Terug
Gepubliceerd op 27/09/2022

2022_CBS_02411 - Omgevingsvergunning - bronbemaling klasse 2 langs Pas 146, 148 en 150 (202200275NC) - Goedkeuren

College van Burgemeester en Schepenen
ma 19/09/2022 - 13:00 Bureau AD
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Vera Celis; Nadine Laeremans; Griet Smaers; Bart Julliams; Marlon Pareijn; Pieter Cowé; Luc Van Laer; Francois Mylle, Algemeen Directeur

Afwezig

Tom Corstjens

Secretaris

Francois Mylle, Algemeen Directeur

Voorzitter

Vera Celis
2022_CBS_02411 - Omgevingsvergunning - bronbemaling klasse 2 langs Pas 146, 148 en 150 (202200275NC) - Goedkeuren 2022_CBS_02411 - Omgevingsvergunning - bronbemaling klasse 2 langs Pas 146, 148 en 150 (202200275NC) - Goedkeuren

Motivering

Aanleiding en context

UITERSTE BESLISSINGSDATUM VOOR DIT DOSSIER: 11/10/2022

 

Verslag van de omgevingsambtenaar

 

Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2022064770

Dossiernummer gemeente: 202200275

Inrichtingsnummer: 20220505-0040

 

De gemeente Geel heeft op 30 mei 2022 een aanvraag ontvangen voor bronbemaling klasse 2. De aanvraag werd op 13 juli 2022 volledig en ontvankelijk verklaard.

 

Gegevens van de aanvrager

A.VERELST TERRAINS BV gevestigd te Trekschurenstraat 245 te 3500 Hasselt

 

Gegevens van de  ligging

Administratieve ligging: Pas 146, 148 en 150

Kadastrale ligging: afdeling 3 sectie L nrs. 818R5, 818M4 en 818L4

 

Verslag

  1. Stedenbouwkundige basisgegevens

 

Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.

De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:

woongebied

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.

 

Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :

De aanvraag is volgens het ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel goedgekeurd op 10 april 2012 gelegen in Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Geel

 

 

De aanvraag is niet gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling

 

Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag

De aanvraag is gesitueerd in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het ruimtelijke uitvoeringsplan.

 

Overeenstemming met dit plan

De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.

 

Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen

 

 

Verordeningen

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.

algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.

algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.

gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.

 

  1. Historiek

Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:

  • Omgevingsvergunning 201900347/OMV_2019084367 voor het bouwen van een commerciële ruimte en 10 appartementen goedgekeurd op 23/12/2019.

 

  1. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Het aanvraagdossier werd ingediend ten einde het plaatsen van een bronbemaling om een meergezinswoning te plaatsen. Om de kelderverdieping en de fundamenten uit te voeren is de bronbemaling technisch noodzakelijk door het aanwezige grondwater.

De aanvraag is gesitueerd te Stelenseweg 146 – 150. De aanvrager van het project is A. Verelst Terrains BV. Deze wordt bijgestaan door het adviesverlenend bureau AGT BV.

Het exploiteren van de bemaling is technisch noodzakelijk voor het uitvoeren van de bouwkundige werken van omgevingsvergunning OMV_2019084367. Deze omgevingsvergunning zal nog aangepast worden in het kader van een aanpassing aan de uitvoering van de kelderverdieping.

De volgende rubriek met bijbehorend debiet wordt aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°b)2°

Bronbemaling voor een meergezinswoningproject (Nieuw)

50300 m³/jaar

2

 

Het plaatsen en exploiteren van een bemaling die technisch noodzakelijk is voor het uitvoeren van bouwkundige werken.

 

  1. Openbaar onderzoek

Overeenkomstig de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning is de gewone procedure van toepassing en moet de aanvraag openbaar gemaakt worden.

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 21 juli 2022 t.e.m. 19 augustus 2022. Er werden geen bezwaarschriften ingediend.

Er werd geen informatievergadering gehouden.

