2022_CBS_03354 - Omgevingsvergunning - Besluit Deputatie - het hervergunnen van erfverhardingen, het regulariseren van een erfverharding, het regulariseren van een betonnen goot voor buffering en bezinking van hemelwater en het hervergunnen van een milieuvergunning van klasse 1 langs Olenseweg 106 (202200312IV) - Kennisname

In zitting van 8 december 2022 heeft de deputatie van de provincie Antwerpen een beslissing genomen over de aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het hervergunnen van erfverhardingen, het regulariseren van een erfverharding, het regulariseren van een betonnen goot voor buffering en bezinking van hemelwater en het hervergunnen van een milieuvergunning van klasse I van een bedrijf gelegen Olenseweg 106.

Dit besluit wordt ter kennisname voorgelegd.

De deputatie beslist tot het verlenen van een vergunning onder voorwaarden voor:

• volgende stedenbouwkundige handelingen op het kadastrale perceel 4D433 op naam van bv BEPA:

1. de aanleg van een betonnen goot voor buffering en bezinking hemelwater (regularisatie andere uitvoering)
2. de aanleg van erfverharding voor een toerit (regularisatie)
3. de aanleg van verharding voor de opslag van bosresidu's, snoeiafval, aarde en zandresten

• het deels verder exploiteren en veranderen door uitbreiding en wijziging van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten, als volgt:

• op naam van de bvba BEPA (inrichtingsnummer 20220411-0052) op de kadastrale percelen 4D431C, 4D432D en 4D433:

• de hernieuwing van de opslag van max. 3000 ton en mechanische behandeling (dmv een hakselaar van 750kW) van snoeiafval (afkomstig van tuinaannemers en bedrijven) (2.2.2.f.2) + aarde en zandresten afkomstig van de wortels van gerooide bomen
• herrubricering van de rubrieken 9.4.3.c.2, 19.3.3.b en 19.3.6.3b naar 9.4.3.c.1, 19.3.2.b en 19.6.2.d

• op naam van Bens Walter en Bens Peter (inrichtingsnummer 20220421-0023) op de kadastrale percelen 4D430S, 4D431B, 4D431D en 4D432C:

• wijziging door vermindering van het koelvermogen van de melkkoeltank met 7,66kW tot een geïnstalleerde totale drijfkracht van 7,34kW (16.3.2.a)
• uitbreiding met de opslag van 6,083 ton tot een totale opslag van 14,183 ton melk (45.4.e.1)
• rubricering 2.2.2.f.2 - 16.3.2.a - 45.4.e.1

Dit resulteert in volgende geactualiseerde vergunningssituatie op het vlak van de exploitatie van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten:

• op naam van Bens Walter en Bens Peter:

• de opslag van maximaal 1.600 liter brandbare vloeistoffen in vaten waarvan 3x 200 liter olie en 1.000 liter afvalolie (6.4.1);
• een brandstofverdeelinstallatie met één verdeelslang (6.5.1);
• stallen voor het houden van 418 runderen zijnde 190 runderen jonger dan 1 jaar, 15 runderen van 1 tot 2 jaar en 213 melkkoeien (9.4.3.c.2);
• het stallen van 25 landbouwvoertuigen (15.1.1);
• een melkkoelinstallatie met een geïnstalleerde drijfkracht van 7,34 kW (16.3.2.a);
• de opslag van 4,2 ton (5.000 liter) mazout in een bovengrondse houder (17.3.2.1.1.1.b);
• de opslag van 500 liter sproeistoffen en 200 kg reinigingsproducten in kleine handelsverpakkingen (17.4);
• de opslag van 190 m³ stro, hooi en zagemeel (19.6.2.a);
• de opslag van 3.878 m³ dierlijke mest waarvan 100 m³ vaste mest (28.2.c.1);
• de opslag van 14,183 ton melk (45.4.e.1);
• de opslag van 13.000 m3 groenvoeder en 36 m³ krachtvoer (45.14.3);

• en op naam van bvba BEPA:

• de opslag van max. 3.000 ton (15.000 m³) en mechanische behandeling (d.m.v. een hakselaar van 750 kW) van bosresidu’s (afkomstig van bosbeheerders/ uit bosexploitatie) (19.3.2.b – 19.6.2.d) en snoeiafval (afkomstig van tuinaannemers en bedrijven) (2.2.2.f.2) + aarde en zandresten afkomstig van de wortels van gerooide bomen;
• het lozen van maximaal 1 m³/uur, 15 m³/dag en 5.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater (hemelwater afkomstig van de verharding van de opslag van bosresidu’s) via een bezinkput in een gracht (3.4.1.a);
• stallen voor het houden van 150 runderen, zijnde 65 runderen jonger dan 1 jaar en 85 runderen van 1 tot 2 jaar (9.4.3.c.1);
• de opslag van 2.000 m3 dierlijke mest (28.2.c.1).

De vergunning omvat zoals hierboven vermeld de vergunde rubrieken met de respectievelijke hoeveelheden, de vergunde stedenbouwkundige handelingen en de geldende kadastrale gegevens. 

De vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende voorwaarden:

Milieuvoorwaarden:

1. Algemene milieuvoorwaarden:
1. Algemeen: hoofdstukken 4.1 (algemene voorschriften), 4.6 (licht), 4.7 (beheersing van asbest) en 4.9 (energieplanning)
2. Geluid: hoofdstuk 4.5 (beheersing van geluidshinder)
2. Sectorale milieuvoorwaarden:
1. Inrichtingen voor de verwerking van afvalstoffen - algemene bepalingen: afdeling 5.2.1
2. Inrichtingen voor het opslaan en behandelen van bepaalde ongevaarlijke vaste afvalstoffen: subafdeling 5.2.2.4
3. Gassen - gemeenschappelijke bepalingen: afdeling 5.16.1
4. Installaties voor het fysisch behandelen van gassen: afdeling 5.16.3
3. Bijzondere milieuvoorwaarden:
1. In afwijking van artikel 5.2.1.2 §2 van Vlarem II dient er geen weegbrug te worden voorzien, bij levering van het snoeiafval zal via een bon de geleverde ton/m³ gemeld worden.
2. In afwijking van artikel 5.2.1.2 §3 kunnen de afvalstoffen geleverd en afgevoerd worden tussen 6u en 22u.
3. In afwijking van artikel 5.2.1.5 §1 van Vlarem II dient er geen uithangbord te worden voorzien.
4. In afwijking van artikel 5.2.1.5 §2 van Vlarem II dient er geen omheining te worden voorzien.
5. In afwijking van artikel 5.2.1.5 §5 van Vlarem II dient het groenscherm te worden aangeplant zoals voorzien in het beplantingsplan, toegevoegd bij het aanvraagdossier.
6. De C/N-verhouding van het in te werken materiaal (mengeling bosresidu en snoeiafval) dient groter te zijn dan 50.
7. Het snoeiafval mag pas in de bodem gebracht worden wanneer de vergunninghouder beschikt over een grondstoffenverklaring voor dit snoeiafval.
8. Er mag maximaal 12 keer per jaar en telkens gedurende maximaal 2 dagen gehakseld worden.
9. Er mogen geen haksel- en zeefactiviteiten doorgaan tussen 19 uur en 7 uur, noch op zon- en feestdagen.
10. Na het verhakselen van het snoeihout en de bosresidu’s mag de fijne fractie enkel gebruikt worden als bodemverbeterend materiaal op de eigen gronden. De grove fractie dient afgevoerd te worden ter verwerking of verwijdering, mét energierecuperatie.

 Geactualiseerde bijzondere milieuvoorwaarden:

1. Er mag maximaal 12 keer per jaar en telkens gedurende maximaal 2 dagen gehakseld worden.
2. Er mogen geen haksel- en zeefactiviteiten doorgaan tussen 19 uur en 7 uur, noch op zon- en feestdagen.
3. In afwijking van artikel 5.2.1.2 §2 van Vlarem II dient er geen weegbrug te worden voorzien, bij levering van het snoeiafval zal via een bon de geleverde ton/m³ gemeld worden.
4. In afwijking van artikel 5.2.1.2 §3 van Vlarem II kunnen de afvalstoffen geleverd en afgevoerd worden tussen 6u en 22u.
5. In afwijking van artikel 5.2.1.5 §1 van Vlarem II dient er geen uithangbord te worden voorzien.
6. In afwijking van artikel 5.2.1.5 §2 van Vlarem II dient er geen omheining te worden voorzien.
7. In afwijking van artikel 5.2.1.5 §5 van Vlarem II dient het groenscherm te worden aangeplant zoals voorzien in het beplantingsplan, toegevoegd bij het dossier.
8. Na het verhakselen van het snoeihout en de bosresidu’s mag de fijne fractie enkel gebruikt worden als bodemverbeterend materiaal op de eigen gronden. De grove fractie dient afgevoerd te worden ter verwerking of verwijdering, mét energierecuperatie.
9. Er is nooit meer dan één hakselaar tegelijk in werking op de inrichting.
10. De C/N-verhouding van het in te werken materiaal (mengeling bosresidu en snoeiafval) dient groter te zijn dan 50.
11. Het snoeiafval mag pas in de bodem gebracht worden wanneer de vergunninghouder beschikt over een grondstoffenverklaring voor dit snoeiafval.

 Stedenbouwkundige voorwaarden:

• De start van de werken dient ten laatste 10 dagen vooraf te worden gemeld in het omgevingsloket met de actie “Melden start der werken”.
• De verharding voor de opslag en mechanische behandeling van bosresidu’s, snoeiafval, aarde en zandresten moet worden verwijderd zodra het verwerken van houtsnippers tot eigen bodemverbeteraar wordt stopgezet.

De opgesomde algemene en sectorale milieuvoorwaarden staan in Vlarem II. Deze zijn evenwel louter indicatief; bij wijziging van Vlarem II wordt de exploitant immers steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Milieunavigator, via de link: https://nnavigator.emis.vito.be/