Verslag van de omgevingsambtenaar
Dossiernummer omgevingsloket: OMV_2021156604
Dossiernummer gemeente: 202100598
De gemeente Geel heeft op 9 oktober 2021 een aanvraag ontvangen voor het uitbreiden van de woning. De aanvraag werd op 1 december 2021 volledig en ontvankelijk verklaard.
Gegevens van de aanvrager
de heer Stijn Gielis wonende te Karrestraat 60 te 3920 Lommel
Gegevens van de ligging
Administratieve ligging: Bruul 34
Kadastrale ligging: afdeling 1 sectie I nr. 848F
Verslag
Ligging volgens de plannen van aanleg, uitvoeringsplannen, verkavelingen.
De aanvraag is volgens het gewestplan Herentals-Mol goedgekeurd op 28 juli 1978 gelegen in:
woongebied
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
De landschappelijke waardevolle gebieden zijn gebieden waarvoor bepaalde beperkingen gelden met het doel het landschap te beschermen of aan landschapsontwikkeling te doen. In deze gebieden mogen alle handelingen en werken worden uitgevoerd die overeenstemmen met de in grondkleur aangegeven bestemming, voor zover zij de schoonheidswaarde van het landschap niet in gevaar brengen.
Ligging volgens BPA + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een bijzonder plan van aanleg.
Ligging volgens RUP + bijhorende voorschriften :
De aanvraag is niet gelegen in een ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is gelegen binnen de grenzen van een behoorlijk vergunde en niet vervallen verkaveling
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De aanvraag is gesitueerd in de goedgekeurde niet-vervallen verkaveling V 1173. De voorschriften van deze verkaveling zijn van toepassing.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met dit plan en met de stedenbouwkundige voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Niet van toepassing
Verordeningen
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - inzake parkeren en stallen van auto's en fietsen goedgekeurd op 25 juni 2018.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid goedgekeurd op 5 juni 2009.
algemene bouwverordening inzake weekendverblijven goedgekeurd op 8 juli 2005.
gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen en vertraagde afvoer van hemelwater goedgekeurd op 23 juni 2006.
algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer goedgekeurd op 29 april 1997.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - basisverordening goedgekeurd op 12 mei 2012.
gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - verkavelingen goedgekeurd op 12 mei 2012.
Volgende vergunningen en/of weigeringen werden verleend:
De aanvraag volgens de architect:
Het project bestaat uit verbouwen van een bestaande woning.
Het bestaande hoofdvolume blijft ongewijzigd 2; bouwlagen met een kap.
Aan de garage met plat dak voor het hoofdvolume rechts wordt een dakvolume toegevoegd bestemd voor een extra slaapruimte met douche, links een bijbouw over 1 ½ bouwlaag + dak met bestemming thuiswerk en studeerruimte.
Achter het hoofdvolume wordt een bescheiden tuinkamer geplaatst als uitbreiding voor de keuken. De totale bouwdiepte gelijkvloers is in de nieuwe situatie 17.00m.
De bestaande inrit in klinkers wordt verwijderd. In plaats daarvan wordt een nieuw inrit in klinkers geplaatst van 4.50m breedte welke zich bevindt in de zijtuinstrook.
De te gebruiken materialen zijn klassiek traditioneel in overeenstemming met de verkavelingsvoorschriften. De nieuwe gevels zijn in baksteen in roodbruin genuanceerde kleur en bestaande worden gekaleid; licht van kleur.
De hellende daken worden bedekt met kleinschalige elementen; keramische pannen in 2 vormen en kleuren. Antraciet en rood/bruin voor de tegelpannen. De bestaande ramen en deuren zijn in aluminium grijs van kleur, nieuwe delen worden in kleur antraciet uitgevoerd. Luiken, gevelelementen in vergrijsd hardhout.
Het ontwerp:
Deze aanvraag stelt de verbouwing voor van een bestaande woning.
De woning die vergund werd op 22/01/2007 wordt links vooraan op het gelijkvloers uitgebreid met een bureel. De bestaande garage rechts in de woning wordt omgevormd tot een berging/wasplaats. Rechts achteraan wordt de bestaande keuken uitgebreid tot op een diepte van 17 meter. De verdieping wordt uitgebreid met links een studeerruimte en rechts een extra slaapkamer.
De bestaande inrit met een breedte van 7,95 meter in klinkers wordt verwijderd. Er wordt een nieuwe inrit in klinkers voorzien met een breedte van 4.50m in de rechter zijtuinstrook.
In de tuinstrook bevinden zich momenteel opslagcontainers.
De aanvraag werd getoetst aan de criteria van artikels 11 t.e.m. 14 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De aanvraag moet niet openbaar gemaakt worden. De vereenvoudigde vergunningsprocedure wordt gevolgd.
