel dichtbebouwde plaatsen een goed doorlatende ondergrond, wat betekent dat heel wat water kan infiltreren. Op de infiltratiekaart is te zien dat de meeste bebouwing gecentreerd is op de goed tot matig infiltreerbare zones. Dit betekent dat er veel mogelijkheid is tot infiltratie indien zo weinig mogelijk oppervlakte verhard is. Het aanvullen van de grondwatertafel zorgt er mee voor dat Geel evolueert naar een klimaatrobuuste stad. Het beperken van verharding levert bovendien nog tal van ecosysteemdiensten, zoals het beperken van hittestress en het verhogen van biodiversiteit.

De nadruk wordt gelegd op verhardingen op privéterrein. Verharding in voortuinen voor een extra parkeerplaats of voor een onderhoudsvriendelijke tuin, komen vaak voor.

 

Concrete aanpak:

In de verdere uitwerking van het project zal als volgt grondig onderzoek moeten gedaan worden en systematisch volgende aanpak gehanteerd worden:

  • het hemelwater- en droogteplan bevat als bijlage een kaartlaag ‘onthardingsmogelijkheden’. Deze laag duidt plaatsen aan die meer verhard zijn dan nodig. 
    • Onderzoek of deze aangeduide plaatsen verder bruikbaar zijn om het project uit te werken
    • Planmatig inzetten van controles van recente aangelegde verhardingen op deze aangeduide plaatsen. Er zal gebiedsgericht ingezet worden op het uitvoeren van controles.
  • Het hemelwater- en droogteplan bevat als bijlage een overzichtstabel met de verhardingspercentages en de kwantitatieve informatie per deelgebied.
    • Nagaan welke deelgebieden meer verhard zijn dan andere en deze aanduiden als prioritair te behandelen deelgebieden
    • Bij de systematische screening en controle van afgeleverde omgevingsvergunningen (=proactieve benadering) inzetten op deze prioritair te behandelen deelgebieden

De controles zullen uitgevoerd worden door de verbalisant ruimtelijke ordening. Het aantal uit te voeren controles ligt nog niet vast. Door middel van zachte handhaving in de vorm van raadgevingen en aanmaningen is het doel om het aantal m2 aan verharding drastisch omlaag te halen. Er zal ook met de eigenaars in gesprek worden gegaan om toe te lichten waarom elke m2 minder verharding helpt tegen droogte. 

 

Project 2: de aanpak van de droogteproblematiek: onvergunde grondwaterwinningen

Voor de aanpak van onvergunde grondwaterwinningen wordt niet gebiedsgericht gewerkt, maar wel volgens indeling in sectoren. In eerste instantie wordt de focus gelegd op één bepaalde sector, namelijk die van de carwashes. Niet de kleine verbruikers zoals hand carwashes worden onder de loep genomen, wel de grote verbruikers onder de carwashes, met name de automatische wasstraten en de installaties voor self-carwash. 

Voor deze sector is gebruik van opgevangen hemelwater het meest aangewezen omdat dit geen kalksporen achterlaat op het koetswerk. Maar meestal is een carwashinstallatie niet voorzien om grote hoeveelheden hemelwater op te vangen. Daarom wordt meestal een beroep gedaan op grondwater of leidingwater. Hoewel deze inrichtingen inspanningen doen om hun verbruik te beperken door hergebruik, zijn ze vaak nog grote verbruikers van water. De VITO-studie ‘Best Beschikbare Technieken voor car- en truckwash (2003)’ geeft een indicatie van het benodigde waterverbruik per type carwash (tabel). 


watergebruik (l/wasbeurt)
wasstraat200-650
self-carwash70-80

 

Concrete aanpak:

Carwash installaties staan in de indelingslijst van VLAREM ingedeeld onder rubriek 15.4 (niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van motorvoertuigen en hun aanhangwagens) en zijn naargelang hun ligging ingedeeld in klasse 2 of 3. Indien het debiet van de grondwaterwinning lager is dan 30.000 m3/jaar zijn ze ingedeeld in klasse 2 of 3. Bijgevolg valt de inrichting dan qua handhaving onder gemeentelijk milieutoezicht. 

Wanneer in de KBO-databank (Kruispuntbank Ondernemingen) wordt gezocht op NACEBEL-code 45.206 op grondgebied Geel, worden 87 entiteiten teruggevonden die geregistreerd staan onder een activiteit ‘wassen en poetsen van motorvoertuigen’.

In Databank ondergrond Vlaanderen (DOV) kunnen vergunde grondwaterwinningen teruggevonden worden. Op grondgebied Geel zijn er slechts twee vergunde grondwaterwinningen onder de algemene NACEBEL-code 45 terug te vinden. 

Hoewel de lijst van 87 entiteiten nog verder dient verfijnd te worden door te filteren en te prioriteren, zal het aantal te controleren inrichtingen liggen in het bereik tussen 2 en 87. De controles zullen uitgevoerd worden door de lokale toezichthouder voor milieu. Stad Geel zet in eerste instantie in op zachte handhaving. Door middel van raadgevingen en aanmaningen zal de eigenaar aangemaand worden om zich in regel te stellen met de milieuwetgeving. In een eerste fase zal dit gebeuren door het aanmanen om de nodige vergunningen aan te vragen. In een tweede fase zullen dan het vergunde debiet en de eventuele voorwaarden gecontroleerd worden. Finaal kan dan de berekening gemaakt worden wat het bespaarde debiet is uit het verschil voor en na de vergunde toestand.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen geeft zijn goedkeuring aan deelname voor de oproep pilootprojecten omgevingshandhaving.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen spreekt zijn voorkeur uit voor deelname aan project 1 en project 2.