Uiterste beslissingsdatum: 19.02.2022*
Na deze datum wordt de aanvraag stilzwijgend geweigerd.
Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021159561
Dossiernummer gemeente: 202100692
De gemeente Geel heeft op 24 november 2021 een aanvraag ontvangen voor oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met carport. De aanvraag werd op 21 december 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
mevrouw Ines Vercalsteren wonende te Gagelstraat 22 te 2440 Geel en de heer Steven Rosseau wonende te Gagelstraat 22 te 2440 Geel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: St.-Lambertusstraat 13
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 2273K2
Verslag
1. Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling “Manheuvels” (2088 – 13008_2015_6 – lot 30)
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is niet gesitueerd in een algemeen of bijzonder plan van aanleg of in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag dient getoetst te worden aan de bepalingen van het gewestplan.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing voor deze aanvraag.
Verordeningen
• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
• gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
• gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
2. Historiek
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
• Verkavelingsvergunning (2070) voor 88 loten voor woningbouw - geweigerd op 20/01/2015.
• Verkavelingsvergunning (2088) voor 43 loten voor ééngezinswoningen - goedgekeurd op 15/10/2015.
3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag
De aanvraag
De aanvraag betreft het oprichten van een vrijstaande woning met carport en terreinaanlegwerken. De woning heeft een voorgevelbreedte van 11m en een bouwdiepte van 11m. op de verdieping is de bouwdiepte beperkt tot 8m. De woning wordt afgewerkt met een zadeldak onder een helling van 35°. De kroonlijst van de woning bedraagt 6,60m. De nokhoogte bedraagt 8,73m.
De woning wordt ingeplant op 3m uit de rechterperceelsgrens en 6m uit de linkerperceelsgrens. Aan de linkerzijde van de woning wordt een carport geplaatst tot op de perceelsgrens. De linkerzijde van de carport wordt als tuinberging ingericht.
Het hoofdgebouw wordt afgewerkt in een rood tot rood-bruin genuanceerde gevelbaksteen. De dakbedekking bestaat uit blauwgrijze dakpannen. Het schrijnwerk bestaat uit witte PVC ramen en een grijze PVC voordeur.
De carport wordt in hout (eikenhout) uitgevoerd.
De terreinaanlegwerken bestaan uit een inrit aan de linkerzijde van het perceel, een toegang tot de voordeur en een terras van 51m² achteraan de woning. De toegangen (93,81m²) worden aangelegd in waterdoorlatende poreuze betonklinkers. Het terras wordt aangelegd met volkeramische terrastegels.
De omgeving
Het perceel is gelegen binnen de verkaveling Manheuvels. Deze verkaveling voorziet in residentiele woningen met een beperkte nevengeschikte functie.
De verkaveling sluit aan bij de kern van Geel-Bel. Deze woonkern bevindt zich in het oosten van Geel. De omgeving kenmerkt zich door hoofdzakelijk residentieel wonen.
De verkaveling vormt de overgang naar de open ruimte vanuit de kern van Geel-Bel.
4. Openbaar onderzoek
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
5. Adviezen
Volgende adviezen werden ingewonnen:
• het advies ontvangen van Openbare Werken – riolering en toegangen
• het advies ontvangen van Openbare Werken – waterlopen en trage wegen
6. Project-MER
Niet van toepassing voor deze aanvraag.
7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen
Legaliteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken en als constructie door een rooilijn of achteruitbouwstrook of reservatiestrook wordt getroffen.
.
Planologische toets
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in woongebied.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van de behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling “Manheuvels” (2088 – 13008_2015_6 – lot 30)
De aanvraag tot het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning in het woongebied is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan Herentals-Mol.
De aanvraag is bovendien in overeenstemming met de stedenbouwkundige voorschriften uit de goedgekeurde en niet-vervallen verkaveling waarbinnen het perceel gelegen is, of kan hiermee door het opleggen van voorwaarden in overeenstemming gebracht worden.
De aanvraag voldoet aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende stedenbouwkundige verordeningen.
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg St-Lambertusstraat.
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Rooilijn, zone van achteruitbouw en reservatiestrook
De nieuw op te richten woning wordt niet geslagen door een rooilijn, noch voorziet de aanvraag in werken die binnen de zone van achteruitbouw of een reservatiestrook gelegen zijn.