Op 29 december 2021 werd het advies ontvangen van Openbare Werken
Advies riolering (aansluiting – riolering algemeen – afvalwater – hemelwater)
Aansluiting
Het perceel is gelegen in centraal gebied. Er is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig op het openbaar domein. De bestaande aansluiting wordt herbruikt. Indien mogelijk kan men op privé de huisaansluitputjes RWA en DWA plaatsen ter hoogte van de rooilijn en via een gemengde aansluiting verbinden met de bestaande aansluiting. Dit is geen verplichting maar is wel nuttig.
Riolering algemeen
Men dient het gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater te behouden.
Huishoudelijk afvalwater
De nieuwe afvalwaterafvoeren moeten correct aangesloten worden op de bestaande afvalwaterafvoeren. Men behoudt best een gescheiden stelsel van fecaal water en grijs water tot buiten de woning.
Hemelwater
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men niet verplicht om een hemelwaterput te voorzien bij deze uitbreiding. Men is wel verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen.
De infiltratievoorziening dient aan volgende voorwaarden te voldoen:
De verhardingen die in waterdoorlatend materiaal moeten worden uitgevoerd en de verhardingen in niet-waterdoorlatend materiaal die kunnen afwateren naar groenzone, moeten niet mee gerekend worden in de berekening van de infiltratievoorziening.
Men voorziet geen noodoverloop vanuit de infiltratievoorziening wat gunstig is.
Advies toegang tot het perceel
De oorspronkelijke voorziene toegangsbreedte van 7,95m kan niet behouden blijven. Volgens het nieuwe inplantingsplan voorziet men een toegang van 4,5m wat voldoet aan de huidige regelgeving en wat gunstiger is in functie van het beperken van verharding op openbaar domein.
Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Advies: volledig voorwaardelijk gunstig
Niet van toepassing
Planologische toets
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, alsmede voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
(Artikel 5 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichtingen en toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
Met achterliggend
De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op te minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden (artikel 11 van het Koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen).
Wegenis
Het perceel is gelegen langsheen een gemeenteweg (Bruul).
Art. 4.3.5.§ 1. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een gebouw met als hoofdfunctie «wonen», «verblijfsrecreatie», dagrecreatie, met inbegrip van sport, detailhandel, dancing, restaurant en café, kantoorfunctie, dienstverlening, vrije beroepen, industrie, bedrijvigheid, «gemeenschapsvoorzieningen» of «openbare nutsvoorzieningen», kan slechts worden verleend op een stuk grond, gelegen aan een voldoende uitgeruste weg, die op het ogenblik van de aanvraag reeds bestaat.
§ 2. Een voldoende uitgeruste weg is ten minste met duurzame materialen verhard en voorzien van een elektriciteitsnet. De Vlaamse Regering kan bepalen in welke gevallen, en onder welke voorwaarden, gelet op de plaatselijke toestand, van deze minimale uitrusting kan worden afgeweken. Een voldoende uitgeruste weg voldoet voorts aan de uitrustingsvoorwaarden die worden gesteld in stedenbouwkundige voorschriften of vereist worden door de plaatselijke toestand, daaronder begrepen de voorzieningen die in de gemeente voorhanden zijn en het ruimtelijk beleid van de gemeente.
§ 3. In het geval de opdrachtgever instaat voor zowel het bouwen van de gebouwen als de verwezenlijking van de voor het project noodzakelijke wegeniswerken, of in het geval de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een overheid de wegenis aanbesteedt, kan de omgevingsvergunning voor de gebouwen worden afgeleverd zodra de omgevingsvergunning voor de wegeniswerken is verleend. Het vergunningverlenende bestuursorgaan kan in dat geval een afdoende financiële waarborg voor de uitvoering van de wegeniswerken eisen.
§ 4. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing :
1° in verkavelingen waar geen of beperktere lasten op het vlak van de weguitrusting zijn opgelegd;
2° voor land- of tuinbouwbedrijven en voor bedrijfswoningen van een land- of tuinbouwbedrijf;
3° op het verbouwen, herbouwen of uitbreiden van bestaande constructies.
Watertoets
Artikel 8 van het decreet van 5 juli 2013 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad van 8 oktober 2013) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets genoemd wordt. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Enkel wordt bij toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit moet gecompenseerd worden door de plaatsing van een hemelwaterput of de aanleg van een infiltratievoorziening.
Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
Resultaten openbaar onderzoek
Er diende over de aanvraag geen openbaar onderzoek gehouden te worden.
Conclusie
Stedenbouwkundig Advies
Gunstig advies met voorwaarden
De verbouwings- en uitbreidingswerken kunnen uitgevoerd worden zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan.
De zeecontainers die zich op het terrein bevinden dienen te worden verwijderd ten laatste bij de ingebruikname van het nieuwe gedeelte van de woning.
Een parkeerplaats voor minimum 1 personenwagen dient voorzien op het eigen terrein.