 

  1. Adviezen

Op 5 september 2022 werd het advies ontvangen van Vlaamse Milieumaatschappij

Stilzwijgend gunstig.

 

Namens de entiteit van VMM bevoegd voor grondwateradvisering

Johanna Demey

 

Advies: stilzwijgend gunstig

Er werd advies gevraagd aan AQUAFIN maar het advies werd niet ontvangen binnen de termijn.  Het advies wordt geacht stilzwijgend gunstig te zijn.

Op 15 juli 2022 werd het advies ontvangen van Openbare Werken

Advies: geen advies

 

  1. Project-MER

n.v.t.

 

  1. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen

Watertoets

Het invloedsgebied van de bronbemaling is noch gelegen in overstromingsgevoelig gebied noch in een afgebakende oeverzone noch in een signaalgebied.

Natuurtoets

De bronbemaling is op ca. 1600 m gelegen van het dichtstbijzijnde habitatrichtlijngebied ‘Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor’. Het dichtstbijzijnde vogelrichtlijngebied ‘De Zegge’ ligt op ca. 5300 m van de bronbemaling.

Het is aannemelijk dat de bronbemaling geen negatieve effecten zal uitoefenen op bovenstaande speciale beschermingszones.

Milieuaspecten

Water

Bij de aanvraag wordt een bemalingsstudie toegevoegd. Deze bespreekt de verschillende effecten van de bemaling. De diepte van de bemaling is afhankelijk van de plaats binnen het projectgebied.

Tijdens de bronbemaling wordt uitgegaan van de te bereiken bemalingspeilen van respectievelijk +18,05, +15,50 en +17,35 mTAW voor de algemene uitgraving en de uitgraving van de liftputten. De bronbemaling wordt uitgevoerd voor een periode van 135 dagen (4,5 maanden). De bemaling kan stilgelegd worden van zodra er voldoende tegendruk is van de bovenbouw tegen het opdrijven van de bouwput. De bemaling werd in drie fasen gemodelleerd om tijdelijk de debieten te kunnen verhogen voor het uitgraven van de liftputten. Uit het rapport van AGT volgt:

‘Gedurende de fase van de liftputten (21 dagen) stijgt het debiet tijdelijk tot ca. 22,4 à 21,6 m³/u. In de laatste fase verlaagt het debiet terug tot ca. 13,5 m³/u om het bemalingspeil van +18,05 mTAW te onderhouden en zo de bouwput verder volledig te kunnen afwerken. Het cumulatief volume dat na 135 dagen opgepompt wordt, bedraagt ca. 48.300 m³.’

Er wordt een secanspalenwand voorzien tot op 17 m-mv om het debiet en de invloedstraal van de bronbemaling te beperken. Het grondwaterpeil in rust bevindt zich op ca. +21,00 mTAW.  Voor het plaatsen van de liftput zal tijdelijk het water daar dieper worden onttrokken. De aanvrager begint op een startdebiet van 15,3 m³ /u maximum en een stationair einddebiet van 14 m³/u. Het dagdebiet bedraagt minder dan 2.500 m³/dag. Het totale aangevraagde debiet bedraagt 50300 m³/jaar. De gesimuleerde maximale invloedsstraal in de bemaalde aquifer bedraagt ca. 670 m in noordelijke richting.

De filters van de bemalingskaders en aan de liftputten worden verbonden met zuigleidingen en aangesloten op plunjerpompen. Hun vermogen is vermoedelijk 3 of 4 kWh. Het aantal en positie zal op het terrein vastgelegd worden door de installateur van de bemaling.