De aanvraag doorstaat de legaliteitstoets.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
De aanvraag voorziet in de aanleg van een hemelwaterput van 5000l en een infiltratieput van 3000l met een infiltratieoppervlakte van 6,44m². De aanvraag wordt hiermee in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening hemelwater. Er kan bijgevolg uitgegaan worden dat de impact van de woning op de waterhuishouding op voldoende wijze beperkt wordt en er bijgevolg een gunstige watertoets is voor de aanvraag.
Natuurtoets
De aanvraag bevindt zich op ca. 800m van het dichtstbijzijnde Ven-gebied De Molse Nete.
Het perceel van de aanvraag is gelegen op ca. 750m van habitatgebied Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek, Langdonken en Goor.
Het perceel bevindt zich op ca. 9000m van Vogelrichtlijngebied De Zegge.
De dichtstbijzijnde ruimtelijk kwetsbare bestemming volgens het gewestplan (natuurgebied) is gelegen op ca. 540m van het perceel.
Rekening houdende met de aard van de aanvraag, zijnde het oprichten van een ééngezinswoning, en de relatief grote afstand tot waardevolle of potentieel waardevolle natuur kan gesteld worden dat er geen onvermijdbare of onherstelbare schaden zal ontstaan aan huidige of toekomstige natuurwaarde in SBZ gebieden door uitvoering van deze aanvraag.
De natuurtoets wordt doorstaan.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
Opportuniteitstoets
Overeenkomstig artikel 4.3.1§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden geweigerd als deze niet in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening.
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd op basis van de criteria die vastgelegd zijn artikel 4.3.1§2 van de VCRO en omvatten: functionele inpasbaarheid, de mobiliteitsimpact, de schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid, visueel-vormelijke elementen, cultuurhistorische aspecten en het bodemreliëf, en op hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt uitgevoerd in de opportuniteitstoets.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met carport en terreinaanlegwerken (toegangen en terras). De omgeving van het perceel van de aanvraag wordt gekenmerkt door eengezinswoningen, waarvan enkele een ondergeschikte nevenfunctie bevatten.
De aanvraag voorziet in een toegangsweg vanuit de openbare weg naar de voordeur. Hierbij wordt de bermbuffer die zich tussen de rooilijn en de openbare weg doorsneden. Deze bermbuffer werd in het wegenisdossier voorzien voor opvang van het hemelwater van de openbare weg. In deze bermbuffers kan dit hemelwater gebufferd worden en infiltreren. De capaciteit van de bermbuffer werd berekend op de nieuw aan te leggen weg en dient maximaal behouden te blijven. De toegang tot de woning zal genomen moeten worden via de oprit naar de carport en dan via eigen terrein.
In de carport wordt een deel tuinberging voorzien. Een tuinberging is in deze zone niet toegestaan. De verkavelingsvoorschriften voorzien in deze zone enkel een carport of garage. Het grondplan toont echter dat een groot deel van de berging zal gebruikt worden als fietsstalplaats. Een comfortabele fietsenstalling die overdekt is en waar fietsen vlot in en uit kunnen kan het fietsgebruik enkel stimuleren. Het stallen van fietsen is functioneel vergelijkbaar met het stallen van wagens zodat deze berging aanvaardbaar is.
De aanvraag past zich bijgevolg dan ook functioneel in de omgeving in mits het opleggen van voorwaarden met betrekking tot de tuinberging en de toegangsweg tot de voordeur.
Mobiliteit
Een ééngezinswoning heeft een kleine impact op de mobiliteit. Het perceel wordt ontsloten door de gemeenteweg Sint-Lambertusstraat. Via het lokale weggennet sluit deze weg aan op het primaire wegennet.
Tijdens de bouwwerken kan tijdelijk een verhoging van de verkeersdynamiek plaatsvinden door de aanvoer van bouwmaterialen en werfverkeer. Dit is echter beperkt in tijdsduur en gezien het slechts een eengezinswoning betreft eveneens beperkt in aantal.
Materiaal-visuele inpasbaarheid
De nieuwe woning wordt opgericht in een rood tot rood-bruin genuanceerde gevelbaksteen. Het dak wordt afgewerkt met blauwgrijze dakpannen. Het schrijnwerk bestaat uit witte ramen en grijze voordeur. De carport wordt afgewerkt in eikenhout. Deze materialen zijn gangbaar voor residentiële woongebouwen en sluiten aan bij de bebouwing in de omgeving.
De bouwstijl is eerder een klassieke typologie. Deze bouwstijl komt in de omgeving nog voor zodat deze visueel inpast in de omgeving.