De nieuwe inrit in de rechter bouwvrije zijtuinstrook heeft een breedte van 4,50 meter en wordt uitgevoerd in klinkers. De bestaande inrit met een breedte van 7,95 meter dient te worden onthard. De vrijgekomen ruimte dient te worden aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.
De bestaande aansluiting moet worden herbruikt.
Men dient het gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater te behouden.
De nieuwe afvalwaterafvoeren moeten correct aangesloten worden op de bestaande afvalwaterafvoeren.
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen.
De infiltratievoorziening dient aan volgende voorwaarden te voldoen:
• Bij plaatsing van een infiltratievoorziening dient men rekening te houden met de gemiddelde grondwaterstand. De bodem van de infiltratievoorziening mag niet lager gelegen zijn dan deze gemiddelde grondwaterstand.
• De afvoeren van de nieuwe uitbreidingen moeten hierop worden aangesloten.
• Het volume dient minimum 1003,45L te bedragen.
• De infiltratieoppervlakte dient minimum 1,6m² te bedragen.
• In functie van toekomstige uitbreidingen dient men de infiltratievoorziening groter te dimensioneren zoals op plan voorzien is: een put met een volume van 5000L en een infiltratieoppervlakte van 7,5m².
De bestaande toegangsbreedte van 7,95m dient verminderd te worden.
Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.
Lasten
Niet van toepassing
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
De verbouwings- en uitbreidingswerken kunnen uitgevoerd worden zoals voorgesteld op het goedgekeurde plan.
De zeecontainers die zich op het terrein bevinden dienen te worden verwijderd ten laatste bij de ingebruikname van het nieuwe gedeelte van de woning.
Een parkeerplaats voor minimum 1 personenwagen dient voorzien op het eigen terrein.
De nieuwe inrit in de rechter bouwvrije zijtuinstrook heeft een breedte van 4,50 meter en wordt uitgevoerd in klinkers. De bestaande inrit met een breedte van 7,95 meter dient te worden onthard. De vrijgekomen ruimte dient te worden aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
De bouwvrije voortuinstrook mag slechts voor de helft verhard worden, met een maximum breedte van 6 meter. Het overige dient aangelegd als tuin en als dusdanig onderhouden.
Alle verhardingen dienen uitgevoerd in waterdoorlatende materialen zowel in afwerking (toplaag) als fundering.
Elke woning dient uitgerust met één of meer rookmelders of moet beschikken over een branddetectiesysteem dat gekeurd en gecertificeerd is door een daartoe erkend organisme. De rookmelder dient conform te zijn aan NBN EN 14.604, reageert op de rookontwikkeling bij brand door het produceren van een scherp geluidssignaal, en is niet van het ionische type.
Opmerkingen inzake de plaatsing van de rookmelders: minstens één rookmelder per bouwlaag, in kamerwoningen moet elke kamer ermee uitgerust zijn, mogelijke opstelling in de hal, gang, slaapkamer, living, wasplaats, kelder, verwarmingslokaal; plaatsing wordt afgeraden in de badkamer, keuken, garage.
De woning moet voldoen aan de EPB-eisen.
Indien voor de uitvoering van de stedenbouwkundige handelingen een bronbemaling geplaatst zal worden, moet deze aangevraagd worden via het omgevingsloket voor de start van de bronbemaling. De bronbemaling moet voldoen aan de bepalingen van Vlarem II afd. 5.53.6.1. Het bemalingswater moet zoveel mogelijk terug in de grond worden ingebracht buiten de onttrekkingszone. Hiervoor kan gebruikgemaakt worden van infiltratieputten, infiltratiebekkens of infiltratiegrachten. Indien dit technisch onmogelijk is mag het water geloosd worden via de RWA-aansluiting.
Er mogen geen werken uitgevoerd worden op het openbaar domein zonder voorafgaandelijke toelating en onder de vooropgestelde voorwaarden van het stadsbestuur.
De kosten voor het uitvoeren van aanpassingswerken aan het openbaar domein of het verplaatsen van nutsvoorzieningen zijn ten laste van de bouwheer.
De vloerpas ligt op maximum 20 cm en kan verhoogd worden door het aantal meter tussen de voorgevel en de rooilijn te vermenigvuldigen met 2 cm, en dit tot een maximum van 40 cm. Het peil van de woning ligt hiermee maximum 32 cm boven de as van de weg.
De bestaande aansluiting moet worden herbruikt.
Men dient het gescheiden stelsel van afvalwater en hemelwater te behouden.
De nieuwe afvalwaterafvoeren moeten correct aangesloten worden op de bestaande afvalwaterafvoeren.
Volgens de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater is men verplicht om een infiltratievoorziening te plaatsen.
De infiltratievoorziening dient aan volgende voorwaarden te voldoen:
De bestaande toegangsbreedte van 7,95m dient verminderd te worden.
Voor aanpassingen van het openbaar domein dient men een aanvraag te doen. De kosten voor deze aanpassingen zijn ten laste van de aanvrager.