Vooraleer dit omgevingsdossier werd aangevraagd werd een proefpomping uitgevoerd door AGT waaruit de volgende sets hydraulische parameters volgden:

Afbeelding met tafel

Automatisch gegenereerde beschrijving

 

 

Lozing en ladder van Lansink

1)      Gebruik op het eigen terrein: Er zal worden opgelegd in de bijzondere voorwaarden om zoveel mogelijk van het opgepompte water op de werf te hergebruiken

2)      Herinfiltratie ter plekke: Aangezien de locatie in het verharde stadscentrum gelegen is en binnen een haalbare straal van 100 m geen mogelijkheden zijn om te herinfiltreren is een retourbemaling niet haalbaar

3)      Lozing op oppervlaktewater: Binnen een haalbare straal van 150 m is geen oppervlaktewater aanwezig. Deze optie is dus ook niet haalbaar

4)      Lozing op de gescheiden riolering: Het dichtstbijzijnde gescheiden rioleringsstelsel ligt op ca. 350 m van de bronbemaling. Het leggen van deze lengte aan waterdarmen zal op het openbaar domein moeilijkheden veroorzaken. De haalbaarheid van het lozen op de gescheiden riolering is dus niet aanzienlijk.

5)      Lozing op gemengde riolering: Door het aftoetsen van elke stap van de ladder van Lansink in verband met lozingspunten op basis van de ‘Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu’ opgesteld door de VMM, komen we tot de lozing op gemengde riolering. Dit is de minst interessante optie, maar kan in dit geval niet vermeden worden. Het is aangewezen om bijzondere voorwaarden op te leggen om het debiet van de bronbemaling zoveel mogelijk te beperken zonder het project te schaden.

 

Bodem

Uit het screeningsrapport van AGT komen de volgende bodemkarakteristieken:

‘De ondergrond start met een quartaire geroerde kleiig-zandige toplaag (ca. 1 à 1,2 m dik) gevolgd door een laag matig tot dicht gepakt kleihoudend zand tot ca. +19,24 à +18,73 mTAW (L1). Hieronder volgen een laag matig gepakt zand (L2) tot ca. +17,53 à +17,40 mTAW, een laag los gepakt kleihoudend of glauconiethoudend fijn zand en of vaste zandhoudende klei (L3, Formatie van Kattendijk en Kasterlee) tot ca. +16,13 à 16,44 mTAW, een laag matig tot dicht gepakt glauconiethoudend fijn zand (L4, Formatie van Kattendijk en Kasterlee) tot ca. +9,40 à 9,53 mTAW en als laatste de Formatie van Diest.’

 

‘De uitgraving zal plaatsvinden binnen waterkerende wanden aangezet in L5 tot ca. 17 m-mv. De bemaling wordt uitgevoerd met filters aan de rand van de bouwput. Voor de liftputten zullen tijdelijke filterkaders gehanteerd worden. De quartaire toplagen kunnen plaatselijk kleihoudende laagjes bevatten waardoor deze mogelijk traag ontwateren onder impuls van de filterbemaling. Wellicht dient de bemaling ondersteund te worden met een open bemaling in de quartaire toplaag.’

 

Er zijn enkele verontreinigingsdossiers in de buurt gelegen. De volgende dossiers werden teruggevonden in het grondeninformatieregister binnen de invloedstraal van de bemaling en werden gescreend door AGT:

‘De invloed van de bemaling op de verontreinigde zones werd onderzocht met behulp van de software MODPATH. MODPATH berekent de verplaatsing van de waterdeeltjes door advectieve grondwaterstroming. Voor elk OVAM dossier binnen de invloedsstraal wordt er een partikel op de dichtstbijzijnde grens ten opzichte van de bemaling geplaatst in de tweede quartaire zandlaag met de hoogste conductiviteiten (L2) om voor de screening een worst-case verplaatsing aan te nemen. De dossiers waarvan het geplaatste partikel zich minstens 10 m verplaatst, de dossiers waarvan de richting van de verplaatsing drastisch wijzigt of de dossiers waarin melding wordt gemaakt van een drijflaag binnen de contour van 0,5 m, dienen verder onderzocht te worden. Voor de dossiers waar de grondwaterdeeltjes minder dan 10 m verplaatsing ondergaan zal de bemaling, zelfs bij een retardatiefactor van 1, geen negatieve invloed hebben op de mogelijke verontreinigingen.’