De verkavelingsvoorschriften voorzien in een afwerking van de perceelsgrenzen met groene erfscheidingen. Deze erfscheidingen bestaan voor de linkerperceelsgrens, de rechterperceelsgrens en de achterperceelsgrens uit een groenaanplanting met een maximale hoogte van 2m. De groenaanplant wordt op 0,5m uit perceelsgrens geplaatst. Bij akkoord van de aanpalende eigenaar kan de groenaanplant op de perceelsgrens geplaatst worden.
Aan de voorzijde moet een haag met een maximale hoogte van 1,20m geplaatst worden.
Bij voorkeur wordt gewerkt met een gemengde haag van inheems plantgoed.
De aanduiding van de groen erfscheiding werd niet mee ingetekend op het inplantingsplan en moet als voorwaarde opgenomen worden om het perceel inpasbaar te maken in de omgeving.
Schaal-ruimtegebruik-bouwdichtheid.
De woning heeft een vloeroppervlakte van 99,40m². de carport heeft een oppervlakte van 36m².
Het terras krijgt een oppervlakte van 51m². De toegangen die voorzien worden in waterdoorlatende poreuze betonklinkers hebben een gezamenlijke oppervlakte van ca. 94m².
De aanvraag voldoet hiermee aan de maximaal bebouwbare oppervlakte die in het kavelpaspoort opgelegd wordt.
De overige delen van het perceel worden ingericht als onverharde tuinzone.
De draagkracht van het perceel wordt niet overschreden door deze aanvraag.
Bodemreliëf
De woning wordt voorzien op volle plaat. Dit houdt in dat de ingrepen in de bodem beperkt blijven. De beschrijvende nota geeft daarnaast aan dat het terreinprofiel ongewijzigd blijft. Dit blijkt ook uit het terreinprofiel bij de aanvraag.
De impact op de bodem is beperkt en tijdelijk van aard. Door de werken kan de bovenste grondlaag geroerd worden.
Cultuurhistorische aspecten
Er zijn geen cultuur-historische beoordelingsaspecten verbonden aan de aanvraag.
Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen
De hinder die kan uitgaan van het voorwerp van de aanvraag zal zich tijdens de bouwwerken manifesteren. Hierdoor zal er tijdelijk een toename zijn in verkeersbewegingen door de aanvoer van bouwmachines, bouwmaterialen en werfverkeer.
Dit is slechts tijdelijk en beperkt gezien het de bouw van een ééngezinswoning betreft. De hinder naar omwonenden zal dan ook eerder beperkt zijn
De politiecodex die van kracht is voor het grondgebied van stad Geel, verbiedt het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die van die aard zijn dat ze de rust van omwonenden kunnen verstoren tussen 22uoo en 07u00 en op zon-en feestdagen. Dit beperkt de hinder naar omwonenden.
De aanvraag is in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening of kan door het opleggen van voorwaarden hiermee in overeenstemming worden gebracht. De opportuniteitstoets wordt doorstaan.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden. De aanvraag valt onder de vereenvoudigde procedure.
Bespreking adviezen
De omgevingsambtenaar heeft kennis genomen van de volgende adviezen en beoordeeld deze als volgt:
• Het advies van Openbare Werken stad Geel – Riolering en toegangen werd ontvangen op 17 januari 2022. Het advies is voorwaardelijk gunstig.
Inhoud van het advies
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater – verplichte keuring)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in collectief geoptimaliseerd buitengebied. Er is een gescheiden rioleringsstelsel aanwezig op openbaar domein. De huisaansluitputjes RWA en DWA zijn reeds aanwezig op het perceel en bevinden zich op de linkerperceelshelft vanaf de straat gezien naar het perceel. Men moet deze putjes gebruiken. Voor het ingebruik nemen van dit nieuw lozingspunt dient men een retributie te betalen.
Riolering algemeen
Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
Huishoudelijk afvalwater
Voor het afvalwater voorziet men een gescheiden stelsel van fecaal water (toilet) en grijs water (douche, lavabo, …) tot buiten de woning wat een gunstig concept is. Men voorziet een sifonput waar beide afvoeren samenkomen om geurhinder te vermijden.
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een hemelwaterput en een infiltratievoorziening te plaatsen. De plaatsing en het gebruik dient te gebeuren uiterlijk bij de ingebruikname van het gebouw of verharding.
