Ingewonnen adviezen |
Agentschap Wegen en Verkeer
Geen advies
Agentschap voor Natuur en Bos
Ongunstig advies dd. 09/09/2021 met als referentie 21-215403:
Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met:
Volgende direct werkende norm(en):
- Artikel 25 §3 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
- Artikel 26bis Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Volgende doelstelling(en) of zorgplicht(en):
- Artikel 8 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
- Artikel 25 §1 Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21.10.1997
Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies. Gelet op artikel 4.3.3. VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.
Provincie Antwerpen, dienst integraal waterbeleid
Geen advies
Vlaamse Milieumaatschappij
Ongunstig advies dd. 08/10/2021 met als referentie WT 2021 R 0092:
Het voorliggende perceel is lager gelegen dan de naastliggende reeds bebouwde percelen. De overstromingskaarten en modellen geven ook duidelijk aan dat het gebied vandaag de dag reeds sterk wordt aangesproken door het watersysteem. Onder invloed van klimaatverandering zal dit nog toenemen. We willen daarnaast benadrukken dat de neerslaghoeveelheden die medio juli 2021 zijn vastgesteld in Wallonië en meer bepaald de regio rond Luik, nog voor aanzienlijke peilstijgingen zullen zorgen waarvoor alle nodige beschikbare ruimte in de valleigebieden buiten bebouwd gebied nodig zal zijn. Door het verder bebouwen van het perceel nemen de mogelijkheden in het valleigebied af en zal de vallei minder klimaatrobuust worden. We willen dan ook verwijzen naar de principes van de watertoets dat in eerste instantie negatieve effecten op het watersysteem moeten vermeden worden en bijgevolg de bijkomende aansnijding in dit valleigebied moet vermeden worden.
De aanvraag tot stedenbouwkundig attest wordt ongunstig geadviseerd en is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van de gecodificeerde decreten. In het pre-advies waarnaar wordt verwezen en ook in het advies willen we verduidelijken dat een verdere aansnijding van het valleigebied door een uitbreiding van deze geïsoleerde woonkorrel midden in valleigebied niet wenselijk is. Er wordt hierdoor een verdere hypotheek gelegd op het valleigebied. In principe moeten in eerste instantie negatieve effecten vermeden worden.
Advies van de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar |
De gemeente is ontvoogd. Bijgevolg moet het advies van de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar niet worden ingewonnen.
Standpunt van het college van burgemeester en schepenen |
Historiek:
dossiernummer:0037 - Verkavelingsvergunningen
Datum aanvraag: 11/03/1963
Beslissing: Vergunning vervallen
Onderwerp: Nieuwe verkaveling
dossiernummer:0037 - Verkavelingsvergunningen
Datum aanvraag: 01/12/2000
Beslissing: Weigering
Onderwerp: Wijziging vergunde verkaveling
dossiernummer:2323 - Stedenbouwkundige attesten
Datum aanvraag: 02/04/2015
Beslissing: Negatief
Onderwerp: Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning.
dossiernummer:2415 - Stedenbouwkundige attesten
Datum aanvraag: 09/01/2019
Beslissing: Negatief
Onderwerp: Bouwen van een eengezinswoning
dossiernummer:2439 - Stedenbouwkundige attesten
Datum aanvraag: 22/11/2019
Beslissing: Negatief
Onderwerp: Het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning
dossiernummer:202000561 - Omgevingsvergunning stedenbouwkundige handelingen en/of exploitatie
Datum aanvraag: 25/06/2020
Beslissing: Voorwaardelijk vergund
Onderwerp: Aanvraag vegetatiewijziging, verwijderen van een houtkant langs de Stormgracht
Bepaling welk plan van toepassing is
De aanvraag is volgens het bij Koninklijk besluit van 28 juli 1978 - Gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28/07/1978 gelegen in
Woongebied met landelijk karakter.
In deze gebieden gelden de stedenbouwkundige voorschriften van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. de woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven.
Natuurgebied.
In deze gebieden de stedenbouwkundige voorschriften gelden van het KB van 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
Het perceel is niet gelegen binnen een bijzonder plan van aanleg.
Het perceel is niet gelegen binnen een ruimtelijk uitvoringsplan.
Het perceel is niet gelegen binnen een goedgekeurde verkaveling.
Verordeningen
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen
goedgekeurd op 25 juni 2018.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en
vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
Beschrijving van de bouwplaats, de omgeving en de aanvraag
Omschrijving
De aanvraag betreft het oprichten van een eengezinswoning met een grondoppervlakte van 63 m².