 

Op basis van bovenstaande criteria werd de volgende conclusie getrokken:

‘Er is, op basis van deze criteria feitelijk geen verder nazicht nodig van de OVAM-dossiers. De meest nabij gelegen dossiers (24810, 66584, 57108, 29425, 20268 en 84148) werden nog extra gescreend. Op basis van de screening via het Mistral loket blijkt dat er in geen enkel van de dossiers een grondwaterverontreiniging werd aangetroffen .
Er kan dus gesteld worden dat de geplande bemaling geen negatieve invloed zal uitoefenen op de gekende OVAM dossiers in de omgeving van de projectsite.’

 

Voor alle gescreende en onderzochte OVAM-dossiers is de impact van de bemaling dus aanvaardbaar. Aan het voorgestelde bemalingsconcept zijn er geen zettingsrisico’s verbonden volgens het verslag van AGT. De omgevingsambtenaar volgt de conclusies van AGT.

 

Lucht

/

Geluid en trillingen

De pompen van de bemaling zullen een verhoogd geluid teweegbrengen in de onmiddellijke omgeving.
In de omgeving is een invalsweg gelegen die ook tot het omgevingsgeluid bijdraagt. Mits het voorzien van pompen met geluidsarme motoren kan de geluidsimpact op de omgeving tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden.

 

Afval en gevaarlijke producten

/

Conclusie milieutechnische beoordeling

Het is aannemelijk dat de bronbemaling mits het opleggen van de volgende voorwaarden geen aanzienlijke impact zal hebben op de omgeving:

 

Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II

Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II

Bijzondere voorwaarden:

  • De exploitant krijgt toestemming om te lozen in de gemengde riolering. Bij lozing op de gemengde riolering moet de exploitant eveneens een zand -en ijzerfilter installeren.
  • De meterstanden moeten minstens wekelijks worden genoteerd in een logboek. Bij voorkeur voorziet de exploitant een digitale debietmeter. Dit logboek wordt op de werf ter beschikking gehouden voor de toezichthouder.
  • De pompinstallatie dient uitgerust te worden met een zand - en ijzerfilter waarvan de werking gewaarborgd wordt door de exploitant en er dient een bewijs van de installatie van de filters gestuurd worden naar de dienst Vergunningen van de stad Geel op het adres milieu@geel.be.
  • Het tijdstip van de opstart van de bemaling en wekelijkse updates van het debiet dienen doorgestuurd te worden naar de dienst leefomgeving op het adres milieu@geel.be.
  • Bij de minste aanwijzing van de overschrijding van het aangevraagde debiet van 50300 m³/jaar dient een bijkomende omgevingsvergunning van klasse 2 aangevraagd te worden.
  • Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • Een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin wordt bekomen voor de lozing van het bemalingswater op de riolering van de Stelenseweg te Geel en dit vóór de start van de werken. De toestemming van Aquafin wordt bezorgd aan de dienst Vergunningen (milieu@geel.be) voor het starten van de werken.
  • Om het opgepompte debiet te beperken moet indien mogelijk worden gewerkt met een sondegestuurde bemaling.

 

De omgevingsambtenaar geeft voorwaardelijk gunstig advies voor de volgende rubrieken en hoeveelheden:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

Klasse

53.2.2°b)2°

Bronbemaling voor een meergezinswoningproject (Nieuw)

50300 m³/jaar

2

 

Resultaten openbaar onderzoek

Het openbaar onderzoek werd gehouden  van 21 juli 2022 tot en met 19 augustus 2022. Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

 

Bespreking adviezen

De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:

  • Het advies van Vlaamse Milieumaatschappij, afgeleverd op 5 september 2022 is stilzwijgend gunstig.
  • Het advies van AQUAFIN werd niet ontvangen binnen de termijn.
  •  Het advies van Openbare Werken afgeleverd op 15 juli 2022 is geen advies.

 

Conclusie

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling en op basis van de gegevens in de aanvraag lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies. Het lijkt echter wel aangewezen om bij eventuele vergunningverlening in de mate van het mogelijke rekening te houden met onderstaande bemerkingen, aanvullingen, aanbevelingen en/of voorstellen voor bijzondere voorwaarden.