De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
• Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet dit volume.
• Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw met carport hier op aan te sluiten.
• De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor toiletten, een buitenkraan en een binnenkraan bij een uitgietbak.
• De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
• Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
• Het volume dient minimum 2289,25L te bedragen.
• De infiltratieoppervlakte dient minimum 3,6628m² te bedragen.
Men voorziet een infiltratievoorziening met een volume van 3000L en een oppervlakte van 6,44m² wat voldoet.
Men voorziet een noodoverloop naar het openbare rioleringsstelsel. Dit is geen verplichting maar wordt wel toegestaan.
Verplichte VLARIO-keuring
Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Hierbij wordt nagegaan of de scheiding van hemelwater en afvalwater wordt nageleefd. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
Advies toegang tot het perceel
In deze verkaveling zijn de toegangen vastgelegd in het kavelpaspoort. Men dient de toegang te voorzien aan de linkerzijde. Men dient de maximale toegestane toegangsbreedte van 5m te respecteren. Men mag geen toegangsbreedte van 5m50 voorzien zoals ingetekend.
In de berm komt een bermbuffer die het water opvangt van de wegenis. De berm kan hier dus niet verhard worden in functie van een tuinpaadje naar de voordeur. Zie aangepast inplantingsplan.
Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De aanpassing betreft de verharding van het openbaar domein met grasdals. De kosten zijn reeds betaald door de ontwikkelaar van de verkaveling.
Bespreking van het advies
Het advies van de dienst Openbare Werken van stad Geel wordt gevolgd. Door het opleggen van voorwaarden kan de aanvraag in overeenstemming gebracht worden met dit advies.
• Het advies van Openbare Werken – waterlopen en trage wegen werd ontvangen op 10 januari 2022. Het advies is voorwaardelijk gunstig.
Inhoud van het advies
Dit is een advies voor een niet geklasseerde waterloop die over het perceel in de St. Lambertusstraat 13 (lot 30) loopt. Op dit perceel wil men een vrijstaande eengezinswoning met carport bouwen.
Op lot 30 ligt er een niet geclassificeerde gracht (oude atlas). Dit wil zeggen dat de beheerder de eigenaar van het aanpalende perceel is. Dit is in overeenkomst met artikel 16 van het veldwetboek.
Artikel 16 van het veldwetboek “De eigenaars van de lager gelegen erven moeten het water van de aldus bevloeide gronden ontvangen, met dien verstande dat hun een vergoeding verschuldigd kan zijn.” Dit dient gelezen te worden dat iedereen die een gracht op zijn grond heeft het nodige moet doen om de afvloei van water te verzekeren en dus verantwoordelijk is voor het onderhoud. Doet de eigenaar dit niet wordt het water niet meer ontvangen en wordt de wet dus overtreden. Moest een eigenaar zijn gracht niet onderhouden of dichtleggen en heeft iemand anders daar last van is dit in eerste instantie een burgerlijk geschil (probleem tussen enkele private personen waar de overheid of het algemeen belang niets mee te maken heeft) en kan de burger dit aanvechten bij de rechtbank, de gemeente heeft hier eigenlijk geen taak in (tenzij het een gracht is die een echt groot gebied of openbaar domein ontwatert). In de praktijk kan de stad wel bemiddelen of sturen, maar is niet altijd nuttig of aangewezen.
In de verantwoordingsnota wordt gezet dat het terreinprofiel niet gewijzigd wordt. Dit moet nageleefd worden en op het einde gecontroleerd.
Verder zijn alle wijzigingen aan grachten (inbuizen, dempen, uitdiepen, verleggen,…) vergunningsplichtig. Artikel 4.2.1. van de VCRO (vlaamse codex ruimtelijke ordening) stelt: “Niemand mag zonder voorafgaande omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen: 5° het reliëf van de bodem aanmerkelijk wijzigen, onder meer door de bodem aan te vullen, op te hogen, uit te graven of uit te diepen waarbij de aard of de functie van het terrein wijzigt.”.
Verderop zal de Bruulshoevenloop een publieke gracht worden. Dit duidt aan dat het een vrij belangrijke niet geclassificeerde gracht is. Bij de niet geklasseerde waterloop die over lot 30 loopt, is beheer dus zeer belangrijk.