Rekening houdend met de achteruitbouwstrook en de achterliggende vijver, wordt een bouwvolume in L-vorm voorzien op 8 m achter de rooilijn, parralel met de rooilijn en de gewestweg.
Het gewenste bouwvolume wordt integraal op waterbestendige palen gefundeerd, volgens beproefde methoden en technieken, rekening houdend met de door de Vlaamse Milieumaatschappij voorgeschreven minimale TAW-hoogte plus een extra bufferhoogte, zodanig dat op geen enkel moment het bouwvolume bedreigd of aangetast kan en zal worden. Deze funderingswijze garandeert een veilige en duurzame bebouwing, die eventueel overstromingsgevaar bij voorbaat uitsluit, meer zelfs dan bij traditionele woningbouw.
Het bouwvolume respecteert een afstand van 3 m vanaf de vijveroevers om de vijver te vrijwaren van enige invloed. Door bewoning zal de biologische kwaliteit van de vijver en het aanpalende bosgebied gevrijwaard en zelfs verhoogd worden door permanent of semi-permanent toezicht en het nemen van mitigerende maatregelen (opkuis verontreiniging, controle vegetatie en waterkwaliteit,…).
Er wordt geen kelder voorzien zodat de bebouwing geen invloed heeft op de waterhuishouding. Een hemelwaterput wordt voorzien, overtollig water wordt conform de richtlijnen van VMM verwerkt en afgevoerd. De paalfundering laat infiltratie van hemel- en oppervlaktewater nog toe, vegetatie blijft mogelijk.
Er wordt geen tuin aangelegd, noch terrein- of reliëfwijzigingen doorgevoerd. Bij het L-vormige hoofdgebouw wordt een kleinschalig terras van maximum 17 m² op palen voorzien, waarbij de afstand van 3 m tot de vijver gerespecteerd blijft.
Het bouwvolume respecteert de afstand tot het bosgebied en tot de aangrenzende percelen, met inbegrip van ruim voldoende afstand tot de achterliggende Neteboorden, waarop een feitelijke erfdienstbaarheid rust. Het bosgebied blijft ongemoeid zodat natuurwaarden er zich verder kunnen ontwikkelen.
Maatregelen betreffende de geluidshinder vanuit de gewestweg bestaan uit de indeling van de ruimte met een eerder gesloten voorgevcel aan de straatzijde en aan de zijde van het bosgebied (met uitzondering van mogelijke kleinschalige lichtvlakken).
Het bouwvolume is ondergeschikt aan de omgeving en wordt opgevat als refuge, opgetrokken met duurzame en ecologisch verantwoorde materialen. Door de compactheid en het optimaal gebruik van de bebouwde oppervlakte blijft de voetafdruk beperkt.
Toetsing aan de decretale beoordelingselementen
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Toetsing aan de voorschriften en regelgeving
De aanvraag is niet in overeenstemming met de geldende regelgeving.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een omgevingsvergunning te worden geweigerd indien het aangevraagde onverenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De beoordelingsgronden van de goede ruimtelijke ordening wordt omschreven in art. 4.3.1§2 van de VCRO.
Functionele inpasbaarheid
De oprichting van een beperkte eengezinswoning stelt geen beperking aan het gebruik van het perceel. De bestemming van het perceel wordt door de aanvraag niet geschaad. De aanvraag is functioneel in overeenstemming met de functies van de omliggende percelen en deze in de ruimere omgeving van het project.
Ruimtegebruik – schaal- bouwdichtheid.
De oprichting van een beperkte eengezinswoning heeft een impact op het ruimtegebruik van het perceel. Het project is echter qua schaal in overeenstemming met de omgeving van dit project. De bouwdichtheid is aanvaardbaar op deze locatie.
Visueel-vormelijk, materiaalgebruik.
Het bouwvolume is ondergeschikt aan de omgeving en wordt opgevat als refuge, opgetrokken met duurzame en ecologisch verantwoorde materialen. Door de compactheid en het optimaal gebruik van de bebouwde oppervlakte blijft de voetafdruk beperkt.
Het materiaalgebruik en de visueel-vormelijke uitstraling dragen bij aan een goede inpasbaarheid in het straatbeeld.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is niet gesitueerd in een beschermd landschap of dorpsgezicht.
De aanvraag heeft bijgevolg geen invloed op de cultuurhistorische aspecten.
Mobiliteit
De aanvraag heeft slechts een zeer geringe invloed op de mobiliteit omdat het een beperkte eengezinswoning betreft.