 

De omgevingsambtenaar adviseert de vergunningsaanvraag op basis van het aanvraagdossier voorwaardelijk gunstig.

Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II

Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • De exploitant krijgt toestemming om te lozen in de gemengde riolering. Bij lozing op de gemengde riolering moet de exploitant eveneens een zand -en ijzerfilter installeren.
  • De meterstanden moeten minstens wekelijks worden genoteerd in een logboek. Bij voorkeur voorziet de exploitant een digitale debietmeter. Dit logboek wordt op de werf ter beschikking gehouden voor de toezichthouder.
  • De pompinstallatie dient uitgerust te worden met een zand - en ijzerfilter waarvan de werking gewaarborgd wordt door de exploitant en er dient een bewijs van de installatie van de filters gestuurd worden naar de dienst leefomgeving van de stad Geel op het adres milieu@geel.be.
  • Het tijdstip van de opstart van de bemaling en wekelijkse updates van het debiet dienen doorgestuurd te worden naar de dienst leefomgeving op het adres milieu@geel.be.
  • Bij de minste aanwijzing van de overschrijding van het aangevraagde debiet van 50300 m³/jaar dient een bijkomende omgevingsvergunning van klasse 2 aangevraagd te worden.
  • Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • Een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin wordt bekomen voor de lozing van het bemalingswater op de riolering van de Stelenseweg te Geel en dit vóór de start van de werken. De toestemming van Aquafin wordt bezorgd aan de dienst Vergunningen (milieu@geel.be) voor het starten van de werken.
  • Om het opgepompte debiet te beperken moet indien mogelijk worden gewerkt met een sondegestuurde bemaling.

Lasten

Niet van toepassing

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college van burgemeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning voorwaardelijk goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:


Algemene voorwaarden: Hoofdstuk 4.1, 4.2, 4.3, 4.4, 4.5, 4.6 van VLAREM II

Sectorale voorwaarden: Hoofdstuk 5.53 van VLAREM II 

Bijzondere milieuvoorwaarden

  • Er dient maximaal gekeken te worden naar afwatering via infiltratie en afvoer via het gescheiden rioleringsstelsel. Indien dit niet mogelijk is krijgt exploitant de toestemming om te lozen in gemengde riolering. Bij lozing op de gemengde riolering moet de exploitant eveneens een zand -en ijzerfilter installeren.
  • De meterstanden moeten minstens wekelijks worden genoteerd in een logboek. Bij voorkeur voorziet de exploitant een digitale debietmeter. Dit logboek wordt op de werf ter beschikking gehouden voor de toezichthouder.
  • De pompinstallatie dient uitgerust te worden met een zand - en ijzerfilter waarvan de werking gewaarborgd wordt door de exploitant en er dient een bewijs van de installatie van de filters gestuurd worden naar de dienst leefomgeving van de stad Geel op het adres milieu@geel.be.
  • Het tijdstip van de opstart van de bemaling en wekelijkse updates van het debiet dienen doorgestuurd te worden naar de dienst Vergunningen op het adres milieu@geel.be.
  • Bij de minste aanwijzing van de overschrijding van het aangevraagde debiet van 50300 m³/jaar dient een bijkomende omgevingsvergunning van klasse 2 aangevraagd te worden.
  • Conform VLAREM II moet de installatie worden uitgerust met een debietmeter. Bij elke aankoppeling en afkoppeling van de meter wordt de meterstand genoteerd in een logboek dat ter inzage wordt gehouden van de toezichthouder.
  • Een uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van NV Aquafin wordt bekomen voor de lozing van het bemalingswater op de riolering van de Stelenseweg te Geel en dit vóór de start van de werken. De toestemming van Aquafin wordt bezorgd aan de dienst Vergunningen (milieu@geel.be) voor het starten van de werken.
  • Om het opgepompte debiet te beperken moet indien mogelijk worden gewerkt met een sondegestuurde bemaling.