Bespreking van het advies
De niet geklasseerde waterloop werd gedempt bij de aanleg van de verkaveling. Op de bedding van de waterloop werden reeds woningen gebouwd. Het herstel van het oorspronkelijke traject van de waterloop is bijgevolg niet meer mogelijk. Overeenkomstig artikel 16 van het veldwetboek waarin beschreven is dat :“De eigenaars van de lager gelegen erven moeten het water van de aldus bevloeide gronden ontvangen”. Dit dient gelezen te worden dat iedereen die een gracht op zijn grond heeft het nodige moet doen om de afvloei van water te verzekeren en dus verantwoordelijk is voor het onderhoud. Stroomopwaarts van het betroffen perceel werd de waterloop eveneens gedempt. Hierdoor vervult de waterloop op het betroffen perceel zijn rol niet meer. Dit ontslaat de eigenaar echter niet van de verplichting om het water van de hoger gelegen gronden op te vangen. Het opnieuw openmaken van deze waterloop of het voorzien van een alternatief voor deze gracht kan dus opgelegd worden ifv van de goede waterhuishouding.
Conclusie
De omgevingsambtenaar verleent gunstig advies aan de omgevingsvergunningsaanvraag van Ines Vercalsteren en Steven Rosseau voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning met carport gelegen Sint-Lambertusstraat 13 (Afdeling 1, Sectie I nr. 2273K2) mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
• De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen.
• Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
• De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
• Alle verhardingen (met uitzondering van het terras) dienen te worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen. Dit geldt zowel voor de afwerkingslaag als de onderbouw.
• Het terreinprofiel dient ongewijzigd te blijven na de uitvoering van de werken, zoals voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag.
• De invulling van de tuinberging moet hoofdzakelijk voorzien worden voor het stallen van voertuigen (fietsen, steps, …) en moet functioneel aansluiten bij de functie carport/garage.
• De erfafscheiding dient uitgevoerd te worden zoals beschreven in het kavelpaspoort en dient bestaan uit levend groen, meer bepaald:
o De erfafscheiding bestaat uit, bij voorkeur inheemse soorten met een maximale hoogte van 2m voor alle perceelsgrenzen, uitgezonderd de voorzijde van het perceel.
o Aan de voorzijde moet een haag geplaatst worden met een hoogte van maximaal 1,20m.
o De groenaanplant wordt op 0,5m uit de perceelsgrens geplaatst. Bij akkoord van de aanpalende eigenaar kan dit ook op de perceelsgrens.
• De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
* Het water van hogergelegen percelen moet opgevangen worden en mag geen aanleiding geven tot wateroverlast stroomopwaarts de waterloop. De vergunninghouder moet hiervooropvang en infiltratiemogelijkheid voorzien op zijn terrein als de hydrologische situatie dit vereist.
• Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling.
• Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
• De huisaansluitputjes RWA en DWA zijn reeds aanwezig op het perceel en bevinden zich op de linkerperceelshelft vanaf de straat gezien naar het perceel. Men moet deze putjes gebruiken.
• Voor het ingebruik nemen van dit nieuw lozingspunt dient men een retributie te betalen.
• Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
• De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
• De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
• Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
• De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
o De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
o Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet dit volume.
o Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw met carport hier op aan te sluiten.
o De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor toiletten, een buitenkraan en een binnenkraan bij een uitgietbak.
o De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
• De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
o Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
o Het volume dient minimum 2289,25L te bedragen.
o De infiltratieoppervlakte dient minimum 3,6628m² te bedragen.
• Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
• De perceelstoegang mag maximaal 5m breed zijn zoals bepaald in het kavelpaspoort en aangeduid of aangepaste inplantingsplan.
• De toegang tot de woning moet voorzien worden langs de voorziene perceelstoegang aan de linkerzijde van het perceel. Van hieruit mag een pad aangelegd worden naar de woning. Een perceelstoegang doorheen de bermbuffer wordt niet toegelaten, zoals aangeduid op het aangepaste inplantingsplan.
• Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur. Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen (https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein). De aanpassing betreft de verharding van het openbaar domein met grasdals. De kosten zijn reeds betaald door de ontwikkelaar van de verkaveling.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college van burgmeester en schepenen beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en de vergunning af te leveren aan de aanvrager, die ertoe gehouden is volgende voorwaarden strikt na te leven:
• De werken dienen uitgevoerd te worden overeenkomstig de goedgekeurde plannen.
• Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme.
• De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
• Alle verhardingen (met uitzondering van het terras) dienen te worden uitgevoerd in waterdoorlatende materialen. Dit geldt zowel voor de afwerkingslaag als de onderbouw.