Bodemreliëf
De aanvraag grijpt beperkt in op het bodemreliëf. Omdat deze echter gelegen is in overstromingsgevoelig gebied, zal dit toch merkelijke gevolgen hebben voor de bodemgesteldheid. Hiervoor worden echter de nodige maatregelen voorzien.
Hinderaspecten – gezondheid
De oprichting van een beperkte eengezinswoning een lichte extra hinder met zich mee voor de omgeving, gezondheidsaspecten zijn verwaarloosbaar.
Er kan geconcludeerd worden dat het project in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en aanleg.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte, maar ligt in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat een schadelijk effect wordt veroorzaakt op de waterhuishouding.
Conclusie:
Er wordt een ongunstig advies gegeven voor het oprichten van een kleinschalige eengezinswoning omwille van volgende redenen:
Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos dd. 11/08/2021 is ongunstig:
Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met :
Volgende direct werkende normen:
Volgende doelstellingen of zorgplichten:
Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies. Gelet op artikel 4.3;3 VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.
Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dd. 08/10/2021 is ongunstig:
Het voorliggende perceel is lager gelegen dan de naastliggende reeds bebouwde percelen. De overstromingskaarten en modellen geven ook duidelijk aan dat het gebied vandaag de dag reeds sterk wordt aangesproken door het watersysteem. Onder invloed van klimaatverandering zal dit nog toenemen. We willen daarnaast benadrukken dat de neerslaghoeveelheden die medio juli 2021 zijn vastgesteld in Wallonië en meer bepaald de regio rond Luik, nog voor aanzienlijke peilstijgingen zullen zorgen waarvoor alle nodige beschikbare ruimte in de valleigebieden buiten bebouwd gebied nodig zal zijn. Door het verder bebouwen van het perceel nemen de mogelijkheden in het valleigebied af en zal de vallei minder klimaatrobuust worden. We willen dan ook verwijzen naar de principes van de watertoets dat in eerste instantie negatieve effecten op het watersysteem moeten vermeden worden en bijgevolg de bijkomende aansnijding in dit valleigebied moet vermeden worden.
De aanvraag tot stedenbouwkundig attest wordt ongunstig geadviseerd en is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van de gecodificeerde decreten. In het pre-advies waarnaar wordt verwezen en ook in het advies willen we verduidelijken dat een verdere aansnijding van het valleigebied door een uitbreiding van deze geïsoleerde woonkorrel midden in valleigebied niet wenselijk is. Er wordt hierdoor een verdere hypotheek gelegd op het valleigebied. In principe moeten in eerste instantie negatieve effecten vermeden worden.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos dd. 11/08/2021 is ongunstig:
Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat de vergunningsaanvraag in strijd is met :
Volgende direct werkende normen:
Volgende doelstellingen of zorgplichten:
Het Agentschap voor Natuur en Bos verleent een ongunstig advies. Gelet op artikel 4.3;3 VCRO kan de vergunningverlenende overheid de vergunning niet toekennen.
Het advies van de Vlaamse Milieumaatschappij dd. 08/10/2021 is ongunstig:
Het voorliggende perceel is lager gelegen dan de naastliggende reeds bebouwde percelen. De overstromingskaarten en modellen geven ook duidelijk aan dat het gebied vandaag de dag reeds sterk wordt aangesproken door het watersysteem. Onder invloed van klimaatverandering zal dit nog toenemen. We willen daarnaast benadrukken dat de neerslaghoeveelheden die medio juli 2021 zijn vastgesteld in Wallonië en meer bepaald de regio rond Luik, nog voor aanzienlijke peilstijgingen zullen zorgen waarvoor alle nodige beschikbare ruimte in de valleigebieden buiten bebouwd gebied nodig zal zijn. Door het verder bebouwen van het perceel nemen de mogelijkheden in het valleigebied af en zal de vallei minder klimaatrobuust worden. We willen dan ook verwijzen naar de principes van de watertoets dat in eerste instantie negatieve effecten op het watersysteem moeten vermeden worden en bijgevolg de bijkomende aansnijding in dit valleigebied moet vermeden worden.
De aanvraag tot stedenbouwkundig attest wordt ongunstig geadviseerd en is niet in overeenstemming met de doelstellingen en beginselen van de gecodificeerde decreten. In het pre-advies waarnaar wordt verwezen en ook in het advies willen we verduidelijken dat een verdere aansnijding van het valleigebied door een uitbreiding van deze geïsoleerde woonkorrel midden in valleigebied niet wenselijk is. Er wordt hierdoor een verdere hypotheek gelegd op het valleigebied. In principe moeten in eerste instantie negatieve effecten vermeden worden.