• Het terreinprofiel dient ongewijzigd te blijven na de uitvoering van de werken, zoals voorzien in de omgevingsvergunningsaanvraag.
• De invulling van de tuinberging moet hoofdzakelijk voorzien worden voor het stallen van voertuigen (fietsen, steps, …) en moet functioneel aansluiten bij de functie carport/garage.
• De erfafscheiding dient uitgevoerd te worden zoals beschreven in het kavelpaspoort en dient bestaan uit levend groen, meer bepaald:
o De erfafscheiding bestaat uit, bij voorkeur inheemse soorten met een maximale hoogte van 2m voor alle perceelsgrenzen, uitgezonderd de voorzijde van het perceel.
o Aan de voorzijde moet een haag geplaatst worden met een hoogte van maximaal 1,20m.
o De groenaanplant wordt op 0,5m uit de perceelsgrens geplaatst. Bij akkoord van de aanpalende eigenaar kan dit ook op de perceelsgrens.
• De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
* Het water van hogergelegen percelen moet opgevangen worden en mag geen aanleiding geven tot wateroverlast stroomopwaarts de waterloop. De vergunninghouder moet hiervooropvang en infiltratiemogelijkheid voorzien op zijn terrein als de hydrologische situatie dit vereist.
• Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling.
• Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
• De huisaansluitputjes RWA en DWA zijn reeds aanwezig op het perceel en bevinden zich op de linkerperceelshelft vanaf de straat gezien naar het perceel. Men moet deze putjes gebruiken.
• Voor het ingebruik nemen van dit nieuw lozingspunt dient men een retributie te betalen.
• Men dient te zorgen voor een gescheiden stelsel van droogweerafvoer (DWA) en regenwaterafvoer (RWA) op zijn perceel tot aan de rooilijn.
• De afvoerbuizen voor het regenwater (grijs) en het huishoudelijk afvalwater (oranje) dienen een diameter te hebben van max. 160mm.
• De afvoerbuis voor het regenwater moet worden aangesloten op het huisaansluitputje RWA als men een noodoverloop voorziet vanuit de infiltratievoorziening. De afvoerbuis van het huishoudelijk afvalwater moet aangesloten worden op het huisaansluitputje DWA.
• Putten dienen bij plaatsing in de bouwvrije voortuinstrook, worden voorzien op minimum 8 meter uit de wegas en met een minimum van 2 meter uit de rooilijn.
• De hemelwaterput moet aan volgende voorwaarden voldoen:
o De hemelwaterput dient te voldoen aan de code van de goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen.
o Het volume van de hemelwaterput moet minimum 5000L bedragen. Men voorziet dit volume.
o Men dient de afvoeren van het volledige dak en van het bijgebouw met carport hier op aan te sluiten.
o De hemelwaterput moet voorzien worden van een pomp in functie van herbruik. Er moeten minstens 2 verschillende aftappunten aangesloten worden op de hemelwaterput, waarvan één aftappunt voor de spoeling van toiletten. Men voorziet herbruik voor toiletten, een buitenkraan en een binnenkraan bij een uitgietbak.
o De overloop van de hemelwaterput dient te worden aangesloten op de infiltratievoorziening.
• De infiltratievoorziening moet aan volgende voorwaarden voldoen:
o Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
o Het volume dient minimum 2289,25L te bedragen.
o De infiltratieoppervlakte dient minimum 3,6628m² te bedragen.
• Het is verplicht vóór de eerste ingebruikname van de privéwaterafvoer deze te laten keuren door een erkende VLARIO-deskundige. Zonder keuringsattest van de erkende deskundige mag de privéwaterafvoer niet worden aangesloten op het openbaar rioleringsstelsel.
• De perceelstoegang mag maximaal 5m breed zijn zoals bepaald in het kavelpaspoort en aangeduid of aangepaste inplantingsplan.
• De toegang tot de woning moet voorzien worden langs de voorziene perceelstoegang aan de linkerzijde van het perceel. Van hieruit mag een pad aangelegd worden naar de woning. Een perceelstoegang doorheen de bermbuffer wordt niet toegelaten, zoals aangeduid op het aangepaste inplantingsplan.
• Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur. Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen (https://www.geel.be/aanpassingen-openbaar-domein). De aanpassing betreft de verharding van het openbaar domein met grasdals. De kosten zijn reeds betaald door de ontwikkelaar van de verkaveling.
Lasten
Niet van toepassing